Een uitgebreide
analyse van het weerbericht doet ons besluiten om de walvissentocht pas morgen
te doen. We reserveren een plaats voor de late namiddag en duimen vanaf nu dat
de voorspellingen standhouden.
We zitten op
zon 2,5 km van downtown Tadoussac. Via een pad over het strand kan je te voet
naar het centrum. Het kost ons enige moeite om daar te geraken. Het strand is
echter maar 50 meter van ons verwijderd, 50 meter loodrecht naar beneden is dat
dan wel. Mogelijkheden genoeg om af te dalen, maar dan op uw achterste met
risico op nog een kapotte broek. Na een tijdje padvinderen vinden we een pad,
recent belopen, door wie of wat is de vraag, steil naar beneden. Even later
staan we op het strand aan de waterlijn. Het hoeragevoel is van korte duur want
dit strand sluit niet aan met het strand dat tot aan het dorp loopt. Na nog wat
extra klimpartijen over de rotsen geraken we uiteindelijk op het rechte pad. Die
zelf geïmproviseerde wandelingen blijven toch vaak de uitdagendste. Eens
opnieuw boven moeten we hard tegen de wind opboksen en zelfs uitkijken dat we
niet het water ingeblazen worden. Absoluut niet de beste dag om met een zodiac
tegen hoge snelheid over het water te sjeezen, dat weten we uit ervaring.
Remember de beruchte Kaap die voor onze neus weggeblazen werd? Bovendien zou ik
als walvis ook wat verder onder water blijven
stel dat ge een valling opscharrelt
t zou geen zicht zijn.
We wijken af.
Eens op de
boulevard van Tadoussac zien we in de baai allerlei rugvinnen boven het water
uitkomen. Met de verrekijker en het fototoestel in aanslag proberen we hen te
volgen en te gokken waar ze volgende keer zullen bovenkomen. Geen idee welk
merk het is, maar zelfs vanop honderden meters afstand kan je zien dat het
kolossale dieren zijn. Aan de andere kant van de baai komen ze zelfs dicht
tegen land. Gewoon op een steen gaan zitten en naar het water staren, das het
beste dat je kan doen, en dat doen we naar best vermogen. Dit doet de
verwachtingen voor de tocht van morgen alleen maar toenemen.
Een paar uur
later hebben we alle bewandelbare paden van Tadoussac en meer bewandeld.
Ondertussen is de wind geminderd en trekt het open. Met een stralende zon op
onze rug wandelen we terug naar de camping, deze keer wel langs de
conventionele route. Rustige dag en toch weer wat gezien. Op de camping maken
we kennis met een echte française. Eerst wil ze een potje om een vlinder in te
bewaren. Dan komt ze vertellen dat ze vanaf nu telkens door onze site zal lopen,
want dat is korter naar de speeltuin. Vervolgens komt ze vragen of we een bal
hebben om mee te spelen. Euh, non maar ze wijkt niet en kijkt ze ons ongelovig
aan. Ons argument dat er geen kinderen in onze camper zitten, vindt ze maar weinig
aanvaardbaar. Haar volgend slachtoffer is onze buurman, Engelstalig. Die
verstaat de vraag wel maar is niet in staat een fatsoenlijk frans antwoord te
produceren. Ze geeft niet af, het is niet mogelijk dat die man wél kinderen
heeft maar geen bal. Haar repeat-functie schiet een versnelling hoger en de
buurman vindt duidelijk de resetknop niet. Uiteindelijk redden we man van de
verbale aanval door mejuffer naar de receptie te verwijzen. Maar dat doen we
pas nadat de man zich in alle bochten gewrongen heeft en de radeloosheid nabij
is. Een gemeen beetje plezier mogen we er toch ook aan beleven? Pittig
karakter, onze 7-jarige overbuurvrouw.







|