Muskiete-jag
A.D. Keet
Jou vabond, wag, ek
sal jou kry
Van jou sal net n
bloedkol bly
Hier op my kamermure.
Deur jou vervloekte
gonsery,
Door jouw gebijt en
plagery,
Kon ik nie slaap vir
ure.
Mag ik my voorstel,
eer ons skei
Eer jy die doodslag
van my kry-
Mijn naam is van der
Merwe.
Muskiet, wees maar
nie treurig nie,
Wees ook nie so
kieskeurig nie.
Jy moet tog ééndag
sterwe.
Verwekker van malaria,
Sing maar jou laaste
aria-
Nog één minuut vir
grasie.
Al soebat jy nou nog
solang,
Al sê jy ook: ek is nie
bang
Nooit sien jy weer
jou nasie
Hoe sedig sit hy, O,
die kreng!
Sy kinders kan maar
kranse breng,
Nóu ga die vabond sterwe
Pardoef! Dis mis! Daar
gaan hy weer!
Maar dood sal hy, sowaar,
ek sweer-
Mijn naam is van der
Merwe.
Dit is het eerste Afrikaanse
gedicht dat ik las. In de kast van mijn vader vond ik het in een helaas al te lang
zoek geraakt boek. In mijn pukkeljaren was ik een tijdlang erg begaan met de planten,
diertjes, miertjes en piertjes: terraria, aquaria, herbaria
het kon niet op. Ik
verzamelde ook insecten, die ik vakkundig ving, doodde en opzette in
insectenkastjes. Zo won ik waardering en respect voor insecten.
insecten in nood
kunnen nog altijd op mij rekenen, ook spinnen leerde ik respecteren
Voor muggen en vliegen ken ik geen genade. Nachtelijke
muggen-safaris zijn mij (nog altijd) al te vertrouwd. Dit gedicht helpt mij jachtpartijen
tot een goed einde te brengen.
Bijlage
Anneli van Rooyen
zingt Muskiete-jag
www.youtube.com/watch?v=aS2ITFHZKl4
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=aS2ITFHZKl4
18-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|