Onze laatste
dag in Quito. Morgen vliegen we naar Costa Rica, waar Inge ons vanaf zondag zal
komen vergezellen. We hebben dus nog 2 dagen, ideaal voor een rustpauze. We
boeken een cabin bij Vista Atenas B&B, mét zwembad en uitzicht op de vallei.
Als ik me niet vergis is dit voor het eerst dat we een zwembad hebben, Nice.
s Namiddags
overvallen we 1 van Quitos shopping malls. Amai, de verleiding is groot om een
heel nieuwe kleerkast aan te schaffen maar nee, daar hebben we geen plaats
voor. We maken van ons hart een steen en beperken onze aankopen tot het hoogstnoodzakelijke
(doet een mens dat niet altijd als hij gaat shoppen??).
Bij het
inchecken in Quito krijgen we voor de vlucht Quito-Bogota stoelen aan de
nooduitgang. Meevaller. Volgende bericht is eerder een tegenvaller. Voor de
vlucht Bogota-San José zijn er geen plaatsen meer naast elkaar. We vragen ons
af hoe dat kan, als we 5u voor die vlucht inchecken. Maar goed, niets aan te
doen. Mike halverwege het vliegtuig en ik in het venijn. Costa Rica ligt
duidelijk ook al meer onder de Amerikaanse sloef. Onze flessen met vloeistoffen
moeten we allemaal achterlaten, we waren even vergeten dat die regel bestond.
Zonde van de drank.
Het uurtje
vliegen naar Bogota verloopt vlot en aangenaam. Daar aangekomen door de transit
voor het vervolg van de reis. Wat een chaotische bedoening is me dat hier. Aan
onze gate zijn ze tegelijkertijd een andere vlucht aant boarden. Als dat maar
goedkomt. Aangezien ik vanachter zit, moet ik eerder aan boord. Ik sta aan te
schuiven voor een vlucht naar Aruba volgens het informatiebord, maar er wordt
mij verzekerd dat ik in de rij voor San José sta. Ik vertrouw het toch niet
helemaal. Hoewel, Aruba zal ook wel geen slechte bestemming zijn zeker? Aan elk
stuk personeel dat mijn pad kruist vraag ik San José?, kwestie van zeker te
zijn. Ook in het vliegtuig is het een stoelendans van jewelste, totale
anarchie. Je neemt gewoon de plaats die je het meest comfortabel lijkt, wat tot
enige discussie leidt. Een man heeft seatnummer 29K terwijl het vliegtuig maar
26 rijen telt. Pech, lijkt me. En maar decibels produceren. Waar zijn die
rustige en ingetogen Zuid-Amerikanen gebleven die we zo gewoon zijn? Na veel
gedoe komt de mierenhoop tot rust. Dan komt Mike mij halen en zegt dat er naast
hem nog plaats is. Hij is ondertussen mogen/moeten verhuizen naar de
nooduitgang want daar zaten 3 kids van 5 jaar, flink gedaan van de
incheckbalie. En zo eindigen we dan toch nog naast elkaar in de beste seats (in
zijn klasse).
Het vliegtuig
heeft een heel entertainmentsysteem, dus al gauw zitten we film te kijken. Snel
een korte film kiezen want onze vlucht duurt maar twee uur. Dan valt het ons op
dat we al een uur verder zijn en nog steeds naar God weet waar aan het taxiën
zijn. Uiteindelijk gaan we met ongeveer 1,5u vertraging eindelijk de lucht in.
Hopelijk heeft onze chauffeur in San José een beetje geduld.
Als we bijna
aan de grond staan, wordt er omgeroepen dat er druk luchtverkeer is en dat we
nog niet kunnen landen. We draaien 20 minuten rondjes boven San José, sevens
hebben we de stad al gezien.
Gezien mijn
handbagage nog achteraan zit, kunnen we pas als laatste van boord. Dat maakt
dat we aan de immigratie-post midden in een vliegtuig Canadese jongeren terechtkomen.
De afhandeling van hun paperassen verloopt alles behalve vlot. We zien onze
namiddag aan het zwembad langzaam wegglippen. Uiteindelijk geraken we bestempeld
en gaan met bagage richting uitgang. De ATM in de luchthaven is weer geen fan
van onze bankkaarten, dus moeten we nog langs het wisselkantoor. Die chauffeur
die zit allang terug thuis in zijn zetel, zoveel geduld kan een mens niet
opbrengen. Maar, als we eindelijk de luchthaven buiten wandelen, staat er nog 1
man met bordje Ruth Dille op. Hij is duidelijk even blij om ons te zien als wij
hem. Oef.
We rijden
richting onze B&B, passeren een paar dorpjes en draaien uiteindelijk een
donkere weg in, steil de berg op. Op een vreemde manier doet het me aan de Ardennen denken, op een ongewoon zomerse dag dan toch. Helemaal bovenaan ligt de
Vista Atenas. Wat is het hier rustig. Alleen, de supermarkten liggen natuurlijk
allemaal beneden in het dorp, dus zit er niets anders op dan een taxi te laten komen.
Die man is dan nog zo vriendelijk om zonder meerprijs op de parking te blijven
wachten tot we geshopt hebben.
Tegen 20u
zitten we eindelijk op ons gemak op ons terras met een pintje en dan valt onze
frank hoe zalig het hier is. Perfecte temperatuur, mooie sterrenhemel, en
algehele stilte als je de krekels en alle mogelijke andere nachtdieren niet
meerekent. Fantastisch. Morgen dat zwembad eens testen.
Ondertussen is
het tijdsverschil met België 7 uur, wat volgende nacht 8u zal worden als jullie
overschakelen op zomeruur.
Ontbijten op
ons terras is een droom. Exotische vogeltjes fladderen door de bomen, de
omliggende tuinen staan vol met prachtige struiken, zalige omgeving.
We regelen met
Vera dat we morgen tot 19u30 de cabin mogen houden, zo kunnen we Inge ineens
van de luchthaven ophalen, we passeren er toch onderweg naar San José. Later
komt Vera een babbeltje doen, wat uiteindelijk uitmondt in een 3u durende
conversatie. Vera is 10 jaar geleden voor het eerst naar CR gekomen en heeft
meteen haar hart hier verloren. Een jaar later nam ze de B&B over. Haar man
en 2 ondertussen volwassen kinderen zijn in België blijven wonen. Zij gaat 2
maand per jaar naar België op vakantie bij haar man en hij komt 2 maand per
jaar naar hier. Als ge maar overeenkomt zeker?
De rest van de
dag spenderen we tussen de hangmat op ons terras, het zwembad en de tuinen
eventjes helemaal weg. Er huppelen nog eekhoorns voorbij en een 10-tal
vleermuizen doet een dutje in een boom. t Leven kan schoon zijn.
Onze dag
verloopt gelijkaardig aan die van gisteren, al lassen we even een actief moment
in met een 30-min durende wandeling door de landerijen van Vera op zoek naar
luiaards en apen. De beestjes laten zich niet echt zien, of wij zien niet goed,
dat kan ook.
Tegen kwart na
7 vertrekken we naar de luchthaven om Inge op te halen. We scannen elke persoon
die buitenkomt van boven tot onder, stel u voor dat we haar niet meer herkennen
na die bijna 3 maanden? Natuurlijk loopt het goed af en met zn 3-en nemen we
een taxi naar ons hotel in San José centrum. Bij het inchecken moeten we de
Hotel Rules voor akkoord ondertekenen. 1 van de rules waarschuwt dat we ons
moeten houden aan de dress code van het hotel. Wat is die dan, vragen we serieus
nieuwsgierig aan de receptionist? Die begint zich in bochten te wringen en
ongemakkelijk te lachen. Blijkbaar hebben ze in het verleden problemen gehad
met mensen die graag naakt door het hotel lopen en hebben ze door die regel in
te voeren een reden om mensen buiten te zetten. Oef, we vreesden even dat we in
gala-kledij aan het ontbijt zouden moeten verschijnen. Niet dus, maar, mental
note, no streak tonight. Vreemde stad.
Als alle
papierwerk achter de rug is en de bagage in de kamer staat, gaan we nog op zoek
naar een snelle hap als avondeten. Het is ondertussen 22u, de receptionist
stuurt ons naar de hoofdstraat. Daar aangekomen blijkt alles gesloten te zijn,
behalve de KFC. Het vult de maag, maar vervult geen wensen. Voor de rest worden
we aangesproken door bedelaars en rare mensen in alle vormen, niet echt een
stad om s nachts in rond te dwalen, zoveel is duidelijk. We zullen morgen bij
daglicht nog eens een kijkje komen nemen.
We kiezen voor
het lokale ontbijt, gallo pinto. Stevige hap bestaande uit roerei, rijst met
zwarte bonen en toast, geen gallo maar das normaal blijkt. Al blij dat we nee
tegen de worstjes hebben gezegd. Na het ontbijt zetten we ons in de lobby om
snel een idee van reisroute uit te werken. De interesses liggen duidelijk in
dezelfde lijn dus het is snel uitgeklaard wat we willen doen. We zoeken en
vinden ook een eerste overnachtingsplaats via Air B&B, al is er wat
onduidelijkheid over de prijs. Even mailtje gestuurd en nu afwachten.
We trekken de
straten in en lopen langs de bezienswaardigheden. Zoveel zijn er hier eigenlijk
niet. Het is vooral héél druk op straat, veel voetgangers en nog veel meer
verkeer. De lucht is danig vervuild en het getoeter is oorverdovend. Goed dat
we hier maar 1 volledige dag zijn, San José is niet de meest aangename stad.
We hebben nog
een tip om te gaan lunchen maar vinden het stalleke niet, waardoor we
uiteindelijk belanden in Bahnhove-Costa Rica, zij het not licensed, zonder
bier. De menu die buiten hangt ziet er indrukwekkend uit, eens gezeten blijkt
dat ze enkel rijst met steak of rijst met kotelet hebben. Tja, dat maakt het
kiezen gemakkelijker. Het eten is opmerkelijk lekker en wordt vergezeld van
toeterende treinen.
In de namiddag
hebben we antwoord van onze overnachtingsplaats. Het bedrag dat hij had
doorgestuurd is in Brazilian Real. Raar vinden wij dat, en daarenboven was het mij
al opgevallen dat alle commentaar in het Portugees was geschreven. Dan begint
er iets te dagen. We zitten toch wel int juiste land te kijken? We checken de
gegevens en nee hoor, we hadden bijna een kamer geboekt in Monteverde,
Brazilië. Jezus, gelukkig op tijd gezien want een Air B&B annuleer je niet
zomaar, zeker niet als het voor de dag erna is. We sturen de Braziliaan een
verontschuldigend berichtje, hij kan er gelukkig mee lachen en zegt dat we steeds
welkom zijn als we ooit in Brazilië komen. Zijn streek zou een aanrader zijn.
Oef, dat was op het nippertje.
Voor het
avondeten willen we nog een aperitiefke gaan drinken in een bar vlak bij ons
hotel en op aanraden van de Lonely Planet. Straf, ook deze zaak vinden we niet.
Zelfs als de navigatie op de GSM zegt dat we er ongeveer voor staan, zien we
het niet. Ok, dan maar ineens naar de Italiaan waar we willen gaan eten. We
doorkruisen de halve binnenstad en staan uiteindelijk voor het restaurant.
Enfin, toch volgens het adres dat wij hadden. Dit is te zot voor woorden, ook
dat klopt niet, we zitten midden in een residentiële wijk zonder enig zicht op
restaurant. Man man, hopelijk lukt het navigeren beter eens we onze auto
hebben.
Als we
uiteindelijk een ander restaurant hebben gevonden, kiezen Inge en ik voor pizza
en Mike voor zalm. 10 minuten later komt de dienster terug met de melding dat
de oven stuk is en er geen pizza is. 2 Minuten later komt Mike zijn zalm al
aangezwommen, samen met de aperitief. Onze pastas komen een kwartier later. Het
zit ons niet mee vandaag. Maar gelukkig was ook dit eten voortreffelijk.
Morgen hebben
we onze huurauto en kan de tocht beginnen. Eerste bestemming is dus Monteverde
(in Costa Rica wel te verstaan).
Om 10u worden
we opgepikt aan ons hotel en naar de auto-depot gebracht. Het
autoverhuurbedrijf vond dat veiliger dan hun auto aan ons hotel af te zetten en
ons zelf door de binnenstad te laten rijden. Na 2 dagen in deze stad kunnen we
hen geen ongelijk geven.
Terwijl de
paperassen worden geregeld passeert er zon zware vrachtwagen dat heel het
gebouw mee schudt. Tot de verhuurder verschrikt opkijkt en zegt dat het al de 2e
beving van de dag is. Gezellig.
De man geeft
ons nog een hele resem tips van wat we hier kunnen doen, dat gaan we nooit op 2
weken rondgewerkt krijgen maar we laten hem maar vertellen, elke tip is welkom,
we filteren achteraf wel. Echter, de man waarschuwt ons ook voor de staat van
de wegen en hamert erop dat je absoluut niets in de wagen mag laten liggen als
je hem ergens parkeert. Zelfs op de parking van de supermarkt is het beter dat
1 persoon naast de wagen blijft staan, of je ruit ligt aan diggelen. Ga je
onderweg iets eten, zorg dan dat je volledig zicht hebt op de wagen. Bangmakerij
of is het risico echt zo groot? Daar zijn we nog niet uit. Maar echt
bemoedigend klinkt het niet. We besluiten dan maar om de auto nog even te laten
staan en te voet onze inkopen voor de volgende dagen te gaan doen.
Het is een
uitdaging om de bagage van 3 personen en inkopen in de auto te krijgen. Goed
geladen begeven we ons op weg richting Monteverde. Mike achter het stuur en de
2 dames + GPS juffrouw zorgen voor feilloze navigatie-instructies. Bergop blijkt
niet de sterkste kant van onze auto te zijn en de airco heeft ook een refill
nodig, maar de vering doet zijn ding op de gravelweg en de landschappen zijn
verbluffend. We vinden zelfs een radiopost met internationale muziek dus de
sfeer zit er helemaal in. Geen van de dames mist haar doel en zonder omwegen
komen we aan ons huis vlakbij Monteverde. Zalig, wat een ruimte en wat een
rust. De keuken is goed voorzien, er is zelfs brood, eieren, boter, mangos,
ananas en ga zo maar door. Als we dat op voorhand hadden geweten probeer maar
es 6 eieren los verpakt in een plastiek zakje over een gravelweg te vervoeren.
-1 ei dus.
Gisterenavond
nog snel een plaats gereserveerd voor de toer van 10u in de nabijgelegen 3-in-1
koffie-, cacao- en suikerrietplantage. Als we toekomen lijken we de enigen te
zijn, maar er verschijnen uiteindelijk nog 2 Canadezen. Onze gids is pakweg 20
jaar en lijkt er niet zoveel zin in te hebben. Hoewel we een Engelse toer
geboekt hebben, zijn de eerste zinnen uitsluitend in het Spaans. Maar het
betert. Eens we vertrokken zijn schakelt hij over op het standaard Spanglish
dat we ondertussen al goed meesteren. We wandelen eerst door de
suikerrietplantage. Zo komen we te weten dat suikerriet oorspronkelijk van
Indië komt. In Monteverde bevat hij meer water en minder suiker omdat hij in
hoger gelegen gebieden wordt geteeld. Ze gebruiken de suikerriet om een lokale
likeur (Cacique) mee te stoken en om caramel van te maken, rietsuiker is ook
een optie. Op het einde van de toer zien we hoe het riet artisanaal wordt
geperst en mogen we onze eigen caramel in mekaar draaien. Dat blijkt niet zo
simpel. Inge haar arm hangt er al af voor de caramel klaar is, Mike kan het nog
een beetje redden maar het eindresultaat in ons zakje heeft het meer weg van
een pas gevulde doggy bag.
Tweede deel van
de toer gaat over koffie. De koffieplanten komen ook niet van hier, maar van
Congo en Ethiopië. Er zijn maar 2 soorten koffie, Arrabica en Robusto, waarbij
de tweede straffer is en in lagere gebieden wordt geteeld. Costa Rica heeft dus
enkel Arrabica. Blijkbaar zijn het de Nicaraguanen die de pluk komen doen want
de Ticos (Costa Ricanen) zijn, naar eigen zeggen, te lui om zelf op het veld
te gaan staan. We zien de machines voor het scheiden van de verschillende
kwaliteiten van koffiebonen in werking. De slechtste worden gebruikt voor de
Nescafé (No Es Café grapt hij). Decafeïne kunnen ze hier niet maken want ze
hebben de machines niet. De koffiebonen worden overgevlogen naar Duitsland, dat
gratis de cafeïne eruit haalt om te gebruiken voor energiedrankjes, en dan de
koffie zonder cafeïne terug opstuurt naar Costa Rica. En dat enkel voor de
toeristen want de Ticos verlagen zich niet tot het drinken van dat spul.
Naar het
laatste gedeelte worden we vervoerd op een ossenkar. Hopelijk hebben die
beesten gisteren niks verkeerd gegeten want we zitten vlak achter de uitgang. Wat
later komen we alles te weten over chocolade. De planten komen weer niet in
Costa Rica voor en worden gehaald in Brazilië. De verwerking van de chocolade
gebeurt in België en in Zwitserland. Hier kunnen we de verschillende stadia van
het proces proeven.
Als afsluiter
krijgen we nog een tas van hun zelfgeteelde koffie, met arracache (een mengsel
van de wortel van een lokale aardappelachtige plant, lekker) en een glaasje
limonade op basis van hun eigen suikerriet.
Het moet gezegd
zijn, het was een heel interessante toer. Op 2 uur tijd een massa nieuwe
informatie gekregen en onze gids die in het begin nog wat last had van een
ochtendhumeur, ontpopte zich al gauw tot een volleerd grappenmaker en maakte de
toer een pak ludieker dan noodzakelijk. Alle machines/ossen werden speciaal
voor ons in gang getrapt. Leuke activiteit.
s Avonds doen
we mee aan de Nightwalk in Bajo del Tigre Childrens Eternal Rainforest. De
naam verwijst niet naar een kinderactiviteit, maar de start van het reservaat
is opgericht met geld van Zweedse schoolkinderen die hun steentje wilden
bijdragen om het regenwoud te redden. Dat kleinschalig project is ondertussen
wereldwijd viraal gegaan en ondertussen zijn er enorme fondsen die geleid
hebben tot het grootste natuurpark van het land, meer dan 22.000 hectare. De
zon duikelt, we krijgen allemaal een flauwe zaklamp en de wandeling begint. De
verwachtingen zijn niet echt hooggespannen, het ziet er allemaal nogal amateuristisch
uit. Tegelijk is het toch best spannend, s nachts een beetje in het regenwoud
ronddolen. Je kent de vegetatie en de beestjes niet. We hadden beter eerst de
Blair Witch Project nog eens gezien om wat in de sfeer te komen. Het eerste
dier dat we spotten is het Mexicaans wolharig grijpstaartstekelvarken, dat kent
u vast wel. Onze gids is wild enthousiast want die ziet hij niet dikwijls. Ok,
er is dus nog hoop. Een beetje verder zit een groene broer van de kingfisher
rustig op een tak. De vuurvliegen zijn overal en we zien ook de vuurkever met
zijn 2 lichtgevende ogen die vooral Inge erg leuk lijkt te vinden. En ja
hoor, hoog in de bomen zit een luiaard te stretchen, klaar voor de nacht, wat
een vreemd dier. We vinden hem zelfs redelijk actief. Bij een konijnenhol
stoppen we. De gids zegt dat we niet mogen bewegen. Met een takje begint hij in
het hol te keuteren (ik dacht altijd dat je konijnen kon lokken met het geluid
van een wortel, maar kom). Verschijnt daar toch ineens een orange-kneed tarantula.
Is me dat even schrikken. Inge is nog zo dapper om een close up te nemen. Als
de tarantula zich bedreigd voelt, begint die over zijn buik te wrijven. De
haren die daarbij loskomen worden bijgevolg ingeademd door de aanvaller en die
begint dan te bloeden uit zijn oren en ogen. Met blindheid tot gevolg. Jakkes,
wat een beest, we houden prompt allemaal de adem in. Ik krijg nu al overal
jeuk. Goed onthouden, geen nijntje uit zijn hol te lokken. We vinden nog wat
lieverdjes, een schorpioen, een slang, en veel Paraponera clavatas of bullet
ants. Eén beet van dit insect is de meest pijnlijke beet die je kan meemaken en
wordt vergeleken met een schotwond (vandaar de naam). In sommige culturen is
het een mannelijkheidstest om je hand de volle 10 minuten in een handschoen vol
van deze opgejaagde soortgenoten te steken. Noem mij gerust een watje, die
uitdaging ga ik wel uit de weg. Op Youtube vind je zeker wat footage voor de
liefhebbers. Inge blijft ondertussen speuren naar kikkers maar blijft op haar
honger zitten. Om half 8 zit de wandeling erop, we wandelen in het donker terug
naar ons huisje, krabben nog wat na en koken een potje.
Monte Verde cloud forest in volle zon en zip lining.
Om de massa te
vermijden moeten we voor 7h gaan aanschuiven aan de ingang van het
Monteverde-park. Doen we niet, we zijn wel met vakantie. Tegen 9h30 zijn we
daar, we zien wel, lukt het niet hebben we nog een alternatief regenwoud klaar
om te bezoeken. Maar de massas zijn minder talrijk dan voorspeld en we kunnen
zonder aanschuiven meteen naar binnen. In dit cloud forest zijn verschillende
padjes uitgestippeld, je kan er makkelijk verschillende routes aan elkaar
rijgen en zo een gewenst aantal kilometers belopen. Het is mooi weer, al blijft
het op het gelijkvloers redelijk donker. Het woud zit vol groen op alle
niveaus. Elke stam is volledig ingenomen door de epifyten. Elke boom hangt vol
lianen. Stil is het hier niet, het woud leeft. We wandelen flink twee uur en
zien een witsnuitneusbeer hoog in de bomen. En ook een luiaard vlakbij het pad
waar je zo zou voorbij lopen. Een eekhoorn en wat vreemde vogels. Het is een
uitdaging om tussen al die tinten groen een levend wezen te vinden. We gaan een
loopbrug over die gemakkelijk 50 meter hoog hangt en volledig meewiebelt met
elke pas. Is het de hoogte of het gezwalp, mijn maag geraakt vrijwel
onmiddellijk van streek. Normaal wandel je over deze brug in de mist en onder
druppend regenwoud, wij doen het met een stralende zon boven het groene dak. t
Was toch leuk en eens iets anders als t Middelheimpark.
Op de Galapagos
sprak de gids al over winden uit verkeerde richting en rare wolkenmassas. Ook
hier in Costa Rica is het weer een beetje van slag, het waait al dagen enorm,
vooral s nachts en dat is niet normaal. Langs beide kanten horen we dat alles
erop wijst dat er een nieuw El Niño-jaar zit aan te komen, met alle gevolgen
van dien.
Tegen de middag
verplaatsen we naar Selvatura, een activitypark waar Inge ons in een rainforest
ziplining activity gestrikt heeft. Zipwat? Ok, kort door de bocht, je plaats je
regenwoud vol platformen en verbindt deze met een stevige staaldraad. Iedere
deelnemer krijgt een klimgordel aan met daaraan een loopwieltje. Dat wordt op
zijn beurt aan de kabel gehangen en off you go. (x18), soms alleen, soms duo
voor wat extra gewicht, soms traag, vaak snel, soms maar 100m en soms tot meer
dan 3km lang. Dat heeft bijna iets weg van vliegen. Remmen doe je door met je
werkhandschoen met extra lederen inzet de kabel achter je grijpen. Het was niet
zo beangstigend dan we gevreesd hadden. Het is best leuk, maar we hebben er
geen hobby aan overgehouden. Ruth mogelijk wel een blauwe neus door al
wandelend tegen de stalen supportkabel van de zipline aan te knallen.
Bon, terug naar
ons huisje, morgen nieuwe oorden opzoeken.
Het eerste stuk
van onze route is gravel met verraderlijke potholes. Links of rechts rijden is niet
meer van belang, hoofdzaak is de putten proberen te vermijden en als je niet
anders kan, er zo traag mogelijk door te rijden. Vermoeiend voor chauffeur
Mike, die onze Terry erdoor loodst. Na 1,5u hebben we amper 30 km afgelegd. Zo
gaan we der niet komen.
Als we
eindelijk de Laguna Arenal voor de eerste keer te zien krijgen, lassen we een
pauze in. Even wat frisse lucht opsnuiven en van het landschap genieten. Terry
is nu van zilvergrijs overgegaan naar zandbruin, ook langs binnen.
Daarna betert
de baan en gaat onze gemiddelde snelheid naar boven. Heel de rit langs de
Laguna is prachtig. Er staan imposante landhuizen met perfect onderhouden
tuinen. De natuur is overvloedig. Steek iets in de grond en het groeit. Ik kan
wel snappen dat buitenlanders hier hun hart verliezen. Verschillende
eigendommen staan te koop, maar we zijn toch maar niet gestopt om de prijs te
gaan vragen dat vinden we wel op het net.
De regio van de
Arenal-vulkaan is een populaire vakantiebestemming voor de Ticos. Als we de
dam van het meer overrijden, is 1 baanvak volledig ingenomen door geparkeerde
autos. Hele families hangen er rond. Bij 1 auto zijn ze de poten in de bbq aan
het draaien. Duidelijk een populaire familie-uitstap.
Het tweede
hoogtepunt van deze streek zijn de warmwaterbronnen. Een aantal zijn vrij
toegankelijk en liggen naast de openbare weg. Als we dachten dat we op de dam
zotte dingen hadden gezien . Kms op voorhand staan er al autos half op de weg
geparkeerd (langs 2 kanten) en wandelen er mensen in zwempak langs de baan met
een handdoek over hun schouder. Om uiteindelijk allemaal samen opgepropt in een
dieper stukje van de rivier te gaan zitten weken. Ziet er héél gezellig uit.
Zon echt thermaal complex met aangelegde zwembaden zegt mij precies meer.
Tegen 16u zijn
we eindelijk bij onze eindbestemming het dorpje La Fortuna. We krijgen de
sleutel van onze villa, tuinhuis had een betere beschrijving geweest.
Kleine kamer met 2 dubbele bedden en net plaats om langs de bedden te lopen en
vooraan, half buiten, de keuken en zitruimte. t Is een beetje puzzelen om onze
bagage kwijt te geraken. Dan zien we ook dat de muren bestaan uit een paar
houten planken met dikke spleten ertussen, je kijkt zo naar buiten. Jeuj, een
insectenhotel dus, hier gaan we niet alleen logeren. En in dit tropisch klimaat
zijn er varianten genoeg. De tuin is mooi aangelegd, de toekans vliegen rond
onze oren en op ons terras is het zalig zitten.
Nog even het
zwembad testen, eten maken en t licht gaat weer vroeg uit voor ons.
Om half 6 komt
de zon op en begint de jungle aan zijn ochtendlied. Klokvast als een wekker.
Maar hier is dat niet erg want we gaan wandelen en we hopen nog wat te kunnen
profiteren van de koelte van de ochtend. Tijdens het ontbijt gaat de
temperatuur echter al flink naar boven, dat wordt zweten straks.
We vertrekken
op vulkanenjacht, navigeren Terry tot aan de ingang van het natuurpark, betalen
de sympathieke ranger een fee en we vertrekken. Een lusvormig pad door riet en
jungle naar een paar uitkijkpunten op de vulkaan. We proberen geruisloos over
het pad te lopen om meer wildlife te spotten. Het park is echter een toeristische
aanrader en hier wordt ook een bus Amerikanen en Duitsers gelost. Die
bewandelen het pad minder subtiel en onze vangst is bijgevolg ook beperkt. De high
light: enkele uit de kluiten gewassen boskalkoenen.
Het uitzicht op
de vulkaan is zon beetje hetzelfde als de hele weg hier naartoe, een conische
kegel die eindigt in de wolken. Im not impressed, ik vraag me af waarom deze
activiteit zo populair is. We hebben er op zijn minst een mooie wandeling aan
overgehouden. Terug naar de homebase voor een sobere lunch, daarna hebben we
reservaties voor de Baldi Hot Springs. Een complex van 25! baden dat gevuld
wordt met thermaal water tussen de 20 en 67° Celsius, recht vanuit de vulkaan.
Basisconcept, je bootst een laguna na, plaatst een swim-in cocktailbar in het
midden en enkele watervallen langs de buitenkant. De formule werkt, meer dan de
helft van de baden zijn volgens deze architectuur opgetrokken. Hier en daar een
20° bad om af te koelen. Hier en daar een grot met 67° dat dienst doet als eco-stoombad.
Er werd ons aangeraden om pas in de late namiddag naar ginder te trekken. De
buitentemperatuur is daarvoor nog te hoog en dan is het absoluut onaangenaam om
in zon warm water te zitten. En er is iets van aan, hoe later het wordt, hoe
aangenamer we het water ervaren. Er is veel volk maar door de omvang van het
complex heb je daar weinig last van. Ze zijn, naar eigen zeggen, het grootste
thermaal complex ter wereld met 15.000 m3 water.
We sluiten af
met een cocktail aan één van de poolbars. Er zijn minder aantrekkelijke
activiteiten denkbaar om je avond door te brengen.
Daarna willen
we een Peruaans restaurant aandoen dat we al lang in de mot hadden en onze ogen
uitstak. Er zit niemand, slecht teken, dus rijden ook wij door naar onze tweede
optie, de beste Italiaan van de streek. Dat lijkt ook waar te zijn, de dingen
uit zijn houtoven smaken fenomenaal. De sobere lunch en de zwempartij zullen
hun bijdrage hier ook wel in gehad hebben.
Opnieuw naar de
homebase in La Fortuna, de reeds aanwezige gasten uit onze kamer gejaagd, en
wij derin.
Om half 10 zijn
we ingepakt en klaar om te vertrekken naar Guap iles (we rijden nu richting Caribische
zee). Daar is niets speciaals te doen, het is meer een tussenstop voor onze
trip naar Tortuguero die dinsdag start.
Op een 40 km
van onze route ligt de Poas-vulkaan. Volgens Lonely Planet kan je daar de
krater van bezichtigen zonder de vulkaan te moeten beklimmen. Ok, dat klinkt
interessant, dat willen we wel eens zien. De weg er naartoe is zoals te
verwachten, steil. We moeten dan ook tot 2600 m klimmen. De haarspeldbochten
volgen elkaar in snel tempo op en er is veel verkeer. De helft van de tijd
staan we stil omdat een vrachtwagen nauwelijks boven geraakt. De andere helft
van de tijd moeten we aanschuiven omdat er een waterval te zien is, en de Ticos
naar goede gewoonte langs de kant van de al te smalle baan stoppen om fotos te
nemen, te BBQen en in de weg te lopen. Als er geen toeristen staan, staat er
een local aardbeien of braambessen te verkopen. Na 1,5 u rijden staan we
volledig stil, op 2,5 km van de ingang. Er beweegt niets meer. Achter ons een
stel jongeren met brommers, waarvan er één net terugkomt van verkenningstocht.
En ja hoor, dit is de file voor ticketjes. Man man, 2,5 km nog af te leggen en
we staan al minstens 10 minuten stil, dat komt hier niet goed. We overleggen en
maken de hartverscheurende keuze om de krater te laten voor wat hij is en recht
naar ons volgend hotel met olympisch zwembad te rijden. We troosten ons dan
maar met het idee dat het een heel scenic route was tot hier. En dat de krater
ondertussen al volledig in de wolken zou zitten.
De terugweg
naar beneden is een kopie van de heenweg, een continue stroom autos die zich
een weg naar boven baant. Succes mannen. We realiseren ons dat het Paaszondag
is, zal er ook wel voor iets tussen zitten. Misschien niet de beste moment
gekozen.
De rest van de
route loopt vlot naar lokale normen. Al houden we dikwijls onze adem in bij de gewaagde
inhaalmanoeuvres, enfin, de gehele rijstijl in het algemeen. En het kost veel
concentratie. In bewoonde gebieden remmen ze het verkeer af met
verkeersdrempels. In 50% van de gevallen worden die aangekondigd. Voor de rest
moet je maar zorgen dat je ze gezien hebt. Ze hebben dezelfde kleur als de rest
van de asfalt en vooral in de schaduw van de bomen is het een uitdaging om op
tijd te stoppen. Als je daar tegen 50 opknalt, is de auto om zeep. Beste optie
is nog achter een local rijden, die weet ze liggen, of je merkt het als die door
zijn dak gaat.
Zonder schade
komen we in de late namiddag aan in Guapiles. Tegenover ons vorige tuinhuisje
is de kamer een balzaal. Rap de bagage binnen gooien, zwembroek aan en gaan
afkoelen. Zalig.
s Avonds overleggen
we nog hoe we de dagen na Tortuguero gaan organiseren. Gezien onze ervaringen
tot hiertoe is 150 km rijden op 1 dag wel de maximum als je nog iets aan je dag
wil hebben. En dat zijn dan al minstens 3u als je de beste banen hebt. Niet
eenvoudig want het land is niet zo dik bezaaid met wegen en we willen nog heel
wat zien.
Vandaag eerste
kennismaking met de Caribische kant van Costa Rica. De combinatie van de
tropische warmte, hoge vochtigheid en de geur van de zee laat zich pas merken
als we de airco van de auto verlaten. Ons hotel is helemaal in Hoola-stijl, hutjes
met rieten daken. Dat past hier perfect. Hoewel we hier niet veel van verwacht
hadden valt het beter mee dan gedacht. Al is dat meestal zo als de
verwachtingen niet hoog gespannen zijn. We zijn hier in Puerto Limon, hier is
geen bal te zien en wordt zelfs afgeraden te bezoeken in onze reisgids, maar
het is wel de ideale plek om morgen onze tocht naar Tortuguero aan te vangen.
Slechts 5 minuten rijden verwijderd van het inschepingspunt.
Over de Playa
Negra van Cahuita doet de LP wel lyrisch. Vamos a la playa, oh-o-oooh-o-oh! We
stappen opnieuw in de auto en gaan daar wat verkoeling zoeken. Hoewel, die
krijgen we onderweg al dankzij een fikse regenbui. Niet dat je daarna kou gaat
lijden, het blijft tropisch warm. Het duurt dan ook niet lang of we staan in
de branding van de Caribische zee tegen de golven aan te beuken op een idyllisch
en verlaten zwart zandstrand. Er zijn weinig sporten zo vermoeiend als amusement
als deze.
Als we terug
naar de auto lopen passeren we een houten barak die als reggae-bar dienst doet.
Het is leuk gedaan en als er ergens ter wereld een juist decor bestaat voor dit
type bar dan is het hier. Na het sporten hebben we een cocktail verdiend,
besluiten we unaniem. Nu heb ik reggae altijd al wel leuke deuntjes gevonden,
als een feel good tolerante muziekstijl die niet snel storen gaat, maar het
plaatje is pas echt compleet als je net uit de zee komt, cocktail in de hand
naar de ondergaande zon zit te turen. Dit is geen muziek meer het is een way
of life.
In het dorp Cahuita
is de Pura Vida-slogan van de Costa Ricanen helemaal op zijn plaats. Zelfs
auto-rijden gebeurt trager. We zetten ons op een centraal terraske en
aanschouwen het hele gebeuren. Lijkt een ander land waar we in terecht gekomen
zijn. Reggaeland. We bestellen er tegen beter weten in de lokale specialiteit,
patacones met guacamole. Lekker. Tegen dat we terug naar onze strooien hut
rijden, is het al danig aan het schemeren, alle hens aan dek om alle potholes in
het asfalt tijdig op te merken. Als we onderweg aan een politiecontrole onze
papieren moeten laten zien, hebben we veel geluk dat de agent tevreden is met
Mike zijn Belgisch rijbewijs. Iets anders hadden we eigenlijk niet bij voor deze
stranduitstap.
Om 10h schepen
we in een bootje waar plaats is voor 9 touristas + capitan. Ik hoop dat we hier
niet de zee mee op moeten, daarvoor is het veel te klein. Lijkt ook niet nodig.
Via een aaneenschakeling van rivieren en kanaaltjes varen we 80km in 3,5h door
de jungle tot aan onze lodge. Onderweg stoppen we kort voor luiaards,
kaaimannen, aapjes, Jezus Christ lizards, (die kan over water lopen, vandaar),
vogels in alle formaten, planten in alle varianten en aromas. Soms traag door
de smalle ondiepe stukken en soms snel door de diepere bredere geulen. Soms een
combinatie, volle gaz door de smalle ondiepe stukken. De buitenboordmotor van
115 pk lift het bootje bijna volledig uit het water.
Als we aankomen
in de lodge staat het personeel ons te verwelkomen met gekoelde
verfrissingsdoekjes en een ijskoud vers fruitsap. We laten het ons wel
bevallen. We droppen onze bagage in onze kamer en kunnen meteen aanschuiven
voor de lunch. Buffetstijl, lekker. Voor de rest van de namiddag zijn we vrij.
We genieten van de zwembaden, gaan een nieuwe uitdaging aan met de branding en
spotten wildlife vanuit onze luie strandzetel. Waar blijft dat reggae-deuntje
nu?
Om 17h is het
hier al aan het schemeren, dat is vreemd en blijft ons tijdsgevoel in de war
brengen. Als het warm weer is hoort het pas laat donker te worden, dat is ons
met de paplepel meegegeven.
19h diner en op
tijd ons bed in want morgen start onze dag om 5h30. Hoewel, eerst nog even 2
dagen blog typen,
Gisteren kregen
we niet zoveel wildlife te zien want het was middag en de jungle was in siësta.
Vandaar dat we vandaag vertrekken voor het ontbijt. Dan zijn de dieren nog
actief en is de kans op beestjes veel groter. Als de wekker afloopt, klettert
de regen op het dak. En hadden we nu net besloten om voor deze trip de
regenjassen een keer thuis te laten. Dat wordt een vochtige bedoening.
Als we aan de
boot aankomen zegt capitan Modesto dat we gaan wachten tot het stopt met
regenen, dus eerst ontbijten. Echter, het ontbijt is pas vanaf 7u en het is nu
6u15. Een klein beetje gemor laat zich horen, voor niets zo vroeg opgestaan. Na
het ontbijt is het inderdaad gedaan met regenen en vertrekken we. We spotten al
gauw een reeks toecans. Als die vogels overvliegen heb je steeds het idee dat
ze alle moeite van de wereld moeten doen om in de lucht te blijven, met die overmaatse
bek vliegen ze in grote bogen moeizaam van boom tot boom. Alsof de extra
ballast te zwaar doorweegt. Een levend geworden karikatuur van een universele
wet: Diegene met de grootste bek is meestal geen hoogvlieger. Sorry, mijn
fout, nu ga je nooit meer onbevooroordeeld naar een toecan kijken, terwijl het
eigenlijk hele lieve mooie vogels zijn. Soit, we wijken af. Even later volgt ook
onze eerste echte encounter van een aap die vlakbij door de bomen slingert.
Check, maar de primaat wil niet wachten tot ik de camera in de aanslag heb.
Na een half uur
varen begint het terug te regenen. Eerst wat gemiezer, dat al gauw overgaat in
opeenvolgende tropische buien. El Capitan zegt nog al lachend dat je het
regenwoud pas echt beleeft in de regen, maar begint ondertussen toch ponchos
uit te delen. Die dingen zijn wel handig en houden ons droger. We zien nog
een paar grote vogels verstopt onder de takken. Na een uur besluit Modesto om
de rondvaart af te blazen en terug te keren naar de lodge. We gaan niet veel
meer zien want de jungle is deze keer aant schuilen. Na 15u gaan we nog eens
proberen.
Aangezien we
toch al danig nat zijn, plonsen we dan maar wat rond in het zwembad. Hopelijk
betert het weer straks.
Om 15h iedereen
opnieuw paraat. Het weer is beter en we zetten onze wildlifespotting voort. Een
kolonie brulapen zit hoog in de bomen. Als Modesto brult antwoorden de apen, duidelijk
verre familie, heel amusant. Voor de rest is het redelijk rustig in de jungle,
ze zijn nog aan het drogen van de regen verklaart onze gids. Het is altijd wel
iets met die jungle hier. Op de terugweg stoppen we aan het dorp Totuguero dat
op dezelfde landengte geplaatst is als onze lodge. Langs één kant de Caribische
zee, aan de ander kant de brede jungle rivier. Een vreemde dorpje dat probeert
te overleven op toeristen. Grootste commerce buiten het aanbieden van river
jungle tours: Coco Loco, een ijskoude coco die levend opengehakt wordt,
aangelengd wordt met rum en dan een rietje erin. We kuieren via de branding
terug naar onze lodge, Inge wacht liever op de pickup van de boot. Het is nog
maar net aan het schemeren als we vertrekken om 17h30 maar een half uur later
is het al donker. Net op tijd terug aan de lodge.
Veel dag drie
is daar eigenlijk niet meer aan. 7h ontbijt, dat is weeral buffet aan
dezelfde paradijselijke rivieroever, en
om 8h naar de boten waar capitan ons 80km terug naar ons inschepingspunt in
Puerto Limon vaart. Het gaat hard, maar de wind brengt verkoeling. Onderweg
gaan we soms hard de remmen in om kaaimannen te spotten, brulapen, .
Iets voor elf
staan we op de kade. We laden alles over in onze Terry en gaan te land verder richting
Pacific Ocean. De Westkant van Costa Rica. Heel even hebben we getwijfeld om
die trip in één keer te doen (350km), maar ondertussen hebben we hier al genoeg
rijervaring opgedaan om te weten dat dit wel eens zou kunnen tegenvallen. We
splitsen de trip en vandaag doen we een slordige 150km tot ergens in het midden
van het land waar we een bungalow op een Finca (boerderij) hebben gereserveerd.
Al vanaf het vertrek staan we in een file, deze staat stil. We realiseren al
snel dat je hier anders filerijdt dan bij ons. Voor sommige personenwagens
beweegt de file wel. Zij gaan via de gazon langs rechts of via het ander
baanvak langs links over de rij wachtende vrachtwagens en de enkele
toeristenautos die wel braaf in de rij blijven staan. Als er een tegenligger
op het dat baanvak aankomt, schuif je nog een positie op en rijd je verder over
de linkergazon. Als die er niet is, probeer je snel terug in te voegen. Niet
iedereen is daarmee gediend en zo kan het zijn dat je plots oog in oog staat
met een ambulance die in volle vaart op zijn eigen baanvak komt aangevlogen.
Tja, dan moet die ambulance maar even wachten tot je er terug tussengelaten
wordt. Creatief autorijden, boeiende taferelen. Als je hier een ongeval hebt is
de kans groot dat je de ambulancerit dus niet overleeft.
We doen 3!h
over nog geen 20 km, ons lampke is al aant knipperen, dus zetten we de airco
af om de brandstof te sparen. Eindelijk bereiken we net op tijd het
tankstation. Daar staat een stakingspost van boze truckers die uit één of
andere onvrede besloten hebben de haven en alles wat daarbij hoort te gijzelen.
Klinkt bekend? Het herinnert mij aan het weinige begrip dat ik voor stakers kan
opbrengen. Dat je niet akkoord gaat en beslist het werk neer te leggen, doe
gerust. Dat je daarbij zoveel mogelijk andere mensen hindert I dont get it.
Bon, volgetankt en met nieuwe moed verder op pad. De bergen in en dat gaat
traag, de weg is in goede staat maar erg bochtig. Het is wel prachtig om door
te rijden. Tegen 17h bereiken we eindelijk de Finca. We hebben dan ongeveer
6,5u gedaan over 150 km. Een nieuw record.
Midden in de
Finca staat een mooie nieuwe goed geventileerde bungalow tussen de
bananenplantages. Het waarschuwingsbord Pas op voor de slangen maakt dat we
dat ook doen. Potje koken, niks buffet hier, al blijft het uitzicht
paradijselijk. Spijtig van de lage wolken, de top van de vulkaan zou de moeite
zijn.
Hoewel we op
deze locatie ook nog wel wat hadden kunnen blijven hangen, roept de Pacific
Ocean ons. We doen nog even een ommetje via een scenic route door de Valle
Orosi met zijn koffieplantages. De omringende vulkanen zitten nog steeds
verstopt achter een dik pak wolken dus heel veel uitzichten hebben we niet.
Onze weg loopt
door de Cordillera de Talamanca, waar de hoogste berg van Costa Rica ligt, de
Chirripo. We slingeren door de haarspeldbochten en overbruggen zo een
hoogteverschil van 2300m tot onze maximumhoogte van 3333 m. Het is fascinerend.
Bij momenten zien we niets meer dan een dikke mist door de wolken die over de
baan komen waaien.
In de late namiddag
bereiken we eindelijk de westkust. Hier loopt de Costanera Sur, de beste baan
van heel Costa Rica. De maximumsnelheid respecterend vlammen we tegen 80km/u
over een echte baan, breed genoeg voor 4 rijvakken, al ontbreekt elke
markering. Twee van de drie navigatiedames krijgen het al benauwd bij deze
halsbrekende snelheid en vragen om te vertragen. De dame in het doosje klaagt
niet.
Onze woonst
voor de komende 3 nachten is een privé-villa met zwembad, dat we delen met een
draak, een groot overdekt terras met hangmatten, een bbq en een zee van plaats.
Het kan al eens meezitten.
BBQ
aangestoken, af en toe het zwembad in voor wat verfrissing hoewel, het water
is even warm, of zelfs warmer dan de lucht buiten. Maar t is het idee dat
telt.
Juist, relax,
zo waren we gisteren geëindigd en beginnen we vandaag opnieuw. Zwemke doen voor
het ontbijt, na het ontbijt, als 10-uurtje tussendoor wat blog typen, een
skypke links en rechts
Het dorp waar
we nu zitten, Ojochal, is een klein gehucht waar ze nog leven volgens de
traditionele Pura Vida-stijl. De straten zijn niet geasfalteerd, iedereen
leeft buiten. Het dorp is slechts een voorschoot groot, maar volgens
verschillende bronnen hebben ze de beste restaurants van het hele land. Goed,
we zullen eens de nabijgelegen Italiaan gaan uitproberen voor zijn lunch. Check
adres, check openingsuren, off we go. Aangekomen bij de Italiaan blijken net
vandaag zijn openingsuren anders te zijn en is hij enkel open voor avondeten.
Een paar andere opties blijken ook niet open te zijn. Dat vinden we al lang
niet meer vreemd, soms maken ze het niet eenvoudig om de lokale economie wat te
steunen.
We lunchen dan
maar in een stalleke langs de hoofdweg en dat is ook goed. Van daaruit rijden
we naar Playa Tortuga, ah ja, die tenen moeten ook wel in de Pacific Ocean
gestoken worden. De playa is nogal rotsachtig en er liggen heel wat gevelde
palmbomen op het strand en het diepere water is heel ver weg dus we zijn er
snel op uitgekeken. Dan maar naar, het volgende strand. Playa Uvita, dé plage
voor zonsondergang met coco loco. Auto geparkeerd, stuk gewandeld en dan staat
er een rangerstation om inkom te betalen want het zou deel uitmaken van een
nationaal park. 6 Dollar per persoon voor een zwemmeke in de zee. Dat blijft
vreemd als Europeaan. Uit míjn zee! Bovendien ist nog veel te vroeg voor
zonsondergang en zo lang gaan we niet blijven. We toveren onze meest
vertederende zeeleeuwenpuppyblik boven, hangen er een pruillip onder en leggen
uit dat we ons enkel snel willen verfrissen. Hoera, we mogen door zonder te
betalen. Zou ook kunnen, en dat is waarschijnlijker, dat het net 16u is want na
ons sluit de ticketverkoop.
De Playa Uvita
is inderdaad een pareltje. De palmbomen komen recht uit de boekskes en vormen
de grens tussen jungle en strand. Een paar locals staan kokosnoten stuk te beuken
tegen een palmboom. Ha, zo doe je dat dus voor die coco loco. Net de rum
ontbreekt nog. We wandelen tot aan het punt waar het strand een hoek van
ongeveer 90° maakt, recht de zee in. Dit is een beroemd punt, de Whale Tail.
Een smalle zandstrook loopt vanop het strand verder de zee in en eindigt in de vorm
van een walvissenstaart. Je ziet dit fenomeen eigenlijk vooral vanuit de lucht
en bij laagwater. Google het maar eens. Als wij er zijn is de zandbank die de
staart vormt aan het overstromen. De golven van de branding komen daardoor van
2 kanten naar elkaar toegerold en spatten in het midden tegen elkaar uiteen. Om
de beurt bewaken we onze rommel (naar verluidt heeft uw gerief hier de neiging
om in de jungle te lopen ) en gaan we zwemmen. Toch weer verwonderd over de
temperatuur van het water, hier is het niet mogelijk om kou te krijgen.
Als de muggen
hun schemeraanval inzetten, houden we het voor bekeken. Zonsondergang zonder
rum, Pfft nee, daar doen wij niet aan mee.
Terug aan onze
villa is het tijd voor een duik in ons zwembad, beetje afkoelen. Ondertussen is
het donker. Al drijvend op onze rug zien we nog de lichtflitsen van een ver
onweer. Misschien moeten we overwegen om Peru te laten vallen en hier nog 3
weken te blijven rondhangen? Of ineens voor 4 jaar huren? Moeilijk, moeilijk.
Lastig ook.
Terwijl we deze
levensvragen laten berusten, gaat alle licht uit, letterlijk. Al snel blijkt
dat het enkel ons licht is, de buren hebben wel sap. Met de pillamp op zoek
naar de zekeringskast. De eigenaar kunnen we niet bellen want we hebben geen
GSM-ontvangst. In de zekeringskast lijkt alles in orde. Terwijl we zoeken naar
de hoofdschakelaar, zeggen Mike en Inge dat ze stemmen horen. We kijken even
rond maar zien niemand. We vertrouwen het zaakje niet helemaal en draaien voor
de zekerheid snel de achterdeur vast. De enige optie die we hebben is die
hoofdschakelaar vinden. We draaien ook de voordeur vast en gaan buiten verder op
onderzoek. Uiteindelijk vinden we een kastje aan de straat en ja, de hoofdschakelaar
is afgesprongen of afgezet door een stel grapjassen? Tja, niet over nadenken,
we weten hem nu in elk geval staan. Kunnen we eindelijk aan onze bbq beginnen.
Morgen doen we
nog eens iets actiefs. Geeuw.
De camera mag
niet mee naar het strand, de povere fotos zijn via de gsm gemaakt en doen het
origineel geen eer aan.
Dit park stond
nog op ons verlanglijstje. De eerste touroperator die we contacteren gaat niet
op zondag, noch op maandag. Uiteindelijk regelt Inge een toer via het hotel aan
de overkant van onze straat.
Corcovado, het
mooiste park van Costa Rica volgens verschillende bronnen, maar daar geraak je
zomaar niet binnen. t Is een uurtje rijden tot aan het laatste dorpje, dan 45
minuten varen door de mangroven en nog eens 45 minuten op de Pacific. Met als
afsluiter een wet landing via het strand aan de ranger station San Pedrillo.
Bovendien moet je vergezeld zijn van een gids. Als we inschepen gaan er nog 4
Nederlanders met een transparant vel mee. Ze halen alles uit de kast om zich te
beschermen tegen de zon maar zo te zien is het kwaad al geschied de voorbije
dagen. 200pk achter deze schuit van 6 meter, ik voel het nu al in mijn kleine
teen, dit wordt een rollercoaster. Eens het dorpje achter ons ligt gaat de gas
voluit en vliegen we over de rivier de mangroven in, over de koudwaterhyacinten.
Dat impliceert meteen dat er ook warmwaterhyacinten moeten bestaan en ik vraag
me af in welke temperatuur die dan wel gedijen, ik wil het precies niet weten.
Na 45 minuten worden de reddingsvesten rondgedeeld. Verplicht rond te strikken.
Ervaringsdeskundigen? We verlaten de rivier en gaan de oceaan op, daarvoor moeten
we door de branding. En dit is geen Noordzeebranding. Als je hier je bootje in
een overslaande surfersgolf stuurt dan tuimelt de boot. Zoveel is zeker. De
kapitein heeft dit duidelijk al meer gedaan, leest de oceaan en stuurt zijn
schuit behendig rond de brekende golven. Eens op open water gaat het vlotter.
Voor onze wet
landing moeten we terug door de branding, maar dat lijkt eenvoudiger. We gaan
met de golven mee. Aan de ranger station stappen enkel wij en onze gids uit,
onze gekookte Noorderburen gaan verder met de boot. Leuk, privé toer dus. En dus
veel minder last van luidruchtige medemensen die de jungle wegjagen. Het duurt
niet lang of onze gids spot een aantal spidermonkeys hoog in de bomen. Hij
plant zijn driepikkel neer, stelt scherp en dan mogen wij ook eens kijken.
Wauw. De apen lijken vlakbij en kijken je recht aan door de lens. We kunnen
zelfs het baby-aapje zien drinken bij de moeder. Een beetje verder kruist een
agoeti (groot uitgevallen rat) onverstoorbaar ons pad. Onze wildlife-teller
gaat pijlsnel de hoogte in. Rocket frogs, capucinmonkeys, howler monkeys, boskalkoenen,
bulldog bats, coatis, we zien ze allemaal van dichtbij. Al dan niet met een
beetje telelens-hulp. Weetje, als je achter zon telescoop je smartphonecamera
houdt, kan je verbazende fotos maken.
Als we terug
aan de ranger station komen, staat onze lunch klaar. Vers fruit, rijst met
groenten, brood en kaas, hesp, tomaat, sla, wat je maar wil. Zon jungle-wandeling
is goed voor de eetlust en we vallen aan.
Met goed gevulde magen beginnen we aan tocht 2. In de eerste boom hangt een luiaard
zijn naam eer aan te doen, in de boom ernaast springen de capucinmonkeys van tak
naar tak. Een krokodil drijft traag op de rivier. We zien ook nog een kolibri
en een koppel fel gekleurde aras. Dit is veruit de beste trip qua
wildlife-spotting. Samen met de gids zoeken we nog tussen de bananenplanten
naar een tapir maar we vinden hem niet. Onze bijdrage blijkt ook weinig nuttig,
wij waren aant zoeken naar iets ter grootte van een wasbeer, maar die beesten
kunnen tot 350 kg wegen horen we later. Dat moet verschieten zijn als je dat
ineens tegen het lijf loopt.
Tegen 15u zit
de wandeling erop en zijn wij door en door gaar. Man, wat een hitte. We zijn
blij dat we gekozen hebben voor de jungle toer en niet voor een sunny walk on
the beach. We doen het boottoertje in spiegelbeeld terug en rijden het uurtje
terug naar huis en plonsen dan in ons zwembad.
Normaal moesten
we morgen al uit onze villa, maar t is hier zo zalig dat we de eigenaar even
opgebeld hebben. Jeuj, nog een extra dag om te relaxen alvorens we de terugtocht
naar San José aanvatten. Eens daar zetten we Inge op het vliegtuig terug naar
België en onszelf naar Lima, Peru. Het is voorbij gevlogen.
Het begint een
gewoonte te worden, Eerst wat baantjes trekken voor het ontbijt, en dan dringend
wat blog updaten vooraleer er een search en rescue wordt opgestart. We hadden
al wel wat geschreven maar nog niks gepubliceerd, de fotos moesten nog gedaan
worden. We bewegen de ganse ochtend niet meer dan strikt noodzakelijk. s
Middags lunchen we eenvoudig en als we eindelijk klaar zijn om nog eens naar
Uvita af te zakken voor ne coco en wat souvenirs breekt er een onweer los. Maar
nogal stevig en t blijft flink hangen. Tja, die strandwinkeltjes in Uvita zullen
nu wel opgedoekt zijn. Dan duik ik maar even terug het zwembad in. De coco zal
voor later zijn, ik heb er veel over geschreven maar uiteindelijk nog niet
geproefd. De elektriciteit gaat er
opnieuw uit. We controleren snel alle circuits, alles lijkt in orde. Het ziet er
naar uit dat het ganse dorp zonder zit. Wachten dan maar.
2 uur later
beginnen de fans opnieuw te draaien, de panne is al hersteld. Voor onze laatste
avond hier gaan we uit eten in het chiqueste restaurant van het dorp. De
Citrus. Met alles erop en eraan. We eten op het overdekte terras met één voet
in de jungle. De inrichting is sober maar sfeervol, de bediening feilloos en
het eten ok. Waarna terug naar huis, te voet in het donker over de gravelwegen
met onze pillampen door de jungle. We zijn getrained in jungle night toers, dus
dit doet ons niets meer. Hoewel als er zon coco naast je naar beneden dondert
schrikken we toch nog.