Mijn dichters.
Inhoud blog
  • Oranje boven...?
  • Guido Gezelle, entomoloog
  • Moedertaal en Vaderland
  • Oog voor decadentie
  • Geuren, kleuren, klanken

    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • Spinozakring Lier
  • In de Toren van Montaigne: omtrent Michel de Montaigne (1533-1592), zijn Essais en zijn Tijd

  • Een poëtisch geheugenpaleis
    Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret. Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie. De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
    18-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blazoen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Le beau tétin 


    Clémant Marot

     

    Tetin refaict,  plus blanc qu' un oeuf,

    Tetin de satin blanc tout neuf,

    Tetin qui fais honte àla Rose,

    Tetin plus beau que nulle chose

    Tetin dur, non pas Tetin, voyre,

    Mais petite boule d' Ivoire,

    Au milieu duquel est assise

    Une Fraise ou une Cerise

    Que nul ne veoit, ne touche aussi,

    Mais je gage q’il est ainsi:

    Tetin donc au petit bout rouge,

    Tetin qui jamais ne se bouge,

    Soit pour venir, soit pour aller,

    Soit pour courir, soit pour baller:

    Tetin gauche, Tetin mignon,

    Tousjours loin de son compaignon,

    Tetin qui portes tesmoignage

    Du demourant du personnage,

    Quand on te voit, il vient à maintz

    Une envie dedans les mains

    De te taster, de te tenir:

    Mais il se fault bien contenir

    D’en approcher, bon gré ma vie,

    Car il viendroit une autre envie.

    O  Tetin, ne grand ne petit,

    Tetin meur, tetin d’appetit,

    Tetin qui nuict et jour criez:

    Mariez moy tost, mariez!

    Tetin qui t’enfles, et repoulses,

    Ton gorgias de deux bons poulses,

    A bon droict heureux on dira

    Celluy qui de laict t’emplira,

    Faisant d’un Tetin de pucelle,

    Tetin de femme entiere et belle.

     

    Perfecte tiet, blanker dan een ei

    Tiet, van fris en hagelwit satijn,

    Tiet, die de  roos beschaamt

    Tiet, mooier dan al wat bestaat

    Harde tiet, wel nee, geen tiet,

    Eerder een bol van wit ivoor

    Met midden op een bes of  kers

    Die niemand ziet of roert,

    Maar weten die ik het wel heel zeker.

    Tiet dus, met dat kleine roze eindje,

    Tiet , roerloos, immer en altijd

    zowel bij het lopen als bij het ballen.

    Linker tiet, allerschattigste tiet,

    Altijd ver van zijn gezellinnetje,

    Tiet, sier voor heel het personage,

    Wie je ziet krijgt op stond

    Goesting in de vingers

    Om je te betasten, te bevingeren:

    Maar deksels, hou je toch maar in,

    Een andere goesting komt dan snel!

    Tiet, niet te groot, niet te klein

    Rijpe tiet, appetijtelijke tiet,

    Tiet die dag en nacht verzucht:

    Huw me vlug! Huw me!  

    Tiet, die al rijzende de borst

    Ruim twee duim zwellen doet!

    Noem terecht gelukkig, hij die

    Haar met moedermelk beschenken zal,

    En uit een jonge maagdentiet

    Een vrouwentiet vormt, vol en mooi. 


    © W. Schuermans


    Een blason is een lofdicht over een deel van het vrouwelijk lichaam.  De Franse hofdichter Clément Marot (1496-1544) schreef er meerdere. Dit blazoen, hoeft het gezegd, bezingt de vrouwelijke borst.

    Het gedicht werd op muziek gezet door Clément Janequin (1485-1558). Beluister bijlage.

     

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=hZ0AtW1Y76g   

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:03 Douce France
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vriend Horatius
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Albi, nostrorum sermonum candide iudex,

    quid nunc te dicam facere in regione Pedana?

    scribere quod Cassi Parmensis opuscula vincat

    an tacitum silvas inter reptare salubris

    curantem quidquid dignum sapiente bonoque est?

    non tu corpus eras sine pectore: di tibi formam,

    di tibi divitias dederunt artemque fruendi.

    quid voveat dulci nutricula maius alumno,

    qui sapere et fari possit quae sentiat et cui

    gratia fama valetudo contingat abunde

    et mundus victus non deficiente crumina,

    inter spem curamque, timores inter et iras

    omnem crede  diem tibi diluxisse supremum:

    grata superveniet, quae non sperabitur hora.

    me pingem et nitidum bene curata cute vises,

    cum ridere voles, Epicuri de grege porcum.

    Ep. II, 4

    Albius, jij die zo knap mijn gedichten beoordeelt, 

    wat spook je toch uit in de streek van Tivoli?

    Schrijf je er teksten die beter zijn dan de prullen van Cassius Parmensis,

    of zwerf je daar rond in de gezonde boslucht,  

    mediterend over wat past en waardig is voor een wijze?

    Vergeet niet: je hebt een ziel in je lijf en bent een knapperd 

    met centen in je zak, dank aan de goden, ook de kunst ken je om ervan te genieten!

    Wat meer kan een voedster zich wensen voor haar zoogkind

    dan dat die denken kan, zich keurig uitdrukt, met 

    aanminnigheid, goede faam, gezondheid in overschot?  

    Kortom: een man van de wereld, portefeuille in aanslag.

    Toch één goede raad: doe maar of elke dag je laatste is,

    des te meer plezier beleef je aan het uur dat je niet verwachtte.

    Wat mij betreft: mijn buikje staat rond en mijn vel blinkt,

    net een zwijn in de stal van Epicurus, ... ja, lach maar!

    Brieven, boek II, 4

    © W. Schuermans


    Deze regels zijn meer dan twee millennia oud. Ze vloeiden uit de pen van Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.C.), een man van alle tijden en voor alle tijden. Ze zijn zo rijk aan inhoud dat ik er lang zou kunnen over praten en veel over schrijven. Maar, dient dat wel de poëzie? Lange analyses, geleerd geschrijf en gepraat zijn altijd een dodelijk gif voor de muze die zich in verzen verschuilt.
    Laat deze regels dus over je heen lopen als het water, proef ze in de mond, en streel er je oor mee... Ook wie geen Latijn verstaat, kan zich laten bekoren door de klanken van deze Augustijnse hofdichter.

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:13 The grandeur that was Rome
    17-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met Goethe op de Olympus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Wer nie sein Brot mit Tränen ass,

    Wer nie die kummervollen Nächte

    Auf seinem Bette weinend sass ,

    Der kennt euch nicht, ihr himlischen Mächte.

    Ihr führt ins Leben uns hinein,

    Ihr lasst den Armen schuldig werden,

    Dann überlasst ihr ihn der Pein:

    Denn alle Schuld rächt sich auf Erden


    Wie nooit zijn brood met tranen at,

    Wie nooit middenin miserie nachten

    Wenend op zijn bedstee zat

    Die heeft geen weet van Hemelse Machten.

    Zij sturen ons het leven in

    Beladen de arme sukkel met schuld

    Dan versmoren ze hem in  smart:

    Want alle schuld hoort thuis op aarde. 
     

    © W. Schuermans

     


    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vogels... en zo
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

    Alle vogeltjes beginnen nu nestjes te bouwen, behalve jij en ik! Wanneer beginnen wij eraan...

    Dit versje is het oudste Nederlandstalig gedichtje. Het dateert waarschijnlijk uit het derde kwart van de 11de eeuw. Het werd bij toeval teruggevonden in Oxford in een oud manuscript. Het is een glos en wordt voorafgegaan door de Latijnse versie van de regel:

    Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc
     

    Die regel kwam vermoedelijk uit de ganzenveer van een Vlaamse monnik die in Engeland vertoefde.

    Is het een 'proeve van de pen', een probatio pennae? Een vers gesneden ganzenveer werd eerst op de proef gesteld om uit te maken of ze deugdelijk aangesneden was. 

    Is het een liefdeszucht van een monnik die het wat moeilijk kreeg met zijn celibaat?

    Is het niet meer dan een moedertalige uiting van heimwee naar het (toen nog) verre vaderland?

    Of is het dit allemaal samen? 

    Het heeft niet het minste belang, als de regel maar resoneert, meer hoeft niet.   


    © W. Schuermans

    Bijlagen:
    Hebban olla vogala.jpg (10 KB)   

    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Categorieën
  • 01 O schone moedertaal (29)
  • 02 Stem uit Zuid-Afrika (3)
  • 03 Douce France (9)
  • 04 Süsse Sprache Deutschlands (12)
  • 05 Engelse dichters (7)
  • 06 In het land van Dante (3)
  • 07 Spaanse dichters (4)
  • 08 Portugese dichters (1)
  • 09 Russische dichters (3)
  • 10 Poolse dichters (0)
  • 11 Deense dichters (0)
  • 12 The glory that was Greece (4)
  • 13 The grandeur that was Rome (9)

  • Archief per maand
  • 09-2017
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs