 |
|
 |
Een poëtisch geheugenpaleis |
Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret.
Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie.
De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
|
 |
26-09-2017 |
Oranje boven...? |
Herinnering aan Holland
Hendrik Marsman
Denkend aan Holland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hoge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een groots verband;
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Ik hou van Marsman en vooral van dit gedicht. Sober en ritmisch borstelt Marsman van Holland een treffend portret. Hij houdt uiteraard van zijn vaderland en dat klinkt door in het gedicht. Er zullen maar weinig Hollanders zijn die die liefde niet delen: inzake chauvinisme steken zij de Fransen naar de kroon. Maar... velen in Europa delen die liefde niet. Voltaire (1694-1778) die korte tijd in Holland verbleef uit veiligheidsoverwegingen, nam kort maar karikaturaal afscheid met volgende karakterisering:' canaux, canards, canaille... '
26-09-2017, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
25-09-2017 |
Guido Gezelle, entomoloog |
Het Schrijverke
Guido Gezelle
(1830-1899)
(Gyrinus natans)
O krinklende
winkelende waterding,
met 't zwarte
kabotske aan,
wat zien ik toch
geren uw kopke flink
al schrijven op 't
waterke gaan!
Gij leeft en gij
roert en gij loopt zo snel,
Al zie k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet
uwe weg zo wel,
al zie 'k u geen oge
geen één.
Wat waart, of wat
zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het mij zeg het
mij toe!
Wat zijt gij toch
blinkende knopke fijn,
dat nimmer van
schrijven zijt moe?
(...)
Guido Gezelle is
zonder twijfel de grootste dichter in het Nederlands taalgebied. Had hij niet
in het West-Vlaams gedicht, maar in een of andere belangrijke Europese taal, hij
was dan wis en zeker een van de grootste Europese dichters geweest. De natuur
speelt in zijn poëzie een belangrijke rol. God openbaart zich zowel in Bijbel als in de natuur.
Gezelle is verwonderd bij het gade slaan van een waterinsect (een slootschrijvertje, zie foto). Verwondering is, als bekend, het begin van filosofische, religieuze en wetenschappelijke reflectie.
Het gedicht kan ook Spinozistisch
worden geïnterpreteerd, als Gezelles conclusie in het laatste vers van het gedicht wordt
aangevuld (in gedachten) methet begrip Natuur in Spinozas beroemde equatie God of de Natuur (Deus seu Natura).
Bijlage: Het Schrijverke, geïnterpreteerd door Will
Ferdie, en prachtig in beeld gebracht!
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=ipbnUn7cRXg
25-09-2017, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
09-02-2016 |
Moedertaal en Vaderland |
De Vaamsche tale
Guido Gezelle
De Vaamsche tale is wonder zoet,
voor die heur geen geweld en doet,
maar rusten laat int herte, alwaar,
ze onmondig leefde en sliep te gaar,
tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank,
te monde uit, gaat heur vrijen gang!
Wat verruwprachtig hoortoneel,
wat zielverrukkend zingestreel,
O, vlaamsche tale, uw kunste ontplooit,
wanneer zij t al vol leven strooit
en vol t onzegbaar schoon zijn,
dat, lijk wolken wierooks, welt
uit uw zoet wierookvat!
***
Uit : De
vermakelijke spraakkunst
Jacop van Lennep
(1802-1868)
Geen Engelsch, Duitsch of Fransch,
Geen Russisch of Japansch,
Verwint in zwier of praal
De Nederlandsche taal.
Hoewel haart noodlot bant
In t enge moederland
En zij haar schatten nooit
Naar buiten om zich strooit,
Hoewel haar ieder schrijft,
Al naar de wind hem drijft,
Haar, als een wassen neus,
Naar eigen gril en keus,
Verfonfaait en verdraait
-Hetgeen haar niet verfraait-
Hoewel schier iedereen,
Geleerde en brekebeen,
Haar ongepermitteerd
Mishandelt en verneêrt,
Toch blijft ze ons eerbiedwaard,
Toch, ons de liefste op aard;
(
)
09-02-2016, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
16-12-2015 |
Onzegbaar |
Hans Andreus (1926-1977)
Voor een dag van morgen
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien allen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
Vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.
Bijlage: Hans Andreus, Voor een dag van morgen: video (met tekst)
Bijlagen: http:///www.youtube.com/watch?v=kxi70AtNS8U
16-12-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
20-11-2015 |
J.C. Bloem: dichten met de dood op de hielen |
Morituri
J.C. Bloem (1887-1966)
Elke seconde
Sterven op aarde
Duizenden mensen.
Met de aan het lot
Machteloos geboeiden
Medegeboren,
Groeit levenslang de
Dood met hen mee.
Stralend begonnen
Zijn zij als kinderen,
Nachten van liefde
Maakten hen rijp.
Nu zij aan ieder
Hopen voorbij zijn,
Neemt hen dit kerkhof,
De aarde, in zich op.
Waarom dan dit voor
Niemand te ontkomen
Eindelijk afscheid
Toch nog geducht?
Laatren verlaten
Die wij verlaten;
Door alle tijden
Schalmt zich die doem.
***
Insomnia
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliedt gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet zijn geschapen.
(
)
***
Het einde
Wat geeft het dat wij hier of elders sterven?
Leven is altijd: naar den dood toegaan.
De haardgebondenen en die verzwerven
Vinden één graf aan t eind van hun bestaan.
***
Spreuk
Geen leed is voor de levenden te ontvlieden,
Maar in één aarde eindigt alle pijn,
Waar de verradenenen die verrieden
Vergeten in den slaap der eeuwen zijn.
***
Geluk
Niet anders is de gang van ieder leven:
Men raakt aan t eind van alle dingen los.
Wat heeft mij even een geluk hergeven?
Een neevlige einder, een verdoezeld bos.
Bijlagen:
1 Maak kennis met J.C. Bloem: video van het
Letterkundig Museum (Den Haag)
2 Insomnia: het hele gedicht filmisch verbeeldt (met
tekst, hoewel niet foutloos
) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=aquInAu87NI http://www.youtube.com/watch?v=kuyeUcWnG9k
20-11-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
08-10-2015 |
Nonsens, nonsens! |
Archibaldus van Oostzaan
Daan Zonderland (1909-1977)
ARCHIBALDUS van Oostzaan
Kon niet op zijn
benen staan.
En Johanna, zijn
gravin,
Zag terstond de oorzaak in.
Razend riep ze van de
tinnen:
jij komt zo de poort
niet binnen!
Archibald beweerde schuchter:
Sijsjelief, ik ben,
toch nuchter,
Van een glaasje
brandewijn,
Kan ik toch niet
dronken zijn!
Doch Johanna zei: Ziezo!
En ging naar haar lits
jumeaux.
Maar haar arme echtgenoot
Ging te rusten in de
goot.
***
ARCHIBALDUS van
Oostzaan
Leefde in de vreemde waan
Dat Johanna, zijn
gravin,,
Last kreeg van een
onderkin.
Eens, toen zij aan
tafel zaten,
Vroeg hij: Heb jij
in de gaten
Dat bij jou de
onderkinnen
Nu in alleernst
beginnen?
Had de stakker maar
gezwegen,
Of althans een kans
gekregen
Om nog naar zijn
zwaard te grijpen
Of om tijdig uit te
knijpen.
Doch reeds vloog hem
de puree
Om de oren. De hasjee
Volgde en de jonge
peentjes
En het bordje met de
beentjes.
Zelfs de gouden
soepterrien
Wou Johanna niet
ontzien,
Nu een deel van haar
fysiek
Bloot gestaan had aan
kritiek.
***
ARCHIBALDUS van
Oostzaan
Adverteerde om een
baan
Want Johanna, zijn
gravin,
Hield opeens zijn
zakgeld in.
En er kwam zowaar een
antwoord
Uit de nette
badplaats Zandvoort
Waar men in een
kleine kroeg
Iemand voor de tapkast
vroeg.
Welk een ideaal
bestaan!
Juichte Archibald
spontaan.
Welk een leven als
een vorst
Voor een man gekweld
door dorst!
Maar toen hij zich
presenteerde
Voor de baan die hij
begeerde,
Riep onthutst de
kastelein:
Vriend, gij kunt
mijn knecht niet zijn!
Want de omvang, zo
enorm,
En de kleurenrijke
vorm
En de stralend
conditie
Van wat ik om zijn
positie
Meen uw neus te
moeten heten
Maken, naar u zelf
zult weten,
Uw emplooi in
Zandvoort
Economisch niet
verantwoord.
Daan Zonderland (Daan
van der Vat) was anglist en journalist. Hij beoefende het genre dat Light Verse genoemd wordt, een bij uitstek Engels genre.
Dat deed hij vaardig, speels en op hoogst humoristische wijze, zoals het hoort.
Het is nu wel stil geworden rond Daan. Hij ontbreekt weliswaar in geen enkele bloemlezing
met nonsens-poëzie.
Zijn Light Verse, en
dat van vele andere poëten, vormden in mijn jeugd een belangrijke opstap naar het
Heavy Verse. Zonderland beslaat daarom
heel wat ruimte in mijn geheugenpaleis.
08-10-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
|
Tien X puntig |
Trijntje Fop
In Sidderburen was
een bok
die machtsverhief en
worteltrok.
Die bok heeft onlangs
onverschrokken
de wortel uit
zichzelf getrokken,
waarna hij zonder ongerief
zich weer in het kwadraat
verhief.
Maar t feit waardoor
hij voort zal leven
Is dat hij achteraf
nog even
de massa die hem
huldigde
met vijf
vermenigvuldigde.
Alex Van Der Heide
Een zekere Achmad in
Bagdad
Lag plat met zn gat
op zn badmat
Zo las hij zn
dagblad
En iedereen zag dat,
t Is raar, maar in
Bagdad daar mag dat!
C.B. Vaandrager
Het seksuele leven
Als de Chinezen
niet zo goed konden
kezen,
dan zouden er niet
zoveel Chinezen wezen.
De Schoolmeester
Op Poot
Hier ligt Poot:
Hij is dood.
Grafschrift op genereusen jood
Die mij hier weer
uit helpt, t zij door geweld of list,
Krijgt f 2,50
vrij geld, benevens het hout van de kist.
Erik Van der Steen
Grafschrift op een dronkaard
Hier rust
Een fust.
Grafschrift van een piekeraar
Het heeft jaren en
jaren gekost,
maar nu ben ik
opgelost.
Joost van den Vondel
Grafschrift op zichzelf
Hier ligt Vondel,
zonder rouw,
Hij is gestorven van
de kou.
Godfried Bomans
Spleen
In zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.
P.A. De Genestet
Uitzetten
'Zet ze uit de kerk!' dus roept ge luid.
Zet liever gij uw kerk wat uit.
Bijlage: maak kennis met Kees Stip (alias Trijntje Fop).
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=Zr1qG7jRx7Q
08-10-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
20-09-2015 |
Harba lori fa... |
Een smeins morgens vroeg
Hertog jan I van Brabant (1252/54-1294)
(?)
Een smeiens morgens
vroeg
was ik opgestaan,
In en schoon
boomgaardekijn
Zoud ik spelen
gaan.
Daar vond ik drie
jonkvrouwen staan.
DEne zong vore, dander
zong na:
Harba lori fa,
Harba, harba lori fa,
Harba lori fa.
Toen ik verzag dat
schone kruid
in de boomgaardekijn,
End ik verhoorde dat
zoete geluid
van de mageden fijn,
Toen verblijdde dat
herte mijn
Dat ik moeste zingen
na:
Harba lori fa,
Harba, harba lori fa,
Harba lori fa.
Toen groette ik die
allerschoonste
die daar onder stond,
Ik liet mijn armen
al omme gaan
Ter zelfder stond.
Ik woude ze kussen
aan hare mond.
Ze sprak: laat
staan, laat staan !
Harba lori fa,
Harba, harba lori fa,
Harba lori fa.
Hertog Jan I van
Brabant is een van de (niet zo vele) landvorsten
die ik een warm hart toedraag. Landvorst: goed te begrijpen: ik ben een
Brabander, geen Vlaming. Brabant, niet Vlaanderen, is mijn kleine vaderland.
Normaal dus dat ik Jan I van Brabant een landvorst noem. Jan I was een Schöngeist: een minnaar van kunsten
en letteren en een minnedichter. Hij stierf in 1294 ten gevolge van een wonde
die hij opliep tijdens een tornooi.
Dit gedicht wordt aan
hem toegeschreven. Het is een ode aan de muziek en aan het vrouwelijk schoon.
Harba lori fa is
mogelijk een verbastering van lherbe fleurs fait, metafoor voor de lente,
die het leven (inclusief het
liefdesleven) dynamiseert.
Bijlagen:
1 Hetog Jan I van Brabant: ons Brabants
volkslied.
2 Een smeien smorgen vroeg: video, gezongen versie.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=2w05YNLevfA http://www.youtube.com/watch?v=XLhX11-ATpo
20-09-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
06-09-2015 |
De maan en een kano |
Melopee
Paul van Ostaijen (1896-1926)
Onder de maan schuift
de lange rivier
Over de lange rivier
schuift moede de maan
Onder de maan op de
lange rivier schuift de kano naar zee
Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar
zee
schuift met de
schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen
naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de
maan en de man getweeën gedwee naar
de zee
De liefde voor de poëzie
is me meegegeven in de literatuurlessen (die waren er toen nog) op de
middelbare school. De nadruk viel in die lessen op de traditionele dichtkunst.
Modernisten als van Ostaijen kwamen evenwel ook om de hoek kijken.
Toen ik wat meer op
eigen poëziebenen stond, ging ik op trektocht door de modernistische, de avant-gardistische,
de atonale dichtkunst en hoe dat toen ook heette
Er bestond in die dagen een goedkopeboekjesreeks , die Oievaarpockets
heette, met ruim aandacht voor dichters. Ik besteedde mijn zondagscentjes Nieuwe griffels, nieuwe leien een bloemlezing van
moderne dichters, samengesteld door dichter Paul Rodenko, die vele herdrukken kende. Antiquarisch nu nog steeds een gezocht boekje, toen gewoon een pocketje nr. 8.
Twee korte gedichten
van van Ostaijen klikte ik in mijn jongere dagen vast op mijn nu wat sletige harde
schijf. Zijn Melopee is er een van.
Bijlagen
1 Van Ostaijen,
Melopee, video met voordracht
2 Van Ostaijen, Melopee, fotovideo met tekst en
voordracht
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=ApAQYW8idDw http://www.youtube.com/watch?v=ZATJP61hdOk
06-09-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
31-08-2015 |
Madama rouwt |
Gekwetst ben ik
Margareta van Oostenrijk (1480 -1530)
Gekwetst ben ik van
binnen,
Deurwond mijn hert zo
zeer,
Van uwer ganser
minnen,
Gekwetst zolank zomeer.
Waar ik mi wend, waar
ik mi keer,
Ik en kan gerusten
dag noch nachte;
Waar ik mi wend, waar
ik mi keer
Gi zijt alleen in
mijn gedachte.
Margaretha van Oostenrijk,bij
leven aangesproken als Madama, was de tante
van onze Keizer Karel, geboren in Gent (1500) en heerser over een imperium dat
in Europa Frankrijk omknelde en zich uitstrekte aan weerskanten van de
Atlantische Oceaan. Hij stelde haar aan
als landvoogdes over de Nederlanden toen hij in 1519 Koning van Spanje werd. Ze
bestuurde vanuit Mechelen. De stad eerde haar met een standbeeld dat (sedert
2006) opgesteld staat voor de Sint-Rombouts kathedraal aldaar.
Ik bewonder Margaretha, een bekwame, zachtmoedige
vorstin, die in woelige tijden ( Hervorming) haar best deed om haar onderdanen
te dienen. Toen haar jonge echtgenoot Philibert II van Savoye onverwacht stierf,
schreef ze haar verdriet van zich af in een aantal mooie Franstalige gedichten. Ze droeg levenslang de weduwenkap...Mogelijk is ook dit Vlaamse gedicht van haar hand.
En ook als het niet van Margaretha
is, denk ik bij het reciteren van deze
verzen toch aan deze Dame met Klasse. Verdiend opgeborgen in mijn geheugenpaleis.
Bijlage:
De video, een gezongen versie, vermeld dat het een 14de eeuws liefdesgedicht is. Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=oZ7aaAEfifs
31-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
29-08-2015 |
Lady Kant |
Het bed (III)
Hubert van Herreweghen (°1920)
In t hout van t
oude bed gedurig klopt een memel
en maant mij als de
stem der vaderen die dit bed,
een eiken ledikant
onder een donkre hemel,
getimmerd zelf en in
elkaar hebben gezet.
Aan mij, de laatste
telg, de onguurste hunner erven,
vermaakte als
relikwie mijn puiteins geslacht
dit mijtrig bed, dat
baren, paren zag en sterven
mijn vaderen en
enkel op mijn sterven wacht.
Ik lig roerloos en
lang en hoor de memel knagen,
ik hoor hem elke
nacht, er is geen toeverlaat,
de memels kloppen
staag, de memels blijven vragen
en manen dat elk hout
en elk geslacht vergaat.
En elke morgen ligt
een hoopje vuilwit poeder
onder de kleine
schacht waarin de made boort.
Gedurig maalt de
platte worm het hout tot voeder,
Gedurig molmt het
hout en molmt het lichaam voort.
Allen die sliepen
hier, slapen thans onder zoden.
-Er tokt een made, er
tokt een houtmade in het hout-,
Welhaast ben ik bij
hen, en hoor de worm der doden;
-Er tokt een made,
er tokt een houtmade in het hout-,
En in de schemer, na
de nacht en t rusteloos woelen,
begerig naar de
slaap, met ogen koud en hard,
roerloos gestrekt,
met duizelende angst te voelen
hoe traag een made
knaagt aan mijn wormstekig hart.
Hubert van
Herreweghen, nu 95, is een Vlaams-Babantse dichter met authentieke stem.
Helaas te weinig bekend en ook té weinig in bloemlezingen opgenomen. Dit
gedicht illustreert hoe echte poëzie kan
ontspruiten uit banale aanleidingen, en ons confronteert met (niet altijd
vrolijk makende) aspecten .
Dit gedicht spreekt mij aan omwille van zijn
klankrijkdom, zijn ritmiek, zijn gebalde, krachtige zegging.
Bijlagen:
1 Actrice Janine Schevernels draagt van Herreweghen voor (Het geluk).
2 De dichter, die een sonore stem heeft en
feilloos Nederlands spreekt, leest een van zijn gedichten voor.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=MLN_aA5ldy8 http://www.youtube.com/watch?v=sZHt6a4uMUs
29-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
13-08-2015 |
Vriendschap |
Het Egidiuslied
NN (Jan Moritoen?)
Egidius, waer bestu
bleven?
Mi lanct na di, gheselle
mijn.
Du coors die doot, du
liets mi tleven.
Dat was gheselscap
goet ende fijn,
Het sceen teen moeste
ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon
verheven,
Claerre dan der zonnen
scijn,
Alle vruecht is di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di gheselle
mijn:
Du coors die doot, du
liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ik
moet nog sneven
Ende in de weerelt
liden pijn.
Verware mijn stede di
beneven/
Ik moet nog zinghen een
liedekijn.
Nochtan moet emmer ghestorven
sijn.
Egidius, waer bestu
bleven?
Mi lanct na di, gheselle
mijn.
Di coors die doot, du
liets mi tleven.
Egidius, zeg, waar ben
je nu?
Ik verlang naar je,
mijn vriend
Jij koos de dood, jij
liet mij t leven.
Dat was vriendschap oprecht
en fijn
Maar een van ons moest
sterven.s
Nu ben je op de hemeltroon
verheven,
Stralender dan
zonneschijn,
Alle vreugd is nu je
deel.
Egidius, zeg, waar ben
je nu?
Ik verlang naar je,
mijn vriend
Jij koos de dood, jij
liet mij t leven.
Bid voor mij, ik moet nog verder,
En in de wereld verdriet
lijden.
Bewaar een plekje
naast je.
Ik moet nog even
verder zingen,
Maar sterven moet wel iedereen.
Egidius, zeg, waar ben
je nu?
Ik verlang naar je,
mijn vriend
Jij koos de dood, jij
liet mij t leven.
Bijlage: Egidiuslied,
gezongen en voorgedragen
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=B30Xgrrqu78
13-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
11-08-2015 |
Mei |
Mei, een gedicht
Herman Gorter (1864-1927)
Een nieuwe lente en
een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied
klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde
voor een zomernacht
In een oud stadje,
langs de watergracht-
In huis was t
donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer,
aan de lucht blonk laat
nog licht,er viel een
gouden blanke schijn
Over de gevels in
mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen
als een orgelpijp,
De klanken schudden
in de lucht zo rijp
Als jonge kersen, wen
een lentewind
In t bosje opgaat en
zijn reis begint.
Hij dwaald over de
bruggen, op de wal
van t water, langzaam gaande overal
Als n jonge vogel
fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die
zijn avondmaal
Nam, luisterde als
naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand
die t venster sloot,
Talmde een poze, wijl
de jongen floot.
Zo wil ik dat dit
lied klinkt, er is één
Die ik wèl wenste,
dat mijn stem bescheen,
Met meer dan lachen
van haar zachte oog
Heil, heil, ik voel hier handen en de weke boog
van hare arm.
(
)
Op het einde van de
negentiende eeuw ontstond er in Nederland een literaire beweging die zich De
Tachtigers noemde. Herman Gorter is een van die Tachtigers. Gorter studeerde
klassieke talen, was politiek actief ter linkerzijde en vooral dichter. Zijn
lang episch gedicht Mei geniet nu nog (relatieve) bekendheid. Het eerste vers
van het gedicht Een nieuwe lente, een nieuw geluid, werd een staande uitdrukking in onze taal.
Weinig auteurs brengen dat voor elkaar.
In de tijd dat er op
de secundaire school nog aandacht werd besteed aan literatuurgeschiedenis kregen de Tachtigers ruim aandacht.
Bovenstaande verzen leerde ik vrijwillig uit het hoofd.
Bijlage: Gorter blijkt helemaal niet populair op
youtube. Een teken aan de wand. Enkele nitwitterige amateurs proberen de
beginverzen van Mei voor te dragen. Niet om aan te horen.
11-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
30-07-2015 |
Het lot |
De tuinman en de dood
P.N. Van Eyck
Een Perzisch Edelman
Van morgen ijlt mijn
tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: Heer,
Heer een ogenblik!
Ginds, in de rooshof,
snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter
mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte
mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de
dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en
laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog
bereik ik Ispahan! -
Van middag (lang
reeds was hij heengespoed)
Heb ik in t cederpark
de Dood ontmoet.
Waarom, zo vraag
ik, want hij wacht en zwijgt,
Hebt gij van morgen
vroeg mijn knecht gedreigd?
Glimlachend antwoordt
hij: Geen dreiging was t,
Waarvoor uw tuinman vloot.
Ik was verrast,
Toen k s morgens hier
nog stil aan t werk zag staan,
Die k s avonds
halen moest in Ispahan.
Een van de bekendste
gedichten uit onze literatuur. De dichter vertelt een oud verhaal: niemand kan
zijn lot ontlopen, niemand kan de dans van Magere Hein ontspringen.
Ik was een eerstejaarsbroekje in de 'grote', secundaire, school. De Tuinman en de Dood is een van de
eerste gedichten die ik in de lessen Nederlands van de heer van Genechten, die
wij om evidente redenen Lambiek noemden, als huistaak uit het hoofd moest leren.
Het is er, met dank aan deze opvoeder, sedertdien niet meer uitgeraakt.
Bijlage: De tuinman en de dood, voordracht met schermtekst.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=33ssIyEVRvQ
30-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
25-07-2015 |
De lange tijd |
Sonnet
P.C. Hooft (1581-1647)
Gezwinde grijsaard,
die op wakkre wieken staag
De dunne lucht
doorsnijdt, en zonder zeil te strijken
Altijd vaart voor de
wind, en ieder na laat kijken,
Doodvijand van rust,
die woelt bij nacht bij daag.
Onachterhaalbre
Tijd, wiens hete honger graag
Verslokt, verslindt,
verteert al wat er sterk mag lijken
En keert, en wendt,
en stort staten en koninkrijken,
Voor iedereen te snel
hoe valt gij mij zo traag?
Mijn lief, sinds ik u
mis, verdrijf ik met mishagen
De schoorvoetige
tijd, en tob de lange dagen
Met arbeid avondwaarts.
Uw afzijn valt te bang.
En mijn verlangen kan
de Tijdgod niet bewegen;
Maar t schijnt, verlangen
daar zijn naam van heeft gekregen
Dat ik de tijd, die
ik verkorten wil, verlang.
Bijlage:
P.C. Hooft is op Youtube niet erg populair. Dan maar de
video van het Letterkundig Museum (Amsterdam).
De Hollander, die op
het einde van de video Hoofts sonnet afkraakt kon ik, helaas, niet wissen.
De Nederlandse taal is
wonderzoet, als de keelzieke Hollander haar geen geweld aandoet
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=5r9oExVAHGk
25-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
24-07-2015 |
Weg van Willem (3): trouwen is houwen |
Het Huwelijk
Willem Elsschot
Toen hij bespeurde
hoe de nevel van de tijd
in d ogen van zijn
vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had
verweerd, haar voorhoofd had doorkloven,
toen wendde hij zich
af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging
te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de
blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse
zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe ze tot hem
opkeek als naar een stervend paard.
Maar sterven deed zij
niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar
gebeente, dat haar tóch bleef dragen.
Zij dorst niet
spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar ze
stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla
haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van
mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water
plassen
tot bij een ander lief
in enig ander land.
Maar doodslaan deed
hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de
weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid,
die niemand kan verklaren,
en die des avonds
komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen.
De kindren werden groot
en zagen dat de man
die zij hun vader heetten,
bewegingsloos en
zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en
vervaarlijke aanblik bood.
Rotterdam 1910
Het huwelijk, zoals
wij het kennen, is een vinding van de Kerk die uiteindelijk bekrachtigd en
gesteund werd door burgerlijke overheden. De aloude instelling vermemelde in de 20ste eeuw. Andere vormen
van samenleven ontstonden. Het burgerlijk huwelijk al of niet bekwispeld door
de Kerk, blijft evenwel een fundament van de Europese samenleving.
In dit gedicht maakt
Elsschot een röntgen van zijn huwelijk. Hij zat het uit met volharding. Al te
goed besefte hij hoe deze instelling soms met de jaren degenereert tot een
kerker waaruit moeilijk uitgebroken wordt.
Ik leerde dit gedicht
uit het hoofd kort nadat ik huwde. Ik herkende er een grond van waarheid in.
Waarschijnlijk omdat de smaak van de vrijheid toen nog aan mijn lippen kleefde.
Bijlage:
1 W. Elsschot, Het huwelijk: versie 1 (het Letterenhuis, Antwerpen).
2 W. Elsschot, Het huwelijk: versie 2 (voordracht kunstenaar Gerard Vermeersch) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=G7Dmvv0XFi8 http://www.youtube.com/watch?v=kNFz6ClJFb8
24-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
15-07-2015 |
Nonnen en de lokroep van het vlees |
Beatrijs
v. 328-368
Dus quamen si den
telt gevaren
Smorgens aen een
foreest
Daer die voghele
hadden feest.
Si maecten soe groet
ghescal,
Datment hoerde over
al;
Elc sanc na der
naturen sine.
Daer stonden scone
bloemkine
Op dat groene velt
ontploken
Die scone waren ende
suete roken.
Die locht was claer
ende scone.
Daer stonden vele
rechte bome
Die ghelovert waren
rike.
Die ionghelinc sach
op die suverlike
Daer hi gestade minne
toe droech.
Hi seide: lief waert
u ghevoech,
Wi souden beeten ende
bloemen lesen,
Het dunct mi hier
scone wesen,
Laet ons spelen der
minnen spel.
Wat segdi, sprac
si, dorper fel,
Soudic beeten op
tvelt,
Ghelijck enen wive
die wint ghelt
Dorperlijc met haren
lichame?
Seker soe haddic
cleine scame!
Dit en ware u niet
ghesciet
Waerdi van dorpers
aerde niet!
Ic mach mi bedinken
onsochte.
Godsat hebdi diet
sochte!
Swighet meer deser
talen
Ende hoert die
voghele inden dalen
Hoe si singhen ende
hen vervroyen;
Die tijt sal u te min
vernoyen,
Alsic bi u ben al
naect
Op een bedde wel
ghemaect
Soe doet al wat u
ghenoecht
Ende dat uwer herten voeght.
Ic hebs in mijn
herten toren,
Dat ghijt mi heden
leit te voren.
Hi seide: lief, en
belghet u niet.
Het dede venus, diet
mi riet.
God gheve mi scande
ende plaghe
Ochtic u emmermeer
ghewaghe.
(...)
(
)
Ze kwamen in telgang gereden
Vroeg in de morgen aan
een bos,
Alle vogels hielden er
feest
Hun gezang schalde zo
luid,
Dat ze overal te horen
waren;
Elke vogel zong zijn
eigen lied.
Een zee van mooie bloemen
Bloeiden in een groene
wei,
Mooi waren ze en
geurig,
Geen wolkje aan de lucht,
Er stonden kaarsrechte
bomen
Rijkelijk voorzien van
lover.
De jongeling bekeek zijn frisse bruid
Die hij met oprechte
liefde beminde,
Hij sprak: Lief, als
het je zint,
We leggen ons hier, en
plukken bloemen,
Ik vind het hier betoverend
mooi
Laat ons het minnespel
spelen.
Wat hoor ik?, zei ze
,pummel!
Zal ik me in de weide
neerleggen
Als een vrouw die in
schande
Geld wint met haar lichaam?
Dan had ik wel kleine
schaamte!
Dat had je vast niet
gezegd,
Was je geen
boerenpummel!
Ik kan nog van idee
veranderen,
Dat is dan je
verdiende straf.
Zwijg liever en luister
eens
Naar de vele vogels in
het dal
Hoe ze zingen en zich
uitleven,
Je zal je des te
minder vervelen
Al ik naakt bij je neerlig
Op een wel gedekt bed.
Doe dan al wat je maar
wil
En al wat je hartje
lust.
Ik voel boosheid in
mijn hart,
Omdat je het mij nu voorstelt.
Hij zei: Lief maak je
maar niet boos
Het is de schuld van Venus;
God geve mij kommer en
kwel
Als ik het je weerom
vraag.
(
)
© W. Schuermans
Vlaamse medievisten
moesten, dat spreekt, in vorige eeuw Latijn kennen én Middelnederlands. De Nieuwe
Universiteit acht dat niet meer nodig en gooide die ballast overboord
In de
propedeuse las Neerlandicus Prof. Dr. Antonin van Elslander (RUG), een
beminnelijk man, met ons de Beatrijs, een van de hoogtepunten van de Vlaamse
Middelnederlandse literatuur. Daartoe gebruikten we een facsimile van het middeleeuwse
manuscript. Een paleografische oefening die er bovenop kwam.
Beatrijs woont al een
halve eeuw in mijn geheugenpaleis.
Bijlage: het verhaal van zuster Beatrijs, een korte animatiefilm.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=D0r6KBN0iPg
15-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
08-07-2015 |
Weg van Willem (2): aanmodderen |
De baggerman
Willem Elsschot
Vergeef het mij, maar k
durf u niet genaken,
daar mijn gelaat nog
glimt van t laatste ontbijt,
en gij misschien
reeds uren bezig zijt
uw duizendvierde
slootje schoon te maken.
Ik groet met diep
ontzag uw aardse banden:
uw krommen rug en
moedeloozen baard,
waarlangs de regen
naar beneden vaart,
uw dunnen benen en
uw grote handen
De koeien staken af
en toe het grazen
om op te zien met
sluwe koppigheid
en luid te loeien dat
ge een luiaard zijt,
wanneer gij rust om
even uit te blazen.
Die stomme beesten
zouden u verklikken:
pas op uw tellen dus
en schep maar raak.
Vertrouw ook niet de
raaf, dien zwarten snaak,
Die in uw slijk de wormen
op komt pikken.
Het is des Heeren wil
of t zou niet wezen,
En trouwens, man, het
slijk moet uit de sloot.
Wees dus maar stil,
ge zijt toch spoedig dood:
als gij in t water kijkt
dan kunt gij t lezen.
Rotterdam 1908
Hoofdwerkers (vaak in
witkielen) kijken nogal eens neer op handwerkers (vaak blauwkielen). Elsschot
doet dat zeker niet: als hij een baggerman bekijkt dan spreek zijn geweten. Dat
leverde ooit dit gedicht op.
Ik zette dit gedicht
bij in mijn geheugenpaleis ter ere van een dubbel paar had werkende handen, dat
mij op weg zetten naar een leven als hoofdwerker.
Bijlage: Willem Elsschot geeft een kort interview over 'Dwaallicht'
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=teiYMej1sWU
08-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
23-06-2015 |
Weg van Willem (1) : Moeders en zonen |
Spijt
Willem Elsschot (1882-1960)
Dat in gemelijke
grillen
ik mijn dagen kon
verspillen,
dat ik haar
voorbijgegaan
of een steen daar had
gestaan.
Dat ik heel mijn
zondig leven
heb gekregen zonder
geven,
dat mij alles heeft
gesmaakt,
dat ik niets heb
uitgebraakt,
dat ik niet kan
herbeginnen
haar te dienen, haar
te minnen,
dat zij heen is en
voorbij,
bitter, bitter grieft
het mij.
Maar de jaren zijn
verstreken
en de kansen zijn
verkeken.
Moest die kist weer
opengaan
geen stuk vlees zat
er nog aan.
Priesters zalven en
beloven,
maar ik kan het niet
geloven.
Neen, er is geen
wenden aan:
als we dood zijn is t
gedaan.
Ja, gedaan. Wat helpt
mijn klagen?
Wat mijn roepen, wat
mijn vragen?
Wat ik bulder, wat ik
zweer?
De echo zendt mij
alles weer.
(
)
Willem Elsschot (ps.
Alfons de Ridder), nog altijd ongenaakbare top van onze Vlaamse literatuur,
vandaag, helaas, bezet door levende literaire doden.
In 1957 verscheen de
eerste editie van zijn Verzamelde Werken. Een literair evenement van eerste
orde. Hij stond met Tjip/De leeuwentemmer in een populaire editie in de
boekenkast van mijn vader. Ik kende hem dus. Op kerstdag 1960, nog niet
helemaal droog achter de oren, beschonk ik mezelf met de vierde druk van die Verzamelde Werken. Verslond ze in één ruk en wist meteen wat schrijven was, wat literatuur. Weg was ik van Willem: ik tekende uit pure bewondering met mijn bescheiden tekentalent een portret van deze Vlaamse Titaan (zie foto boven).
Ik leef met enkele van zijn gedichten, Spijt is er een van. Elsschotiaan voor het leven Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=SDF5pd6kARw
23-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |