Albi, nostrorum sermonum candide iudex,
quid nunc te dicam facere in regione Pedana?
scribere quod Cassi Parmensis opuscula vincat
an tacitum silvas inter reptare salubris
curantem quidquid dignum sapiente bonoque est?
non tu corpus eras sine pectore: di tibi formam,
di tibi divitias dederunt artemque fruendi.
quid voveat dulci nutricula maius alumno,
qui sapere et fari possit quae sentiat et cui
gratia fama valetudo contingat abunde
et mundus victus non deficiente crumina,
inter spem curamque, timores inter et iras
omnem crede diem tibi diluxisse supremum:
grata superveniet, quae non sperabitur hora.
me pingem et nitidum bene curata cute vises,
cum ridere voles, Epicuri de grege porcum.
Ep. II, 4
Albius, jij die zo knap mijn gedichten beoordeelt,
wat spook je toch uit in de streek van Tivoli?
Schrijf je er teksten die beter zijn dan de prullen van Cassius Parmensis,
of zwerf je daar rond in de gezonde boslucht,
mediterend over wat past en waardig is voor een wijze?
Vergeet niet: je hebt een ziel in je lijf en bent een knapperd
met centen in je zak, dank aan de goden, ook de kunst ken je om ervan te genieten!
Wat meer kan een voedster zich wensen voor haar zoogkind
dan dat die denken kan, zich keurig uitdrukt, met
aanminnigheid, goede faam, gezondheid in overschot?
Kortom: een man van de wereld, portefeuille in aanslag.
Toch één goede raad: doe maar of elke dag je laatste is,
des te meer plezier beleef je aan het uur dat je niet verwachtte.
Wat mij betreft: mijn buikje staat rond en mijn vel blinkt,
net een zwijn in de stal van Epicurus, ... ja, lach maar!
Brieven, boek II, 4
© W. Schuermans
Deze regels zijn meer dan twee millennia oud. Ze vloeiden uit de pen van Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.C.), een man van alle tijden en voor alle tijden. Ze zijn zo rijk aan inhoud dat ik er lang zou kunnen over praten en veel over schrijven. Maar, dient dat wel de poëzie? Lange analyses, geleerd geschrijf en gepraat zijn altijd een dodelijk gif voor de muze die zich in verzen verschuilt.
Laat deze regels dus over je heen lopen als het water, proef ze in de mond, en streel er je oor mee... Ook wie geen Latijn verstaat, kan zich laten bekoren door de klanken van deze Augustijnse hofdichter.
|