Mijn dichters.
Inhoud blog
  • Oranje boven...?
  • Guido Gezelle, entomoloog
  • Moedertaal en Vaderland
  • Oog voor decadentie
  • Geuren, kleuren, klanken

    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • Spinozakring Lier
  • In de Toren van Montaigne: omtrent Michel de Montaigne (1533-1592), zijn Essais en zijn Tijd

  • Een poëtisch geheugenpaleis
    Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret. Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie. De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
    26-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oranje boven...?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herinnering aan Holland

    Hendrik Marsman

     

    Denkend aan Holland

    zie ik brede rivieren

    traag door oneindig

    laagland gaan,

    rijen ondenkbaar

    ijle populieren

    als hoge pluimen

    aan den einder staan;

    en in de geweldige

    ruimte verzonken

    de boerderijen

    verspreid door het land,

    boomgroepen, dorpen,

    geknotte torens,

    kerken en olmen

    in een groots verband;

    de lucht hangt er laag

    en de zon wordt er langzaam

    in grijze veelkleurige

    dampen gesmoord,

    en in alle gewesten

    wordt de stem van het water

    met zijn eeuwige rampen

    gevreesd en gehoord.

     

    Ik hou van Marsman en vooral van dit gedicht. Sober en ritmisch borstelt Marsman van Holland een treffend portret. Hij houdt uiteraard van zijn vaderland en dat klinkt door in het gedicht. Er zullen maar weinig Hollanders zijn die die liefde niet delen: inzake chauvinisme steken zij de Fransen naar de kroon. Maar... velen in Europa delen die liefde niet. Voltaire (1694-1778) die korte tijd in Holland verbleef uit veiligheidsoverwegingen, nam kort maar karikaturaal afscheid met volgende karakterisering:' canaux, canards, canaille... '

     

    26-09-2017, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    25-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guido Gezelle, entomoloog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het Schrijverke

     

    Guido Gezelle (1830-1899)

    (Gyrinus natans)

     

    O krinklende winkelende waterding,

    met  't zwarte kabotske aan,

    wat zien ik toch geren uw kopke flink

    al schrijven op 't waterke gaan!

    Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,

    Al zie ’k u noch arrem noch been;

    gij wendt en gij weet uwe weg zo wel,

    al zie 'k u geen oge geen één.

    Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?

    Verklaar het mij zeg het mij toe!

    Wat zijt gij toch blinkende knopke fijn,

    dat nimmer van schrijven zijt moe?

    (...)

     

    Guido Gezelle is zonder twijfel de grootste dichter in het Nederlands taalgebied. Had hij niet in het West-Vlaams gedicht, maar in een of andere belangrijke Europese taal, hij was dan wis en zeker een van de grootste Europese dichters geweest. De natuur speelt in zijn poëzie een belangrijke rol. God openbaart zich zowel in Bijbel als in de natuur.

    Gezelle is verwonderd bij het gade slaan van een waterinsect (een slootschrijvertje, zie foto). Verwondering is, als bekend, het begin van filosofische, religieuze en wetenschappelijke reflectie. 

    Het gedicht kan ook Spinozistisch worden geïnterpreteerd, als Gezelle’s conclusie in het laatste vers van het gedicht wordt aangevuld (in gedachten) met’het begrip ‘Natuur’ in Spinoza’s beroemde equatie God of de Natuur (Deus seu Natura).

     

     

    Bijlage:   Het Schrijverke, geïnterpreteerd door Will Ferdie, en prachtig in beeld gebracht!


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=ipbnUn7cRXg   

    25-09-2017, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (1)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    09-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moedertaal en Vaderland
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    De Vaamsche tale

    Guido Gezelle

     

    De Vaamsche tale is wonder zoet,

    voor die heur geen geweld en doet,

    maar rusten laat in’t herte, alwaar,

    ze onmondig leefde en sliep te gaar,

    tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank,

    te monde uit, gaat heur vrijen gang!

    Wat verruwprachtig hoortoneel,

    wat zielverrukkend zingestreel,

    O, vlaamsche tale, uw’ kunste ontplooit,

    wanneer zij ’t al vol leven strooit

    en vol ‘t onzegbaar schoon zijn, 

    dat, lijk wolken wierooks, welt

    uit uw zoet wierookvat!

     

    ***


    Uit : ‘De vermakelijke spraakkunst’

    Jacop van Lennep (1802-1868)

     

    Geen Engelsch, Duitsch of Fransch,

    Geen Russisch of Japansch,

    Verwint in zwier of praal

    De Nederlandsche taal.

    Hoewel haar’t noodlot bant

    In ’t enge moederland

    En zij haar schatten nooit

    Naar buiten om zich strooit,

    Hoewel haar ieder schrijft,

    Al naar de wind hem drijft,

    Haar, als een wassen neus,

    Naar eigen gril en keus,

    Verfonfaait en verdraait

    -Hetgeen haar niet verfraait-

    Hoewel schier iedereen,

    Geleerde en brekebeen,

    Haar ongepermitteerd

    Mishandelt en verneêrt,

    Toch blijft ze ons eerbiedwaard,

    Toch, ons de liefste op aard;

    (…)

     


    09-02-2016, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    16-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onzegbaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Hans Andreus (1926-1977)


    Voor een dag van morgen

     

    Wanneer ik morgen doodga,

    vertel dan aan de bomen

    hoeveel ik van je hield.

    Vertel het aan de wind,

    die in de bomen klimt

    of uit de takken valt,

    hoeveel ik van je hield.

    Vertel het aan een kind,

    dat jong genoeg is om het te begrijpen.

    Vertel het aan een dier,

    misschien allen door het aan te kijken.

    Vertel het aan de huizen van steen,

    Vertel het aan de stad,

    hoe lief ik je had.

    Maar zeg het aan geen mens.

    Ze zouden je niet geloven.

    Ze zouden niet willen geloven dat

    alleen maar man alleen maar een vrouw,

    dat een mens een mens zo liefhad

    als ik jou.


    Bijlage:  Hans Andreus, Voor een dag van morgen: video (met tekst)

    Bijlagen:
    http:///www.youtube.com/watch?v=kxi70AtNS8U   

    16-12-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    20-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.J.C. Bloem: dichten met de dood op de hielen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Morituri

     

    J.C. Bloem (1887-1966)

     

    Elke seconde

    Sterven op aarde

    Duizenden mensen.

    Met de aan het lot

    Machteloos geboeiden

    Medegeboren,

    Groeit levenslang de

    Dood met hen mee.

     

    Stralend begonnen

    Zijn zij als kinderen,

    Nachten van liefde

    Maakten hen rijp.

    Nu zij aan ieder

    Hopen voorbij zijn,

    Neemt hen dit kerkhof,

    De aarde, in zich op.

     

    Waarom dan dit voor

    Niemand te ontkomen

    Eindelijk afscheid

    Toch nog geducht?

    Laatren verlaten

    Die wij verlaten;

    Door alle tijden

    Schalmt zich die doem.


    ***

     

    Insomnia

     

    Denkend aan de dood kan ik niet slapen,

    En niet slapend denk ik aan de dood,

    En het leven vliedt gelijk het vlood,

    En elk zijn is tot niet zijn geschapen.

    (…)


    ***

     

    Het einde

    Wat geeft het dat wij hier of elders sterven?

    Leven is altijd: naar den dood toegaan.

    De haardgebondenen en die verzwerven

    Vinden één graf aan ’t eind van hun bestaan.


    ***

     

    Spreuk

    Geen leed is voor de levenden te ontvlieden,

    Maar in één aarde eindigt alle pijn, 

    Waar de verradenenen die verrieden

    Vergeten in den slaap der eeuwen zijn.


    ***


    Geluk

    Niet anders is de gang van ieder leven:

    Men raakt aan ’t eind van alle dingen los.

    Wat heeft mij even een geluk hergeven?

    Een neevlige einder, een verdoezeld bos.


    Bijlagen:

     

    1  Maak kennis met J.C. Bloem: video van het Letterkundig Museum (Den Haag)

    2   Insomnia: het hele gedicht filmisch verbeeldt (met tekst, hoewel niet foutloos…)

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=aquInAu87NI   
    http://www.youtube.com/watch?v=kuyeUcWnG9k   

    20-11-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    11-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziekte van de tijd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Lucebert

    Sonnet

     


    Ik

    Mij

    Ik

    Mij

     

    Mij

    Ik

    Mij

    Ik

     

    Ik

    Ik

    Mijn

     

    Mijn

    Mijn

    Ik

     

    Bijlage:  maak kennis met dubbeltalent Lucebert



    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=cnQPRxzFz-Q   

    11-10-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    08-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nonsens, nonsens!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Archibaldus van Oostzaan

    Daan Zonderland (1909-1977)

     

    ARCHIBALDUS van Oostzaan

    Kon niet op zijn benen staan.

    En Johanna, zijn gravin,

    Zag  terstond de oorzaak in.

    Razend riep ze van de tinnen:

    ‘jij komt zo de poort niet binnen!’

    Archibald beweerde schuchter:

    ‘Sijsjelief, ik ben, toch nuchter,

    Van een glaasje brandewijn,

    Kan ik toch niet dronken zijn!

    Doch Johanna zei: ‘Ziezo!’

    En ging naar haar lits jumeaux.

    Maar haar arme echtgenoot

    Ging te rusten in de goot.


    ***


    ARCHIBALDUS van Oostzaan

    Leefde  in de vreemde waan

    Dat Johanna, zijn gravin,,

    Last kreeg van een onderkin.

     

    Eens, toen zij aan tafel zaten,

    Vroeg hij: ‘Heb jij in de gaten

    Dat bij jou de onderkinnen

    Nu in alleernst beginnen?

     

    Had de stakker maar gezwegen,

    Of althans een kans gekregen

    Om nog naar zijn zwaard te grijpen

    Of om tijdig uit te knijpen.

     

    Doch reeds vloog hem de puree

    Om de oren. De hasjee

    Volgde en de jonge peentjes

    En het bordje met de beentjes.

     

    Zelfs de gouden soepterrien

    Wou Johanna niet ontzien,

    Nu een deel van haar fysiek

    Bloot gestaan had aan kritiek.



    ***



    ARCHIBALDUS van Oostzaan

    Adverteerde om een baan

    Want Johanna, zijn gravin,

    Hield opeens zijn zakgeld in.

     

    En er kwam zowaar een antwoord

    Uit de nette badplaats Zandvoort

    Waar men in een kleine kroeg

    Iemand voor de tapkast vroeg.

     

    ‘Welk een ideaal bestaan!’

    Juichte Archibald spontaan.

    ‘Welk een leven als een vorst

    Voor een man gekweld door dorst!’

     

    Maar toen hij zich presenteerde

    Voor de baan die hij begeerde,

    Riep onthutst de kastelein:

    ‘Vriend, gij kunt mijn knecht niet zijn!’

     

    Want de omvang, zo enorm,

    En de kleurenrijke vorm

    En de stralend conditie

    Van wat ik om zijn positie

     

    Meen uw neus te moeten heten

    Maken, naar u zelf zult weten,

    Uw emplooi in Zandvoort

    Economisch niet verantwoord.’

     

    Daan Zonderland (Daan van der Vat) was anglist en journalist. Hij beoefende het genre dat Light Verse genoemd wordt, een bij uitstek Engels genre. Dat deed hij vaardig, speels en op hoogst humoristische wijze, zoals het hoort. Het is nu wel stil geworden rond Daan. Hij ontbreekt weliswaar in geen enkele bloemlezing met nonsens-poëzie.

    Zijn Light Verse, en dat van vele andere poëten, vormden in mijn jeugd een belangrijke opstap naar het Heavy Verse’. Zonderland beslaat daarom heel wat ruimte in mijn geheugenpaleis. 

     

    08-10-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tien X puntig
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Trijntje Fop

    In Sidderburen was een bok

    die machtsverhief en worteltrok.

    Die bok heeft onlangs onverschrokken

    de wortel uit zichzelf getrokken,

    waarna hij zonder ongerief

    zich weer in het kwadraat verhief.

    Maar ’t feit waardoor hij voort zal leven

    Is dat hij achteraf nog even

    de massa die hem huldigde

    met vijf vermenigvuldigde.

     

     

    Alex Van Der Heide

    Een zekere Achmad in Bagdad

    Lag plat met z’n gat op z’n badmat

    Zo las hij z’n dagblad

    En iedereen zag dat,

    ’t Is raar, maar in Bagdad daar mag dat!

                                    

    C.B. Vaandrager

     Het seksuele leven

    Als de Chinezen

    niet zo goed konden kezen,

    dan zouden er niet zoveel Chinezen wezen.

     

    De Schoolmeester

    Op Poot

    Hier ligt Poot:

    Hij is dood.


    Grafschrift op genereusen jood

    Die mij hier weer uit helpt, ’t zij door geweld of list,

    Krijgt  f 2,50 vrij geld, benevens het hout van de kist.

     

    Erik Van der Steen

    Grafschrift op een dronkaard

    Hier rust

    Een fust.


    Grafschrift van een piekeraar

    Het heeft jaren en jaren gekost,

    maar nu ben ik opgelost.

     

    Joost van den Vondel

    Grafschrift op zichzelf

    Hier ligt Vondel, zonder rouw,

    Hij is gestorven van de kou.

     

    Godfried Bomans

    Spleen

    In zit mij voor het vensterglas

    onnoemelijk te vervelen.

    Ik wou dat ik twee hondjes was,

    dan kon ik samen spelen.

     

    P.A. De Genestet

    Uitzetten

    'Zet ze uit de kerk!' dus roept ge luid.

    Zet liever gij uw kerk wat uit.


    Bijlage: maak kennis met Kees Stip (alias Trijntje Fop).

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=Zr1qG7jRx7Q   

    08-10-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    20-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Harba lori fa...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Een smeins morgens vroeg

     

    Hertog jan I van Brabant (1252/54-1294) (?)

     

    Een smeiens morgens vroeg

    was ik opgestaan,

    In en schoon boomgaardekijn

    Zoud ’ ik spelen gaan.

    Daar vond ik drie jonkvrouwen staan.

    D’Ene zong vore, d’ander zong na:

    Harba lori fa,                         

    Harba, harba lori fa,

    Harba lori fa.    

     

    Toen ik verzag dat schone kruid

    in de boomgaardekijn,

    End’ ik verhoorde dat zoete geluid

    van de mageden fijn,

    Toen verblijdde dat herte mijn

    Dat ik moeste zingen na:

    Harba lori fa,

    Harba, harba lori fa,

    Harba lori fa.

     

    Toen groette ik die allerschoonste

    die daar onder stond,

    Ik liet mijn’ armen al omme gaan

    Ter zelfder stond.

    Ik w’oude ze kussen aan hare mond.

    Ze sprak: ‘laat staan, laat staan’ !

    Harba lori fa,

    Harba, harba lori fa,

    Harba lori fa.

     


    Hertog Jan I van Brabant is een  van de (niet zo vele) landvorsten die ik een warm hart toedraag. Landvorst: goed te begrijpen: ik ben een Brabander, geen Vlaming. Brabant, niet Vlaanderen, is mijn kleine vaderland. Normaal dus dat ik Jan I van Brabant een landvorst noem. Jan I  was een ‘Schöngeist’: een minnaar van kunsten en letteren en een minnedichter. Hij stierf in 1294 ten gevolge van een wonde die hij opliep tijdens een tornooi.

    Dit gedicht wordt aan hem toegeschreven. Het is een ode aan de muziek en aan het vrouwelijk schoon.

    ‘Harba lori fa’ is mogelijk een verbastering van ‘ l’herbe fleurs fait’, metafoor voor de lente, die het leven  (inclusief het liefdesleven) dynamiseert.

    Bijlagen:


    1  Hetog Jan I van Brabant: ons Brabants volkslied.

    2  Een smeien smorgen vroeg: video, gezongen versie.

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=2w05YNLevfA   
    http://www.youtube.com/watch?v=XLhX11-ATpo   

    20-09-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    06-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maan en een kano
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Melopee

     

    Paul van Ostaijen (1896-1926)

     

    Onder de maan schuift de lange rivier

    Over de lange rivier schuift moede de maan

    Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

     

    Langs het hoogriet

    langs de laagwei

    schuift de kano naar zee

    schuift met de schuivende maan de kano naar zee

    Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man

    Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar

       de zee

     

    De liefde voor de poëzie is me meegegeven in de literatuurlessen (die waren er toen nog) op de middelbare school. De nadruk viel in die lessen op de traditionele dichtkunst. Modernisten als van Ostaijen kwamen evenwel ook om de hoek kijken.

    Toen ik wat meer op eigen poëziebenen stond, ging ik op trektocht door de modernistische, de avant-gardistische, de atonale dichtkunst en hoe dat toen ook heette… Er bestond in  die dagen een ‘goedkopeboekjesreeks’ , die ‘Oievaarpockets’ heette, met ruim aandacht voor dichters. Ik besteedde mijn zondagscentjes ‘Nieuwe griffels, nieuwe leien’  een bloemlezing van moderne dichters, samengesteld door dichter Paul Rodenko, die vele herdrukken kende. Antiquarisch nu nog steeds een gezocht boekje, toen gewoon een pocketje nr. 8.

     

    Twee korte gedichten van van Ostaijen klikte ik in mijn jongere dagen vast op mijn nu wat sletige harde schijf. Zijn Melopee is er een van.

     

    Bijlagen

    1   Van Ostaijen, Melopee, video met voordracht

    2  Van Ostaijen, Melopee, fotovideo met tekst en voordracht


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=ApAQYW8idDw   
    http://www.youtube.com/watch?v=ZATJP61hdOk   

    06-09-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    31-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Madama rouwt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gekwetst ben ik…

     

    Margareta van Oostenrijk (1480 -1530)

     

     

    Gekwetst ben ik van binnen,

    Deurwond mijn hert zo zeer,

    Van uwer ganser minnen,

    Gekwetst zolank zomeer.

    Waar ik mi wend, waar ik mi keer,

    Ik en kan gerusten dag noch nachte;

    Waar ik mi wend, waar ik mi keer

    Gi zijt alleen in mijn gedachte.  


    Margaretha van Oostenrijk,bij leven aangesproken als Madama, was de tante van onze Keizer Karel, geboren in Gent (1500) en heerser over een imperium dat in Europa Frankrijk omknelde en zich uitstrekte aan weerskanten van de Atlantische Oceaan.  Hij stelde haar aan als landvoogdes over de Nederlanden toen hij in 1519 Koning van Spanje werd. Ze bestuurde vanuit Mechelen. De stad eerde haar met een standbeeld dat (sedert 2006) opgesteld staat voor de Sint-Rombouts kathedraal aldaar.

    Ik  bewonder Margaretha, een bekwame, zachtmoedige vorstin, die in woelige tijden ( Hervorming) haar best deed om haar onderdanen te dienen. Toen haar jonge echtgenoot Philibert II van Savoye onverwacht stierf, schreef ze haar verdriet van zich af in een aantal mooie Franstalige gedichten. Ze droeg levenslang de weduwenkap...Mogelijk is ook dit Vlaamse gedicht van haar hand. 

    En ook als het niet van Margaretha is, denk ik bij het reciteren van deze verzen toch aan deze Dame met Klasse. Verdiend opgeborgen in mijn geheugenpaleis.

      Bijlage:

    De video, een gezongen versie, vermeld dat het een 14de eeuws liefdesgedicht is. 

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=oZ7aaAEfifs    

    31-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    29-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lady Kant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het bed (III)

    Hubert van Herreweghen (°1920)

     

    In ’t hout van ’t oude bed gedurig klopt een memel

    en maant mij als de stem der vaderen die dit bed,

    een eiken ledikant onder een donkre hemel,

    getimmerd zelf en in elkaar hebben gezet.

     

    Aan mij, de laatste telg, de onguurste hunner erven,

    vermaakte als relikwie mijn puiteins geslacht

    dit mijtrig bed, dat baren, paren zag en sterven

    mijn vaderen – en enkel op mijn sterven wacht.

     

    Ik lig roerloos en lang en hoor de memel knagen,

    ik hoor hem elke nacht, er is geen toeverlaat,

    de memels kloppen staag, de memels blijven vragen

    en manen dat elk hout en elk geslacht vergaat.

     

    En elke morgen ligt een hoopje vuilwit poeder

    onder de kleine schacht waarin de made boort.

    Gedurig maalt de platte worm het hout tot voeder,

    Gedurig molmt het hout en molmt het lichaam voort.

     

    Allen die sliepen hier, slapen thans onder zoden.

    -Er tokt een made, er tokt een houtmade in het hout-,

    Welhaast ben ik bij hen, en hoor de worm der doden;

    -Er tokt een made, er tokt een houtmade in het hout-,

     

    En in de schemer, na de nacht en ’t rusteloos woelen,

    begerig naar de slaap, met ogen koud en hard,

    roerloos gestrekt, met duizelende angst te voelen

    hoe traag een made knaagt aan mijn wormstekig hart.

     

    Hubert van Herreweghen, nu 95, is een Vlaams-Babantse dichter met authentieke stem. Helaas te weinig bekend en ook té weinig in bloemlezingen opgenomen. Dit gedicht illustreert hoe echte poëzie kan ontspruiten uit banale aanleidingen, en ons confronteert met (niet altijd vrolijk makende) aspecten .

    Dit gedicht spreekt mij aan omwille van zijn klankrijkdom, zijn ritmiek, zijn gebalde, krachtige zegging. 

    Bijlagen:

    1  Actrice Janine Schevernels draagt van Herreweghen voor (Het geluk). 

     2  De dichter, die een sonore stem heeft en feilloos Nederlands spreekt, leest een van zijn gedichten voor.


     

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=MLN_aA5ldy8   
    http://www.youtube.com/watch?v=sZHt6a4uMUs   

    29-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    13-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vriendschap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Het Egidiuslied


    NN (Jan Moritoen?)

     

    Egidius, waer bestu bleven?

    Mi lanct na di, gheselle mijn.

    Du coors die doot, du liets mi tleven.

     

    Dat was gheselscap goet ende fijn,

    Het sceen teen moeste ghestorven sijn.

    Nu bestu in den troon verheven,

    Claerre dan der zonnen scijn,

    Alle vruecht is di ghegheven.

     

    Egidius, waer bestu  bleven?

    Mi lanct na di gheselle mijn:

    Du coors die doot, du liets mi tleven.

     

    Nu bidt vor mi, ik moet nog sneven

    Ende in de weerelt liden pijn.

    Verware mijn stede di beneven/

    Ik moet nog zinghen een liedekijn.

    Nochtan moet emmer ghestorven sijn.

     

    Egidius, waer bestu bleven?

    Mi lanct na di, gheselle mijn.

    Di coors die doot, du liets mi tleven.

     

    Egidius, zeg, waar ben je nu?

    Ik verlang naar je, mijn vriend

    Jij koos de dood, jij liet mij ’t leven.

                                                              

    Dat was vriendschap oprecht en fijn

    Maar een van ons moest sterven.s

    Nu ben je op de hemeltroon verheven,

    Stralender dan zonneschijn,

    Alle vreugd is nu je deel.

     

    Egidius, zeg, waar ben je nu?

    Ik verlang naar je, mijn vriend

    Jij koos de dood, jij liet mij ’t leven.

     

    Bid  voor mij, ik moet nog verder,

    En in de wereld verdriet lijden.

    Bewaar een plekje naast je.

    Ik moet nog even verder zingen,

    Maar sterven moet wel iedereen.

     

    Egidius, zeg, waar ben je nu?

    Ik verlang naar je, mijn vriend

    Jij koos de dood, jij liet mij ’t leven.

     


    Bijlage: Egidiuslied, gezongen en voorgedragen


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=B30Xgrrqu78   

    13-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    11-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mei
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Mei, een gedicht

     

    Herman Gorter (1864-1927)

     

    Een nieuwe lente en een nieuw geluid:

    Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,

    Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht

    In een oud stadje, langs de watergracht-

    In huis was ’t donker, maar de stille straat

    Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat

    nog licht,er viel een gouden blanke schijn

    Over de gevels in mijn raamkozijn.

    Dan blies een jongen als een orgelpijp,

    De klanken schudden in de lucht zo rijp

    Als jonge kersen, wen een lentewind

    In ’t bosje opgaat en zijn reis begint.

    Hij dwaald’ over de bruggen, op de wal

     van ’t water, langzaam gaande overal

    Als ‘n jonge vogel fluitend, onbewust

    Van eigen blijheid om de avondrust.

    En menig moe man, die zijn avondmaal

    Nam, luisterde als naar een oud verhaal,

    Glimlachend, en een hand die ’t venster sloot,

    Talmde een poze, wijl de jongen floot.

     

    Zo wil ik dat dit lied klinkt, er is één

    Die ik wèl wenste, dat  mijn stem bescheen,

    Met meer dan lachen van haar zachte oog…

    Heil, heil, ik voel hier handen en de weke boog

    van hare arm.

    (…)

     

    Op het einde van de negentiende eeuw ontstond er in Nederland een literaire beweging die zich ‘De Tachtigers’ noemde. Herman Gorter is een van die Tachtigers. Gorter studeerde klassieke talen, was politiek actief ter linkerzijde en vooral dichter. Zijn lang episch gedicht Mei geniet nu nog (relatieve) bekendheid. Het eerste vers van het gedicht ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid,’  werd een staande uitdrukking in onze taal. Weinig auteurs brengen dat voor elkaar.

    In de tijd dat er op de secundaire school nog aandacht werd besteed aan literatuurgeschiedenis kregen de Tachtigers ruim aandacht. Bovenstaande verzen leerde ik vrijwillig uit het hoofd.

     

    Bijlage:  Gorter blijkt helemaal niet populair op youtube. Een teken aan de wand. Enkele nitwitterige amateurs proberen de beginverzen van Mei voor te dragen. Niet om aan te horen

    11-08-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    30-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lot
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    De tuinman en de dood

     

    P.N. Van Eyck

     

    Een Perzisch Edelman

     

    Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,

    Mijn woning in: ‘Heer, Heer een ogenblik!

     

    Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,

    Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

     

    Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,

    Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

     

    Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,

    Voor de avond nog bereik ik Ispahan!’ -

     

    Van middag (lang reeds was hij heengespoed)

    Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.

     

    ‘Waarom,‘ zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,

    ‘Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?’

     

    Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was ’t,

    Waarvoor uw tuinman vloot. Ik  was verrast,

     

    Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ‘t werk zag staan,

    Die ‘k ‘s avonds halen moest in Ispahan.


    Een van de bekendste gedichten uit onze literatuur. De dichter vertelt een oud verhaal: niemand kan zijn lot ontlopen, niemand kan de dans van Magere Hein ontspringen.

    Ik was een eerstejaarsbroekje in de 'grote', secundaire, school. De Tuinman en de Dood is een van de eerste gedichten die ik in de lessen Nederlands van de heer van Genechten, die wij om evidente redenen Lambiek noemden, als huistaak uit het hoofd moest leren. Het is er, met dank aan deze opvoeder, sedertdien niet meer uitgeraakt. 

    Bijlage: De tuinman en de dood, voordracht met schermtekst.


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=33ssIyEVRvQ    

    30-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    25-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lange tijd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Sonnet


    P.C. Hooft (1581-1647)

     

    Gezwinde grijsaard, die op wakk’re wieken staag

    De dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken

    Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,

    Doodvijand van rust, die woelt bij nacht bij daag.

     

    Onachterhaalb’re Tijd, wiens hete honger graag

    Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken

    En keert, en wendt, en stort staten en koninkrijken,

    Voor iedereen te snel – hoe valt gij mij zo traag?

     

    Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen

    De schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen

    Met arbeid avondwaarts. Uw afzijn valt te bang.

     

    En mijn verlangen kan de Tijdgod niet bewegen;

    Maar ’t schijnt, verlangen daar zijn naam van heeft gekregen

    Dat ik de tijd, die ik verkorten wil, verlang.

     

     

    Bijlage:

    P.C. Hooft is op Youtube niet erg populair. Dan maar de video van het Letterkundig Museum (Amsterdam).

    De Hollander, die op het einde van de video Hoofts sonnet afkraakt kon ik, helaas, niet wissen.

    De Nederlandse taal is wonderzoet, als de keelzieke Hollander haar geen geweld aandoet…

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=5r9oExVAHGk   

    25-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    24-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weg van Willem (3): trouwen is houwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Het Huwelijk


    Willem Elsschot

     

    Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

    in d’ ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

    haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven,

    toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

     

    Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard

    en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,

    hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren

    en hoe ze tot hem opkeek als naar een stervend paard.

     

    Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond

    het merg uit haar gebeente, dat haar tóch bleef dragen.

    Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,

    en rilde waar ze stond, maar leefde en bleef gezond.

     

    Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.

    Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen

     en rennen door het vuur en door het water plassen

    tot bij een ander lief in enig ander land.

     

    Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad

    staan wetten in de weg en praktische bezwaren,

    en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,

    en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

     

    Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot

    en zagen dat de man die zij hun vader heetten,

    bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,

    een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

     

    Rotterdam 1910

     

    Het huwelijk, zoals wij het kennen, is een vinding van de Kerk die uiteindelijk bekrachtigd en gesteund werd door burgerlijke overheden. De aloude instelling vermemelde in de 20ste eeuw. Andere vormen van samenleven ontstonden. Het burgerlijk huwelijk al of niet bekwispeld door de Kerk, blijft evenwel een fundament van de Europese samenleving. 

    In dit gedicht maakt Elsschot een röntgen van zijn huwelijk. Hij zat het uit met volharding. Al te goed besefte hij hoe deze instelling soms met de jaren degenereert tot een kerker waaruit moeilijk uitgebroken wordt.

    Ik leerde dit gedicht uit het hoofd kort nadat ik huwde. Ik herkende er een grond van waarheid in. Waarschijnlijk omdat de smaak van de vrijheid toen nog aan mijn lippen kleefde.

     Bijlage:

    1  W. Elsschot, Het huwelijk: versie 1 (het Letterenhuis, Antwerpen).

     2  W. Elsschot, Het huwelijk: versie 2 (voordracht kunstenaar Gerard Vermeersch)

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=G7Dmvv0XFi8   
    http://www.youtube.com/watch?v=kNFz6ClJFb8   

    24-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    15-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nonnen en de lokroep van het vlees
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Beatrijs

    v. 328-368


    Dus quamen si den telt gevaren

    Smorgens aen een foreest

    Daer die voghele hadden feest.

    Si maecten soe groet ghescal,

    Datment hoerde over al;

    Elc sanc na der naturen sine.

    Daer stonden scone bloemkine

    Op dat groene velt ontploken

    Die scone waren ende suete roken.

    Die locht was claer ende scone.

    Daer stonden vele rechte bome

    Die ghelovert waren rike.

    Die ionghelinc sach op die suverlike

    Daer hi gestade minne toe droech.

    Hi seide: ‘lief waert u ghevoech,

    Wi souden beeten ende bloemen lesen,

    Het dunct mi hier scone wesen,

    Laet ons spelen der minnen spel.’

    ‘Wat segdi’, sprac si, ‘dorper fel’,

    Soudic beeten op tvelt,

    Ghelijck enen wive die wint ghelt

    Dorperlijc met haren lichame?

    Seker soe haddic cleine scame!

    Dit en ware u niet ghesciet

    Waerdi van dorpers aerde niet!

    Ic mach mi bedinken onsochte.

    Godsat hebdi diet sochte!

    Swighet meer deser talen

    Ende hoert die voghele inden dalen

    Hoe si singhen ende hen vervroyen;

    Die tijt sal u te min vernoyen,

    Alsic bi u ben al naect

    Op een bedde wel ghemaect

    Soe doet al wat u ghenoecht

    Ende  dat uwer herten voeght.

    Ic hebs in mijn herten toren,

    Dat ghijt mi heden leit te voren.’

    Hi seide: ‘lief, en belghet u niet.

    Het dede venus, diet mi riet.

    God gheve mi scande ende plaghe

    Ochtic u emmermeer ghewaghe.’

     (...)


    (…)

    Ze kwamen in telgang gereden

    Vroeg in de morgen aan een bos,

    Alle vogels hielden er feest

    Hun gezang schalde zo luid,

    Dat ze overal te horen waren;

    Elke vogel zong zijn eigen lied.

    Een zee van mooie bloemen

    Bloeiden in een groene wei,

    Mooi waren ze en geurig,

    Geen wolkje aan de lucht,

    Er stonden kaarsrechte bomen

    Rijkelijk voorzien van lover.

    De jongeling bekeek zijn frisse bruid

    Die hij met oprechte liefde beminde,

    Hij sprak:’ Lief, als het je zint,

    We leggen ons hier, en plukken bloemen,

    Ik vind het hier betoverend mooi…’

    Laat ons het minnespel spelen.’

    ‘Wat hoor ik’?, zei ze ,‘pummel!

    Zal ik me in de weide neerleggen

    Als een vrouw die in schande

    Geld wint met haar lichaam?

    Dan had ik wel kleine schaamte!

    Dat had je vast niet gezegd,

    Was je geen boerenpummel!

    Ik kan nog van idee veranderen,

    Dat is dan je verdiende straf.

    Zwijg liever en luister eens

    Naar de vele vogels in het dal

    Hoe ze zingen en zich uitleven,

    Je zal je des te minder vervelen

    Al ik naakt bij je neerlig

    Op een wel gedekt bed.

    Doe dan al wat je maar wil

    En al wat je hartje lust.

    Ik voel boosheid in mijn hart,

    Omdat je het mij nu voorstelt.’                                   

    Hij zei: ‘Lief maak je maar niet boos

    Het is de schuld van Venus;

    God geve mij kommer en kwel

    Als ik het je weerom vraag.’

    (…)

     © W. Schuermans


    Vlaamse medievisten moesten, dat spreekt, in vorige eeuw Latijn kennen én Middelnederlands. De ‘Nieuwe Universiteit’ acht dat niet meer nodig en gooide die ballast overboord… In de propedeuse las Neerlandicus Prof. Dr. Antonin van Elslander (RUG), een beminnelijk man, met ons de Beatrijs, een van de hoogtepunten van de Vlaamse Middelnederlandse literatuur. Daartoe gebruikten we een facsimile van het middeleeuwse manuscript. Een paleografische oefening die er bovenop kwam.

    Beatrijs woont al een halve eeuw in mijn geheugenpaleis.


    Bijlage: het verhaal van zuster Beatrijs, een korte animatiefilm.  

     

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=D0r6KBN0iPg   

    15-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    08-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weg van Willem (2): aanmodderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    De baggerman

    Willem Elsschot

     

    Vergeef het mij, maar ‘k durf u niet genaken,

    daar mijn gelaat nog glimt van ’t laatste ontbijt,

    en gij misschien reeds uren bezig zijt

    uw duizendvierde slootje schoon te maken.

     

    Ik groet met diep ontzag uw aardse banden:

    uw krommen rug en moedeloozen baard,

    waarlangs de regen naar beneden vaart,

    uw dunnen benen en uw grote handen

     

    De koeien staken af en toe het grazen

    om op te zien met sluwe koppigheid

    en luid te loeien dat ge een luiaard zijt,

    wanneer gij rust om even uit te blazen.

     

    Die stomme beesten zouden u verklikken:

    pas op uw tellen dus en schep maar raak.

    Vertrouw ook niet de raaf, dien zwarten snaak,

    Die in uw slijk de wormen op komt pikken.

     

    Het is des Heeren wil of  ’t zou niet wezen,

    En trouwens, man, het slijk moet uit de sloot.

    Wees dus maar stil, ge zijt toch spoedig dood:

    als gij in ’t water kijkt dan kunt gij ’t lezen.


    Rotterdam 1908


    Hoofdwerkers (vaak in witkielen) kijken nogal eens neer op handwerkers (vaak blauwkielen). Elsschot doet dat zeker niet: als hij een baggerman bekijkt dan spreek zijn geweten. Dat leverde ooit dit gedicht op.

    Ik zette dit gedicht bij in mijn geheugenpaleis ter ere van een dubbel paar had werkende handen, dat mij op weg zetten naar een leven als hoofdwerker. 


    Bijlage: Willem Elsschot geeft een kort interview over 'Dwaallicht'


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=teiYMej1sWU   

    08-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    23-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weg van Willem (1) : Moeders en zonen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Spijt

    Willem Elsschot (1882-1960)


    Dat in gemelijke grillen

    ik mijn dagen kon verspillen,

    dat ik haar voorbijgegaan

    of een steen daar had gestaan.

     

    Dat ik heel mijn zondig leven

    heb gekregen zonder geven,

    dat mij alles heeft gesmaakt,

    dat ik niets heb uitgebraakt,

     

    dat ik niet kan herbeginnen

    haar te dienen, haar te minnen,

    dat zij heen is en voorbij,

    bitter, bitter grieft het mij.

     

    Maar de jaren zijn verstreken

    en de kansen zijn verkeken.

    Moest die kist weer opengaan

    geen stuk vlees zat er nog aan.

     

    Priesters zalven en beloven,

    maar ik kan het niet geloven.

    Neen, er is geen wenden aan:

    als we dood zijn is ’t gedaan.


    Ja, gedaan. Wat helpt mijn klagen?

    Wat mijn roepen, wat mijn vragen?

    Wat ik bulder, wat ik zweer?

    De echo zendt mij alles weer.

    (…)


    Willem Elsschot (ps. Alfons de Ridder), nog altijd ongenaakbare top van onze Vlaamse literatuur, vandaag, helaas, bezet door levende literaire doden.

    In 1957 verscheen de eerste editie van zijn Verzamelde Werken. Een literair evenement van eerste orde. Hij stond met Tjip/De leeuwentemmer in een populaire editie in de boekenkast van mijn vader. Ik kende hem dus. Op kerstdag 1960, nog niet helemaal droog achter de oren, beschonk ik mezelf met de vierde druk van die Verzamelde Werken. Verslond ze in één ruk en wist meteen wat schrijven was, wat literatuur. Weg was ik van Willem: ik tekende uit pure bewondering met mijn bescheiden tekentalent een portret van deze Vlaamse Titaan (zie foto boven).

    Ik leef met enkele van zijn gedichten, Spijt is er een van. Elsschotiaan voor het leven

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=SDF5pd6kARw   

    23-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Categorieën
  • 01 O schone moedertaal (29)
  • 02 Stem uit Zuid-Afrika (3)
  • 03 Douce France (9)
  • 04 Süsse Sprache Deutschlands (12)
  • 05 Engelse dichters (7)
  • 06 In het land van Dante (3)
  • 07 Spaanse dichters (4)
  • 08 Portugese dichters (1)
  • 09 Russische dichters (3)
  • 10 Poolse dichters (0)
  • 11 Deense dichters (0)
  • 12 The glory that was Greece (4)
  • 13 The grandeur that was Rome (9)

  • Archief per maand
  • 09-2017
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs