Na een grijze en vooral vochtige week op school zijn Robin
en ik begin april voor twee dagen naar Shenzhen getrokken. Een ticket kost 80
yuan en je bent na twee uurtjes trein al ter plaatse. Shenzhen is voor mij nog
een mysterie. We logeerden in een gedeelte van de stad met de naam Huaqiaocheng
(OCT, Overseas Chinese Town), een heel eind verwijderd van het stadscentrum,
maar erg dicht bij Windows of the World en andere bekende themaparken.
Daarnaast was ons hostel Loft gesitueerd in een kunstdistrict waar allerlei
oude (oud na amper 20 jaar?) fabrieken en gebouwen nieuw leven werd ingeblazen.
Het doet denken aan de 798 Art Zone van Beijing, maar dan kleiner. Er is een
galerij met een aantal gezellige cafeetjes en shops met designboeken en
allerlei kunstartikelen. Ook een Starbucks mocht natuurlijk niet ontbreken: de
Starbucks in dit district is aan de buitenkant toepasselijk met hout
gedecoreerd. Ook de Starbucks op Shamian Island, waar ik vorig semester gaan
wandelen ben, paste trouwens helemaal in zijn omgeving. Je kan je geen plaats
bedenken of Starbucks is er vertegenwoordigd. Vlakbij het hostel was een
kunstmarktje met allerlei kraampjes waar ik onder andere geschilderde
slakkenschelpjes gezien heb. Op zich niet speciaal, ware het niet dat sommige
van die schelpjes bewoond zijn door kleine krabben, die ze op hun rug
meedragen. Ik vroeg aan de verkoopster wat de bedoeling was: het krabje zal
groeien en zal op een bepaald moment van schelp veranderen. Je kan dan een
nieuwe gekleurde schelp naar keuze (met bloempjes of bolletjes) klaarleggen, en
daar zal de krab zich dan opnieuw in nestelen.
In twintig jaar is Shenzhen van niets uitgegroeid tot een
metropool. Je merkt onmiddellijk dat de stad nogal artificieel aandoet en ze
lijkt inderdaad zomaar even uit de grond gestampt te zijn. Ruime snelwegen,
parken
Op een bepaald moment waren Robin en ik op zoek naar het centrum van de
stad en moesten we de bus uit omdat we het centrum blijkbaar reeds gepasseerd
waren (zonder het te merken, kan je je voorstellen?). We stonden aan de kant
van een grote snelweg en geen enkele bushalte die nog komen zou, had een
metrostation. Er zat niets anders op dan een stuk langs de autoweg terug te
lopen en dan toch maar ondergronds onze tocht verder te zetten. Eenmaal in het
centrum had de stad plots veel weg van Guangzhou en zijn Beijinglu (de grote
winkelstraat van Guangzhou), maar dan op kleinere schaal en een beetje
gezelliger. Je kan er ook heel wat eetkraampjes vinden.
De buurt waar we logeerden bevond zich zodanig dicht bij
enkele themaparken dat we tijdens het uitkammen van de buurt plots naast de
toegangspoort van het China Folk Cultural Village Theme Park stonden. De
toegangsprijs was erg hoog en het was al laat, dus we zijn niet binnengeweest,
maar van achter het hek zag het er allemaal maar armzalig uit. Veel parken in
China zijn naar mijn mening vrij slecht onderhouden. Ze lijken snel opgetrokken
te zijn (net zoals de steden waarin ze opgetrokken worden) en daarna wordt er
niet meer naar omgekeken. Nochtans stonden er redelijk wat reisbussen bij de
ingang geparkeerd. De minirails leken me al lang niet meer gebruikt te zijn,
maar even later zag ik er dan toch een karretje vol Chinese toeristen over
rijden. Ik hoorde in de verte muziek van een optreden weerklinken, maar het
park liep stilaan leeg.
Dag twee vulden we met een bezoek aan Windows of the
World, misschien wel het bekendste themapark van Shenzhen. Het is een soort
van mini-World zoals wij mini-Europa hebben in Brussel, maar dan op veel
grotere schaal (inkom 140 yuan). Je hebt een hele namiddag en avond nodig om
het hele park gezien te hebben. Robin was er anderhalf jaar geleden al eens
geweest, maar het was hem niet bijgebleven dat de foto die hij had genomen bij
het standbeeld van een plassend jongetje de trots van België was. Ik had na
bijna een hele namiddag de hoop al opgegeven om België nog ergens te zien, maar
achteraf is gebleken dat ik dus een deel van Europa gemist heb . Maar niet getreurd:
Ik heb de windmolens van Holland en de Eifeltoren wél gezien, én de Taj Mahal.
Voila, die droom is ook al weer uitgekomen. Zelfs Christ The Redeemer van Rio,
de piramides van Egypte en de Niagara Falls waren nagemaakt (en best nog wel op
grote schaal). Daarnaast liep ik na een maand opnieuw het Alcázar van Seville
binnen en zo verbaast China je keer op keer. Eenmaal binnen krijg je een tabel waarop alle showtijden zijn aangegeven. Wat ik persoonlijk het leukst vond, was de 4D film Flying over America die je kan bekijken terwijl je in de lucht hangt, net als in een pretpark. Nog maar eens reclame voor Amerika. Voor een mini-China kan je terecht in het themapark Splendid China, en voor pretparkliefhebbers is er Happy Valley (toch even zeggen dat hier twee jaar geleden een paar mensen verongelukt zijn). En zo heeft Shenzhen voor ieder wel wat wils.
Over het ongeval in Happy Valley: http://www.globaltimes.cn/china/society/2010-06/547205.html
20-03-2012 om 16:48
geschreven door Kelan 
|