Is nog wel een
flinke taxirit verwijderd van downtown Toronto. We besluiten ons bezoek aan
Toronto dan ook in één enkele dag te bundelen, morgen. Vandaag genieten we van
internet int hotel en doen we wat admin, plannen ons bezoek aan Toronto, en
bezinnen we over welke tour met de nieuwe camper haalbaar is.
We leren bij. Ipv
ons aan de regeltjes te houden, bellen we vandaag ipv morgen om de pick-up tijd
van onze camper af te spreken. Anders eindigen we toch weer vanachter in de
rij. En ja, het helpt, morgen om 11u is de afspraak.
We kopen ons
een dagpas voor het openbaar vervoer en nemen de metro naar Downtown. We
stappen toevallig net uit aan Torontos grootste shopping center, Eaton. Een
barslecht plan voor de reeds uitpuilende
rugzakken. Het is overal al zomersolden en het is een hele drukte. Veel zin om
aan te schuiven aan de pashokjes hebben we niet dus gelukkig is de buit beperkt.
Een T-Shirt voor mij en een sweater voor Mike. We passeren nog even de
gigantische foodcourt voor ons middageten. Teveel keuze om alles te bekijken,
we gaan voor de Japanner.
Volgende
station, de St Lawrence Market. Als we toekomen blijkt ze gesloten, de farmers komen
enkel in het weekend. Dorie. We draaien de hoek om en daar is St Lawrence Market
n° 2, minder farmers maar wel open. Vis, vlees, groenten, keukengerei, je kan
er alles krijgen. We krijgen al direct terug goesting om te beginnen kokkerellen.
Nog een dag wachten.
Van daaruit
lopen we langs een boekenwinkel die volgens Lonely Planet een uitgebreid
assortiment aan reisgidsen en kaarten heeft. We vinden hem eerst niet, tot we
een spandoek aan een trap op het voetpad zien hangen. Ja, daar moeten we zijn. Een
eng gangetje verdwijnt onder het voetpad en eindigt aan een groezelige deur.
Hier wandelen we de wereld van Harry Potter binnen. Het kamertje zit het afgeladen
vol oude reisgidsen, je kan er nauwelijks langs. De vriendelijke trol achter de
toonbank heeft al jaren geen daglicht meer gezien. Is ook niet mogelijk, de
ramen worden geblokkeerd door de stapels boeken. En in die gigantische rommel
graaft hij precies naar boven wat wij nodig hebben. Magie. Die holbewoner is
hier gewoon in geen jaren meer buiten geweest, zelfs niet voor de kapper. Zeker
weten. Nuttige tip van de LP.
Dan tenen we
richting waterfront. Daar aangekomen blijkt er, hoera! hoezé!, een Wine &
Spirit festival te zijn. t Is te zeggen, de opbouw is volop bezig. We mogen zo
het strand op, er is nog niets te verkrijgen. Ziet er gezellig uit maar begint
pas vanavond. Daar gaan we niet op liggen wachten. We kiezen dan maar voor een
boottrip naar de Toronto Islands en doen daar nog een stevige wandeling. Op de
boot terug is het frisjes. Mike doet zijn nieuwe trui aan en als hij zijn kap
opzet, zie ik dat de witte securitybult er nog aanhangt. Ha, dat verklaart
waarom het alarm afging toe we de winkel uitwandelden. De verkoopster vond dat
wij er zeer onschuldig uitzagen en liet ons lopen. De mensen op de boot kijken
echter maar vreemd. Tja, er zit niets anders op dan terug naar die winkel te
gaan. Gelukkig is die nog open en het label wordt er na een verwacht kruisverhoor
afgehaald.
We eten nog snel
iets, en onverwacht, deze kwaliteitszaak heeft Trappist op de kaart, Rochefort.
Dat is begot lang geleden. De bestelling daarvan verloopt iets minder vlot, we
proberen ons in te beelden hoe ze dat hier zouden uitspreken maar slagen er blijkbaar
niet in. Na 5 pogingen verplichten we de ober er de kaart er opnieuw bij te
halen. Om eerlijk te zijn, we kunnen nog altijd niet herhalen wat hij heeft
gezegd, onverstaanbaar. Zal wel met dat Frenglish van hier te maken hebben.
Met de metro en
de bus terug naar huis, het is een lange rit. t Is al laat als we terug zijn.
Toronto is een
heel andere stad dan Vancouver. We merkten het direct als we vanmorgen uit de
metro uitstapten. Waar Vancouver overrompeld wordt door Aziatische immigranten,
zijn het hier meer Indiërs. Toronto is back to business. Druk verkeer in de
stad, mensen die zich haasten en in kostuum tijdens de middag snel even gaan
lunchen, overvolle metros. Vriendelijk zijn de mensen nog steeds, hoewel het
enthousiasme terug iets normaler is naar onze normen. In Vancouver hadden we de
indruk dat de mensen op een wolk leven, alles op zijn tijd en voornamelijk met
veel blabla. Als je zo je kost kan verdienen, waarom niet natuurlijk.
Onze bagage
begint nu echt buitensporig te worden. Met de etenswaren die we nu nog
bijgekocht hebben is het ronduit absurd. Maar goed, t is maar om in en uit een
taxi te laden. Apu n° zoveel verschijnt plots uit het niets en brengt ons naar de
Canadream terminal. Daar staat ons een schok te wachten. De Midi-camper die
ze voor ons voorzien hebben is helemaal geen midi maar een gigantisch
gevaarte... Ongeveer 7 ton droog aan den
haak. Ik herinner me nog dat die man van het boekingsbedrijf mailde dat ze voor
de tweede trip een iets comfortabeler model hadden voorzien, wat een betere
deal was. Nu zijn we snel te vinden voor een betere deal en hebben we verzuimd
te controleren wat dat juist was. Man, wij zijn met 2, dat ding is bedoeld voor
kroostrijke gezin(nen). Ah, maar dat boekt iedereen hier voor 2 volwassenen
hoor. As If, grootheidswaanzin ja, daar kunnen ze hier toch wat van. Lachen we
5 weken lang met die monstercampers met uitschuifbare zijkanten en nu rijden we
zelf met zon ding rond. Ok, het kon nóg groter, maar dat willen we precies
niet weten. In elk geval, plek genoeg voor onze ineens nietig hoopje bagage. 8
ton nu minstens
Als alle
paperassen zijn afgehandeld, vragen ze wat onze plannen zijn. Als wij antwoorden,
suggesties? kijken ze maar vreemd op. Maar de medewerker begint over Manitoulin
Island en dat klinkt goed. Nen tip van ne local ontfrutseld, altijd prima
materiaal.
We gooien alles
erin en rijden dan naar de supermarkt. De eerste bocht die Mike moet nemen, loopt
al helemaal de mist in. De draaicirkel is zo belachelijk groot, dat we de bocht
niet halen en in de parkeerzone belanden. Weliswaar zonder schade, maar geen
best begin. WTF?! Een Airbus draait korter! Op de supermarktparking nemen we schaamtelijk
4 plaatsen in. We shoppen uitgebreid en zoeken nog snel een camping voor
vanavond. 8 Ton plus schnabbels, wrong way.
Mike de trucker
kruipt terug achter zijn stuurwiel en schoorvoetend loodst hij onze camion de
avondspits in.
Aan de camping
bellen we aan en de bareel gaat naar boven. We zijn er nog niet onderuit als
hij al terug naar beneden gaat. Ai, dat is onze eerste schade, hoe lang zijn we
onderweg?? Het lijkt allemaal wel mee te vallen op het eerste gezicht. Dit
monster heeft amper 2800 km op zijn teller staan, ik vermoed dat ze niet zo mild
zullen zijn bij teruggave. Als we naar onze plek rijden, horen we nog takken
van een boom over ons dak schrapen. Dat komt hier helemaal goed. Plek n° 18
waar we moeten gaan staan, bestaat niet dus we wringen ons maar ergens tussen.
En de aansluiting van de elektriciteit is op zijn kop gezet dus onze stekker past
niet. De eigenaar komt eigenhandig het beschermplaatje voor eens en voor altijd
verwijderen. Liever hij dan wij.
We geraken toch
geparkeerd en dan begint de grote uitpak. Er zijn 3x zoveel kastjes als we
nodig hebben. Ik zweer het, dat maakt het niet gemakkelijker. Die uitschuifbare
stukken vinden we maar iets raar. Goed, we zijn nog geen fan van dit nieuwe
huis, t zal nog wat moeten wennen. Al blij dat we hiermee niet door haarspeldbochten
in de Rockies moeten.
Dan nog even
onze nieuwe super-promo-bbq testen nadat Mike hem Ikea-gewijs in elkaar gedraaid
heeft.
Bon, de specs
van de camper wou u weten? Houd je vast.
27ft = 8,3m
lang, 12 ft hoog en 8,5 ft breed ( HiHi, hij past net niet in onze kampeertent)
Tanks:
Benzinetank 200L
Verswatertank 167L
Warmwatertank 40L gas of elektriciteit
Greywatertank 140L
Blackwatertank 100L
Propanetank 33L
Aansluiting voor stadswater en 30 Amp
electriciteit
Airco
Fan
Verwarming op gas
Ijskast gas of elektriciteit
Diepvries gas of elektriciteit
3pits kookvuur
Dampkap
Microgolfoven
Conventionele oven
USB laadpunt x4
TV met Satellietantenne
Cd-speler
Satellietradio
Toilet
Douche
Generator
Slaapplaatsen
6, nu dringend nog wat vrienden maken hier.
Het is wel
comfortabel vanbinnen
We halveren
onze slaapkamer en living en maken onze woonst klaar om te moven. Het moeilijkste
stuk eerst. Van de camping op de hoofdbaan geraken. Enkel effen wegen kiezen,
de wielbasis is te lang om grote niveauverschillen te kunnen overbruggen. Uitkijken
voor alle takken, luifels, reclameborden onder de 4meter en bochten groot
genoeg inschatten door vooraf eerst even naar buiten te draaien alvorens de
bocht naar binnen in te zetten. De dame in het gps bakje volgen. Voetgangers en
fietsers ontwijken is nu even bijzaak. Het bord opgepast spelende kinderen is
duidelijk. Dat ze maar oppassen.
Eens de grote
baan op valt het eigenlijk wel mee. De baan is groot genoeg en gaat
voornamelijk rechtdoor. Ik houd me als enige aan de snelheidslimiet dus ik heb
nooit verkeer voor me. De achteruitkijkspiegel is enkel voor de show
geïnstalleerd. Ik heb geen flauw benul van de sliert autos achter me, zoals
het een rechtschapen trucker betaamt. Enkel als de baan door enkele
keuterdorpjes snijdt is het uitkijken naar openwaaiende portiers enzo.
200km verder
gaan we de ferry op. Op een monstertruck na zijn we het grootste voertuig dat
mee gaat. Voor het eerst dat ik een ferry oprijd dat ik voornamelijk op het
plafond let. Ok. Nu zijn we onderweg naar Manitoulin, het grootste eiland ter
wereld (hoe kan het hier ook anders). In de kleine lettertjes staat: het
grootste ZOETwatereiland ter wereld. Ik dacht al wel dat Australië groter was. Heb
ik eigenlijk mijn handrem wel opgetrokken? Niet mijne sterkste kant, dat weet
ik. Alle botsingen die ik de afgelopen
10 jaar heb veroorzaakt zijn gebeurd terwijl er niemand in de wagen zat. Zot
hé. Soit, we zien wel, ge kunt niet aan alles denken, nietwaar?
We vinden de
camper terug waar ik hem achtergelaten had en loodsen hem van de ferry, naar
Manitoulin Resort aan Manitoulin Lake. Geen (sneeuw)bergen meer te bespeuren
hier, we rijden precies door de Vlaamse polders.
De camping is
rustig en mooi, hier blijven we enkele dagen. Het klinkt misschien raar maar
het is lang geleden dat we nog eens op een camping stonden waar je s avonds
enkel kikkers en vogels hoort. Zelfs in de Rockies was er meestal wel een
drukke baan of spoorlijn op gehoorafstand. Rustieke camperen is niet hun
sterkste kant.
Misschien
kunnen we een bootje huren en vanop dit eiland naar een eiland varen. We zien
wel. De BBQ aan en vis roken.
Van de
gevreesde black flies hebben we tot hiertoe nog geen last. Als de schemering
begint, is er wel ineens een invasie van muggen. En op 21 juni schemert het
nogal lang, zeker als ge wat noordelijker zit. Een stevige portie Deet helpt.
De muggen blijven wel rond uw hoofd zoemen maar vinden u al niet meer zo
smakelijk. Dat scheelt een beet.
We hebben wat
fotokes van ons nieuwe huis toegevoegd.
Al 6 maanden
lang wil Mike aan elk meer waar we zijn een bootje huren. Te koud, te veel
wind, te vroeg op het seizoen . Altijd wel iets. Maar hier zijn de boten wel
beschikbaar en het belooft een mooie dag te worden. Er wordt nog snel even een
tijdelijk vaarbewijs in elkaar geflanst, wat uitleg over de bediening en off we
go, de grote plas op. Met als bestemming een eiland in de verte waar een groot
arendsnest zou zijn. En inderdaad, we zien het van ver al. Man, bouw dat eens
als je enkel een snavel en 2 poten hebt. Chapeau voor moeder en vader Arend.
Bovenop dit meesterwerk zit een jong. Ma arend vliegt direct weg als we
dichterbij komen, die is niet gediend met al die aandacht. Ik gooi het eerste
anker van mijn leven uit. Dat verdwijnt netjes de diepte in, ik klop mijn
handen af en ga terug zitten. En zie dan het touw er achteraan gaan. Oei,
precies iets vergeten, moet dat ook vastgeknoopt worden? Gelukkig zitten we in
ondiep water en kunnen we dit kleine misverstand snel rechtzetten.
Daarna varen we
naar een rustige baai en luisteren naar de absolute stilte en het geklots van
de boot. Een eindje verder zwemt een hele familie Canadese ganzen. We proberen
dichterbij te komen en lopen zo vast in het ondiepe water. De captain probeert
met een peddel ons weer vrij te krijgen, maar dat lukt niet. De wind duwt ons steeds
opnieuw aan lager wal. Schoenen uit, het water in en losduwen tot we diep genoeg
zitten om de buitenboordmotor opnieuw te laten zakken.. Gelukkig is dit geen
gletsjermeer. Er is duidelijk nog wat werk aan onze vaarkunsten. Zonder handen
varen zal nog niet voor vandaag zijn.
Na 4u
ronddobberen hebben we het wel gehad met boot en meer. In het terugvaren ga ik
ook eens sturen. Wauw, deze reis al met een campertje gereden en nu ook nog met
een boot gevaren! Het aanmeren laat ik toch maar aan Mr. Captain Mike over.
Vanavond is er kans op onweer dus we beginnen maar direct onze bbq voor te
bereiden. Terwijl ik dit typ is de wind al aan het toenemen en pakken donkere
wolken samen. El Capitan wisselt van pet en Chef Kok zit nu tegen een ijltempo
groenten te molesteren. Benieuwd wie gaat winnen.
Onweer
vannacht, maar een flauwke, een half uurtje flashen en grollen en net de
plassen terug gevuld. Vandaag gaan we de meest populaire wandeling opzoeken van
dit eiland, de Cup and Saucer Trail. Eerst naar de supermarkt waar we ons de
minst populaire 10% van de parking toe-eigenen. Stevige voorraad eten
ingeslagen, de supermarkten liggen niet dik bezaaid. Dan 50km verder naar het
startpunt. 12 km boswandeling. Het klimaat is vrijwel hetzelfde als bij ons (in
de zomer toch) en dat maakt dat de vegetatie ook overeenkomt.
Mooie
wandeling, geen wildlife gespot buiten wat agressieve muggen. De nieuwe camping
voor vanavond ligt vlakbij, in een First Nation resort. Een reservaat voor de
oorspronkelijk bewoners die de genocide overleefd hebben. We vinden de camping
niet, of we nu de coördinaten invoeren in de gps of het adres of visueel de
juiste huisnummer opsporen. Het eindigt gestaag in Make a U-Turn. Daar word
je niet vrolijk van als je een roadtrain bestuurt die net genoeg kan draaien om
van baanvak te wisselen. Na twee keer het dorp te doorkruisen geven we het op.
Ander en beter. Een reclamebord langs de Highway maakt reclame voor een camp 5
km verderop. Ovenight stays welcome, perfect, we zullen is gaan zien. We
nemen de afrit en volgen de bordjes. Binnen de kortste keren zitten we op
baantjes waar je zelfs met een bakfiets nauwelijks op kan. Steil naar boven,
weer naar beneden en bochtjes die het uiterste vergen van de stuurinrichting, kilometerslang.
Please God, laat dit nu niet doodlopen. Het baantje eindigt aan een meer, geen
camping te bespeuren, enkel een telefoon met een infonummer. Niet wat we
gehoopt hadden. Gelukkig is er wel een beperkte parking waar ik met de nodige
moeite kan draaien. Ander en beter.
Meteen 150 km
verder van het eiland af. We vinden plaats op Camping Carol, waar we ons nog
net tussen de andere gasten gewrongen krijgen. Als we onze zijkanten
openschuiven zitten we zowaar ín hun tent. Morgen verder, dit is geen camping
maar een voetbalveld volgestouwd met RVs. We doen zelfs niet de moeite om
buiten te eten.
We proberen
terug aansluiting te vinden met de originele toer die we wilden doen. Dwz 300
km verder naar een Provincional Park. Maar, na ons avontuur van gisteren eerst
de laptop en tablet open voor betere research sites en apps betreffende de
campings. We vinden wat we zoeken en vertrekken richting Algonquin Trails
Camping Resort. We komen toe, de vriendelijk uitbater komt van Jasper waar hij
met weemoed over vertelt, hij vindt deze regio eigenlijk maar niks. Leuk om te
horen, wat doe je dan hier vraag ik mij af.
De campsites
liggen verdeeld in een bos, er zijn bijna geen gasten. Plaats en privacy hebben
we deze keer met hopen. De gekte begint morgen pas vertelt hij. De schoolvakantie
wordt dan ingezet. Dat belooft. Aan insecten ook geen tekort. Je moet in de zon
gaan zitten, zegt de eigenaar, hoewel dan de dazen komen, die houden van volle
zon. Benieuwd wat de schemer gaat brengen. Wie weet doet ons muskietennet
eindelijk eens dienst.
Hier blijven we
twee nachten. Gezien het volgende woensdag ook nog eens Canada Day is, vrezen
we het ergste qua overnachtingsplaatsen vanaf vrijdag. Reservaties gaan
noodzakelijk zijn. Als de internet meewil, kunnen we ons daar morgen mee bezig
houden.
Man, opgevreten
door de muggen worden we hier, niet te doen. In het kampvuur gaan zitten is het
enige wat helpt. Zelfs onze camper zit vol, volgens mij kruipen ze door het
gaas. Ons ontbijt hebben we verhuisd naar binnen, het was niet uit te houden.
Goed, planning binnen opmaken dan maar. Als het uiteindelijk begint te regenen,
is dat niet eens zo erg meer. Hopelijk komt er hier snel wat meer volk, dan
zijn wij niet meer de enige smakelijke hap.
Het reserveren
van de campsites gaat moeizaam, elke camping heeft zijn eigen interface en je
moet telkens een account aanmaken. En er is al veel volgeboekt. Maar, we
geraken erdoor en zijn nu zeker van overnachtingsplaatsen tot 7 juli. Dan zien
we wel weer verder.
Mijn gedachten
dwalen dikwijls af naar België, waar de ganse familie samen is om definitief
afscheid te nemen van grootva Dillen.
Voor we
vertrekken willen we nog even de nature trail van de camping doen. Door de
regen van gisteren lijken de muggen hongeriger dan ooit. Die ene mm die je niet
gedeet hebt, vinden ze zonder problemen. We zijn snel het bos terug uit. Dit is
niet te doen. We lijken wel hun eerste zomersnack.
We pakken in en
rijden richting volgende camping. De weg gaat dwars door het Algonquin
Provincional Park. In tegenstelling tot West-Canada waar provincional parks
gratis zijn, moet je hier wel betalen. De parkpas die we hebben is enkel voor
de nationale parken. We stoppen aan de West Gate voor informatie. Dan blijkt
dat de toegang mee in de campingprijs zit. Meevaller.
Aan de kant van
de baan spotten we al direct een grazende moose (eland) maar kunnen niet echt
stoppen voor een foto. Een eindje verder draaien we een parking op voor trail
n° 1, naar de Whiskey Rapids. Mike houdt zijn drinkenbus al klaar om te vullen.
Om op de parking te mogen staan moet je een permit van het park hebben. Die
hebben we nog niet, krijgen we pas op de camping. Het is ons nog steeds niet
duidelijk hoe het in zijn werk gaat. We kunnen toch moeilijk eerst helemaal
naar de camping rijden om dan terug te keren en alle bezienswaardigheden te
doen. Lijkt me niet echt ecologisch, zeker niet met onze zuipschuit. We
parkeren en we zien wel. De rapids blijken niet van de rapste te zijn, op de
rafting-schaal is het een -4 denken we. En whiskey stroomt hier evenmin. t Is
wel mooi zoals Dardennen ook hun mooie plekjes hebben, das ook al iets.
We stoppen aan
de Hardwood Lookout trail, hier zou ook een eland moeten zitten. We doen heel
de toer maar we vinden hem niet. Boven hebben we een uitzicht op het meer.
Waarom toch plaatsen ze al die mooie uitzichten steeds bovenaan?
Bij de Portage
Store stoppen we om een kano voor morgen te reserveren. Want dat is wat
iedereen hier doet in het park, bootje varen op de meren. Hoog tijd om de
Canadees uit te hangen.
Van daaruit
rijden we rechtstreeks naar onze camping aan Pog Lake. Het is aanschuiven aan
de incheck, blij dat we een reservatie hebben. We pikken nog een zak stookhout
op en gaan ons installeren. Mooie, grote plaats, rustig en verbazingwekkend veel
minder muggen. Oef. De camping is nog verdacht leeg, daar zal wel snel
verandering in komen.
Om 11u wordt
onze kano geleverd op de A-Beach van de camping. De paperassen worden geregeld
en daar gaan we. Woeha, dit is een platbodemkano die meer op het water dan in
het water ligt. Dat maakt dat je
zwaartepuntgewijs niet goed bezig bent, bij de minste beweging krijgt de andere
een harstilstand met de idee dat we kapseizen. Benieuwd of we het droog gaan
houden. Op zoek naar de meest afgelegen plekjes en massas wildlife. We vinden
een smalle zij-arm van het meer en gaan daardoor. Schildpadden springen voor
onze peddels weg, en we zien een eend met nog héél kleine donzige ducklins. Die
passen nog in een ei. Mooi om naar te kijken, en het is hier zo stil en
sereen .
Een paar
bochten verder komen we uit op een groot meer, das maar niks. Als we
terugkeren, blijkt de rest van de camping ook in zijn kano/kajak geraakt te
zijn en is het een drukte van jewelste. Wat is erger dan een kano met 3 uitgelaten
aziaten? 7 Kanos gevuld met craziaten, die al gillend proberen elkaar te
rammen. Gedaan met de rust en zeker met het wildflife. We zoeken een ander
rustig stukje op, maar worden gevolgd.
Na zon 3u zijn
we uitgeroeid. Het is verbazend de afstand die we afgelegd hebben, hoe snel je
met zon kano over het water gaat. We trekken de kano aan wal en eten onze
smoskes op. Morgenvroeg als de massa nog slaapt, zullen we nog een toerke doen,
de boot wordt toch pas om 11u terug opgehaald.
Ons huis is
niet zo verplaatsbaar dus ik ga te voet naar de receptie om vers hout te halen.
Das 10 min wandelen, niet echt ver te noemen. Mm, Ive got you a nice big bag
of wood, zegt John-de-houtman. Ik zak ongeveer door mijn knieën als hij de zak
in mijn armen duwt. Onderweg stoppen er 3 verschillende park rangers met de
vraag of ze moeten helpen. Zie ik er zo hopeloos uit? Ik wandel koppig verder,
ik moet en ik zal die zak tot aan onze kampplaats dragen. Beeld ik het mij nu
in of lachen de mensen mij uit? Ik zie purper als ik eindelijk aan plaats 375
aankom. Mijn kano-armen zijn nu helemaal out of service. Als onze buurman 10
min daarna in zijn auto stapt en tegen zijn vrouw zegt dat hij om hout gaat,
zucht ik eens diep, de pestkop. Volgens mij ben ik de enige op deze camping die
ooit te voet hout is gaan halen. Volgens mij zijn wij de enige op deze camping
die tout court iets te voet doen, afgaand op het aantal autos dat constant aan
het sanitair staat.
We zitten opnieuw
in onze kano, uit vrije wil. Het is 5u s ochtends, het regent pijpenstelen en
de rest van de camping is nog in deep sleep. Maar, je moet er wat voor over
hebben om wildlife te zien. Hopelijk regent de kano niet te snel vol, want dan
zinken we. We weten perfect waar we naartoe willen, het smalle stuk dat de 2
meren verbindt. In het hoge gras zien we een grote mooie reiger zitten. Die zit
ons wat aan te staren, duidelijk nog niet goed wakker. We stoppen regelmatig om
van de ontwakende natuur te genieten. De ruisende regen, tsjilpende vogels,
kwakende kikkers en een geluid dat we niet kunnen thuisbrengen. Het gesnurk van
een eland of een brulkikker met bronchitis? Met de verrekijker speuren we de
oevers af maar we vinden de oorsprong van het geluid niet. Lang stilliggen zit
er echter niet in, de muggen zijn maar al te blij met dat vroege ontbijt. Als
er zon bloeddorstig insect onder de kap van je regenjas terechtkomt, word je
helemaal horendul van het gezoem.
Na 1,5u
peddelen keren we terug. Buiten de reiger hebben we niets gezien. Die beesten
zijn ook niet zot natuurlijk, wie komt er nu buiten met zon weer. Mike kruipt
nog even terug onder de warme dons, die heeft nog een lange rit voor de boeg en
die is evenmin zo zot.
Tegen 9u zijn
we vertrekkensklaar. Huis uit zijn plek manoeuvreren en de baan op, richting
Parc de la Gatineau, in de provincie Québec. t Is te hopen dat we de mensen
daar gaan verstaan. De hele 300 km lang valt de regen met bakken uit de lucht.
Zijn wij blij dat we niet aan een meerdaagse kanotocht zijn begonnen.
De rit leidt
door Ottawa, niet dat we in de stad moeten zijn maar er is geen ringweg. Met
ons oversized vehikel loodsen we onszelf behoedzaam door het centrum tussen de
wolkenkrabbers. t Is een irreële ervaring. De mensen wijzen ons na.
In de late namiddag
zijn we eindelijk ter plaatse. Onze camping ligt aan Philippe Lake en het is er
een stuk rustiger dan in Algonquin. Gelukkig hebben we voor vanavond een
ovenschotel voorzien, die verwarmt ineens de camper mee. Het blijft heel de
avond en nacht doorregenen. Hoewel we niet zo ver van Ottawa zitten, hebben we
ook hier geen GSM-ontvangst. Blog updaten zal dus weer niet voor de komende
dagen zijn.
Als ik terugkom
van het sanitair heeft een kroostrijk gezin ganzen onze plek ingepalmd. Voorzichtig
ga ik er langs, ik heb zon ma Gans al eens zien uithalen naar een auto die te
dicht bij haar kinderen kwam. Even later verschijnt een dikke vette bosmarmot
die onze bbq komt aflikken. Boeiend park!
Al snel komt de
zon tevoorschijn. Bottinen aan en weg zijn we. De Lusk Lake Trail voert ons
door een gemengd woud. Dat is al even geleden dat we nog eens loofbomen van
dichtbij gezien hebben. Boven de boomtoppen pakken de donkere wolken opnieuw
samen en niet lang daarna lopen we in de gietende regen. Dat klinkt geweldig in
dit bos, wat een gedreun. Een heus concert van verschillende soorten ruis
afhankelijk of de regen op rotsen, bladeren of bomen valt. De windvlagen sturen
er een ritme in. Gelukkig zijn we erop voorzien, en blijft het bij die ene stevige
vlaag. Het is een aangename wandeling, niet te uitdagend, net lang genoeg en we
zijn helemaal alleen. We zien en horen veel vogels, moeten opletten om niet op
de massas eekhoorntjes te trappen. Grote dieren zien we echter niet.
Terug op de
camping zetten we ons nog even op het strand. In het meer is een zone zo groot
al een Mortsels zwembad afgebakend waarin gezwommen mag worden. 3 Redsters
houden de boel Baywatch-style in het oog met de typerende oranje boei onder de
arm. Mike krijgt precies al ademsnood. Het water is warm, er wordt danig
rondgeplonst. De voertaal is hier duidelijk het Canadees-Frans. We verstaan er
geen jota van. Het doet me terug denken aan Etienne-de-Québécois die we in
Nazca tegen het lijf liepen. Hij vertelde ons daar dat dit het echte officiële
oeroude Frans is. Het Frankrijk-Frans is pas later bijgeschaafd tot zijn
huidige vorm. Ne mens leert zo eens iets bij. Hoewel ik niet denk dat ze dit in
Frankrijk graag zullen horen.
s Avonds
zitten we aan ons kampvuur. Ineens geritsel vlakbij en geschuifel door het
gras. In het donker proberen we de schim die snel onze richting uitgaat, te
identificeren. Een wolf, een wombat, een bever?? Voor Mike het goed en wel
beseft, staat er een wasbeer met zijn voorpoten op de armleuning van zijn
stoel, op een halve meter van zijn gezicht. Zijn typische ogen staren Mike
recht aan. Hij neemt snel de omgeving in zich op en vindt onmiddellijk het lege
kommetje van de pindas. Net te laat. Hij verdwijnt snel en geruisloos de nacht
in.
We rijden weer
200 km noostelijker, naar Mont Tremblant dieper in Québec. We stoppen aan een
supermarkt en vallen ongeveer van onze stoel. Hola, deze supermarkt verkoopt
alcohol? Das de eerste keer in Canada dat we dat zien. Gedaan met de bruine schijnheilige
zak, hier mag iedereen zien dat je alcohol hebt gekocht. Franse invloed?
Aan de kassa
staat er terug een extra persoon die je zakken inlaadt. Dat ben ik ondertussen
al zo gewoon, dat ik in Toronto de herbruikbare tas aan de kassierster gaf. Als
blikken konden doden t was duidelijk de bedoeling dat ik dat zelf deed. Deze
man biedt zelfs aan om de inkopen tot aan de auto te dragen. Zou hij het ook in
onze koelkast willen schikken?
Aan de overkant
is een Dollarama, vergelijkbaar met onze Krak. We kopen er wat kleine
souvenirs. Het meisje aan de kassa verstaat geen letter Engels. En met mijn
Frans is duidelijk ook iets mis, want ze blijft mij aangapen tot ze rood
uitslaat zonder op mijn vraag te antwoorden. Ai, dat wordt dringend tijd om die
taal hier wat te leren.
We installeren
ons op de camping. Deze ligt niet echt in het natuurschoon zoals we de laatste
dagen gewend zijn. Maar er is wi-fi, kunnen we eindelijk die blog bijwerken. En
met de bus zijn we zo in Mont Tremblant, waar er morgen vanalles georganiseerd
is ter ere van Canada Day. Overmorgen zullen we dan wel eens naar de berg zelf
gaan kijken.
Groot Nationaal
feest vandaag. We verwachten ons aan een gekte, te oordelen naar alle mogelijke
attributen die je kon kopen met een esdoornblad erop. Als we buitenkijken zien
we geen enkele camper die versierd is. Hier wordt helemaal niet gefeest?
Misschien te maken met het feit dat de regen met bakken uit de hemel valt? Het
weer is ronduit dramatisch en de voorspellingen nog onheilspellender.
Pas in de
namiddag lijkt het even wat lichter te worden. We nemen de bus naar Mont
Tremblant, we zijn de enige passagiers. In het centrum is er wel meer beweging.
Mensen lopen met Canada-vlaggen rond, of hebben een Canada-paraplu op hun hoofd
staan. Er is opvallend veel rood op straat. Met een gratis kabelbaantje kan je
naar het hoogste gedeelte van het dorp dat zich een stad waant. Geweldig, we
razen rakelings over de daken van de huizen en zweven recht boven zwembaden van
de poepsjieke hotels. Dat zal wel verwarmd zijn, geen kat die anders met dit
weer in een zwembad zit. Mocht ik het vooraf geweten hebben, ik had ballonen
met ijswater gevuld als munitie. Incoming!
Vanonder het afdak van een terrasje volgen we de soundcheck van de groep van
vanavond. De opklaring van zonet is al voorbij en het regent zo mogelijk nog
harder dan vanmorgen. De dakgoot van de taverne naast ons begint gevaarlijk
door te buigen onder de druk van het water. Dat haalt de afvoerbuis niet meer,
het water klettert er gewoon over. Uiteindelijk houden ze het ook op het podium
voor bekeken.
We verhuizen
naar binnen om te eten. De conversatie met de ober verloopt aanvankelijk stroef
maar we verstaan mekaar. Telkens als wij Merci zeggen, antwoordt hij met Bienvenue,
wat we erg vreemd vinden, we zitten immers al een tijdje aan onze tafel. Een ober met Alzheimer? Dat komt nooit goed. Het
duurt even voor we doorhebben dat dit hun Franse versie is van Youre welcome.
Raar taaltje dat die mannen hanteren.
De fles wijn is
niet op de rekening gekomen. Nooit schrijf ik nog een slecht woord over obers
met geheugenverlies.
Om 20h30 begint
het optreden. Het popgroepje met zelfingenomen zanger klinkt lang niet slecht,
maar dat kan normvervaging zijn. Ambiance krijgt de sprinkhaan er anders niet
in. Niet moeilijk, alle festiviteiten zijn hier steeds alcoholvrij. Dan begint
ge niet aan de Marie Louise te roeien.
Na het optreden
lopen we in zeven haasten naar beneden en we zien de bus voor onze neus vertrekken.
Niet erg, dan pakken we de volgende en tevens laatste bus. Die is dan weer te
laat waardoor we op de valreep het vuurwerk nog kunnen zien. Mooier dan
verwacht maar niet bijzonder. Alle pijlen lijken wereldwijd van dezelfde
fabriek te komen.
De camping
slaap al als wij toekomen, de feestneuzen.
De hemel is
gezuiverd, het wordt een mooie dag. We twijfelen nog even om terug naar Mont
Tremblant te bussen en daar met de kabelbaan naar boven te gaan voor een
wandeling maar we opteren toch om gewoon even van het mooie weer te genieten,
boekje lezen voor de camper, alles wassen, en niks doen. Ook leuk.
Er passeren nog
2 dames op de fiets die vertellen dat ze zon camper als die van ons gekocht
hebben. Enfin, dat denken we toch dat ze vertellen. We zijn uitgenodigd om
vanavond bij hen aan het kampvuur te komen zitten en een avond door te brengen
in het gezelschap van echte Quebeckezen. Dat worden boeiende conversaties.
Eindelijk
kunnen we onze jaarpassen voor de nationale parken nog eens bovenhalen. Langs
deze kant van Canada zijn de nationale parken immers niet dik bezaaid. De
passen liggen al twee weken onaangeroerd netjes geordend in het hoopje rommel
in de dashboardvakjes. Maar net vandaag liggen ze er niet meer. Vrouwlief heeft
die preventief uit het dievenzicht onttrokken en opgeborgen op een veiligere
plek die ze nu even vergeten is. Niet zo erg, zo groot wonen we hier nu ook
weer niet. We starten een search en beginnen met de usual suspects uit te
kammen. Als dat op niets uitdraait gaan we door de ganse camper, geen plekje
blijft onaangeroerd hoe absurd het soms ook mag lijken. We vinden ze niet. Hoe langer
we blijven zoeken hoe meer hypotheses naar voor worden geschoven. Gestolen? Door
het dashboard verorberd? We vertrekken dan maar, we hebben nog exact 320 km om
te overpeinzen waar de passen heen zijn. De banen zijn breed en comfortabel, de
rit verloopt opvallend sereen terwijl naast me dezelfde map voor de 14e
keer doorzocht wordt.
In de Visitor Center
van La Mauricie schuiven we dan maar netjes aan om nieuwe toegangsbewijzen te
kopen. Als we onze passen alsnog terugvinden betalen ze de nieuwe aankoop terug
beloven ze.
We rijden het National
Park binnen, stookhout oppikken en naar onze plek. Hier staan we zonder service
en zijn we volledig aangewezen op de zelfvoorzieningen van de camper. Geen
nood, de tanks die leeg moeten zijn, zijn leeg, de andere vol en de batterijen
geladen. We bricoleren een typisch Vlaams gerecht ineen met een Canadees
accent. Kort gegrilde tonijn met asperges en hollandaise saus, en, uiteraard
een gepocheerd eitje.
Nu nog even
uitvogelen welke van de gesuggereerde wandelingen we hier morgen gaan belopen.
De titel laat u
vast al vermoeden dat wandelen er niet zal inzitten. (Hoewel). Op de camping is
een service center dat fietsen verhuurt. Dat heeft alles te maken met een
fietsloop van zon 35 km die hier voorbijloopt. Dat lijkt ons wel eens een leuk
alternatief. Een ontspannend ritje langs
de meren. Volgens de uitbater gaan we daar zon 3 tot 4 uur over doen. Ok, doen
we. Het eerste stuk loopt 13km langs de baan en is niet zo interessant, pas
daarna is het een lus de natuur in. Slaagt dat even tegen, ik besef ineens weer
waarom er in Dardennen niet gefietst wordt. Het lijkt of we alleen maar naar
boven fietsen, soms heel even naar beneden maar we staan vooral veel stil, zelfs
in het kleinste verzet geraken we niet boven met die dikke banden. Schaduw is
er ook al niet op de baan. De zon martelt ons genadeloos, we zijn binnen de
kortste keren kloddernat van t zweet en onze watervoorraad slinkt veel te
snel.
Meer dan een
uur later bereiken we het eigenlijke startpunt waar de route het park indraait.
We zijn al kapot en het moet nog beginnen. Ok, korte pauze en wat suiker binnenspelen
en dan gaan we er terug tegenaan. We rijden nu onder de bomen, wat een dankbare
verkoeling. Het pad is vlot berijdbaar en slingert langs de oevers van
verschillende meren. Gezien een meer van nature uit vrij horizontaal ligt, zijn
de hoogteverschillen beperkter, niet erg voor onze geteisterde beenspieren. Het
schiet uiteindelijk wel goed op en we hebben ruimschoots de tijd om regelmatig
te stoppen en van het uitzicht te genieten.
Het venijn zit natuurlijk
weer in de staart, in de laatste kilometers krijgen we nog een stevige helling
voorgeschoteld. Dat duurt welgeteld 10 seconden en we staan allebei naast onze
fiets. De wil is goed maar t vlees is duidelijk te zwak. Te voet dan maar, de
pap is op, the fuel gone, were on vapor, Cougar, you got to put it down
Totaal uitgeput
leveren we de fietsen terug in. De man heeft er duidelijk plezier in. We
strompelen terug naar onze camper en halen nog net de douches. Daarna voelen we
ons terug iets meer mens, maar dat gaat pijn doen morgen, dat voelen we nu al. t
Was anders wel een mooie tocht, zonder de beloofde Moose weliswaar.
Vanmorgen
doorzoek ik nog snel even 2 kasten, in een ultieme poging die parkpassen toch
nog boven te toveren. Echter zonder succes. Spijtige zaak, t waren daarenboven
mooie souvenirs. Sorry Greet, anders had jij ze mogen hebben.
Het ritje van
gisteren zit nog altijd wat in de billen. Het is uitgesloten dat we naar Québec
fietsen. We hoorden al zoveel goede dingen over deze stad, dat willen we niet missen.
Onze volgende camping ligt op busbare afstand. We installeren ons en steken de
bbq aan. Schitterend weer is het. Morgen zullen we eens gaan zien of de
geruchten waar zijn.
Québec kan op
dit content uitpakken met: de eerste parochiekerk, het eerste museum, de eerste
stenen kerk, de eerste anglicaanse kathedraal, de eerste meisjesschool, het
eerste business-district, de eerste Franstalige universiteit en het oudste
hospitaal. Ook de oudste krant van Noord-Amerika wordt hier gedrukt en het
meest gefotografeerde hotel ter wereld staat in het oude centrum. Fieuw. En dat
allemaal in slechts 1 stad, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. We gaan
dit natuurlijk niet allemaal bezoeken, we beginnen bij de omwallingen. Gebouwd
naar Europees voorbeeld en bedoeld om een Amerikaanse aanval tegen te houden. Ze is echter nooit ten gronde
getest, zo geïnteresseerd waren de Yankees dan ook weer niet. Je kan ze nu volledig
afwandelen. Binnenin bevindt zich de citadel, Noord-Amerikas, surprise,
surprise tromgeroffel dat raad je nooit grootste fort. We gluren eens binnen
maar hebben niet veel zin om in groep begeleid rondgeleid te worden.
Van daaruit
wandelen we over een mooie houten boulevard met zicht op de St Lawrence river
richting Château de Frontenac (dat hotel dat fotogenieker is dan Brangelina).
Ik moet toegeven, het is knap om te zien. Het toornt statig boven alle gebouwen
uit, valt niet te missen. Het Disney-kasteel kan hier eens ver achter komen. Ik
denk dat ge een paar duiten neertelt voor een kamer. Naar verluidt was het hier
dat Franklin Roosevelt en Winston Churchill D-Day hebben gepland, hebt dat op
uw geweten. Op het gelijkvloers hebben ze er een Starbucks en een crèmerie ingeduwd.
Dan is het tijd
om de hongerige te spijzen. We dalen af naar de Old Lower Town en vinden nog
net een tafeltje op het terras van Le Lapin Sauté. De temperatuur is zwoel, de
straatjes gezellig smal en klein en het krioelt van de mensen, getalenteerde
straatmuzikanten en toeristenwinkeltjes. Meng daar nog wat fransklinkende
conversaties onder en je waant je helemaal in de Provence. Aan de tafel naast
ons loopt vanalles fout met de bestelling, om de klanten te sussen moet de ober
in extremis overgaan tot het gratis aanbieden van ongeveer de volledige
maaltijd. Ze krijgen er nog een dessert bovenop. Hopelijk loopt onze bestelling
ook faliekant mis. Noppes, vlekkeloos wordt alles geserveerd zoals afgesproken.
t Leven is niet eerlijk .
Verder door de
oude wijken naar de haven, daar zien we een safari-voertuig, Landrover
Defender, staan met int groot een verwijzing naar een Belgische blog op. Aan
de stickers op het voertuig te zien, hebben ze al serieus wat afgereisd met dat
ding. Sommige mensen zijn blijkbaar nog een pak zotter We nemen een paar fotos
om inspiratie op te doen voor onze volgende reis.
Aan de haven
doorkruisen we nog gauw de markt en dan is het terug tijd voor een terraske,
niet alleen in België is het volop aant zomeren.
Met de
expressbus naar huis en dan even afkoelen in het zwembad. We hebben weeral wat
kms afgemaald vandaag. Québec kon ons wel bekoren, we waanden ons zowaar terug
in Europa. Hier hebben ze zelfs terug muziekfestivals. In Québec vindt het
grootste openluchtfestival van Canada plaats, beetje zoals de Zomer van
Antwerpen: Lété de Québec. Vanaf 9 juni treden hier onder andere de Rolling
Stones en Deep Purple op, en de Foo Fighters krijg je hier ook te zien. We
houden het nog even in beraad, hangt wat af van de toer die we verder gaan
doen.
We laten Québec
achter ons, het ziet er hier maar onweerachtig uit. We hobbelen naar Tadoussac.
De baan is in slechte staat, er zijn veel wegenwerken. We gaan van zee-niveau
omhoog, met links van ons de mooie Laurentides-bergen, over 800m pieken en dan terug
naar zee. De automatic in combinatie met cruise control gaat op sommige stukken
makkelijk over de 5000 toeren. Voilà, die is bij deze gerodeerd, de pistons
zijn net niet door de motorkap gelanceerd. Economisch rijden is anders.
Uiteindelijk komen we aan de ferry die ons in 10 minuten naar de overkant
brengt. Ik stap uit om de propaan dicht te draaien. Amai, wat is dat hier,
minstens 20° verschil met deze ochtend. Het hele landschap doet ons denken aan
de kusten van Cap Gris en Blanc Nez, die kliffen en het wisselvallige weer
mooi om te zien.
En zo arriveren
we in Tadoussac, met als doel massas walvissen te zien. Ik ben weeral eens
benieuwd.