De prestatiedruk op de werknemer ligt
nergens hoger dan bij ons, de scholingsgraad overtreft de meeste westerse
landen, de gemiddelde arbeidslonen zijn onvoldoende voor het minimaal onderhouden
van een gezin. De huren zijn te hoog, nutsvoorziening als gas, water en elektriciteit
kosten vaak meer dan in onze buurlanden ondanks de lage distributie en
onderhoudskosten. Het minimum arbeidsloon ligt relatief laag in relatie met de
minimale behoefte voor een modern gezin en dekt een eenvoudig gezin niet. De
loonkost voor de werkgever is te hoog en dwingt bedrijven tot de vlucht naar landen
met lage loonkost, en dit ondanks de hoge prestatie die in onze landen geleverd
wordt.
Zowel overheden als bedrijven hebben op
diverse niveaus vergoedingsculturen gekweekt voor hun bestuurders en
bestuursraden die buitensporig zijn, zeker gezien het hoge aantal dat hiervan
geniet, waardoor kosten van bedrijven en overheden extra mee opgedreven worden.
Dergelijke grote loonsverschillen creëren een te grote massa die met een karig
inkomen moet consumeren, terwijl een te grote massa meer bezit dan een
rijkelijke consumptie vereist.
Het bijkomende probleem is echter dat het
optrekken van het loon tot het absurde eenvoudig is, zolang er wel geld doch
geen noemenswaardige concurrentie is. Doch de concurrentie uit de landen met
lage lonen blijft in een ijltempo toenemen, terwijl haast niemand van ernstige
loonmatiging durft spreken uit angst voor een vlucht van de beste werkkrachten.
Bedrijven verplaatsen hun activiteiten naar landen met lagere loonkost,
overheden echter zitten in de tang en verliezen bij ernstige matiging van lonen
voor hun bestuursorganen de steun en populariteit van deze bestuurorganen, en
de steun van hun achterban.
De reserves in de sociale zekerheid voor
de werknemer werden gul uitgedeeld aan toeristen, vluchtelingen en vermeende
vluchtelingen die uiteraard hun identiteit niet konden aantonen, doch dank zij de
steun van de Unie aan Europeanen uit andere Europese lidstaten, aangetrokken door
ons goed sociaal systeem en met steun van debiele regeringen die hen zeer
menslievend ontvingen. Ook het feit dat vluchtelingen en asielzoekers geen werk
mochten aannemen zorgde voor een stroom bedelaar en vooral parasieten aan de OCMW
loketten.
Erger nog, de vele fraudes en
illegaliteiten van mandatarissen kunnen slechts gedekt blijven indien de
collegialiteit stand houdt. Lekken in het systeem dreigen de gehele
regeringscoalitie van de voormalige populaire politieke linker vleugel te verlammen,
zeker in landen zoals België die slechts een schijndemocratie behelzen en druipen
van de corruptie en criminaliteit binnen de regeringen. Een totale verschuiving
naar rechts zou in België een einde betekenen van het toedekken van schandalen
en sabotage rond onderzoeken naar de bende van Nijvel en de betrokkenheid van de
overheid zelf. Ook de duidelijke en onmiskenbare bescherming van Dutroux en
zijn kompanen, en door wie hij beschermd wordt, zou bij grondig onderzoek uit
kunnen lekken. Om van de massa illegale praktijken van mandatarissen, die zich
via de collegialiteit gedekt weten maar te zwijgen.
De Belgische en Europese politiek zit in
de klem tussen eigen belangen en de bevolkingswoede voor tegenslagen en hopeloze
vooruitzichten. Het massale banenverlies vangt men op met bijkomende banen in dienstensectoren,
doch deze laatste putten de overheidsreserves slechts verder uit en verhogen de
schuldenberg, waardoor men putten graaf om putten te vullen.
|