De Arabische migranten in het westen en het islamextremisme met totaal gebrek aan pluralisme, dat hen vergezelt aan de ene kant tegenover de losse zedelijke normen van de westerse wereld vormen een explosieve mengeling, doch wordt extra versterkt door dit geheel te mengen met het agressieve temperament van de Oost Europeaan. Gebrek aan pluralisme is direct gevolg van afwezigheid van een behoorlijke sociale intelligentie en bijhorende verdraagzaamheid, wat haast als collectief element in zowel Oost Europa als het Midden-Oosten kan aanzien worden.
Het naar westerse normen totaal zinloze geweld, is voor dergelijke volkeren niet zinloos doch zinvol en deel van hun geloofsfanatisme en overtuiging. Het idee dat dit verbonden is aan de islam is fout en heeft principieel niets te maken met geloof of filosofie van het individu, doch met zijn vermogen tot interpretatie en aanpassing naar omstandigheden. Aanpassingsvermogen vereist een afdoende intelligentie en inzicht in een situatie, wat slechts zeer beperkt kan beïnvloed worden door de vorming van een individu.
Amerika dat volledig uit een mengeling van migraties bestaat uit alle hoeken van de wereld, en ons dagelijks het interne geweld toont, is een schoolvoorbeeld voor deze dodelijke cocktail, waarvoor zelfs geen godsdienstfanatisme nodig is, laat staan dat dit er nog bij komt.
Ontwikkeling wordt in de westerse wereld te snel op een lijn gesteld met vorming, doch ontwikkeling heeft niet zoveel met vorming te maken, wel met erfelijke normen aanwezig in de genen met het verbonden intelligentie niveau van een soort of volk. Zo zal men zien dat sommige zonder ontwikkeling een buitengewoon inzicht in situaties aan de dag legt, terwijl anderen met zelfs hoge scholing maar geen zicht krijgen op voorkomende situaties en moeilijkheden. Scholing en vorming moeten kennis en ervaringen toevoegen en de eigen intelligentie meer armslag geven.
Gradatie of degradatie in het intelligentieniveau is niet of nauwelijks afhankelijk van de vorming, en heeft vele tientallen tot honderden generaties nodig om een waarneembaar verschil te bieden in een maatschappij. Als voorbeeld verwijzen we hierom naar de Arische ontwikkeling die door de Europese adel over gans Europa werd verspreid, doch door de eeuwen heen nauwelijks iets van hun sociale eenzijdigheid en hoogmoedswaan inboette en zich nauwelijks wist aan te passen. Ook bij de joodse ontwikkeling vinden we deze tendens weer, terwijl er slecht aanpassingen en veranderingen zijn daar waar deze door genetische vermengingen uit hun genetisch en ontwikkelingsisolement komen. Alleen positieve mutaties kunnen een snellere gradatie teweegbrengen.
Vorming in het Midden Oosten en Oost Europa, geeft door gebrek aan sociale intelligentie van deze volkeren als resultaat dat vorming en ontstane kennis wordt aangewend om hun gebrekkig pluralisme en extreme opvattingen met modern kennis en geweld over de planeet te verspreiden. Hun sociale intelligentie is onvoldoende ontwikkeld om degelijke aansluiting met de westerse wereld te creëren, en staat gezonde integratie en vestiging in de weg. Hun behoefte in een eigen stabiele en onbedreigde leefwereld kan hierdoor niet anders dan leiden tot creatie van een eigen leefwereld in onze contreien, wat op zich inhoud dat men onze leefwereld moet onderwerpen aan hun normen en opvattingen.
Het creëren van een eigen leefwereld en entourage naar eigen normen in het westen, kan door hun gebrek aan sociale intelligentie niet via sociaal overleg en pluralisme bereikt worden. Gezien agressief egocentrisch individualisme dat onverbrekelijk deel uit maakt van de aangeboren sociaal gebrek naar westerse normen, kunnen zij in onze leefwereld niet integreren en kunnen zij slechts tot degelijke vestiging komen door hun nieuwe leefwereld naar hun normen om te buigen. Dit laatste kan slechts geweldloos via overleg, doch zou inhouden dat wij ons vrijwillig neerleggen bij normen die niet tot onze ontwikkeling en cultuur behoren en er niet in passen.
Ook de westerse ontwikkeling steunt vooral op een vorm van egocentrisch individualisme en geeft haar bevolking de sterke behoefte in een zelf gecreëerde en eigen entourage te leven, naar eigen normen en inzichten gebonden aan het eigen ontwikkelingsniveau.
We zien daar en tegen dat Oost Aziaten en Indonesiërs, gedreven door eerstens een solitair instinct of als tweede een nestinstinct hun leefwereld niet aan anderen opdringen net zo min als de maatschappelijk gedreven meerderheid der Afrikaanse zwarten, die zich dan weer in elke maatschappij perfect weten te integreren, daar waar het hen niet wordt verhinderd.
Overal waar westerlingen naartoe trekken en trokken, en gebieden die zij koloniseerden, werden en worden door hen onderworpen en gedwongen zich naar westerse normen en inzichten aan te passen.
Het is absurd te denken dat een ander ontwikkeling die op egocentrisch individualisme steunen, zoals de Arabische of Oost Europese bevolk die zich in onze gebieden vestigen, zich wel naar onze normen zullen schikken, zich bij onze opvattingen die niet in hun ontwikkeling passen zullen neerleggen, en naar onze wensen zullen integreren. Zij zullen dit nillens-willens doen zolang zij in een minderheid zijn en niet anders kunnen, doch zullen dit na het veroveren van een politieke plaats en stem indien nodig met geweld doordrijven, net zoals wij dit eerder in onze kolonies, het Midden-Oosten en Oost Europa deden en nog doen.
|