Inhoud blog
  • Niet in het plaatje
  • Oven nummer drie
  • We Found Love!
  • Foto Foto
  • De grote lezingen hal
    Gastenboek van Kelan
  • heen en weer
  • Happy 2012!!!
  • bah i found you!
  • hoi
  • Nog de beste wensen voor 2011 Kelan!

    Schrijf hier neer hoeveel u mij mist, uit uw blijdschap/droefnis of lul gewoon een beetje ;)

    Laatste commentaren
  • LRF (Philip Vanhaelemeersch )
        op Niet in het plaatje
  • 88 (Philip Vanhaelemeersch )
        op Foto Foto
  • Li Jun & haar vraag van één miljoen (Philip Vanhaelemeersch )
        op Oven nummer drie
  • Li Jun & haar vraag van één miljoen (Philip Vanhaelemeersch )
        op Hostel Par(ad?)ijs
  • justin (Philip Vanhaelemeersch )
        op We Found Love!
  • Zoeken in blog

    Startpagina !
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    cattina
    www.bloggen.be/cattina
    Kelan in China
    Al haar spannende belevenissen op één blog!
    26-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op zoek naar een nieuwe sound
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Hi folks!

    Het is vrij stilletjes op mijn blog en dat heeft zo zijn redenen. Ik ben momenteel zo druk bezig met allerlei activiteiten, waaronder de zangwedstrijd 寻找新声带赛 ('Op zoek naar een nieuwe sound') van mijn universiteit. Aanstaande vrijdag zing en dans ik in de finale, en ik sta er versteld van hoe de Chinezen het allemaal organiseren. Hun organisatie staat in schril contrast met het feestje dat aanstaande zaterdag door onze studentenkring wordt georganiseerd ter ere van ons nieuwe magazine. Die 'Launch Party' gaat nog steeds door, maar zal veel minder groots zijn dan we aanvankelijk gehoopt hadden. Het office steunt ons niet voldoende, noch financieel noch mentaal (zelfs de boeking van de zaal is in het honderd gelopen, en daar hebben wij niets mee te maken). Ik heb dagelijks repetities, voornamelijk voor de zangwedstrijd. Vanavond hadden we een eerste volledige doorloop, en de afgelopen dagen bestonden voornamelijk uit dansen (streetdance jawel, niet echt mijn ding, maar we doen ons best - het is gelukkig maar een kort dansje dat we aan het begin van de show moeten opvoeren). Vorige week was er zomaar eventjes een fotoshoot, en onze make-up en haartooi werden voor ons gedaan (!). Hoewel de repetitietijden aan de late kant worden doorgegeven, is het verder op en top in orde. Van de eerste auditie tot op dit moment is alles vlot verlopen, en er zijn erg veel Chinese studenten - voornamelijk eerstejaars- betrokken bij dit event: van onze dansleraar en fotograaf tot persoonlijke assistentes (经济人) voor de deelnemers. Het is de zevende keer dat deze wedstrijd georganiseerd wordt, en we zijn vertrokken met 528 deelnemers, waarvan er nu nog 16 overschieten. Na de finale van vrijdag zullen er nog 5 overblijven, en in november volgt dan een grote finale van zowel de noordelijke campus als de zuidelijke campus. De repetities zijn erg gezellig omdat Chinezen zich helemaal niet schamen om te zingen of te dansen. Doe daar nog een gitaar bij en we zijn vertrokken :), er wordt tijdens het dansen en de repetities door veel gebabbeld en gezongen. Het merendeel van de deelnemers zijn jongens, en naarmate de repetities vorderen, leert iedereen elkaar beter kennen en wordt de sfeer steeds beter. Ik merk dat ik op de campus steeds meer Chinezen herken (zij het dat ik hun namen nog steeds niet kan onthouden), en ik word ook vaker aangesproken, zelfs na de lessen. Afgelopen zondag heb ik nog op een pleintje tussen de Chinese kotengebouwen gezongen omdat een vriendin van me, Peng Ziling, er samen met de leden van haar English club allerlei activiteiten organiseerden. Het was al donker buiten en iedereen zat dicht bij mekaar. Tijdens mijn liedje werd ik luidkeels toegejuicht. en op het einde van de avond was ik omringd door Chinese studenten die allerlei vragen op me afvuurden tijdens de 'English corner'. Het blijft makkelijker om herkend te worden dan zelf te herkennen, maar we doen ons best :). Tijdens al mijn lessen ben ik trouwens de enige blondine.

    Ik wilde aanvankelijk een link posten (weibo), maar die werkt blijkbaar niet in het buitenland. Het lijkt er dus op dat een aantal buitenlandse sites niet werken in China , en dat een aantal Chinese sites niet werken in het buitenland... Op de site staat een foto van me met daarboven een korte uitleg over wie ik ben (in het Chinees). Er staat geschreven dat ik kandidate nummer 6 ben en uit België kom. Ik hield van jongsafaan reeds van zingen, en in het verleden was ik zangeres in twee bands. 'Een meisje dat Chinese nummers nog charmanter zingt dan Chinezen'. Gevolgd door een eigen commentaar: 'Zingen maakt me gelukkig, en ik hoop dat ik door te zingen dit geluk ook kan delen met anderen'. Ik heb de foto onderaan toegevoegd in bijlage.

    来自比利时的06号选手珂兰,是一名进修生,从小热爱唱歌,曾经是比利时两个乐队的主唱。一个唱中文歌唱得比中国人更有韵味的开朗女孩~“唱歌使我快乐,我希望通过唱歌也能把快乐带给别人。
    De link: http://t.panjk.com/index.php?m=ta&id=2180154282

    Ik zou nog veel meer kunnen schrijven, maar de dag is weer voorbij en ik moet op tijd gaan slapen om mijn stem genoeg rust te gunnen, haha. Ik heb gehoord dat we tijdens week 13 examens gaan hebben van al onze vakken... en dat nieuws kwam als een complete verrassing. Ik geloof dat we nu al week 9 zijn: er staat me dus nog veel werk te wachten.

    Tot binnenkort!

    Bijlagen:
    ik xinshengdasai.jpg (41 KB)   

    26-10-2011 om 00:00 geschreven door Kelan  


    17-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom, Slim en Mug

    Wist je dat?

     - De Engelse namen van Chinezen er soms toch echt wel over gaan. Zo heten de administratieve bedienden op mijn appartement ‘Smart’ en ‘Tree’. Een paar weken geleden ben ik ook nog ‘Mosquito’ tegengekomen, een meisje dat aan een naburige universiteit studeert. Toen ik haar vroeg waar ze die naam vandaan had, antwoordde ze dat haar Chinese naam het karakter ‘Wen’ bevatte. De uitspraak van het karakter voor ‘mug’ is ook ‘wen’, en daarom vond ze ‘mug’ een gepaste naam  . In het verleden was ik reeds verschillende grappige namen tegengekomen, waaronder bijvoorbeeld Frodo, Tulip en Money

    -         -  Rollerskating hier erg populair is, en waarschijnlijk is de hoofdreden daarvan dat hier bijna geen verkeer is. De brede lanen zijn ideaal om te inline-skaten, lopen, fietsen… En in Nanqu is zelfs een rollerskate-terrein. Het is precies een ijsbaan: rond, met in het midden een eilandje waar je even kan rusten. Je kan er rollerskates (met vier wieltjes) huren, en voor 5 kuai kan je er skaten tot sluitingstijd. Gaan kijken op zich is eigenlijk al de moeite: sommige Chinezen zijn vrij professioneel en skaten zelfs met een sigaret in de hand. Ik houd mijn handen daarentegen liever netjes op de railing 

    - Je beter goed uit je doppen kijkt wanneer je hier op straat loopt. Hoewel het merendeel van de wegen nieuw is, kan je soms voor een verrassing komen te staan. Zo liep ik overlaatst langs een rioolput waarvan het deksel verwijderd was zonder dat er enig bord bij stond. Ik geloof dat de werkman lunchpauze had, want toen ik er nadien opnieuw langs liep, lag het deksel er weer op. Ik hoop dat er in tussentijd niemand is ingevallen.

    -         -  Ik hier al heel wat leuke diertjes ben tegengekomen. Vorige week zag ik bijvoorbeeld een reusachtige slak. Ik had op dat moment mijn fototoestel niet bij, dus ben ik snel even naar mijn appartement gereden om het te halen. Wat een geluk dat slakken zo traag zijn . Vannacht zag ik een klein kikkertje, en een paar weken terug zag ik vuurvliegjes.

    -          - Mijn roze fiets gestolen is  . Ik wist dat de omgeving van het metrostation gevaarlijk was, maar ik veronderstelde dat als ik mijn fiets echt goed vastlegde (aan een hek, met een echt slot en een nepslot – een kapot slot dat ik nog gebruikte om de indruk te wekken dat er 2 sloten op mijn fiets liggen), er geen probleem kon zijn. Toch wel dus – mijn dierbare roze fietsje was afgelopen vrijdagnacht nergens nog te bespeuren. Het fietsenpikken lijkt hier nog ergere proporties aan te nemen dan in Leuven. Toen ik op zaterdag met een Kazach babbelde, vertelde die me dat ook hij zijn fiets vorige maand kwijt geraakt was. Hij wist daarnaast dat Juman niet één, maar twee fietsen verloren was, en dat ten slotte nog twee goede vrienden van hem hetzelfde was overkomen. Ik ben alvast niet de enige die het even zonder fiets zal moeten doen.

    -        - Mensen in Guangzhou redelijk beleefd zijn. Zo geeft bijna iedereen zijn zitje in de metro af wanneer er een oude man of vrouw binnenkomt. Voorsteken is hier echter wel nog populair, en het is een hele opgave om op de piekmomenten UIT de metro te geraken en je door de stroom mensen naar huis te begeven.

    -       -  De leerkracht van ons vak toerisme ons (buitenlandse studenten) vraagt om elk een korte powerpoint-presentatie te geven voor de hele aula, maar tijdens de presentatie druk met zijn gsm bezig is.

    -        -  De vergaderingen van onze buitenlandse studentenkring soms wel 3 uren in beslag nemen! Mensen lijken hier wel serieus en verantwoordelijk te zijn, maar zijn dit vooral wat betreft buitenschoolse activiteiten  .

    - Chinezen fruit geven wanneer ze iemand bezoeken. Pralines, wijn of bloemen zijn hier niet de gewoonte. Toen ik mijn huisbaas betaalde, heb ik hem dan ook een fruitmand kado gedaan. Het kostte me zo'n 8 euro, mand inclusief. Ik was op dat moment met de fiets, en ik kon de mand op dat moment onmogelijk meenemen. De eigenaar van de fruitkraam sprong daarop onmiddellijk op zijn (bak)fiets en reed met me mee tot aan mijn appartement. Wat een service!

    Eind september vertelde een Chinese vriendin van me dat ik zeker en vast naar de opendeurdagen van de Chinese studentenclubs moest komen. Het was inderdaad de moeite: tientallen standjes waren verzameld op het voetbalveld vlakbij de koten. Ze waren allemaal druk aan het werk om zoveel mogelijk leden te rekruteren. Er was voor ieder wel wat wils: een gitaarclub, een Chinese literatuurclub, een taartenclub (maak je eigen taart), een knutselclub, een fietsclub, een reisclub, een financiële club, de public -relations-club, de inline-skate-club, de guangzhou-club, de schaakclub, de gezelschapsspelletjes-club, …….. Ik heb me ingeschreven bij de public-relations-club. Ik ben benieuwd wanneer ze me op de hoogte zullen brengen van een eerste activiteit. Intussen word ik steeds actiever in onze eigen studentenkring. Het Internationale Studentenmagazine zou normaalgezien volgend weekend gelanceerd worden. Nathan en ik zouden het geheel presenteren. Daarnaast zouden er ook een paar optredens zijn, waaraan ik ook een bijdrage zou leveren. Gisteren is echter beslist dat deze openingsceremonie zal uitgesteld worden naar 28 oktober, een dag waarop ik al plannen heb, en ik weet bijgevolg niet hoe het nu verder zal gaan. Ik heb dit weekend namelijk deelgenomen aan de zangwedstrijd van de SCUT (onze school, South China University of Technology). Op zaterdag was er een eerste auditie, en ik was verbaasd over de professionaliteit waarmee de Chinezen deze auditie aanpakten. Gisteren was er een tweede selectie voor publiek, en die heb ik gewonnen. Ik geloof dat er nu in de zuidelijke campus 9 personen overblijven die mogen deelnemen aan de ‘Finale van de zuidelijke campus’ op 28 oktober. Op 6 november zou de finale van zowel de noordelijke als zuidelijke campus plaatsvinden, maar het valt af te wachten of ik zo ver zal geraken.

    Het weer is hier momenteel subliem: het is zoals een prachtige zomer in België. Warm, maar niet te warm, veel zon en geen wolkje aan de hemel. Vorige week was het nog helemaal anders, want toen hebben we heel wat regen en onweer gehad. Regen kan hier soms plots met bakken uit de lucht vallen, zonder dat je het ziet aankomen. Wanneer de eerste paar druppeltjes beginnen te vallen, is het aangeraden zo snel mogelijk een schuilplaats te zoeken  . Als ik het weer in Wuhan met dat in Guangzhou vergelijk, dan is dit toch een pak beter hoor .

    17-10-2011 om 17:36 geschreven door Kelan  


    05-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steffi in Guangzhou

    Van 20 tot 23 september heb ik bezoek gehad, jawohl! Steffi en Marion van Duitsland, goede vrienden die ik heb overgehouden aan mijn jaar in Wuhan, waren voor een drietal weken op reis in China. Naast een aantal plaatsen in Yunnan, waaronder Dali, Lijiang en de Tiger Leaping Gorge, stond ook Guangzhou op hun lijstje om mij speciaal een bezoekje te komen brengen. Jammer genoeg werd Marion al in het begin van de reis ernstig ziek, en heeft ze besloten terug naar huis te gaan. Steffi is daarna samen met een aantal Duitsers die ze onderweg heeft leren kennen doorgereisd en is nadien op haar eentje voor 3 daagjes naar Guangzhou afgezakt. Ze arriveerde `s avondslaat op dinsdag 20 september. Na een blij weerzien zetten we koers naar huis, en omdat ze zo vermoeid was, besloten we het rustig te houden en gewoon even met de fiets even tot Nanqu te rijden om daar wat barbecue te proberen. Juman (Libanon) heeft namelijk twee fietsen – één voor zichzelf, en één voor als er een vriend of familielid op bezoek komt – waarvan ik er eentje mocht lenen. Ik verschoot ervan dat hij een tweede fiets heeft durven kopen, aangezien hij tijdens zijn eerste week in Guangzhou al het slachtoffer geworden was van fietsendiefstal. Net zoals in Leuven worden ook hier constant fietsen gepikt; meestal bij het metrostation, maar ook op de campus zelf.

    In Nanqu is een heel populaire eetplaats waar het elke avond/nacht vol zatte Chinezen zit. Ik was er tot dan nog nooit gaan eten. Steffi en ik schoven aan tafel en probeerden het luide geroep van de tafel jongeren achter ons te overstemmen. Naar goede gewoonte bestelden we van alles wat: wat championnetjes, wat aubergine, Chinese prei, mantou (kleine broodjes, gefrituurd of gebakken), een beetje kip en een beetje rund. Steffi was vermoeid en daarom niet echt hongerig, in tegenstelling tot ik. Maar zelfs ik was niet opgewassen tegen wat op tafel gezet werd. In Wuhan kreeg je al wat je bestelde op een stokje: bestelde je aubergine, dan kreeg je kleine stukjes aubergine op een spie, en bestelde je mantou, dan kreeg je een stuk of drie kleine broodjes op een stokje. Ik had echter niet gezien dat achter de aubergine in plaats van ‘per stokje’ (/) eigenlijk ‘per aubergine’  (/) stond. We vielen dan ook bijna van onze stoel toen ons plots een hele aubergine geserveerd werd. En dat niet alleen: achter de Chinese prei stond 'per da’ (/打) in plaats van ‘per stokje’. Ik had dat wel gezien, maar had me daar geen verdere vragen bij gesteld. ‘Da’ bleek echter ‘dozijn’ te betekenen, met als gevolg dat men zomaar even 12 spies Chinese prei voor onze neus legde. Steffi had nog maar pas tegen me gezegd dat ze genoeg gegeten had, of daar kwam aubergine nummer twee al aan. De tafel stond zo vol dat we er de slappe lach van kregen, en wij niet alleen. Het hele restaurant had intussen gezien welke flater we begaan hadden, en zelfs de Chinees die onze bestellingen had opgenomen stond erbij te grinniken. Diezelfde ober had me wel gewezen op het feit dat twee keer rijst te veel ging zijn, maar niet op het feit dat 24 stuks Chinese prei ook wat te veel van het goede was. Ik besloot de Chinese prei aan de tafel jongeren achter ons te schenken, en zij trakteerden ons op hun beurt op Chinese Iced tea. Twee politieagenten aan de tafel naast ons besloten ons uit ons lijden te verlossen en namen één van de aubergines op zich. De overige gerechtjes die nog niet klaargemaakt waren, werden van de rekening geschrapt. Een tweede lading Chinese prei was echter al wel klaar… Intussen probeerden de agenten ons oesters en champignons te voeren, maar wij zaten zo vol als een ei en konden niet meer van het lachen . Toen we er twee dagen later nog eens gingen eten, checkte de ober onze bestellingen zorgvuldig. Voila, daar kennen ze me ook weeral .

    De volgende dag had ik les, en daarna moest ik naar het centrum van de stad om mijn medische resultaten op te halen. Steffi besloot lang te slapen en nadien met me mee te gaan. Ik hielp haar met het kopen van een vliegticket naar Shanghai, en zij vergezelde me weer naar huis voor een afspraak met de internetmevrouw (waarvan de uitkomst reeds bekend is). We besloten in Garlic te gaan eten, en aangezien Robin daar op dat moment ook rondhing, nodigde ik hem uit om samen met ons te eten. We sloten de avond af met een potje pool in openlucht. Van zulke poolplaatsen moet je meestal niet te veel verwachten, dus pro’s zoeken beter een ander stekkie om te oefenen . Ik zal nooit vergeten hoe in Wuhan alle ballen terugrolden omdat de tafel scheef stond .

    Op donderdag ben ik na de les met Steffi naar de Sun Yat-sen Universiteit in het centrum van de stad getrokken. Het meisje dat Chinese les gaf aan de Duitsers gedurende dat jaar in Wuhan doctoreert momenteel aan die universiteit. Haar naam is Annie. Ze is even lang in Guangzhou als ik, en dus ook nog niet echt heel bekend met deze stad. Ze toonde ons de prachtige, tropische campus van haar universiteit. Ik was echt onder de indruk: het is moeilijk te geloven dat deze historische gebouwen zich in het midden van een metropool bevinden. Vanuit sommige plaatsen op de campus kan je, wanneer je tussen de grote bomen en bananenplanten naar boven kijkt, de moderne wolkenkrabbers zien.  We doorkruisten de hele campus van zuid naar noord, en toen we uit de campus kwamen, bleek dat we op de oever van de parelrivier stonden. De locatie van deze campus is ronduit magnifiek! We deden ons tegoed aan een heerlijke lunch, en ik was voor de eerste maal getuige van een lokaal gebruik: in Guangzhou krijg je bij de thee een grote kom, waarvan de bedoeling is dat je hier je bestek (stokjes) in wast. Eerst worden de kopjes vol met thee gegoten, waarna de thee over de stokjes in de grote kom gegoten wordt. Daarna pas worden de kopjes opnieuw met thee gevuld en kan je beginnen eten. Voor maar 1 yuan namen we de boot en voeren we tussen de wolkenkrabbers door. Het was een hele tocht die wel anderhalf uur duurde. Het weer was perfect: warm, maar niet te warm. Na een tijdje gingen we er bij zitten en lagen we met andere woorden te zonnebaden op de parelrivier, met uitzondering van Annie (Chinezen hebben het niet zo op de zon staan en houden van een witte huid). Ik genoot er met volle teugen van en voelde me plots erg blij met mijn keuze voor Guangzhou. We dronken iets op een terras op de campus (gezellig!) en zetten koers naar de kantine. Annie’s kot bleek in hetzelfde gebouw als de kantine te zijn, en ze nam ons mee naar boven om het ons te tonen. Ik was vrij geschokt toen ik haar kamer zag. Ze heeft gelukkig nog geen kamergenote, en de kans is groot dat die dit semester ook niet meer zal opdagen, maar buiten het feit dat ze nu redelijk wat ruimte heeft, stelt de kamer niet veel voor. Er is zelfs geen matras: een dun matje is alles waarop ze slaapt. Ik bestudeerde de kamer: boven haar bed hing een muggennet (de bedden zijn daar speciaal op voorzien, want ook hier zijn muggen een groot probleem), haar bureau stond stampvol boeken en kleine spulletjes, maar verder was alles kaal. Aan elke kast hing een hangslot en in het midden van de ingang lag een baksteen om voor de deur te schuiven. Er is een kleine badkamer, maar warm water is er maar op bepaalde tijdstippen. In Wuhan krijgen doctoraatsstudenten een eigen kamer, maar hier zitten ze dus gewoon bij de bachelorstudenten, in een piepklein, vuil, versleten kamertje. Ik besefte plots in wat voor luxe-situatie ik me op dit moment bevind, en ik voelde me eerlijk gezegd best slecht toen ik haar kamer verliet. We hadden een geweldig gezellige namiddag samen en ik zal Annies warme onthaal niet gauw vergeten.

    Steffi en ik wandelden een heel eind over de ‘bund’ van Guangzhou, die ik persoonlijk mooier vind dan de bund in Shanghai. De tv-toren, de arena waar de openingsceremonie van de Asian Games heeft plaatsgevonden, de IFC-toren, de verlichte bootjes op het water… het was prachtig. We bezochten de tv-toren van Guangzhou (600 meter hoog, je kan ongeveer tot 430 meter hoog gaan, inkomprijs 150 kuai), genoten van het uitzicht en zetten daarna weer koers naar huis. De volgende ochtend om half 7 was Steffi alweer foetsjie. Het was een geslaagd blitzbezoek.

    05-10-2011 om 14:08 geschreven door Kelan  


    28-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Let the fun begin!

    ! Hou wel rekening met het tijdsverschil, dat momenteel 6 uren bedraagt. Op 30 oktober (ingang wintertijd in België) is het weer 7 uren.

    Maandag: geen les

    Dinsdag:

    8.50 – 10.25: 中国对外经贸概论 (Een introductie tot de economie en de handel van China met het buitenland)

    10.35 – 12.10: 国际商务导论 (Een introductie tot de internationale handel)

    14:00 – 15.35: 中国概况 (Algemene kennis over China)

    Woensdag

    8.50 – 10.25: 旅游学 (Toerisme)

    10.35 – 12.10: 商务汉语 (Business Chinese)

    Donderdag

    8.50 – 10.25: 中国对外经贸概论 (Een introductie tot de economie en de handel van China met het buitenland)

    10.35 – 12.10: 旅游学 (Toerisme)

    Vrijdag

    10.35 – 12.10: 国际商务导论 (Een introductie tot de internationale handel)

    14:00 – 15.35: 商务汉语 (Business Chinese)

    28-09-2011 om 09:33 geschreven door Kelan  


    27-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de nachtegaal en de kat

    Ik heb al eens vermeld dat ik op een appartement woon, en niet in de koten op de campus. De hoofdreden is dat de koten te lawaaierig zijn, en niet bepaald comfortabel. Daarnaast vallen de prijzen voor appartementjes hier best mee. De locatie van mijn appartementje is ideaal: vlakbij de metro en vlakbij de campus. Daarnaast is naast het metrostation een terrein met enkele restaurantjes en winkeltjes, genaamd 南区 Nanqu. Masta P had me hier in het begin al mee naartoe genomen, en toen waren we er in het onder buitenlanders bekendste restaurantje gaan eten: Garlic. Die naam komt niet uit het niets, want je kan er onder andere frietjes met knoflooksmaak krijgen. Het eten dat er geserveerd wordt, is westers: je kan er onder andere spaghetti, hamburger en sandwich krijgen. Maar ik vind het niet echt lekker en de prijzen zijn hoog voor wat het is. Geef mij maar de 铁板牛肉 (beef on iron plate) van het Chinese restaurant er vlak naast.

    Mijn appartement is klein, aangezien het een eenpersoonsappartementje is, maar het is ruim genoeg vind ik (veel poetsen moet ik dus al niet, hiep hoy )
    . Het bestaat uit een slaapkamer (waar ook mijn bureautje staat), een badkamer en een klein koertje met wasmachine. Het uitzicht vanuit het grote raam in mijn slaapkamer is subliem: temidden van de appartementsgebouwen is een groot zwembad. Jammer genoeg zit er nog geen water in  dat zou voor volgend jaar zijn. En toen ik de douche zag, kon ik mijn geluk al helemaal niet op: het is een douche met meerdere spuiters (of hoe heet zoiets) tegen je rug . Wanneer je binnenkomt, is links van je een klein keukentje met een elektrische kookplaat, en ik heb zelfs een afwasmachine en een microgolfoven. En last but not least: recht voor mijn bed staat een
    reusachtige plasma-televisie met bijhorende dvd-speler! Praise the Lord! De airconditioning werkt perfect, en ik heb altijd warm water. Wat een luxe
    ! Wat een verschil met de koten! Aanvankelijk was de prijs van mijn appartement 1400 per maand. De appartementen aan de straatkant kosten omwille van het lawaai van de bouwwerken minder (1300 per maand). Toch ben ik erin geslaagd mijn appartement aan 1300 per maand te krijgen, omdat ik mijn huisbaas in één keer uitbetaal. Ik ben reeds in contact gekomen met verschillende van mijn buren (zelfs onderburen) via mijn zoektocht naar internet – een heel ander verhaal. Rechts van mij woont een Chinees meisje dat conservatorium doet. Zij heeft het echter niet getroffen met haar buurman (ik bedoel de man die links van mij woont): Mister Brandon. Mister Brandon is een zwaarlijvige Amerikaan van middelbare leeftijd, met een piercing in zijn linkeroor, en één van de leerkrachten van Robin en Njekwa. Zij zijn vol lof over hem, ik net iets minder. Toen ik twee weken geleden bij hem aanklopte om te horen of hij misschien geïnteresseerd was de kosten voor het internet te delen, begon hij onmiddellijk over het lawaai dat de Chinese zangeres maakte. Ik vermoed dat hij al enkele dagen erg gefrustreerd moest geweest zijn, want de dag erna begon hij er weer over, en vertelde dat hij het geluid zelfs had opgenomen zodat hij ‘bewijs’ had wanneer hij ging klagen. Zingen zal ik dus al niet veel moeten doen dit jaar vrees ik . Ik heb dat meisje trouwens nog maar twee keer horen zingen, en vond het niet zo heel storend.

    Wat betreft het internet, dat is een heel gedoe geweest. Omdat ik van verschillende buitenlandse studenten gehoord had dat internet in University Town prijzig is, en dat daarom de meeste mensen in de appartementen internet delen, besloot ik op zoek te gaan naar een buurman of buurvrouw om de kosten te delen. Die Sängerin had reeds genoeg vriendjes om mee te delen, en Mister Brandon was geloof ik niet toegestaan te delen. Hij verwees me door naar ene Billy van Indonesië, één van mijn onderburen, maar die had zelf nog geen internet en was niet gehaast om het te installeren. Nog een andere onderbuur had ten slotte geen internet nodig. Ik was bijna uitgepraat, toen in het appartement schuin tegenover mij plots tekenen van leven waar te nemen waren. De twee appartementjes schuin tegenover mij bleken gehuurd te zijn door een bedrijf waarvan werknemers er een nacht konden slapen wanneer zij voor zaken in University Town moesten zijn. De man die op dat moment in het appartement was, belde me de volgende dag met het blijde nieuws dat men de kosten wilde delen. Ik moest een wifi-apparaatje kopen, waarna er iemand langs zou komen om verbinding te maken. Een paar dagen later was het zover: ik werd gebeld door een jonge vrouw met een ongelooflijk irritant stemgeluid. Ze was in het appartementje dat het verst van me verwijderd was, en zou me helpen met de installatie. Vanaf het eerste moment dat ik haar zag, wist ik al hoe laat het was: no internet today. De vrouw, ik schat haar iets ouder dan ik, was een eerder plompe vrouw met een mollig gezicht en veel te schattige kleren voor haar model. Naast haar op het bed zat een werknemer van hetzelfde bedrijf gebiologeerd naar het scherm van de televisie te staren. Hij was alvast niet van plan ons te helpen. Al gauw bleek dat deze vrouw niets van internet en wifi-apparaatjes afwist. Waarom men haar gestuurd heeft, is me tot op heden dan ook een raadsel. Ik gaf haar mijn wifi-apparaatje, moest haar helpen met het inbrengen van de kabel, waarna ze me vroeg: ‘En, werkt het?’ Wat volgde was anderhalf uur geprul (ik dacht echt dat ze mijn wifi-apparaatje kapot zou maken) en gebel naar China Telecom, waarna ze de conclusie maakte die ik reeds lang gemaakt had: Het werkt niet zonder code. Op 21 september kwam ze nog eens langs, en toen was Steffi hier (een Duits meisje waarmee ik in Wuhan goed bevriend geraakt was). Hetzelfde tafereel herhaalde zich: het was zo belachelijk dat we er de slappe lach van kregen. En ik denk dat de man van China Telecom aan de andere kant van de lijn er ook stilaan zijn buik vol van had. Hoewel de Chinese vrouw er zelf plezier in leek te vinden, was het voor mij genoeg. Na een kleine maand besloot ik uiteindelijk zelf internet te kopen - geen dag te vroeg - en een dag later was het al gefikst.

    27-09-2011 om 13:52 geschreven door Kelan  


    26-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chinees op hoog niveau 高级汉语

    Op dinsdag 13 september, de dag na het Mid-Autumn Festival, begonnen de lessen. Ik had echter nog steeds geen lessenrooster ontvangen. Op het office hadden ze me gezegd dat ze dat ‘later’ wel zouden regelen. Met zo’n termen moet je voorzichtig zijn in China, wist ik al. Ik ben een speciaal geval: de meeste studenten studeren hier voor 3 of 4 jaar (en maken dus een heel bachelor- of masterprogramma af). Ik ben hier maar voor één jaar, en op mijn toelatingsformulier stond ‘ordinary student’ aangevinkt. Ik veronderstelde dat, indien men deze optie aanvinkt, men ook wel zou weten wat die optie net inhoudt, maar daar was ik goed fout. Op het office wisten ze vanaf dag één geen blijf met me. Aanvankelijk dachten ze dat ze me bij de Chinese masterstudenten toerisme-management konden plaatsen, maar ik had een bachelorjaar aangevraagd (omdat ik dacht dat master te moeilijk zou zijn met mijn achtergrond). Achteraf gezien had ik misschien toch beter een masterprogramma aangevraagd, omdat ze dan voor een tutor (begeleider) zouden gezorgd hebben. Op dinsdag 13 september trok ik opnieuw naar het office om te vragen wat, waar en met wie ik precies zou gaan studeren. Ik werd bij de studenten derde bachelor toerisme-management geplaatst met Chinees als buitenlandse taal. Het kwam erop neer dat ik nog wel Chinese les zou krijgen, maar dat ik daarnaast ook enkele toerisme-vakken in het Chinees zou krijgen. Het leek me wel wat, en het programma zag er goed uit. De Chinese lessen waren: schrijfles, Chinees op hoog niveau, en ten slotte business-Chinees. De andere vakken – in het Chinees – waren: de principes van hotelmanagement (het is eens iets anders he ), een algemene inleiding tot China (zowel cultuur en geschiedenis als economisch en politiek – zij het dat dit voor mij herhaling is), en ten slotte toerisme. De eerste les business-Chinees beviel me, ook al was de grammatica tamelijk simpel en de klas te rumoerig. De woordenschat kan ik echter goed gebruiken, dus dit vak zag ik wel zitten. Over de rest van de Chinese lessen was ik echter niet te spreken. De schrijfles was zo rumoerig dat je de leerkracht vaak zelfs niet hoorde. We waren met veel te veel studenten in de les en er is een enorm niveauverschil tussen de studenten onderling. De woordenschat kan er wat betreft moeilijkheid mee door, maar de grammatica is gewoon herhaling van mijn eerste jaar in Leuven en is met andere woorden tijdverlies. Ook ‘Chinees op hoog niveau’ was een ramp. De leerkracht, een relatief jonge man met volgens mij amper of geen ervaring staat meer tegen zichzelf te brabbelen dan tegen de klas. Hij geeft les op slakkentempo en schrijft gewoon op het bord wat in het boek staat. Een hoger niveau is er niet op deze campus ... Het is moeilijk te geloven dat het de studenten uit deze les zijn die ook samen met Chinese studenten les volgen. Van hotelmanagement (2,5 uren aan een stuk, jawel) kon ik amper iets begrijpen, laat staan de studente uit Kirgistan naast me, die al moeite heeft met de lessen Chinees. De micro echode enorm, en het tempo van de leerkracht lag hoog, maar ik vermoed dat dat wel went. Het ergste was dat de airconditioning het had begeven, zodat ik meer bezig was met het afdeppen van mijn zweet dan met het volgen van de les. Na deze akelige ervaringen besloot ik naar het office te gaan om een interessanter lessenrooster te fiksen, maar dat bleek allemaal niet zo simpel te zijn. Ik zei hen dat de lessen Chinees te gemakkelijk waren, en de lessen in het Chinees niet interessant genoeg. Jammer genoeg worden vakken zoals human resource management in de noordelijke campus van de SCUT gegeven, die hier een busrit van een uur vandaan ligt. Daar studeren ook de buitenlanders die enkel Chinees komen studeren. Ik kreeg de lessenroosters van de Chinese studenten mee naar huis, maar er werd me direct bijverteld dat, indien ik deze lessen zou volgen, examens afleggen onmogelijk was. Toen ik vroeg waarom, antwoordde Luo laoshi (leerkracht Luo, die liever op QQ zit dan naar de studenten luistert – QQ is het populairste Chinese chatprogramma, vergelijkbaar met onze MSN) dat dit administratief gezien niet haalbaar was, en dat de lijsten met namen van studenten die de lessen volgden reeds vast lagen. Ik was nog steeds niet tevreden, en vroeg of er niet nog een andere optie was, zodat ik wel examens kon afleggen. Daarop gaf hij me het rooster van een andere richting met Chinees als buitenlandse taal: business. Tijdens de lessen Chinees had ik al een aantal buitenlanders gezien die deze richting volgden, en de vakken leken me interessant, dus besloot ik vakken uit beide roosters te combineren en andere vakken te laten vallen. Intussen heb ik een paar business-vakken gevolgd, zoals ‘een introductie tot de internationale handel’ en ‘een introductie tot de economie en de handel van China met het buitenland’, en ik heb besloten die verder te blijven volgen. Op het merendeel van mijn boeken ben ik nog aan het wachten... Erg vervelend. Tot dusver de stand van zaken wat betreft de lessen.

    26-09-2011 om 00:00 geschreven door Kelan  


    18-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Public Relations of China (PRC)

    De volgende nacht bracht ik door in de dorms, en ’s ochtends trokken Robin en ik naar de appartementen om er opnieuw te gaan informeren. Hij nam me mee naar het appartement van Njekwa, een kerel van Zambia en de beste maat van Robin. Hij woont sinds kort alleen op een appartement voor 2 personen. Aanvankelijk zou Robin bij hem gaan inwonen, maar door omstandigheden is dat niet doorgegaan. Ook met Njekwa zou ik later regelmatig wat tijd spenderen. Hij is een apart, maar sympathiek figuur. Hij is de rust zelve, weet veel en hij spreekt goed Engels. We waren hongerig, maar wachtten op Juman, omdat die van een andere stad moest komen en mijn hulp nodig had omdat hij geen Chinees spreekt. Hij was op dat moment nog niet honderd procent zeker of hij ook zou verhuizen, maar mijn besluit stond vast, al moet ik toegeven dat de sfeer in de dorms meestal best goed is. Nuja, het is eens wat anders, en het comfort kan ik toch echt wel gebruiken. ’s Avonds nam Robin me mee naar Guangwei, één van de meer levendige plaatsen in Daxuecheng (University Town), met een groot aantal eetkraampjes en prullenwinkeltjes. Ik voelde me opgelucht omdat ik nu eindelijk wat gezelligheid had gevonden.

    [Ik ga even onderbreken omdat ik op dit eigenste moment op de kamer van Robin zit te bloggen, en er buiten plots lawaai is uitgebroken. Er is blijkbaar een voetbalmatch bezig en veel studenten zijn uit hun kamer gekomen om naar elkaar te fluiten en te roepen. Ik zag zonet mensen met t-shirten zwaaien, en een gast op deze verdieping had zelfs even de brandslang vastgenomen om water op de koer te spuiten… Het heeft wel iets, maar ik kan niet zeggen dat ik het niet een beetje eng vind , vooral omdat er nu ook een bewaker beneden is komen staan.]

    De volgende dag nam Robin me mee naar Guangda. Guangda is een ander deel van Daxuecheng en bestaat uit een groot winkelcentrum (het is dus niet op straat, zoals Guangwei), ook weer met talrijke eetkraampjes en prullaria. Bij deze heb ik dus de twee meest interessante regio’s van Daxuecheng gezien. De rest van de week was gevuld met oriëntatie-activiteiten. Robin vertelde me dat er sinds dit jaar een oriëntatieprogramma is, omdat het in het verleden voor nieuwe buitenlandse studenten veel te moeilijk was om alles zelf uit te dokteren. Ik was inderdaad erg verbaasd toen ik bij de registratie drie boekjes in mijn handen gestopt kreeg: een oriëntatiegids, een studiegids en een leefgids. In die boekjes staat eigenlijk zo goed als alles wat je moet weten, alsook Zo was er op maandag de openingsceremonie van de School of International Education, dat niet enkel bestond uit een aantal speechen, maar ook uit buikdans en zang. Er waren niet enkel Russische buikdanseressen, maar ook een Chinese buikdanser die in zijn eentje de show stal. Hij kwam er nogal door , en ik kon het niet laten een stukje van zijn dans te filmen. De sfeer zat er op een gegeven moment goed in! De rest van de week bestond uit informatiesessies over studeren, de werking van de campus, de visumaanvraag en de aanvraag van de verblijfsvergunning etc. Op een gegeven moment kregen we uitleg van de politie, en de rechercheur waarschuwde ons voor bepaalde wijken in Guangzhou. Ze zei dat ze er moeite mee had het te vermelden, maar dat het haar plicht was ons te waarschuwen voor ‘Afrikaanse vrienden’ die bepaalde buurten in Guangzhou onveilig maken en het vooral op buitenlanders gemunt hebben. Het zijn dus niet zozeer de brave Chinezen waarvoor je moet uitkijken, maar wel andere buitenlanders. Afrikanen zitten hier inderdaad met de massa, dat heb ik ook gisteren ondervonden toen Robin en ik gingen eten in een Nepalees restaurant, pal in het midden van de Afrikaanse wijk van Guangzhou. Geloof het of niet, maar ik zag op een gegeven moment meer Afrikanen dan Chinezen :o.

    Die eerste week in Daxuecheng was chaotisch omdat ik alles tegelijk moest doen. Het duurde een tijdje voor ik het contract van het appartement eindelijk getekend had, en dan kon de verhuis beginnen. Alles moest te voet, en omdat het buiten zo warm was, was elke kleine taak een hele opgave. Uiteindelijk heb ik mijn valiezen ’s nachts verhuisd. Zoals ik al zei, zijn hier geen taxi’s te vinden, en als je er toch één nodig hebt, dan moet je hem bestellen. Een andere activiteit was het bezoek aan het University History Museum. Op zich niet zo heel boeiend, maar ik was blij dat ik hierdoor de kans kreeg de Noordelijke Campus van de SCUT te zien. Ten slotte heb ik ook deelgenomen aan de Language Evening. Een aantal Chinese studenten hadden spelletjes voorbereid met de bedoeling contacten te leggen met buitenlanders. Ik ontmoette een aantal lieve Chinese meisjes, en met twee daarvan ben ik deze week in Dongmen gaan eten.

    De speech van de leider van de Student Union voor internationale studenten (Nathan) op de openingsceremonie heeft indruk op me gemaakt, en het lijkt alsof deze studentenkring best goed georganiseerd is. Ook Robin is lid van de Student Union, waar hij instaat voor de Public Relations. Op dit moment zijn Njekwa en hij van plan een magazine te publiceren. Aanvankelijk zagen ze het nogal groots: ze wilden het verspreiden over de hele Daxuecheng en er geld voor vragen, maar daar zijn ze intussen al van teruggekomen. Het zal nu een gratis magazine worden, en ik vermoed dat er in het begin niet zoveel exemplaren van verspreid zullen worden. Het zal afhangen van de populariteit van het magazine. De titel van het magazine is ‘New Heights’. Op dit moment ben ik ook een kort artikel aan het schrijven voor dat magazine, en ik hoop dat in de toekomst meer te kunnen doen. Omdat ik zoveel met Robin optrek, ben ik in zekere zin al geïntroduceerd in de studentenkring. Dat was vorige week al duidelijk, toen hij me tijdens het weekend belde om te vragen of ik wilde zingen op de Mid-Autumn Festival Party. Jawel, de tijd van de zware onverteerbare maankoekjes was weer aangebroken. Ik was nog lang niet vergeten hoe ik in Wuhan met twee zakken vol verschillende maankoekjes had lopen sleuren, om nadien tot de vaststelling te komen dat er niet één koekje was dat ik lustte. En dat is nog steeds niet veranderd, zo ontdekte ik afgelopen maandag (12 september). Het eerste maankoekje waarvan ik gek ben, moet blijkbaar nog uitgevonden worden. Hoewel pas op zaterdag beslist werd dat er op maandag een feestje op de eerste verdieping (in China is dit het gelijkvloers) zou plaatsvinden, was op maandag zo goed als alles tiptop in orde. Er waren lampionnen voorzien, een mooie affiche, lantaarns om in de lucht te laten vliegen (孔明灯 kongmingdeng) (zo’n lantaarn had ik in Wuhan al eens de lucht ingestuurd), maankoekjes, snacks… De host en DJ van de avond was Robin, die twee uren lang aan een powerpoint-presentatie gewerkt had om die uiteindelijk niet te gebruiken. Er was vrij veel volk opgedaagd, en de sfeer zat goed. Ik was de eerste act van de avond, en buiten de drie geplande acts volgden nog een paar ‘spontane’ acts, zoals een Afrikaan die spontaan vooraan kwam rappen en een Chinees die kwam beatboxen. We lieten lantaarns vliegen en daarna heeft iedereen nog een tijd staan dansen. Met de ‘leiders’ van de verschillende departementen van de Student Union trokken we het dak op, waar ieder een klein woordje in de groep gooide en we nog een paar lantaarns de lucht instuurden. Het was een speciaal gevoel op dat moment al deel te kunnen uitmaken van zo’n hechte groep studenten. Een soortgelijk gevoel had ik de zaterdag daarvoor reeds gehad, toen Robin me meegenomen had naar de campus van de Sun Yat-sen Universiteit om de verjaardag van een landgenoot te vieren. Het draaide erop uit dat ik de enige buitenlander in een groep van negen Nepalezen was. Het was een verrassingsbezoek, en Robin en zijn vrienden hadden gezorgd voor een taart. Na het zingen en uitblazen van de kaarsjes kwam één van hen rond met een stuk taart zodat we er allemaal een hap van konden nemen. Daarna pas kreeg ieder een eigen stuk. We gingen eten in een Italiaans restaurant in de buurt en deden nadien nog een wandeling langs de Guangzhou Toren (dezelfde plaats waar ik met Piers had gelopen). Hoewel ik ook ditmaal maar heel even de verlichte toren kon aanschouwen, bleef de grondverlichting nog een hele tijd aan (de grond is verlicht met verschillende kleuren). De sfeer was goed en op een gegeven moment stonden we zelfs met zijn allen te dansen, aan de voet van de Guangzhou Toren.

     

     

    18-09-2011 om 00:00 geschreven door Kelan  


    02-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sunparks

    Tot half 12 lag ik in mijn bed, en nog had ik niet genoeg geslapen. Ik vermoed dat de eerste nachten allemaal nogal onrustig gaan zijn. Vanop het balkon keek ik naar de kleine palmbomen en het verwaarloosde zwembad beneden. Ik at in een restaurantje vlakbij het hostel, en opeens kreeg ik in de gaten dat ze ook aan huis leverden, maar dan met de fiets en niet met de brommer. Er stonden een heel aantal fietsen buiten met mandjes, en constant zag ik mensen met regenjassen aan weg en weer rijden (ook van een ander restaurant je in de buurt). Het was immers nogal betrokken buiten, en regelmatig was er een hevige bui. De temperatuur voelde warmer aan dan de dag waarop ik gearriveerd was, maar door de regen koelt het met momenten wel een beetje af. Ik vind de hitte in Wuhan veel erger dan dit soort hitte, dus voor mij is dit een meevaller, zij het dat het zweet met momenten nog van me afdruipt. Ik nam een taxi naar de universiteit, en dat kostte me geloof ik iets meer dan 50 kuai (toch vrij veel voor iets dat volgens de eigenaars van het hostel ‘vlakbij’ was). De rit was bevreemdend; ik wist wel dat we naar een soort van eiland reden, maar niet dat dit gebied zo afgezonderd is dat je effectief de stad uit moet, een soort van tol moet betalen om in de universiteitsstad te kunnen, en daarna in een groot netwerk van brede wegen en kruispunten die allemaal op elkaar lijken verzeild geraakt. En het toppunt was dat op die brede wegen gewoon geen kat te zien was. Af en toe een fietser of een brommer, of een enkele wandelaar, maar verder was alles doodstil. Ik zag grote borden waarop de universiteiten in die zone aangegeven waren, en na een tijdje doemde uit het niets mijn universiteit op: South China University of Technology (华南理工大学). Ik was dinsdagavond nog naar Sunparks geweest, en toen ik uit de taxi (met airco) stapte had ik het gevoel dat ik daar opnieuw was. Het regende een beetje, maar de regen was zo warm dat je ze amper voelde. De vochtigheid was enorm hoog en dat zie je ook aan de lucht en de tropische planten die hier groeien. Het registratiegebouw bleek vlak naast de hoofdingang van de campus te zijn, en het heeft net zoals alle andere gebouwen op deze immense campus een oranjerode kleur. Eenmaal binnen werd me onmiddellijk de lift gewezen door één van de vele Indonesische studenten van de studentenkring van buitenlandse studenten die je hier helpen met de administratie. Ik heb de neiging om Chinees met hen te spreken, maar ze volgen bijna allemaal een major in het Engels, dus hun Engels is vrij goed. Ik heb gehoord dat de buitenlanders die Chinees volgen in de noordelijke campus zitten (ook wel de ‘oude’ campus genoemd, omdat het deel waar ik zit later gebouwd en veel moderner is). Het gebouw is vanbinnen heel deftig en proper, net zoals de rest van de campus. Er werd me een nummertje in mijn handen gestopt, ik moest een formulier invullen en daarna… inderdaad, wachten. Het heeft toch wel een dikke 2 uren geduurd voor ik eindelijk aan de beurt was, en al gauw sloeg ik aan de praat met andere wachtende studenten. Het klikte onmiddellijk met een jongen van Libanon, Juman (van 1992, jong he), die eerder al in de noordelijke campus van mijn universiteit gestudeerd had. Ook met zijn vader heb ik gepraat, hij doet business in Guangzhou (handel in constructie). Verder zag ik vooral Indonesische studenten en (surprise surprise) veel Afrikanen. Ik zag een supermoderne drankautomaat, maar buiten cola was die zo goed als leeg en moesten we bijgevolg dorst lijden.

     

    De éénpersoonskamers waren ‘al heel lang geleden’ verdeeld, dus probeerden ze me een 3-persoonskamer aan te smeren (ik denk zelfs dat het eigenlijk een 4-persoonskamer was), waarmee ik niet akkoord ging. Mijn beurs geeft me recht op minstens een 2-persoonskamer, en nadat ik dat gezegd had, fiksten ze zonder gemor een 2-persoonskamer voor me. Daarna kon ik eigenlijk direct naar mijn kamer (de organisatie lijkt hier dus wel een pak beter dan in Wuhan). Buiten stond een busje, en samen met een paar studenten van eilanden vlakbij Indonesië die al langer hier zijn, reden we naar het gebouw met koten voor buitenlandse studenten. Daar liep ik Juman (Libanon) weer tegen het lijf, en die wist me direct te vertellen dat ze hem een 4-persoonskamer hadden aangesmeerd die op geen zak trok. Ik wist genoeg, en zonder al te hoge verwachtingen trok ik met de hulp van een student naar verdieping 6, kamer 622. Mijn kamergenote bleek er (nog?) niet te zijn. Mijn lage verwachtingen werden min of meer ingelost, zij het dat het gebouw op zich beter is dan de gebouwen in Wuhan. Toch zal er van dat nieuwe binnen de kortste keren niets meer overschieten, als je ziet hoe hier geleefd wordt. Ik zag een aantal meubels, veel zwarte haren op de reeds vuile grond, 2 bedden met matrassen (waarvan één ook niet al te proper), een airco, een blazer en een deur naar het balkon. Eenmaal op het balkon zijn er rechts twee deurtjes: het eerste deurtje is de douche, het tweede deurtje is het hurktoilet. Hoewel deze ‘faciliteiten’ in zekere zin binnen zijn, moet je langs buiten, en zal het er in de winter zeker niet warm zijn, en op dit moment snikheet natuurlijk. De douche en het toilet waren in Wuhan dus toch net iets comfortabeler dan hier. Verder is er een grote wasbak en een spiegel op het balkon. Het gaat op zich, maar ik zie me er niet direct mijn make-up doen J. Anders dan vorig jaar kreeg ik nu geen paniekaanval en beredeneerde ik de situatie rustig – ten minste, voor zover dat ging, aangezien het hier nogal lawaaierig is. Er is een soort van receptie, en je kan gaan klagen over lawaai hoorde ik, maar studenten mogen net als in Wuhan eigenlijk doen wat ze willen, hoewel de regels sinds kort verstrengd zijn. Zo hoorde ik dat te veel lessen skippen vanaf nu uit den boze is, en dat er vorig jaar zelfs studenten zijn weggestuurd. Ik denk dat veel universiteiten stilaan strenger tegenover buitenlanders beginnen op te treden, en terecht. Ik denk dat Chinezen dat aanvankelijk niet durfden, maar dat die mentaliteit aan het veranderen is. De rechthoekige kotengebouwen staan in een soort van kleine open cirkel, met in het midden een plein, en dat heeft wel iets, omdat veel studenten ’s avonds rondhangen, een babbel doen of naar elkaar roepen vanop de gangen (die in openlucht zijn, zodat je iedereen kan zien, wel apart). Het is dus niet zo dat er een poort is, en thuiskomen of weggaan kan op elk uur. Veel studeren zie ik hier dus eerlijk gezegd niet gebeuren. Studenten arriveren op dit moment nog maar; ik ben benieuwd hoe het hier zal zijn als iedereen zich gesetteld heeft. Voor mij was echter al gauw duidelijk dat ik hier niet wil wonen. Het gebouw ligt zonder zwanzen in het uiterste, meest afgelegen hoekje van de campus, zeer ver van de hoofdpoort, en er is gewoon NIKS. Zelfs aan de hoofdpoort is niks, en het was me tot voor kort een raadsel waar hier ergens ‘leven’ te vinden is. Een winkeltje ben ik gepasseerd, maar de gezellige straatjes met voedselkraampjes en kleine winkeltjes, of barbecueplaatsjes leken hier volledig te ontbreken. De befaamde ‘universiteitsstad’ leek een geheel van grote straten met amper verkeer, grote kale gebouwen, gehuld in een doodse stilte. Ik ben naar beneden gegaan, op zoek naar iemand om mijn talrijke vragen te beantwoorden, en vond die persoon direct in ‘Masta P’, die me vergezelde op mijn eerste ontdekkingstocht door de campus. Masta P (ik heb geen flauw idee waar die naam vandaan komt, maar hij klinkt cool, niet?)  is een jongen uit Ghana die me als eerste de gebouwen in de directe omgeving van de campus toonde. Ik zag cantines, basketbalvelden, de metro, en hoewel het donker was en ik me helemaal niet kon orienteren, was deze wandeling meer dan welkom. Iets later liepen we langs bouwwerken in de buurt van de campus, allemaal appartementen. Ik had in de orientatieboekjes (ja, ze hebben me informatieboekjes gegeven! Wat een verschil met Wuhan!) gelezen dat veel studenten in een appartementsgebouw net buiten de campus wonen, en Masta P toonde me dat gebouw. Ik zag onmiddellijk dat het een deftig gebouw was, en besloot de dag erop contact op te nemen met de eigenaar. Later hoorde ik dat die boekjes er op vraag van de studentenraad gekomen zijn, omdat nieuwe studenten ook hier tot voor kort aan hun lot overgelaten werden. Ik heb een boekje over studeren, leven en dan nog een orientatieboekje met uitleg over onder andere het visum, medische toestanden enzovoort. Er staan simpele kaartjes in, met uitleg in zowel Chinees als Engels. Ik was onder de indruk.

     

     

    Ik had nog geen lakens, kussen en eerlijk gezegd ook gewoon geen zin om in de koten te slapen, dus schreef ik een briefje aan mijn toekomstige roommate (met oa mijn telefoonnummer en een welkomstwoordje ) om daarna richting het centrum te trekken. Ik sprak af met Piers, een jongen die ik vorig jaar in Harbin had leren kennen en hier al een paar jaar Engelse les geeft. Hij woont op een appartement voor 2 personen en had een vrije kamer – goed nieuws voor mij dus. We aten iets, liepen langs de Canton-tower (die jammer genoeg niet meer verlicht was) en het International Finance Center en een prachtig operagebouw langs de Pearl River. Ik was Piers ongelooflijk dankbaar voor de leuke avond en stond de volgende ochtend met goede moed op. Ik kocht lakens en nam de metro terug, omdat ik rond de middag met Juman had afgesproken dat we naar appartementen gingen kijken. De appartementen vlakbij de campus bleken gloednieuw te zijn, en van prijs vielen ze ook erg goed mee, maar knopen doorhakken durfde ik op dat moment nog niet, dus keerde ik weer naar de dorms. Ik opende de deur van mijn kot, maar kwam tot de vaststelling dat mijn roommate er nog steeds niet was, en ik voelde me plots wat verloren. Er was me nog steeds niet duidelijk gezegd of ik nu bij de bachelorstudenten of de masterstudenten zou studeren, en aangezien deze universiteit nog een campus heeft in een ander stadsdeel, wilde ik eerst nog wat meer informatie en zekerheid over of ik al dan niet op deze campus moest blijven. Ik verzoop in het zweet toen ik aankwam op het office, en ik was een beetje gefrustreerd. Ik herkende het gevoel van in Wuhan: er komt zoveel op je af en je weet niet waar je moet beginnen. Ik wilde me installeren, maar kon nog niet beslissen waar ik wilde wonen (te weinig info, zowel over mijn studie als over mijn toekomstige roommate). Er moest zoveel gebeuren, maar bepaalde zaken kun je maar op bepaalde tijdstippen doen, en een goede planning is daarom cruciaal. Ik wilde de campus verkennen, maar ik had geen goede kaart. Ik wilde mensen leren kennen, maar ik was vermoeid en slechtgezind. Ik zat een tijdje voor me uit te staren en sloeg dan toch aan de praat met een paar mensen. Uiteindelijk was naar het office trekken achteraf gezien de beste keuze die ik op dat moment had kunnen maken. Even later ontdekte ik op mijn eentje de Oostpoort van de campus, waar er iets meer leven was (een aantal restaurantjes, fruitkraampje en winkel). Mijn kot bleek nog even leeg als toen ik het had achtergelaten, en ik snakte naar internet, dus liep ik de kamer van mijn buurman binnen. Ik had die dag reeds met Robin Sharma (Nepal) gepraat, en het moest lukken dat hij mijn buur was. Hij wist me te vertellen dat mijn roommate wel degelijk op kot geweest was, maar dat hij haar misschien had weggejaagd met zijn te luide muziek  (ze was ’s nachts nogal boos op zijn deur komen kloppen wegens te veel lawaai). Daarna heeft hij haar niet meer gezien. Uiteindelijk bleek dat ze inderdaad niet meer op de campus woont, maar in de appartementen waar ook ik van plan was te gaan wonen. De volgende dagen zou ik bijna allemaal met Robin spenderen.

    02-09-2011 om 00:00 geschreven door Kelan  


    01-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China, hello there again

    Dag allemaal,

     

    Zoals jullie kunnen zien is dit geen ‘nieuwe’ blog, maar een blog die reeds bestond. Al sinds ik deze blog precies een jaar geleden beëindigd had, hoopte ik stiekem dat ik hem op een gegeven moment terug zou kunnen opstarten; een wens die bij deze vervuld is.

     

    Het begon allemaal tijdens een reis naar China in de zomer van 2005, een reis die in de eerste plaats geboekt werd omdat ik met het idee speelde Chinees te gaan studeren. De reis beviel me goed, en in 2006 startte ik mijn studie sinologie aan de KUL. Nadat mijn bachelor afgerond was, kon ik een beurs van de Volksrepubliek China bemachtigen om gedurende een jaar in Wuhan (Centraal China, de hoofdstad van de provincie Hubei) Chinees te gaan studeren. In 2009 richtte ik daarom deze blog op, die eerst de titel ‘Kelan in Wuhan’droeg. Ke Lan 珂兰 is mijn Chinese naam: de ‘Ke’ betekent ‘jade’ en de ‘Lan’ betekent ‘orchidee’. Ik moet eerlijk toegeven dat de eerste zes maanden in Wuhan niet gemakkelijk waren. Het klimaat is er een van extremen: zeer heet in de zomer en zeer koud in de winter. Daarbij heeft Wuhan geen echte lente of herfst. Daarnaast was de universiteitscampus immens groot, en de organisatie vanaf dag één een regelrechte ramp. Maar na een tijdje leer je relativeren, en besef je dat alles went, maar dan ook alles: de ratten op kot, de schimmel op de muur, het lawaai van de waterleiding en de krenterige ayi in het campuswinkeltje. Ik had genoeg tijd om meer van China te zien, maakte ongelooflijk veel vrienden en verbeterde mijn Chinees. Enerzijds lijken veel dingen in China een ‘struggle’(strijd) te zijn, zoals het bemachtigen van een plaatsje op de trein, bus of metro. Er zijn namelijk nogal wat Chinezen . Anderzijds sta ik er steeds weer van versteld hoe gemakkelijk
    leven hier is. Je springt op het vliegtuig zoals je op de bus springt, en bussen rijden met de regelmaat van de klok. Eten is er overal op straat van ’s morgens tot ’s avonds, en zelfs om 5 uur ’s nachts is er ergens nog wel een plekje te vinden waar je kan bikken . Mijn jaar op Wuhan University werd dan ook onvergetelijk, en het afscheid viel me zwaar. Toen ik in 2010 aan mijn master in de sinologie begon, zat ik met mijn hoofd dan ook nog meer in China dan in België. Ik deed mee aan de Chinese Bridge Competition en kon dankzij die
    wedstrijd een 13 dagen op reis gaan in China, een verhaal dat ik bij gelegenheid wel eens zal doen. Ik besloot opnieuw een beurs aan te vragen, een masterbeurs ditmaal, en kreeg ze. Eind juli kreeg ik te horen waarheen ik zou gaan, en net zoals vorige keer kreeg ik mijn eerste keuze toegewezen. Ditmaal was dat Guangzhou, een stad waar ik nog nooit geweest was, maar al veel over gehoord had. Guangzhou is het kleinere broertje van Shanghai en Beijing, en ligt aan de Parelrivierdelta in het zuiden van China. Het klimaat is er subtropisch en zeer vochtig omwille van de moesson. Temperaturen zijn in het algemeen vrij aangenaam, en echt koud wordt het hier in de winter niet. De gemiddelde temperatuur is 22 graden, en dit is meteen een van de vele redenen waarom ik voor Guangzhou gekozen heb. Je bent daarnaast op een wip in Hong Kong of Macao. Een ander interessant iets aan Guangzhou is de taal die men hier spreekt, namelijk Cantonees. Hoewel ook bij deze taal gebruik gemaakt wordt van karakters, is deze taal toch volledig verschillend van het Mandarijns dat ik gestudeerd heb. Het is dan ook Chinees voor mij. Ik heb vandaag echter al ondervonden dat dit geen probleem zal zijn, aangezien bijna iedereen Mandarijns kan spreken.

     

    Op 31 augustus rond 19.30 vertrok ik met een beetje vertraging in Zaventem, en om 20.15 was ik al in Frankfurt. De stad was ronduit prachtig in de avondschemering, en ook de luchthaven zelf had vanuit de lucht iets magisch. Ik werd echter al gauw uit deze waas gerukt doordat ik dacht dat ik nog amper een half uur de tijd had om aan mijn gate te geraken, dus spurtte ik van terminal A naar terminal B. Ik had net enkele mensen voorgestoken aan de paspoortcontrole (wel op een beleefde manier) toen ik tot het besef kwam dat het niet 20 na 9, maar 20 na 8 was. Ergens was dit ook wel logisch, maar ik was er echt van overtuigd dat ik me serieus moest haasten. De terminals lagen dan ook ver uit elkaar. Als ik volgende keer nog eens 2 keer vlak na mekaar in China kom, moet ik toch maar de moeite nemen mijn klok weer op Belgische tijd te zetten… Na een uur gewacht te hebben, hingen we om stipt 21.40 we in de lucht en sloeg ik aan de praat met de Chinese man naast mij. Het bleek een fabrieksbaas uit Dongguan te zijn, een industriestad niet ver van Guangzhou. Hij was met een aantal fabrieksbazen-collega’s uit dezelfde streek naar een tentoonstelling in Frankfurt geweest. We praatten over alles en nog wat, en hij toonde me wat foto’s van de Huashan in de provincie Shaanxi (bekende berg in China) die hij begin augustus beklommen had. De beklimming van die berg blijkt wel degelijk zo gevaarlijk te zijn als ik gelezen en gezien had. De fabrieksbaas raadde me aan dat, als ik ooit zou gaan, ik vooraf voldoende gesport moet hebben zodat ik in conditie ben, ik geen last van hoogtevrees mag hebben en vooral op de weg moet letten in plaats van op het landschap. Zoek maar eens wat foto’s op: de paden zijn op sommige plaatsen naar mijn mening onverantwoord gevaarlijk.

     

    De vlucht was aangenaam, en we kregen zelfs kussentjes en een menukaart! (in het Duits, Engels en Chinees). Het is grappig op te merken hoe men zich probeert aan te passen aan de Chinese passagiers en bijvoorbeeld van elk gerecht twee versies voorziet: één westerse en één Chinese versie. Zo konden we als ontbijt kiezen voor ofwel omelet, ofwel chaofan (rijst met ei onder). Ook waren er stokjes voorzien en kwam men rond met jasmijnthee . Ik kon weer niet slapen en dus bood de man naast mij zijn opblaasbare kussentje aan, en kort nadien viel ik dan toch eventjes in slaap (ik weet niet of het echt aan zijn kussentje lag, maar laten we aannemen van wel). Eenmaal geland liet ik het thuisfront onmiddellijk weten dat alles in orde was, aangezien ik vorige keer geen gsm meegenomen had en mijn ouders naar eigen zeggen doodsangsten hebben doorstaan omdat ze niets van me hoorden. Het aanschuiven aan de paspoortcontrole – er waren verschillende rijen ‘foreigners’- duurde enorm lang. Toen ik beneden kwam, waren bijna alle valiezen dan ook reeds van de band gehaald. Eventjes paniek toen ik maar een van mijn valiezen vond, en ook de Colombiaan naast me zocht tevergeefs zijn bagage. Nadat we het waren gaan melden, zijn enkele Chinezen gaan zoeken. Godzijdank kwamen ze terug met mijn valies, maar die van de Colombiaan was er niet bij. Ik heb hem nog even geholpen met het papierwerk dat dit met zich meebracht, en ben daarna in een taxi gesprongen. 150 kuai naar het centrum (zo’n 16 euro), maar het was het comfort waard. Mijn hostel bleek in Dongjing Huayuan te liggen, in een appartementsgebouw, en was daarom moeilijk te vinden. Bellen met mijn gsm lukte vreemd genoeg niet, dus heb ik de hulp ingeroepen van enkele omstaanders, die felle bedenkingen hadden bij het hostel dat ik geboekt had. Geen enkele van de bewakers van het gebouw had ooit gehoord van het Sunflower Hostel, maar toen ik uiteindelijk opgepikt werd door een Chinees meisje, bleek dat het wel degelijk daar te doen was. Het hostel bleek een appartementje te zijn dat omgebouwd was. Niet groot, bijna niet te vinden (zelfs op de deur van het appartement staat niet aangegeven dat het om een hostel gaat, waardoor je riskeert rechtsomkeer te maken omdat je denkt dat je bij een Chinese familie gaat binnenvallen). Het was er gezellig en er zaten nog een aantal andere buitenlanders. De uitbaatsters kookten en we konden mee-eten. Ik ging nadien even de straat op voor een gsm-kaart, tandpasta, wat geld en een honingmeloen-melkthee. Dat alles was te vinden vlakbij het hostel op één enkele straat. Dat is wat zo comfortabel is aan China . En zo eindigde mijn eerste dag (van dit avontuur) in China, zij het dat hier bijna elke dag een avontuur is.

    01-09-2011 om 00:00 geschreven door Kelan  


    16-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fotosite almost gone
    Hoi!

    Zoals jullie misschien al hebben gezien, zijn de foto's van Tibet ook geuploaded. MAAR binnen 6 dagen vervalt mijn gratis lidmaatschap (hoe kon het ook weer anders), en kan ik maar 40 foto's in elk album steken, met daarbij nog eens een limiet op het aantal albums. Ik vrees dus dat ik de foto's van Yunnan (en eventueel Tibet nog een keertje) op een andere fotosite ga moeten zetten, en ik moet nog eens nadenken over dewelke dat zal zijn.

    Enjoy the pics!

    Keri

    16-09-2010 om 01:15 geschreven door Kelan  




    Ni hao! 你好! 欢迎光临 :)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Kerlijne, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Kelan.
    Ik ben een vrouw en woon in Mol (België) en mijn beroep is sinologe.
    Ik ben geboren op 27/07/1988 en ben nu dus 35 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: karakters pennen en karaoke zingen.
    Ik hou van Chinezen, rijst, hotpot en stokjes.
    Imeel Kelan

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto's
  • Foto's van Kerlijne
  • Adres Kerlijne

  • Rondvraag / Poll
    Wanneer denkt u aan Kerlijne? :D
    altijd en overal !
    als ik Chinees ga halen bij de Ni Hao
    als ik ga slapen (en Kerlijne dus opstaat)
    als ik ga shoppen en 5 keer zoveel betaal als Kerlijne :p
    als ik chocolade eet (en daarna natuurlijk een reep naar Kerlijne opstuur)
    als China weer eens in het nieuws komt
    als ik me verveel tijdens een oersaaie les en droom van spanning en avontuur!
    als ik op mijn gemak de krant zit te lezen op een NORMAAL toilet
    als ik een kakkerlak zie rondcrossen
    als ik een Bruce Lee - film kijk
    als ik meer dan 60 eurocent betaal voor mijn avondeten
    als ik langs kamer 5 loop in het gebouw op Brabançonnestraat ... (welke nummer was het ook alweer?)
    Bekijk resultaat


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog


    Archief per week
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 13/09-19/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs