Mijn dichters.
Inhoud blog
  • Oranje boven...?
  • Guido Gezelle, entomoloog
  • Moedertaal en Vaderland
  • Oog voor decadentie
  • Geuren, kleuren, klanken

    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • Spinozakring Lier
  • In de Toren van Montaigne: omtrent Michel de Montaigne (1533-1592), zijn Essais en zijn Tijd

  • Een poëtisch geheugenpaleis
    Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret. Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie. De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
    24-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levensles van een Romeinse fontein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Der römischen Brunnen

    Conrad Ferdinand Meyer (1825-1898)

     

    Aufsteigt der Strahl und fallend giesst

    Er voll  Der Marmorschale Rund

    Die sich verschleiernd überfliesst

    In einer zweiten Schale Grund;

    Die zweite gibt, sie wird zu reich,

    Der dritten wallend ihren Flut,

    Und jede nimmt und gibt zugleich

            Und strömt und ruht.

     

     Romeinse fontein


    Omhoog spuit de straal en vult

    Vallend de ronde marmerschaal,

    die versluierend overstroomt

    in het bekken van een tweede schaal;

    De tweede geeft, ze wordt te rijk,

    een derde golvend haar vloed,

    elk bekken neemt zowel als geeft

             en stroomt en rust

     

     © W. Schuermans


    Conrad Ferdinand Meyer 

    De dichter heeft het in dit gedicht over geven en nemen. Een stelregel waarmee we door het leven moeten. Door dit gedicht is die veilig opgeborgen in mijn geheugen. 

    Bijlage: Der römische Brunnen - C.F. Meyer

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=CJchtZFg5tA   

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerkhofbloemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Quando cadran le foglie  

    Olindo Guerrini  (Lorenzo Stecchetti, 1845-1916)

     

         Quando cadran le foglie e tu verrai

        A cercar la mia croce in camposanto,

                In un cantuccio la ritroverai

           E molti fior le saran nato accanto.

     

          Cógli allora pe’ tuoi biondi capelli

          I fiori nato dal mio cor. Son quelli

        I canti che pensai ma che non scrissi,

           Le parole d’ amor che non ti dissi.

     

          Wanneer de blaren vallen zal je komen

               Zoeken naar mijn kerkhofkruis

               In een hoekje zal je ‘t vinden,

            Met heel wat bloemen er omheen.

     

               Pluk dan voor je blonde haren

            Die bloemen uit mijn hart geboren,

     Het zijn verzen die ik dacht maar nooit schreef,

            Woorden van liefde die ik je nooit zei.

     

    © W. Schuermans

     

    Het bezoeken van het graf van een geliefde is een daad van piëteit en biedt gelegenheid  tot bezinning. Ik klik dit mooie gedicht vast in mijn geheugen, om er mij aan te herinneren dat liefde wordt bedreven én gezegd. 

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:06 In het land van Dante
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verongelukt in 1624, maar niet vergeten...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Op het verongelukken van Doctor Roscius 

    Joost van den Vondel

     

    Zijn bruid t’omhelzen in een beemd bezaaid met rozen,

    Of in het zachte dons, is geen bewijs van trouw:

    Maar springende in een meir, daar ’t water stremt van kou

    En op de lippen vriest, zich te vereukelozen,    

     

    Dat’s van twee uitersten het uiterste gekozen:

    Gelijk mijn Roscius beklemd van druk en rouw,

    In d’armen houdt gevat zijn vrucht, en  waarde vrouw,

    En gloeit van liefde waar ‘t al kil is en bevrozen.

     

    Zij zuchtte:  Och lief, ik zwijm. Ik sterf. Ik ga te grond.

    Hij sprak: schep moed, mijn troost, en ving in zijnen mond

    Haar adem, en haar ziel. Zij hemelde op zijn lippen.

     

    Hij volgt haar bleke schim naar ’t zalig Paradijs.

    Vraagt iemand u naar trouw, zo zeg:  Zij vroos tot ijs,

    En smolt aan geest, en hij ging met haar adem glippen.

                                                                                           1624

     

    Joost van de Vondel (1587 -1679) een van onze grootste dichters, stamde uit een Vlaamse familie, die in de  16de eeuw  uitweek naar Holland.  Zijn talrijke toneelspelen, vaak met bijbelse thema’s, zijn leerdichten, gelegenheidsdichten, sonnetten, vertalingen, enz., worden helaas alleen nog maar gelezen door zonderlingen: zijn retorische stijl is menig lezer té hoogdravend, zijn religieuze inspiratie slaat niet meer aan. En toch:  in dat omvangrijke werk liggen parels verscholen.

    Een ervan heb ik opgeborgen in mijn geheugenpaleis. Het sonnet zingt de lof van liefde en christelijke huwelijkstrouw: ‘ tot de dood ons scheidt’. Vondels sonnet is perfect, beeldend en ritmisch-muzikaal.


    In bijlage: 

    1  Een winterlandschap ca. 1642, geschilderd door Aert van der Neer

    2  Tom Lutz (1919-2009), Nerderlands acteur, leest Kinder-lijck

    3   Hommage aan Vondel


    Bijlagen:
    Aert van der Neer. Winterlandschap met schaatsers en kolfspelers. ca.1642 (1280x674).jpg (552.9 KB)   
    http://www.youtube.com/watch?v=HPOYypAhaCg   
    http://www.youtube.com/watch?v=vCUa7ohRSjM   

    24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    21-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vereeuwigd in verzen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Sonnet XVIII

    William Shakespeare (1564-1616)

     

    Shall I compare thee to a summer’s day?

    Thou art more lovely and more temperate:

    Rough winds do shake the darling buds of May,

    And summer’s lease hath all too short a date;

    Sometime too hot the eye of heaven shines,

    And often is his gold complexion dimm’d;

    And every fair from fair sometime declines,

    By chance, or nature’s changing course, untrimm'd:

    But thy eternal summer shall not fade,

    Nor lose possession of that fair thou ow’st;

    Nor shall Death brag thou wander’st in his shade,

    When in eternal lines to time thou grow’st.

    So long as men can breathe or eyes can see,

    So long lives this and this gives life to thee.

     

    Zal ik je vergelijken met een zomerdag?

    Je bent liefelijker en ook meer getemperd:

    Wilde winden doorschudden tere bloesems in de mei,

    En zomeren doet het nooit erg lang,

    Al te vaak vervalen  gouden zonnestralen,

    en al wat mooi is verliest aan glans,

    Bij toeval ontsierd of gewoon door loop van de natuur;

    Maar jouw eeuwige zomer zal duren,

    Jouw schoonheid  zal nooit welken.

    De Dood zal niet snoeven dat je in zijn schaduw liep,

    Nu eeuwige verzen in lengte van jaren roem voor jou garen,

    Zolang mensen ademhalen of ogen kunnen schouwen,

    Zolang zullen mijn verzen je voorzien van levensbloed.


    © W. Schuermans

     

    In bijlagen een geanimeerde versie van het sonnet en moderne, zeer geslaagde muzikale interpretatie van het gedicht:

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=H-_QlzUJBbU   
    http://www.youtube.com/watch?v=S8Osse7w9fs   

    21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:05 Engelse dichters
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gekooid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Der Panther  -  Im Jardin des Plantes, Paris

    R. M. Rilke

     

    Sein Blick ist vom Vorübergehen der Stäbe

    so müd geworden, dass er nichts mehr hält.

    Ihm ist, als ob es tausend Stäbe gebe

    und hinter tausend Stäben keine Welt.

     

    Der weiche Gang geschmeidig starker Schritte,

    der sich im allerkleinsten Kreise dreht,

    ist wie ein Tanz von Kraft um eine Mitte,

    In der betäubt ein grosser Wille steht.

     

    Nur manchmal schiebt der Vorhang der Pupille

    sich lautloos auf – Dann geht ein Bild hinein,

    geht durch der Glieder angespannte Stille –

    und hört im Herzen auf zu sein.

     

    Zijn blik is door voorbijschuivende staven

    zo mat geworden dat hij niets meer ziet.

    Net alsof er duizende staven staan,

    en achter die duizende geen wereld.

     

    De weke gang met afgemeten sterke passen,

    Die in het allerkleinste kringetje draait,

    Lijkt op een dans van kracht rond een midden

    Waar verdoofd een grote wil staat.

    Af en toe schuift de huid van de pupil

    geluidloos open ­–  Dan sluipt een beeld  binnen,

    gaat door de leden opgespannen stilte­ –

    en houdt in het hart op te bestaan.


    © W. Schuermans


    In bijlage: Der Panther - R.M. Rilke (film en voordracht)


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=pFFZKG5Yq_w   

    21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    20-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hang naar het land waar de citroenen bloeien...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Verlangen – Jan van Nijlen (1884-1965)


    Ondankbaar vraag ik niet dat voor mijn oogen

    In ’t voorjaar ’t beeld van vreemde schoonheid groei,

    Wanneer zij in de zon aanschouwen mogen

    Van kim tot kim mijn eigen land in bloei.

     

    Maar ’s winters, als voor het geweld der stormen

    Het laatste leven vlucht, als sneeuw en vorst

    De wereld knellen in albasten vormen,

    Dan hijgt een vreemd verlangen in mijn borst,

     

    Dan haakt mijn hart naar de eeuwig-groene kruin

    Der bergen en naar marmerwitte steden,

    Naar de terrassen van Borghese’s tuin,

     

    Naar zon die vonkelt in robijnen wijn,

    Wijl helder klinkt, tusschen het groen beneden,

    ’t Zuidelijk geluid van bel en tamboerijn.

     

     Jan van Nijlen is een onze beste Vlaamse dichters uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Zijn klein   poëtisch oeuvre mag terecht klassiek genoemd worden en stelt zelden of nooit teleur.

     In dit gedicht vertolkt hij een oeroud Germaans gevoel: het verlangen naar het zuiden, meer bepaald naar Italië. Dat verlangen lag mee aan de basis van de grote Germaanse migraties die in de derde en vierde eeuw van onze tijdrekening het Romeinse  Imperium onder de voet liepen. De desolate triestheid van het landschap, de arme bodems en de geringe beschavingsgraad van de gebieden ten noorden en ten oosten van de Rijn, dreven vele Germaanse volksstammen de Romeinse Rijksgrenzen (de limes) over,op zoek naar een zachter klimaat, meer zon en een beter leven.

    De Romeinse beschaving bezweek uiteindelijk onder het gewicht van die massale Germaanse inwijking. Italië werd in de vijfde eeuw ingepalmd, Rome viel in 476. Er werd in de geschiedenis een blad gedraaid.

    Omdat dit verlangen mij niet vreemd was en nog steeds niet is, gaf ik dit gedicht een plek in mijn geheugenpaleis. 


    Beluister deze dichter in bijlage: Julien Schoenaerts, geniaal voordrachtkunstenaar, draagt het gedicht 'De Eenzame' voor.

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=B6XdIssHTrE   

    20-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante (1): de eerste stappen op weg naar...de hel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Inferno,  Canto 1, v. 1-12         

     

    Dante (1265-1321)

     

    Nel mezzo del cammin di nostra vita

    mi ritrovai per una selva oscura,

    ché la diritta via era smarrita.

    Ahi quanto a dir qual era è cosa dura

    esta selva selvaggia e aspra e forte

    che nel pensier rinova la paura!

    Tant’è amara che poco è piu morte;

    ma per trattar del ben ch’i’ vi trovai,

    diro de l’altre cose ch’i’ v’ho scorto.

    Io non so ben ridir com’i’  v’intrai,

    tant’era pien di sonno a quel punto

    che la verace via abbandonai.

     

    Commedia, Inferno, 1, 1-12


    In het midden van mijn leven

    belandde ik in een duister bos,

    het juiste spoor bijster.

    Moeilijk te vertellen hoe het er uitzag,

    dat barse dichtbegroeide bos,

    als ik eraan denk overvalt mij weer de angst!

    Eng was het er,  zo eng bijna als de dood;

    maar ook over het goede dat ik er vond vertel ik

    en over tal van andere  dingen die ik  zag.

    Hoe ik erin terecht kwam weet ik niet zo goed meer,

    te slaperig was ik toen ik afweek van de ware weg.


    © W. Schuermans

     

    20-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:06 In het land van Dante
    18-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blazoen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Le beau tétin 


    Clémant Marot

     

    Tetin refaict,  plus blanc qu' un oeuf,

    Tetin de satin blanc tout neuf,

    Tetin qui fais honte àla Rose,

    Tetin plus beau que nulle chose

    Tetin dur, non pas Tetin, voyre,

    Mais petite boule d' Ivoire,

    Au milieu duquel est assise

    Une Fraise ou une Cerise

    Que nul ne veoit, ne touche aussi,

    Mais je gage q’il est ainsi:

    Tetin donc au petit bout rouge,

    Tetin qui jamais ne se bouge,

    Soit pour venir, soit pour aller,

    Soit pour courir, soit pour baller:

    Tetin gauche, Tetin mignon,

    Tousjours loin de son compaignon,

    Tetin qui portes tesmoignage

    Du demourant du personnage,

    Quand on te voit, il vient à maintz

    Une envie dedans les mains

    De te taster, de te tenir:

    Mais il se fault bien contenir

    D’en approcher, bon gré ma vie,

    Car il viendroit une autre envie.

    O  Tetin, ne grand ne petit,

    Tetin meur, tetin d’appetit,

    Tetin qui nuict et jour criez:

    Mariez moy tost, mariez!

    Tetin qui t’enfles, et repoulses,

    Ton gorgias de deux bons poulses,

    A bon droict heureux on dira

    Celluy qui de laict t’emplira,

    Faisant d’un Tetin de pucelle,

    Tetin de femme entiere et belle.

     

    Perfecte tiet, blanker dan een ei

    Tiet, van fris en hagelwit satijn,

    Tiet, die de  roos beschaamt

    Tiet, mooier dan al wat bestaat

    Harde tiet, wel nee, geen tiet,

    Eerder een bol van wit ivoor

    Met midden op een bes of  kers

    Die niemand ziet of roert,

    Maar weten die ik het wel heel zeker.

    Tiet dus, met dat kleine roze eindje,

    Tiet , roerloos, immer en altijd

    zowel bij het lopen als bij het ballen.

    Linker tiet, allerschattigste tiet,

    Altijd ver van zijn gezellinnetje,

    Tiet, sier voor heel het personage,

    Wie je ziet krijgt op stond

    Goesting in de vingers

    Om je te betasten, te bevingeren:

    Maar deksels, hou je toch maar in,

    Een andere goesting komt dan snel!

    Tiet, niet te groot, niet te klein

    Rijpe tiet, appetijtelijke tiet,

    Tiet die dag en nacht verzucht:

    Huw me vlug! Huw me!  

    Tiet, die al rijzende de borst

    Ruim twee duim zwellen doet!

    Noem terecht gelukkig, hij die

    Haar met moedermelk beschenken zal,

    En uit een jonge maagdentiet

    Een vrouwentiet vormt, vol en mooi. 


    © W. Schuermans


    Een blason is een lofdicht over een deel van het vrouwelijk lichaam.  De Franse hofdichter Clément Marot (1496-1544) schreef er meerdere. Dit blazoen, hoeft het gezegd, bezingt de vrouwelijke borst.

    Het gedicht werd op muziek gezet door Clément Janequin (1485-1558). Beluister bijlage.

     

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=hZ0AtW1Y76g   

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:03 Douce France
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vriend Horatius
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Albi, nostrorum sermonum candide iudex,

    quid nunc te dicam facere in regione Pedana?

    scribere quod Cassi Parmensis opuscula vincat

    an tacitum silvas inter reptare salubris

    curantem quidquid dignum sapiente bonoque est?

    non tu corpus eras sine pectore: di tibi formam,

    di tibi divitias dederunt artemque fruendi.

    quid voveat dulci nutricula maius alumno,

    qui sapere et fari possit quae sentiat et cui

    gratia fama valetudo contingat abunde

    et mundus victus non deficiente crumina,

    inter spem curamque, timores inter et iras

    omnem crede  diem tibi diluxisse supremum:

    grata superveniet, quae non sperabitur hora.

    me pingem et nitidum bene curata cute vises,

    cum ridere voles, Epicuri de grege porcum.

    Ep. II, 4

    Albius, jij die zo knap mijn gedichten beoordeelt, 

    wat spook je toch uit in de streek van Tivoli?

    Schrijf je er teksten die beter zijn dan de prullen van Cassius Parmensis,

    of zwerf je daar rond in de gezonde boslucht,  

    mediterend over wat past en waardig is voor een wijze?

    Vergeet niet: je hebt een ziel in je lijf en bent een knapperd 

    met centen in je zak, dank aan de goden, ook de kunst ken je om ervan te genieten!

    Wat meer kan een voedster zich wensen voor haar zoogkind

    dan dat die denken kan, zich keurig uitdrukt, met 

    aanminnigheid, goede faam, gezondheid in overschot?  

    Kortom: een man van de wereld, portefeuille in aanslag.

    Toch één goede raad: doe maar of elke dag je laatste is,

    des te meer plezier beleef je aan het uur dat je niet verwachtte.

    Wat mij betreft: mijn buikje staat rond en mijn vel blinkt,

    net een zwijn in de stal van Epicurus, ... ja, lach maar!

    Brieven, boek II, 4

    © W. Schuermans


    Deze regels zijn meer dan twee millennia oud. Ze vloeiden uit de pen van Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.C.), een man van alle tijden en voor alle tijden. Ze zijn zo rijk aan inhoud dat ik er lang zou kunnen over praten en veel over schrijven. Maar, dient dat wel de poëzie? Lange analyses, geleerd geschrijf en gepraat zijn altijd een dodelijk gif voor de muze die zich in verzen verschuilt.
    Laat deze regels dus over je heen lopen als het water, proef ze in de mond, en streel er je oor mee... Ook wie geen Latijn verstaat, kan zich laten bekoren door de klanken van deze Augustijnse hofdichter.

    18-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:13 The grandeur that was Rome
    17-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met Goethe op de Olympus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Wer nie sein Brot mit Tränen ass,

    Wer nie die kummervollen Nächte

    Auf seinem Bette weinend sass ,

    Der kennt euch nicht, ihr himlischen Mächte.

    Ihr führt ins Leben uns hinein,

    Ihr lasst den Armen schuldig werden,

    Dann überlasst ihr ihn der Pein:

    Denn alle Schuld rächt sich auf Erden


    Wie nooit zijn brood met tranen at,

    Wie nooit middenin miserie nachten

    Wenend op zijn bedstee zat

    Die heeft geen weet van Hemelse Machten.

    Zij sturen ons het leven in

    Beladen de arme sukkel met schuld

    Dan versmoren ze hem in  smart:

    Want alle schuld hoort thuis op aarde. 
     

    © W. Schuermans

     


    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vogels... en zo
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

    Alle vogeltjes beginnen nu nestjes te bouwen, behalve jij en ik! Wanneer beginnen wij eraan...

    Dit versje is het oudste Nederlandstalig gedichtje. Het dateert waarschijnlijk uit het derde kwart van de 11de eeuw. Het werd bij toeval teruggevonden in Oxford in een oud manuscript. Het is een glos en wordt voorafgegaan door de Latijnse versie van de regel:

    Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc
     

    Die regel kwam vermoedelijk uit de ganzenveer van een Vlaamse monnik die in Engeland vertoefde.

    Is het een 'proeve van de pen', een probatio pennae? Een vers gesneden ganzenveer werd eerst op de proef gesteld om uit te maken of ze deugdelijk aangesneden was. 

    Is het een liefdeszucht van een monnik die het wat moeilijk kreeg met zijn celibaat?

    Is het niet meer dan een moedertalige uiting van heimwee naar het (toen nog) verre vaderland?

    Of is het dit allemaal samen? 

    Het heeft niet het minste belang, als de regel maar resoneert, meer hoeft niet.   


    © W. Schuermans

    Bijlagen:
    Hebban olla vogala.jpg (10 KB)   

    17-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans  

    Reageer (0)

    Categorie:01 O schone moedertaal
    Categorieën
  • 01 O schone moedertaal (29)
  • 02 Stem uit Zuid-Afrika (3)
  • 03 Douce France (9)
  • 04 Süsse Sprache Deutschlands (12)
  • 05 Engelse dichters (7)
  • 06 In het land van Dante (3)
  • 07 Spaanse dichters (4)
  • 08 Portugese dichters (1)
  • 09 Russische dichters (3)
  • 10 Poolse dichters (0)
  • 11 Deense dichters (0)
  • 12 The glory that was Greece (4)
  • 13 The grandeur that was Rome (9)

  • Archief per maand
  • 09-2017
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs