Mijn dichters.
Inhoud blog
  • Oranje boven...?
  • Guido Gezelle, entomoloog
  • Moedertaal en Vaderland
  • Oog voor decadentie
  • Geuren, kleuren, klanken

    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • Spinozakring Lier
  • In de Toren van Montaigne: omtrent Michel de Montaigne (1533-1592), zijn Essais en zijn Tijd

  • Een poëtisch geheugenpaleis
    Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret. Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie. De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
    31-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De felle met de grijze baart
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Van den Vos Reynaerde

    Willem, die Madoc maecte (13de eeuw)

    (Vers 1110-1154)

     

    Tybeert sprac: ‘Wat souden wy

    Eten, Reynaert, of ic hier bleve?’

    “Daer omme zorghe ic, lieve neve,

    Hier es der spijsen quaden tijt,

    Ghi mocht (h)eten,  begeerdijt,

    Een stic van eere honichraete

    Die bequamelic es utermaten.

    Wat sechdi, moochdi shonichs yet?’

    Tybeert sprac: ‘Mine roukes niet.

    Reynaert, hebdi niet in huus?

    Gavedi mi eene vette muus,

    Daer mede lietic u ghewaert.’

    ‘Eene vette muus?’ sprac Reynaert,

    ‘Soete Tybert wat sech(t)di?

    Hier woent noch eene pape bi,

    Een scuere staet noch an sijn huus,

    Daer in es meneghe vette muus,

    Ic waense niet ghedroughe een waghen.

    So dicken hoere ic den pape claghen

    D at sine dryven (h)uten huuse.’

     ‘Reynaert, zyn daer so vette muse?

    Verghave God,  waer ic nu daer!’

    ‘Tybeert’,  seit hi, ‘ sechdi waer?

    Wildi muse?’ ‘Of icse wille?

    Reynaert, doet dies een ghestille.

    Ic minne muse voer alle saken.

    Weetti niet dat muse smaken

    Bet dan eenich venisoen?

    Wildi minen wille doen,

    Dat ghi mi leet daer si zijn,

    Daer mede mochti die hulde mijn

    Hebben, al haddi minen vadre

    Doot ende mijn gheslachte al gadre.’

    Reynaert sprac:’Neve , houddi  (h)u spot?’

    ‘Neenic, Reynaeert, also helpe mi God!’

    ‘Weet God, Tybeert,wistic dat,

    Ghi soutter sijn noch tavont sat.’

    ‘Sat, Reynaert, dat ware vele.’

    ‘Tybeert, dat sechdi  t(h)uwen spele.’

    ‘In doe, Reynaert, bi miere wet.

    Haddic een muus en waer so vet,

    In gaefse niet omme eenen busant.’

    ‘Tybeert, gaet met mi te hant.

    Ic leede (h) u daer ter selver stat,

    Daer icker (h)u sal maken zat.’


    (…) Tybeert sprak:’Wat eten we

     Reynaert, als ik hier blijf?’

    ‘Mij een grote zorg, lieve neef,

     Magere tijden hier om te eten.  

    Smul je misschien graag van

    een stukje  honingraat,

    Uitermate lekker is die.

    Wat zeg je, wil je een stukje?’

    Tybeert sprak:’ Laat maar zitten.

    Reynaert, heb je dan niks in huis?

    Geef me een vette muis en we zijn klaar.’

    ‘Een vette muis?’ sprak Reynaert,

    Zoete Tybeert, wat zeg je me nou?

    Hier In de buurt woont een paster,

    Een schuur staat aan zijn huis,

    Daar wemelt het van vette muizen,

    Ik denk dat een wagen ze niet kan dragen.

    Meer dan eens hoor ik de paster klagen

    Dat ze echt het huis uitstromen.’

    ‘Reynaert, zijn daar zoveel vette muizen?

    Here mijn God, was ik maar daar!’

    ‘Tybeert, zei hij’ meen je dat echt?

    Wil je muizen?’ ‘ Of ik ze wil?

    Reynaert, zwijg me daarvan,

    Ik hou van muizen boven alle andere dingen.

    Weet je dan niet dat muizen beter

    Smaken dan gelijk welk wildgebraat?’

    Als je me een plezier wil doen

    En je brengt me er naartoe,

    Dan ben ik bereid je trouw te

    Zweren, al had je mijn vader

    Dood geslagen, compleet met mijn familie.

    Reyaert sprak:‘ Tybeert hou je me voor de gek?’

    ‘Helemaal niet, ik zweer het  bij God!’

    ‘God, God, Tybeert, wist ik het zeker,

    Vanavond nog stond je buikje rond.’

    ‘Rond Reynaert, dat zou nog eens wat zijn!

    ‘Tybeert, dat zeg je zo maar.’

    ‘Maar neen, Reynaert, op mijn eer,

    Had ik een muis en was ze vet,

    Zelfs niet voor goud verkocht ik die.’

    ‘Kom Tybeert, loop maar met me mee,

    Ik breng je regelrecht naar de plek

    Waar ik je buikje rond zal zetten.’

    (…)

     

    © W. Schuermans

    Het dierenepos Van den Vos Reynaerde is een parel aan de kroon van onze Middelnederlandse literatuur, die vrijwel in zijn geheel uit Vlaanderen stamt. De 'Reynaert' ontstond zeer waarschijnlijk in Oost-Vlaanderen, waar het verhaal zich ook afspeelt. Het is een satire die de feodale maatschappij in het 13de eeuwse graafschap Vlaanderen op de korrel neemt.

    Dit fragment diende ik op school uit het hoofd te leren. Wat in de jeugd uit het hoofd wordt geleerd, blijft levenslang als gebeiteld in het geheugen. Pedagogen die na WO II in het onderwijs infiltreerden, banden geheugenwerk en uiteraard ook het ‘uit het hoofd leren’. Een van de vele aanslagen die pedagogen in de tweede helft van de 20ste eeuw pleegden op de geestelijke gezondheid van onze jongeren.


    Bijlagen: 

    1  Beginverzen van het dierenepos (de tekst kan meegelezen worden).

    2  Vossen in de winter

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=4X8DLOdvHWU   
    http://www.youtube.com/watch?v=qT0SibMBZeY   

    31-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ridder van de Droevige Figuur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Primera parte del ingenioso hidalgo

    don Quichote de la Mancha

                                                        

    Miguel de Cervantes (1547-1616)

    Capítulo primero

    Que trata de la condición y ejercicio del famoso y valiente hidalgo don Quichote de la Mancha

     

    (…) Es, pues, de saber que este sobredicho hidalgo, los ratos que estaba ocioso - que eran los más del año -, se daba a leer libros de caballerías, con tanta afición y gusto, que olbidó casi de todo punto el ejercicio de la caza y aun la administración de su hacenda; y llegó a tanto su curiosidad y desatino en este, que vendió muchas hanegas de terras de sembradura par comprar libros de caballerías en que leer, y, asi, llevó a su caso todos quantos pudo haber dellos; (…)

     

    Eerste deel over de ingenieuze edelman

    Don Quichote de la Mancha

    Michel de Cervantes

    Eerste hoofdstuk

    Handelend over de levenswijze en bezigheden van de beroemde en moedige edelman don Quichote de la Mancha

    Verder moet je weten dat bovengenoemde edelman, zich in zijn  vrije tijd, - het grootste deel van het jaar- overgaf aan de lectuur van ridderromans; dat deed hij met zoveel overgave en goesting dat hij vrijwel volledig vergat op jacht te gaan en zelfs het bestuur van zijn landgoed verwaarloosde; zijn belangstelling en manie gingen zover, dat hij vele percelen landbouwgrond verkocht om ridderromans te kopen en te kunnen lezen, alles wat hij te pakken kreeg sleepte hij naar huis; (…)


    © W. Schuermans

     

    De don Quichote van Miguel de Cervantes behoort tot de top van de wereldliteratuur.Van in mijn prille jeugd is de don van la Mancha mijn trouwe compañero. Ik las toen de Quichote in een bewerkte versie voor de jeugd. Uitgeverij van Goor en zonen gaf tijdens het interbellum en nog even na de Tweede Wereldoorlog in onze moedertaal een reeks uit met bewerkingen van Grote Klassiekers, vader en zonen zijn hierbij dankbaar geprezen! 

    Een Spaanse edelman die door boeken in de war werd gebracht...  Ik wist toen nog niet welke rol het Gedrukte Woord in mijn leven zou krijgen. De tekst werd dus terecht opgenomen in mijn geheugenpaleis.

     

    Bijlagen

    1 Nederlandse versie van Hoofdstuk I (voorgelezen).

    2 Spaanse versie van Capítulo I, met filmbeelden..


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=7vFpVKXRdsc   
    http://www.youtube.com/watch?v=ZAOIITBbHzY   

    31-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:07 Spaanse dichters
    29-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een bron van onze beschaving
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Ivoor en brood (5)

    Anton van Wilderode (1918-1998)


    Oever van Hellas waar de vaders wonen

     van onze wijsheid, wijd en geestelijk huis

    dat nog de keur vergaart uit regionen

    waar de cultuur verpuint tot stuivend gruis,

    op uwe heuvelen werden wij gewijden,

    onder uw hemel wies Europa’s geest;

    o, speling uwer zee aan alle zijden

    ruisend en luid als fluiten tot een feest.

    In wat uw zonen hieven tot gezangen

    staat gij vereeuwigd, en hún stem dooft uit

    gelijk de geur van kruizemunt blijft hangen

    als in de haard schroeit haar vergeten kruid.

    Hier is uw zending, land van mijn legende:

    maak ons de glimlach uwer goden klaar

    Die schouwend in de verte uw toekomst kenden

    en zwegen als bedeesd voor uw misbaar.

    Uw jaren schreden en uw kunst verschraalde

    als oude vruchten tot een koel vernuft

    wanneer uw godenschaar van de Olympos daalde

    Ter lagere vallei, volmaakt en wuft.

    Maar uwe wetenschap, een hoge tijger,

    naam hare sprong naar verder territoor,

    wat in uw taal eens eeuwig was, wordt zwijger

    en brandt voorbij gelijk een meteoor.

    Dan zinkt gij weg, ik hoor de branding breken

    tegen uw rotsen waar haar schuim verdwaalt.

    De nacht begint, de nachtegalen smeken

    binnen uw tempels, witter dan bedauwd metaal.


    Anton van Wilderode, classicus en priester-dichter van fijnbesnaarde, klassieke gedichten, was bij leven een veel gelezen en populair Vlaams-katholiek dichter. Zijn religieuze overtuiging en zijn Vlaams-nationale gevoelens lagen bij vrijzinnigen en uiteraard ook ter linkerzijde aan de basis van negativiteit en vooringenomen kritiek. Intolerant, kortzichtig en zeer ten onrechte.

    Van Wilderode betuigt in dit hiëratisch poëem eer aan Hellas, een van de bronnen van onze Europese Beschaving. Ik genoot het privilegie (eerder toevallig) een Grieks-Latijnse opvoeding te mogen genieten. Het Oude Griekenland en zijn taal hebben mij sedertdien niet meer verlaten. Telkens ik deze verzen uit mijn geheugenpaleis opdelf, betaal ik hen een deeltje van een intellectuele schuld af, die wel nooit gedelgd zal worden.

    In bijlage: het gedicht 'rechterhand' van van Wilderode, voorgedragen door acteur en voordrachtkunstenaar Gerard Vermeersch (1923-1974).



    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=UzX8oeUuJd8   

    29-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    27-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sluiterklik...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Boelat Okoedzjava (1929-1997)

     

    ПРИЕЗЖАЯ СЕМЬЯ ФОТОГРАФИРУЕТСЯ  У ПАМЯТНИКА ПУШКИНУ

     

    На фоне Пушкина снимается семейство.

    Фотограф щелкает, и птичка вылетает.

    Фогограф щелкает,

                                            но вот что интересно:

    на фоне Пушкина!

                                             И птичка вылетает.

     

    Все счеты кончены, и кончены все споры.

    Тверская улица течет,

                                                куда не знает.

    Какие женщины на нас кидают взоры

    И улыбаются...

                                              И птичка вылетает.

     

    На фоне Пушкина снимается семейсво.

    Как обаятельны

                                       (для тех, кто понимает)

    все наши глупости и мелкие злодейсва

    на фоне Пушкина!

                                            И птичка вылетает.

     

    Мы будем  счастливы

                                              (благодарнье снимку!).

    Пуст жиснь короткая проносится и тает.

     На веки вечные мы все теперь в обнимку

    на фоне Пушкина!

                                                 И птичка вылетает

    1970

     

    Een familie op wandel laat zich fotograferen

    voor een standbeeld van  Puschkin

     

    Puchkin op de achtergrond, een familiefoto wordt gemaakt.

    De fotograaf drukt af en een vogeltje vliegt weg.

                                        De fotograaf drukt af.

    Merkwaardig toch: Puschkin als achtergrond.

                                        En een vogeltje vliegt weg.

    Alle rekeningen zijn vereffend, alle twisten bijgelegd.

    De Tvesrkaja straat vervolgt zijn weg,

                                       Weet niet waarheen.

    Enkele vrouwen werpen een blik op ons

    en glimlachen…

                                        En het vogeltje vliegt weg.

    Een familiefoto met Puschkin als achtergond.

    Hoe futiel (voor hen die begrijpen),

    Al onze dommigheden en kleine vergrijpen

    Met Puschkin als achtergrond!.

                                         En het vogeltje vlieg weg!

     

    Voortaan zullen we gelukkig zijn

                               (dankjewel foto!)

    Het korte leven  neemt zijn loop en smelt weg

    Voor altijd verenigd op een foto,

    Met Puschkin als achtergrond.

                               En het vogeltje vliegt weg!.

     

    © W. Schuermans

    De dichter-zanger schreef dit gedicht in 1970. Er zat toen nog helemaal geen roest op het IJjzeren Gordijn. In zijn teksten en liedjes uitte hij verholen (het kon niet anders) op de sovjetmaatschappij. Dat maakte hem in de Sovjetunie bijzonder populair. In het westen was hij zo goed als onbekend. Youtube bracht daar verandering in.

     

    Okoedjzava mijmert bij een foto over wat ooit was en voorbij is. Dit  gedicht is voor mij een muzikaal-poëtische herinnering aan een stralende zomerdag in augustus 1995, de huwelijksdag van mijn enige dochter, toen ook een wegvliegend vogeltje... Ik beluisterde het liedje in die dagen vaak: voor mij en mijn ega resoneerden tekst en muziek wonderwel met de verwarde gevoelens die ons toen bewoonden.

    In bijlage: 

    1  Recente interpretatie van dit lied door Janna Bigevskaja

    2  De oorspronkelijke versie van Boelat Okoedzjava 

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=llzTo-uCLsU   
    http://www.youtube.com/watch?v=qSj05XJsyyU   

    27-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:09 Russische dichters
    26-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thuis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Sonnet 

    Joachim du Bellay (1522-1560)

     

    Heureux qui,  comme Ulysse, a fait un beau voyage,

    Ou comme cestuy-là qui conquit la toison,

    Et puis est retourné, plein d’usage et raison,

    Vivre entre ses parents le reste de son âge!

     

    Quand reverrai-je, hélas! De mon petit village

    Fumer la cheminée, et en quelle saison

    Reverrai-je le clos de ma pauvre maison,

    Qui m’ est une province et beaucoup davantage?

     

    Plus me plaît le séjour qu’ont bâti mes aïeux,

    Que des palais Romains le front audacieux:

    Plus que le marbre dur me plâit l’ ardoise fine,

     

    Plus  mon Loire Gaulois que le Tibre Latin,

    Plus mon petit Liré que le mont Palatin,

    Plus  que l’air marin la douceur Angevine.

     

    Gelukkig, wie als Ulysses jaren zwierf,

    Of zoals de held die won het Gulden Vlies,

    En dan huiswaarts keert, wel ervaren en wijs,

    Om met verwanten de rest van het leven te slijten. 

     

    Wanneer zal ik, helaas! hoog boven de huisjes

    Van mijn dorpje weer rook zien kringelen?

    En wanneer keert de tijd dat ik eindelijk nog eens

    Mijn ommuurde povere stulp zal kunnen zien,

    Mij meer nog waard dan een hele provincie?

     

    De simpele woonstee gebouwd door mijn geslacht,

    Is mij veel liever dan een pronkerig Romeins paleis,

    Meer dan van marmer hou ik van fijne grijze lei,

     

    Meer min ik mijn Gallische Loire dan de Latijnse Tiber,

    Meer mijn kleine Liré dan de Palatijnse heuvel,

    Meer dan van zilte zeelucht hou ik van het zoet' Anjou.  

     

    © W. Schuermans

    bijlage: Heureux qui comme Ulysse - gezongen interpretatie


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=fzvQXT2DQ-0   

    26-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:03 Douce France
    25-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maning
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Wandrers Nachtlied 

    J.W. Goethe

     

    Über allen Gipfeln

    Ist Ruh,

    In allen Wipfeln

    Spürest du

    Kaum einen Hauch;

    Die Vögelein schweigen im Walde

    Warte nur, balde

    Ruhest du auch.

     

     Over alle bergtoppen

    Waart rust,

    In alle boomkruinen,

    Speur je

    Amper een zucht;

    De vogeltjes zwijgen in ‘t woud

    Wacht even, spoedig

    Rust ook jij.

     

    © W. Schuermans

    Net als vele anderen  gedichten van Goethe, is ook dit gedicht getoonzet door Schubert. Dat Schubert gebruik maakte van zijn teksten viel bij Goethe niet in goede aarde. Hij had er zijn redenen voor. Maar: dank zij Schuberts muziek klinken nu Goethe-gedichten vrijwel in alle landen van de wereld. 

    Dit wondermooie Goethe-vers zit al decennia in mijn koker en het vergt weinig geheugenrevisie, wat ik van de meeste van mijn gedichten niet zeggen kan. Wandrers Nachtlied is ook een maan-dicht: de rust die 's avonds de natuur overvalt is voor de wandelaar een voorafschaduwing van 'the big sleep'  die onvermijdelijk ook op komst  is en nooit ver weg... Ik denk eraan als ik het gedicht reciteer.

    Het gedicht dooft uit als een kaars of beter, met een zucht.  

    In bijlage: 

    1  Schuberts Wandrers Nachtlied - door Matthias Goerne

    2  Schuberts Wanderes Nachtlied –  door Wanders

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=5gl4hV5b1U0   
    http://www.youtube.com/watch?v=vpnmpIh3FaA   

    25-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    24-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levensles van een Romeinse fontein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Der römischen Brunnen

    Conrad Ferdinand Meyer (1825-1898)

     

    Aufsteigt der Strahl und fallend giesst

    Er voll  Der Marmorschale Rund

    Die sich verschleiernd überfliesst

    In einer zweiten Schale Grund;

    Die zweite gibt, sie wird zu reich,

    Der dritten wallend ihren Flut,

    Und jede nimmt und gibt zugleich

            Und strömt und ruht.

     

     Romeinse fontein


    Omhoog spuit de straal en vult

    Vallend de ronde marmerschaal,

    die versluierend overstroomt

    in het bekken van een tweede schaal;

    De tweede geeft, ze wordt te rijk,

    een derde golvend haar vloed,

    elk bekken neemt zowel als geeft

             en stroomt en rust

     

     © W. Schuermans


    Conrad Ferdinand Meyer 

    De dichter heeft het in dit gedicht over geven en nemen. Een stelregel waarmee we door het leven moeten. Door dit gedicht is die veilig opgeborgen in mijn geheugen. 

    Bijlage: Der römische Brunnen - C.F. Meyer

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=CJchtZFg5tA   

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerkhofbloemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Quando cadran le foglie  

    Olindo Guerrini  (Lorenzo Stecchetti, 1845-1916)

     

         Quando cadran le foglie e tu verrai

        A cercar la mia croce in camposanto,

                In un cantuccio la ritroverai

           E molti fior le saran nato accanto.

     

          Cógli allora pe’ tuoi biondi capelli

          I fiori nato dal mio cor. Son quelli

        I canti che pensai ma che non scrissi,

           Le parole d’ amor che non ti dissi.

     

          Wanneer de blaren vallen zal je komen

               Zoeken naar mijn kerkhofkruis

               In een hoekje zal je ‘t vinden,

            Met heel wat bloemen er omheen.

     

               Pluk dan voor je blonde haren

            Die bloemen uit mijn hart geboren,

     Het zijn verzen die ik dacht maar nooit schreef,

            Woorden van liefde die ik je nooit zei.

     

    © W. Schuermans

     

    Het bezoeken van het graf van een geliefde is een daad van piëteit en biedt gelegenheid  tot bezinning. Ik klik dit mooie gedicht vast in mijn geheugen, om er mij aan te herinneren dat liefde wordt bedreven én gezegd. 

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:06 In het land van Dante
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verongelukt in 1624, maar niet vergeten...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Op het verongelukken van Doctor Roscius 

    Joost van den Vondel

     

    Zijn bruid t’omhelzen in een beemd bezaaid met rozen,

    Of in het zachte dons, is geen bewijs van trouw:

    Maar springende in een meir, daar ’t water stremt van kou

    En op de lippen vriest, zich te vereukelozen,    

     

    Dat’s van twee uitersten het uiterste gekozen:

    Gelijk mijn Roscius beklemd van druk en rouw,

    In d’armen houdt gevat zijn vrucht, en  waarde vrouw,

    En gloeit van liefde waar ‘t al kil is en bevrozen.

     

    Zij zuchtte:  Och lief, ik zwijm. Ik sterf. Ik ga te grond.

    Hij sprak: schep moed, mijn troost, en ving in zijnen mond

    Haar adem, en haar ziel. Zij hemelde op zijn lippen.

     

    Hij volgt haar bleke schim naar ’t zalig Paradijs.

    Vraagt iemand u naar trouw, zo zeg:  Zij vroos tot ijs,

    En smolt aan geest, en hij ging met haar adem glippen.

                                                                                           1624

     

    Joost van de Vondel (1587 -1679) een van onze grootste dichters, stamde uit een Vlaamse familie, die in de  16de eeuw  uitweek naar Holland.  Zijn talrijke toneelspelen, vaak met bijbelse thema’s, zijn leerdichten, gelegenheidsdichten, sonnetten, vertalingen, enz., worden helaas alleen nog maar gelezen door zonderlingen: zijn retorische stijl is menig lezer té hoogdravend, zijn religieuze inspiratie slaat niet meer aan. En toch:  in dat omvangrijke werk liggen parels verscholen.

    Een ervan heb ik opgeborgen in mijn geheugenpaleis. Het sonnet zingt de lof van liefde en christelijke huwelijkstrouw: ‘ tot de dood ons scheidt’. Vondels sonnet is perfect, beeldend en ritmisch-muzikaal.


    In bijlage: 

    1  Een winterlandschap ca. 1642, geschilderd door Aert van der Neer

    2  Tom Lutz (1919-2009), Nerderlands acteur, leest Kinder-lijck

    3   Hommage aan Vondel


    Bijlagen:
    Aert van der Neer. Winterlandschap met schaatsers en kolfspelers. ca.1642 (1280x674).jpg (552.9 KB)   
    http://www.youtube.com/watch?v=HPOYypAhaCg   
    http://www.youtube.com/watch?v=vCUa7ohRSjM   

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    21-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vereeuwigd in verzen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Sonnet XVIII

    William Shakespeare (1564-1616)

     

    Shall I compare thee to a summer’s day?

    Thou art more lovely and more temperate:

    Rough winds do shake the darling buds of May,

    And summer’s lease hath all too short a date;

    Sometime too hot the eye of heaven shines,

    And often is his gold complexion dimm’d;

    And every fair from fair sometime declines,

    By chance, or nature’s changing course, untrimm'd:

    But thy eternal summer shall not fade,

    Nor lose possession of that fair thou ow’st;

    Nor shall Death brag thou wander’st in his shade,

    When in eternal lines to time thou grow’st.

    So long as men can breathe or eyes can see,

    So long lives this and this gives life to thee.

     

    Zal ik je vergelijken met een zomerdag?

    Je bent liefelijker en ook meer getemperd:

    Wilde winden doorschudden tere bloesems in de mei,

    En zomeren doet het nooit erg lang,

    Al te vaak vervalen  gouden zonnestralen,

    en al wat mooi is verliest aan glans,

    Bij toeval ontsierd of gewoon door loop van de natuur;

    Maar jouw eeuwige zomer zal duren,

    Jouw schoonheid  zal nooit welken.

    De Dood zal niet snoeven dat je in zijn schaduw liep,

    Nu eeuwige verzen in lengte van jaren roem voor jou garen,

    Zolang mensen ademhalen of ogen kunnen schouwen,

    Zolang zullen mijn verzen je voorzien van levensbloed.


    © W. Schuermans

     

    In bijlagen een geanimeerde versie van het sonnet en moderne, zeer geslaagde muzikale interpretatie van het gedicht:

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=H-_QlzUJBbU   
    http://www.youtube.com/watch?v=S8Osse7w9fs   

    21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:05 Engelse dichters
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gekooid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Der Panther  -  Im Jardin des Plantes, Paris

    R. M. Rilke

     

    Sein Blick ist vom Vorübergehen der Stäbe

    so müd geworden, dass er nichts mehr hält.

    Ihm ist, als ob es tausend Stäbe gebe

    und hinter tausend Stäben keine Welt.

     

    Der weiche Gang geschmeidig starker Schritte,

    der sich im allerkleinsten Kreise dreht,

    ist wie ein Tanz von Kraft um eine Mitte,

    In der betäubt ein grosser Wille steht.

     

    Nur manchmal schiebt der Vorhang der Pupille

    sich lautloos auf – Dann geht ein Bild hinein,

    geht durch der Glieder angespannte Stille –

    und hört im Herzen auf zu sein.

     

    Zijn blik is door voorbijschuivende staven

    zo mat geworden dat hij niets meer ziet.

    Net alsof er duizende staven staan,

    en achter die duizende geen wereld.

     

    De weke gang met afgemeten sterke passen,

    Die in het allerkleinste kringetje draait,

    Lijkt op een dans van kracht rond een midden

    Waar verdoofd een grote wil staat.

    Af en toe schuift de huid van de pupil

    geluidloos open ­–  Dan sluipt een beeld  binnen,

    gaat door de leden opgespannen stilte­ –

    en houdt in het hart op te bestaan.


    © W. Schuermans


    In bijlage: Der Panther - R.M. Rilke (film en voordracht)


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=pFFZKG5Yq_w   

    21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    20-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hang naar het land waar de citroenen bloeien...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Verlangen – Jan van Nijlen (1884-1965)


    Ondankbaar vraag ik niet dat voor mijn oogen

    In ’t voorjaar ’t beeld van vreemde schoonheid groei,

    Wanneer zij in de zon aanschouwen mogen

    Van kim tot kim mijn eigen land in bloei.

     

    Maar ’s winters, als voor het geweld der stormen

    Het laatste leven vlucht, als sneeuw en vorst

    De wereld knellen in albasten vormen,

    Dan hijgt een vreemd verlangen in mijn borst,

     

    Dan haakt mijn hart naar de eeuwig-groene kruin

    Der bergen en naar marmerwitte steden,

    Naar de terrassen van Borghese’s tuin,

     

    Naar zon die vonkelt in robijnen wijn,

    Wijl helder klinkt, tusschen het groen beneden,

    ’t Zuidelijk geluid van bel en tamboerijn.

     

     Jan van Nijlen is een onze beste Vlaamse dichters uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Zijn klein   poëtisch oeuvre mag terecht klassiek genoemd worden en stelt zelden of nooit teleur.

     In dit gedicht vertolkt hij een oeroud Germaans gevoel: het verlangen naar het zuiden, meer bepaald naar Italië. Dat verlangen lag mee aan de basis van de grote Germaanse migraties die in de derde en vierde eeuw van onze tijdrekening het Romeinse  Imperium onder de voet liepen. De desolate triestheid van het landschap, de arme bodems en de geringe beschavingsgraad van de gebieden ten noorden en ten oosten van de Rijn, dreven vele Germaanse volksstammen de Romeinse Rijksgrenzen (de limes) over,op zoek naar een zachter klimaat, meer zon en een beter leven.

    De Romeinse beschaving bezweek uiteindelijk onder het gewicht van die massale Germaanse inwijking. Italië werd in de vijfde eeuw ingepalmd, Rome viel in 476. Er werd in de geschiedenis een blad gedraaid.

    Omdat dit verlangen mij niet vreemd was en nog steeds niet is, gaf ik dit gedicht een plek in mijn geheugenpaleis. 


    Beluister deze dichter in bijlage: Julien Schoenaerts, geniaal voordrachtkunstenaar, draagt het gedicht 'De Eenzame' voor.

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=B6XdIssHTrE   

    20-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante (1): de eerste stappen op weg naar...de hel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Inferno,  Canto 1, v. 1-12         

     

    Dante (1265-1321)

     

    Nel mezzo del cammin di nostra vita

    mi ritrovai per una selva oscura,

    ché la diritta via era smarrita.

    Ahi quanto a dir qual era è cosa dura

    esta selva selvaggia e aspra e forte

    che nel pensier rinova la paura!

    Tant’è amara che poco è piu morte;

    ma per trattar del ben ch’i’ vi trovai,

    diro de l’altre cose ch’i’ v’ho scorto.

    Io non so ben ridir com’i’  v’intrai,

    tant’era pien di sonno a quel punto

    che la verace via abbandonai.

     

    Commedia, Inferno, 1, 1-12


    In het midden van mijn leven

    belandde ik in een duister bos,

    het juiste spoor bijster.

    Moeilijk te vertellen hoe het er uitzag,

    dat barse dichtbegroeide bos,

    als ik eraan denk overvalt mij weer de angst!

    Eng was het er,  zo eng bijna als de dood;

    maar ook over het goede dat ik er vond vertel ik

    en over tal van andere  dingen die ik  zag.

    Hoe ik erin terecht kwam weet ik niet zo goed meer,

    te slaperig was ik toen ik afweek van de ware weg.


    © W. Schuermans

     

    20-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:06 In het land van Dante
    18-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blazoen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Le beau tétin 


    Clémant Marot

     

    Tetin refaict,  plus blanc qu' un oeuf,

    Tetin de satin blanc tout neuf,

    Tetin qui fais honte àla Rose,

    Tetin plus beau que nulle chose

    Tetin dur, non pas Tetin, voyre,

    Mais petite boule d' Ivoire,

    Au milieu duquel est assise

    Une Fraise ou une Cerise

    Que nul ne veoit, ne touche aussi,

    Mais je gage q’il est ainsi:

    Tetin donc au petit bout rouge,

    Tetin qui jamais ne se bouge,

    Soit pour venir, soit pour aller,

    Soit pour courir, soit pour baller:

    Tetin gauche, Tetin mignon,

    Tousjours loin de son compaignon,

    Tetin qui portes tesmoignage

    Du demourant du personnage,

    Quand on te voit, il vient à maintz

    Une envie dedans les mains

    De te taster, de te tenir:

    Mais il se fault bien contenir

    D’en approcher, bon gré ma vie,

    Car il viendroit une autre envie.

    O  Tetin, ne grand ne petit,

    Tetin meur, tetin d’appetit,

    Tetin qui nuict et jour criez:

    Mariez moy tost, mariez!

    Tetin qui t’enfles, et repoulses,

    Ton gorgias de deux bons poulses,

    A bon droict heureux on dira

    Celluy qui de laict t’emplira,

    Faisant d’un Tetin de pucelle,

    Tetin de femme entiere et belle.

     

    Perfecte tiet, blanker dan een ei

    Tiet, van fris en hagelwit satijn,

    Tiet, die de  roos beschaamt

    Tiet, mooier dan al wat bestaat

    Harde tiet, wel nee, geen tiet,

    Eerder een bol van wit ivoor

    Met midden op een bes of  kers

    Die niemand ziet of roert,

    Maar weten die ik het wel heel zeker.

    Tiet dus, met dat kleine roze eindje,

    Tiet , roerloos, immer en altijd

    zowel bij het lopen als bij het ballen.

    Linker tiet, allerschattigste tiet,

    Altijd ver van zijn gezellinnetje,

    Tiet, sier voor heel het personage,

    Wie je ziet krijgt op stond

    Goesting in de vingers

    Om je te betasten, te bevingeren:

    Maar deksels, hou je toch maar in,

    Een andere goesting komt dan snel!

    Tiet, niet te groot, niet te klein

    Rijpe tiet, appetijtelijke tiet,

    Tiet die dag en nacht verzucht:

    Huw me vlug! Huw me!  

    Tiet, die al rijzende de borst

    Ruim twee duim zwellen doet!

    Noem terecht gelukkig, hij die

    Haar met moedermelk beschenken zal,

    En uit een jonge maagdentiet

    Een vrouwentiet vormt, vol en mooi. 


    © W. Schuermans


    Een blason is een lofdicht over een deel van het vrouwelijk lichaam.  De Franse hofdichter Clément Marot (1496-1544) schreef er meerdere. Dit blazoen, hoeft het gezegd, bezingt de vrouwelijke borst.

    Het gedicht werd op muziek gezet door Clément Janequin (1485-1558). Beluister bijlage.

     

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=hZ0AtW1Y76g   

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:03 Douce France
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vriend Horatius
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Albi, nostrorum sermonum candide iudex,

    quid nunc te dicam facere in regione Pedana?

    scribere quod Cassi Parmensis opuscula vincat

    an tacitum silvas inter reptare salubris

    curantem quidquid dignum sapiente bonoque est?

    non tu corpus eras sine pectore: di tibi formam,

    di tibi divitias dederunt artemque fruendi.

    quid voveat dulci nutricula maius alumno,

    qui sapere et fari possit quae sentiat et cui

    gratia fama valetudo contingat abunde

    et mundus victus non deficiente crumina,

    inter spem curamque, timores inter et iras

    omnem crede  diem tibi diluxisse supremum:

    grata superveniet, quae non sperabitur hora.

    me pingem et nitidum bene curata cute vises,

    cum ridere voles, Epicuri de grege porcum.

    Ep. II, 4

    Albius, jij die zo knap mijn gedichten beoordeelt, 

    wat spook je toch uit in de streek van Tivoli?

    Schrijf je er teksten die beter zijn dan de prullen van Cassius Parmensis,

    of zwerf je daar rond in de gezonde boslucht,  

    mediterend over wat past en waardig is voor een wijze?

    Vergeet niet: je hebt een ziel in je lijf en bent een knapperd 

    met centen in je zak, dank aan de goden, ook de kunst ken je om ervan te genieten!

    Wat meer kan een voedster zich wensen voor haar zoogkind

    dan dat die denken kan, zich keurig uitdrukt, met 

    aanminnigheid, goede faam, gezondheid in overschot?  

    Kortom: een man van de wereld, portefeuille in aanslag.

    Toch één goede raad: doe maar of elke dag je laatste is,

    des te meer plezier beleef je aan het uur dat je niet verwachtte.

    Wat mij betreft: mijn buikje staat rond en mijn vel blinkt,

    net een zwijn in de stal van Epicurus, ... ja, lach maar!

    Brieven, boek II, 4

    © W. Schuermans


    Deze regels zijn meer dan twee millennia oud. Ze vloeiden uit de pen van Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.C.), een man van alle tijden en voor alle tijden. Ze zijn zo rijk aan inhoud dat ik er lang zou kunnen over praten en veel over schrijven. Maar, dient dat wel de poëzie? Lange analyses, geleerd geschrijf en gepraat zijn altijd een dodelijk gif voor de muze die zich in verzen verschuilt.
    Laat deze regels dus over je heen lopen als het water, proef ze in de mond, en streel er je oor mee... Ook wie geen Latijn verstaat, kan zich laten bekoren door de klanken van deze Augustijnse hofdichter.

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:13 The grandeur that was Rome
    17-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met Goethe op de Olympus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Wer nie sein Brot mit Tränen ass,

    Wer nie die kummervollen Nächte

    Auf seinem Bette weinend sass ,

    Der kennt euch nicht, ihr himlischen Mächte.

    Ihr führt ins Leben uns hinein,

    Ihr lasst den Armen schuldig werden,

    Dann überlasst ihr ihn der Pein:

    Denn alle Schuld rächt sich auf Erden


    Wie nooit zijn brood met tranen at,

    Wie nooit middenin miserie nachten

    Wenend op zijn bedstee zat

    Die heeft geen weet van Hemelse Machten.

    Zij sturen ons het leven in

    Beladen de arme sukkel met schuld

    Dan versmoren ze hem in  smart:

    Want alle schuld hoort thuis op aarde. 
     

    © W. Schuermans

     


    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vogels... en zo
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

    Alle vogeltjes beginnen nu nestjes te bouwen, behalve jij en ik! Wanneer beginnen wij eraan...

    Dit versje is het oudste Nederlandstalig gedichtje. Het dateert waarschijnlijk uit het derde kwart van de 11de eeuw. Het werd bij toeval teruggevonden in Oxford in een oud manuscript. Het is een glos en wordt voorafgegaan door de Latijnse versie van de regel:

    Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc
     

    Die regel kwam vermoedelijk uit de ganzenveer van een Vlaamse monnik die in Engeland vertoefde.

    Is het een 'proeve van de pen', een probatio pennae? Een vers gesneden ganzenveer werd eerst op de proef gesteld om uit te maken of ze deugdelijk aangesneden was. 

    Is het een liefdeszucht van een monnik die het wat moeilijk kreeg met zijn celibaat?

    Is het niet meer dan een moedertalige uiting van heimwee naar het (toen nog) verre vaderland?

    Of is het dit allemaal samen? 

    Het heeft niet het minste belang, als de regel maar resoneert, meer hoeft niet.   


    © W. Schuermans

    Bijlagen:
    Hebban olla vogala.jpg (10 KB)   

    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Categorieën
  • 01 O schone moedertaal (29)
  • 02 Stem uit Zuid-Afrika (3)
  • 03 Douce France (9)
  • 04 Süsse Sprache Deutschlands (12)
  • 05 Engelse dichters (7)
  • 06 In het land van Dante (3)
  • 07 Spaanse dichters (4)
  • 08 Portugese dichters (1)
  • 09 Russische dichters (3)
  • 10 Poolse dichters (0)
  • 11 Deense dichters (0)
  • 12 The glory that was Greece (4)
  • 13 The grandeur that was Rome (9)

  • Archief per maand
  • 09-2017
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs