JP's Plantengids
Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica

    Zoeken in blog





    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • opaweetjes
  • fotoalbum
  • wandelroutes
  • fietsroutes
  • GPS-routes
  • koopjesblog

  • Fruit
    Actinidia Deliciosa
    Cydonia oblonga
    Ribes rubrum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Vraag & antwoord
    *Het plantenseizoen
    *Luister naar je planten
    *Cissus is zeer gevoelig
    *Cyclamen problemen
    *Uitgebloeide bloembollen
    *Amaryllisbol niet weggooien
    *Blauwe regen met kuren
    * Pioenlegende
    *Roetdauw bij Rozen
    *Planten overwinteren

    JanuariTips
    Januaritips
    Geraniums zaaien

    Februaritips :
    Februaritips

    Maarttips :
    Maarttips

    Apriltips :
    April siertuin

    Meitips :
    Mei-siertuin

    Juni Tips
    Juni Tips

    Tips Juli
    TuinTips Juli

    Augustus Tips
    Tips Augustus

    NovemberTips
    November doe kalender

    DecemberTips
    Tuintips december

    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica
  • Crambe
  • Kamerplanten lusten geen leidingwater
  • HET PLANTENSEIZOEN
  • Carissa
  • Symphytum officinale
  • Howeia
  • Exacum
  • Rosa 'Dortmund'
  • Selaginella
  • Acaena magellanica
  • Eupatorium purpureum
  • Paeonia lutea
  • Schizostylis coccinea
  • Chrysanthemum
  • Helianthus salicifolia
  • Planten overwinteren
  • Morus alba
  • Osmanthus burkwoodii
  • Lemna trisulca
  • Harpagophytum procumbens
  • Hippophae rhamnoides
  • Astilbe 'Fanal'
  • ILEX - HULST
  • Hydrangea - Annabelle
  • Cattleya
  • Allium Savitum
  • Crassula
  • Prunella grand. 'Loveliness'
  • Potentilla fruticosa 'Abbotswood'
  • Rosa 'Baron Girod de L'Ain'
  • Helianthemum 'Wisley Pink'
  • Abelia schumannii
  • Centaurea montana
  • Enkianthus campanulatus
  • Ipheion uniflorum
  • Iberis umbellata
  • Sedum acre
  • Tropaeolum majus
  • Viburnum plicatum 'Mariesii'
  • Prunus serrulata
  • Pleione formosana
  • Eucomis autumnalis
  • Hibiscus rosa-sinensis
  • Roetdauw bij Rozen
  • Persicaria amphibia
  • Ctenanthe
  • Cactussen
  • Paprika
  • Abutilon megapotamicum
  • Polystichum
  • Camellia sinensis
  • Gypsophila
  • Fuchsia's
  • Pulsatilla vulgaris
  • Pioenlegende
  • Deutzia gracilis
  • Rosa 'Auslo'
  • Dieffenbáchia
  • Nerium oleander
  • Pilea microphylla
  • Senecio rowleyanus
  • Raphis
  • Callistémon
  • Puschkinia scilloides
  • Graptopetalum
  • Cyclamen problemen
  • Callisia
  • Kalanchoe beharensis
  • Passiflora caerulea
  • Blauweregen met kuren
  • amaryllisbol
  • Solanum Thurino
  • Robinia pseudoacacia 'Frisia'
  • Fittonia
  • Aërides
  • Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
  • Laburnum watererii 'Vossii'
  • Hosta undulata
  • Rosa 'Auslight'
  • Heracleum mantegazzianum
  • Plumbago auriculata
  • Paeonia suffruticosa
  • Rosa 'Auscot'
  • Aeonium arboreum
  • Senecio jacobaea
  • Abies koreana
  • Prunus subhirtella
  • Lobelia erinus
  • Fallopia aubertii
  • Calceolaria Hybride
  • Rosa 'Ausbuff'
  • Sempervivum arachnoideum
  • Sisyrinchium californicum
  • Hydrangea paniculata
  • Buxus-ziekten
  • Dryas octopetala
  • Geranium cinereum 'Ballerina'
  • Fritillaria Bucharica
  • Caesalpina giliesii
  • Cydonia oblonga
  • Malus toringo
  • Rosa 'Ausbord'
  • Lychnis chalcedonica
  • Veronica longifolia
  • Tuintips voor Augustus
  • Liatris spicata
  • Lonicera caprifolium
  • Clerodendrum trichotomum
  • Pterostyrax hispida
  • Laburnocytisus adamii
  • TUINTIPS IN JULI
  • Prunus gondouinii
  • Agrimonia eupatoria
  • Lilium `Mona Lisa'
  • Dorotheanthus
  • Ptelea trifoliata
  • Tuintips in Juni
  • Rosa 'Korliluc'
  • Cornus alba 'Elegantissima'
  • Impatiens balsamina
  • Sandersonia aurantiaca
  • Waldsteinia ternata
  • Prunus lusitanica
  • Oenothera macrocarpa
  • Corokia cotoneaster
  • Clematis 'Madame Baron Veillard'
  • Rhododendron 'Apple Blossom'
  • Platanus acerifolia
  • Kalimeris incisa
  • Mandevilla of Dipladenia
  • Myosotis sylvatica
  • Fritillaria imperialis
  • Rosa 'Swan Lake'
  • Digitalis purpurea
  • Dictamnus albus
  • Pelargonium
  • Ledum groenlandicum
  • Lantana camara
  • Elaeagnus ebbingei
  • Ceanothus
  • Magnolia kobus
  • Taxus baccata
  • Kerria japonica
  • Euonymus alatus
  • Buxus sempervirens
  • Salix integra
  • Pieris japonica
  • Rosa 'Ausblush'
  • Exochorda racemosa
  • Pittosporum tobira
  • Prunus triloba
  • Limonium latifolium
  • Lagurus ovatus
  • Crocus cancellatus
  • Ranunculus ficaria
  • Geranium
  • Maarttips
  • Smilacina racemosa
  • Pernettya mucronata
  • Melilotus alba
  • Malus 'Radiant'
  • Lilium pumilum
  • Rosa 'Frau Astrid '
  • Periploca graeca
  • Pseudofumaria lutea
  • Salix babylonica
  • Kalender Februari
  • Rhipsalidopsis
  • Dracaena
  • Galanthus
  • Begonia sutherlandii
  • luister naar je planten
  • Rosa 'Meitoifar'
  • JANUARI – TIPS
  • Phytolacca
  • Omphalodes verna
  • Eucalyptus niphophila
  • Ranunculus lingua
  • Rosa 'American Pillar'
  • Centranthus ruber
  • Geranium sylvaticum
  • Rosa 'Admired Miranda'
  • Tuintips december
  • Acorus calamus
  • Aeonium arboreum
  • Aristolochia durior
  • Actinidia deliciosa
  • Achillea ptarmica
  • Acer campestre
  • Stapelia hirsuta

    OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST" EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN. WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT ------------------------------ HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
    05-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clematis armandii
     

    Clematis armandii


    Botanische naam  : Clematis armandii 'Apple Blossom'
    Nederlandse naam :
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : 's winters beschermen
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Gebruik          : tuinen en parken
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : klimmend
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : halfwintergroen


    Standplaats:
    Op een zonnige standplaats

    Kenmerken:
    Het weelderig, diepgroen, leerachtig blad bestaat uit 3 opvallend generfde blaadjes. De geurende witte bloemen zijn schotelvormig en tot circa 6 cm groot. Lichtjes snoeien na de bloei.
    Behandelen als kuipplant.

    Bloemen :
    Bloeit in april-mei met zuiver witte tot roomkleurige bloemen, soms tot roze verbloeiend, en tot 3-6 cm in doorsnede die heerlijk geuren naar amandelen

    Planten :
    een beschutte standplaats, bijvoorbeeld tegen een zuidmuur.

    Eigenschappen:
    Clematis armandii moet je 's winters beschermen. Het is een krachtig groeiende klimmer die ook ’s winters zijn blad behoudt en komt daarom ook in aanmerking voor de kweek als kuipplant of in pot

    - plant met geurende eigenschappen

    - deze plant is wintergroen (groenblijvend)

    - deze plant is vorstgevoelig

    - exotische aandoende plant voor gebruik in potten, bakken, terraskuipen edm.

    - deze plant verlangt een kalkhoudende bodem (pH 6,5 of hoger)

    Weetjes :

    Clematis armandii is inheems in Yunnan, Guizhou, Gansu, West-Hubei en West-Sichuan waar hij voorkomt in struikvegetaties en op rivieroevers op 60-2400 m hoogte. Hij is genaamd naar de Franse missionaris en plantenverzamelaar Père Armand David.

    De armandii groep zijn krachtig groeiende clematissen die winters hun blad kunnen behouden. Ze zijn vorstgevoelig en komen daarom bijna uitsluitend in aanmerking voor opkweek als kuipplant of in de kas. De bloemen geuren naar vanille. Lichtjes snoeien na de bloei van het voorjaar in juni.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    01-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lavatera
     

    Lavatera

    Botanische naam  : Lavatera 'Rosea'
    Nederlandse naam : Struikmalva
    Herkomst         : Zuid-Europa
    Bijzonderheden   : matig winterhard, halfheester
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig, zeewind bestendig
    Gebruik          : solitair, borders, kust/zeewind, snijbloem
    Hoogte           : > 1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : roze, pluim
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Ze houden van een zeer licht beschaduwde standplaats (bijna volle zon), op een vruchtbare en doorlatende bodem. Gevoelig voor (te) vochtige gronden.
    Geen natte grond in de winter en geen felle wind.

    Kenmerken:
    Een halfheester die elk jaar diep invriest, maar in het voorjaar weer uitloopt en sterk vertakt. Best snoeien in het voorjaar als de planten al goed aan het uitlopen zijn.
    Heeft een gelobd fluweel blad. 

    Bloemen :
    Bloeit van juni tot september met lichtroze bloemen die 3 tot 7 cm groot kunnen zijn. De bloemtakken zijn ook geschikt als snijbloem. De bloemen worden gesneden als 1 vierde van de bloemen hun kleur vertonen.

    Gebruik :
    Mooi te combineren met paars en blauw, blauwe Delphinium, roze en blauwe Phlox, Lythrium,Buddleja, Acanthus, Campanula Lactiflora, Aconitum, Echinacea, Aster
    Deze vaste planten zijn uiterst geschikt als solitair in de border maar ook in potten op het terras doen ze het erg goed. In de border mooi te combineren met Campanula lactifola, Aconitum, Echinops bannaticus en Aster novi-belgii. Zorg voor voldoende ruimte, ze nemen veel plaats in

    Eigenschappen:
    Alle Lavatera vaste planten zijn min of meer vorstgevoelig. Een winterbescherming is aan te bevelen. Leg een dikke mulchlaag rondom de stam.

    Vermeerderen :
    Door zomerstek.

    Soorten :
    Lavatera hybride 'Barnsley' wit/roze en bestaat ook in lagere vorm van 1 meter Lavatera 'Barnsley Baby'
    Lavatera 'Burgundy Wine': paarsrood
    Lavatera 'Bredon Spring': donker roze
    Lavatera 'White Satin': wit,
    Lavatera ''Candy Floss': lichtroze

    Lavatera cachemiriana
    Herkomst: West-Himalaja, Pakistan tot Noord-India
    Hoogte: 2 m
    Bloei: 5-8 cm grote lichtroze bloemen van juli tot september.

    Lavatera olbia
    Herkomst: Italië, Sicilië, Spanje, Portugal en Noord-Afrika
    Hoogte: 2 m
    Bloei: 3,5 tot 7 cm grote roze bloemen van mei tot september.

    Lavatera thuringiaca
    Herkomst: Europa, Centraal-Azië, Rusland, N.W-China,Turkije.
    Hoogte: 1,5 m
    Bloei: 4,5 - 10 cm grote bloemen in wit of roze van juli tot september.

    Weetjes :

    Lavatera olbia' is afkomstig uit Zuid-Europa en West-Azië en matig winterhard, halfheester. Deze 'Rosea' cultivar is een oude waardevolle, rijkbloeiende vaste plant voor de border. De plant is onderaan wat houtachtig met hogerop kruidachtige stengels tot 150 cm hoog. Bladeren gelobd.

    Lavatera olbia' Rosea' is een oude cultivar. Je kan beter kiezen voor de moderne 'Candy Floss'.

    Ziekten en plagen:
    In koele, regenachtige zomers hebben de planten meer last van de roestziekte.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (10 Stemmen)
    29-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Potentilla atrosanguinea
     

    Potentilla atrosanguinea


    Botanische naam   : Potentilla atrosanguinea
    Nederlandse naam  : Ganzerik
    Herkomst          : Himalaya
    Bijzonderheden    : donker bloedrood, zilverig behaard
    Grondsoort        : alle, humeus, zand
    Vochtbehoefte     : droog, normaal
    Licht             : half schaduw, zon
    Gebruik           : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, insecten, rotstuinen
    Hoogte            : 0.20-0.40 m
    Bloeikleur/vorm   : rood/bruin
    Bloeitijd         : juni, juli
    Blad              : grijsgroen


    Standplaats:
    Zon tot halfschaduw. Zon bevordert de groei en ook de hoeveelheid bloemen. Heesterganzerik gedijt echter ook in de halfschaduw.
    doorlatende grond. De planten stellen weinig eisen aan de grond , maar zijn niet bestand tegen veel vocht.
    Gemakkelijke planten die het in elke tuingrond goed doet vooral wanneer deze kalkhoudend is.

    Kenmerken:
    De bladeren van veel soorten zijn samengesteld uit vijf deelblaadjes. Hier duidt de Engelse naam 'cinquefoil' (= vijf blaadjes) op. Overigens hebben sommige soorten maar drie deelblaadjes, zoals de aardbeiganzerik, terwijl andere er zelfs vijftien of meer hebben.

    Bloemen :
    Ze bloeien van juni tot de vorst.

    Planten :
    Mooi te combineren met Sedum,Hibiscus,Lavendel,Salvia,Hebe,Cotinus
    Planttijd van het voor- tot het najaar. De plant royaal water geven. Maak een gat dat tweemaal zo groot is als de wortelkluit.
    De bodem van het gat met een spitvork goed los maken. De opgegraven aarde met een schep compost en een handvol mest vermengen.
    Haal de plant voorzichtig uit de contaier. Tik daarvoor tegen de zijkant en de bodem van de pot, zodat de kluit loslaat.
    Zoveel grond in het plantgat doen dat de bovenkant van de wortelkluit en de bovenkant van het plantgat op een lijn liggen.
    Vul het gat verder op met het grondmengsel. Druk de aarde met de handen stevig aan. Geef de struik direct na het planten royaal water.

    Gebruikte delen:
    De botanische naam Potentilla is afgeleid van het Latijnse potens, wat machtig betekent, duidend op een sterke medicinale werking. Zo werd de wortelstok van tormentil (Potentilla erecta) en zilverschoon (Potentilla anserina) gebruikt bij diarree en maag- en darmpijn.

    Eigenschappen:
    Doordat ze diep wortelen kunnen ze langer een droogteperiode overleven.

    Vermeerderen :
    Kweek nieuwe planten door een scheut vlak bij de grond in te snijden . Deze ingraven, met een steen verzwaren tot er wortels gevormd zijn. Dan de nieuwe plant afsnijden .

    Soorten :
    In België en Nederland komen de volgende soorten voor:

    --Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis)
    --Kruipganzerik (Potentilla anglica)
    --Liggende ganzerik (Potentilla supina)
    --Middelste ganzerik (Potentilla intermedia)
    --Noorse ganzerik (Potentilla norvegica)
    --Rechte ganzerik (Potentilla recta)
    --Schijnaardbei (Potentilla indica)
    --Tormentil (Potentilla erecta)
    --Vijfvingerkruid (Potentilla reptans)
    --Viltganzerik (Potentilla argentea)
    --Voorjaarsganzerik (Potentilla verna)
    --Wateraardbei (Potentilla palustris)
    --Zilverschoon (Potentilla anserina)

    Weetjes :

    Ganzerik (Potentilla) is een plantengeslacht uit de rozenfamilie (Rosaceae) van kruidachtige planten en een aantal heesters. Het geslacht telt ongeveer vijfhonderd soorten die voornamelijk in gematigde streken van het noordelijk halfrond voorkomen. Over de precieze grenzen van het geslacht vindt nog veel onderzoek en discussie plaats. Het zeer nauw verwante geslacht aardbei (Fragaria) bijvoorbeeld zal wellicht samen met ganzerik in een groter geslacht opgaan.

    Verschillende soorten zijn populaire tuinplanten, met name de heesterganzerik (Potentilla fruticosa) met veel cultivars. Deze soort wordt vaak gebruikt in groenaanplant van steden en bedrijfsterreinen, omdat hij weinig onderhoud vergt, winterhard is en voor een groot deel van de zomer bloemen draagt.

    De Duitse geslachtsnaam 'Fingerkraut' verwijst naar een andere eigenschap van het blad: het is meestal handvormig samengesteld.

    Snoeien en bemesten.
    Ingewortelde planten meoten om de twee tot drie jaar worden gesnoeid. Verwijder dan eenderde deel van de struik en snoei oudere scheuten tot de grond weg, om de vorming van nieuwe scheuten te stimuleren. Verdeel compost rond de wortelzone. Meer mest heeft de plant niet nodig.

    PROBLEMEN:
    Spint doet zich vooral bij hitte en droogte voor. Op de bovenkant van het blad verschijnen kleine puntjes, op de onderkant zilverachtige spikkels. Dagelijks afspuiten en vochtig houden. Ernstige aangetaste scheuten verwijderen. Desnoods met een speciaal middel behandelen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    27-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hydrangea arborescens 'Grandiflora'
     

    Hydrangea arborescens 'Grandiflora'


    Botanische naam  : Hydrangea arborescens 'Grandiflora'
    Nederlandse naam : Amerikaanse Hortensia
    Herkomst         : U.S.A.
    Bijzonderheden   : steriel, geen kalk
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : bol
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, opvallend
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Blad             : bladverliezend


    Standplaats:
    Enkel in voldoende vochtige grond kunnen ze in de volle zon staan. Bij voorkeur op koele, licht tot rijk beschaduwde plaatsen. Bij teveel aan zon of een tekort aan water kunnen de bladeren verdrogen of verbranden. Zorg voor een voldoende vochtige standplaats die goed waterdoorlatend is. Hortensia's haten nattige voeten in de winter.

    Kenmerken:
    Hydrangea arborescens 'Grandiflora' is in het wild gevonden in de USA (Ohio), nabij Yellow Springs. 'Grandiflora' is tot hiertoe de meest aangeplant vorm met 12 - 18 cm brede, vlakronde, groenachtige, witte bloemen. De bloei is uitbundig te noemen. De Amerikanen noemen deze hortensia trouwens 'Hills of Snow'.
    Hydrangea arborescens 'Grandiflora' wenst geen kalk !!!

    Bloemen :
    De bloeitijd is juni – augustus
    Bloeit midden de zomer met steriel bloemen. De bloemen zijn samengesteld is uit tal van kleine bloempjes. De kleur varieert van zachtgroen tot een erg puur wit.

    Planten :
    Knip in de vroege lente de twijgen steeds kort in (op 3-4 ogen)

    Eigenschappen:
    Deze cultivar is bijzonder winterhard.
    De grond heeft voor deze cultivar geen invloed op de kleur van de bloem.
    De bloeiende crèmewitte bollen hebben geen fertiele bloempjes en lijken net dikke appels, die 12 tot 18 cm breed worden.
    De bloeiende takken moeten wel worden ondersteund en opgebonden. De takken zullen de prachtige bollen, vooral bij wat nat weer, niet kunnen dragen.

    Vermeerderen :
    Vermeerderen uit stekken of door afleggen.

    Weetjes :
    De 'Grandiflora' werd voor 1900 in de Verenigde Staten in het wild gevonden en wordt al heel lang aangeplant in tuinen en parken.

    De Hydrangea arborescens ‘Grandiflora' is een sterk vertakte struik, die tot 1,5 meter hoog zal worden.

    De bloeiwijzen zijn bolvormig en wisselend van grootte.

    Vooral als er jaarlijks wordt gesnoeid zullen de takken onvoldoende sterk zijn om de bloemen te dragen.

    Het blad is eirond, gezaagd, met een korte toegespitste top, de onderkant van het blad is kaal. De bloeitijd is juni – augustus. De plant is zeer winterhard.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (12 Stemmen)
    23-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anemone hupehensis
     

    Anemone hupehensis


    Botanische naam  : Anemone hupehensis 'Prinz Heinrich'
    Nederlandse naam : Herfstanemoon
    Herkomst         : Chinese provincie Hebei
    Bijzonderheden   : halfgevuld
    Grondsoort       : alle, veen
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Gebruik          : groepen/vakken, borders
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, paars, pluim
    Bloeitijd        : augustus, september
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Ze prefereert een vochtige grond met goede afwatering.

    groeit op alle gronden mits deze vochtig en goed waterdoorlatend is. De plant kan in lichte schaduw tot volle zon goed groeien. 

    Kenmerken:
    De herfstanemoon heeft vlezige wortels.
    Anemone 'Prins Heinrich' is een halfdubbele, purperrode selectie, gewonnen door Lindner in 1902. De bloemen tellen 10 tot 13 bloembladen. Lijkt op "Koningin Charlotte' maar is donkere van kleur. Prachtige selectie voor de herfstborder met bloemstengels van 70 tot 80 cm lang.

    Bloemen :
    purperrood, halfdubbel
    De bloemen hebben vijf of meer bloembladen en zijn komvormig van opbouw.
    De hoofdbloeiperiode valt in september tot en met oktober.

    Planten :
    De anemone kan je best in 3 groepen onderscheiden:

    1. De voorjaarsbloeiers met een oorsprong uit de bossen of de alpen (alpineanemoon),

    2. de zomer en herfstbloeiers,

    3. de knolachtige mediterrane soorten.

    Gebruik :
    Borderplant, beplanting onder loofbomen. Niet wintergroen. De Japanse soorten zijn matig winterhard.

    Eigenschappen:
    Een herfstanemoon behoudt vaak z'n blad in een milde winter en kan tot een min of meer bodembedekkende plant uitgroeien.

    Vermeerderen :
    Ze zijn te vermeerderen door wortelstek te nemen

    Weetjes :

    Anemone hupehensis, ook wel Chinese anemoon genoemd, is een kruidachtige plant.

    Ze werd ergens tussen 1900 en 1910 in Europa ingevoerd in Nancy, en is afkomstig uit de Chinese provincie Hebei. De botanische naam is afgeleid van de oude naam van deze provincie, Hupeh. Een Italiaanse missionaris wist hier een winstgevende handel in te bedrijven.

    De variëteit Anemone hupehensis var. japonica komt van nature voor in Japan.

    De bloemen zijn wit, roze of gemengd van kleur. De plant groeit op plaatsen in de volle zon of in de halfschaduw. De bloeiperiode loopt van de late zomer tot de herfst.

    In het klimaat in Midden- en West-Europa is de plant niet volledig winterhard, en moet daarom 's winters afgedekt worden.

    De Chineese Anemoon is een wat moeilijkere anemoon-soort. Hij moet vochtig staan, maar houd ook niet van te natte voeten. Overhouden kan wel, mits je hem goed warm en droog houd. Deze planten bloeien net zo laat als de herfstanemoon. En door de gigantische gelijkenis worden ze dus ook wel eens herfstanemoon genoemt.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    18-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lamium maculatum
     

    Lamium maculatum


    Botanische naam  : Lamium maculatum
    Nederlandse naam : Gevlekte dovenetel
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : drachtplant, witgerand blad
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Gebruik          : randen, bodembedekker, insecten, bostuinen
    Hoogte           : 0.20-0.40 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : april, mei, juni, juli
    Blad             : wintergroen, witbont


    Standplaats:
    zonnig halfschaduw tot schaduw
    De plant houdt van een enigszins vochtige grond.

    Kenmerken:
    Goede wintergroene bodembedekkers voor kleine oppervlaktes in de halve schaduw.
    Deze planten verdragen geen vochtige volle schaduw, en het blad wordt groener naarmate ze donkerder staan.
    Ze worden 20 cm hoog en bloeien van april tot juli.

    Bloemen :
    De plant heeft 2-3 cm grote, roze bloemen; deze zijn groter dan die van de paarse dovenetel (Lamium purpureum)
    De paarsrode of soms witte, roze of vleeskleurige bloemen zijn 2 tot 3½ cm groot. De onderlip is donker gevlekt en hartvormig met tandvormige zijslippen. De haarring in de gebogen kroonbuis loopt overdwars. De kelk is korter dan de kroonbuis. De helmknoppen zijn paarsbruin met oranje stuifmeel.

    Planten :
    Hakhout, bosranden, loofbossen, in knotwilgen, grienden, houtwallen, heggen, populierplantages, dijken, ruigten, waterkanten, plantsoenen, parken, bermen en ruige grazige plaatsen.

    Eigenschappen:
    De wintergroene bladeren zijn gesteeld, driehoekig-eirond, met groffe tanden en hebben in het midden vaak een witte vlek.

    Vermeerderen :
    Alle soorten breiden zich uit via wortel uitlopers, maar ook bijen zorgen voor uitzaaiingen, doordat zaad aan hun pootjes blijft hangen.

    Soorten :
    'Beacon Silver' donkerlila, wit blad met groen rand
    'Gold Nuggets' roze, geel blad
    'Red Nancy' rozerood, groen en zilver blad
    'Roseum' roze, wit blad met groene rand
    'Shell Pink' lichtroze, groen blad met witte streep in het midden
    'Sterling Silver' purper, zilver blad
    'White Nancy' wit, zilvergroen blad

    Weetjes :

    De gevlekte dovenetel (Lamium maculatum) is een in West-Europa algemeen voorkomende dovenetel.

    De gevlekte dovenetel is een 20-80 cm hoge, vaste plant. . De cultivar gestreepte dovenetel (Lamium maculatum 'Variegatum') is verder te herkennen aan de gevlekte bladeren. De 'vlek' in de naam slaat op de zilverkleurige / grijze streep langs de hoofdnerf van het blad. Een ander kenmerk: de gevlekte onderlip van de bloem. De helmhokjes zijn bruin-paars (bij de witte dovenetel (Lamium album) zijn deze zwart). De bloeitijd is van april tot november.

    De plant groeit vaak op dezelfde plaatsen als de paarse dovenetel, de witte dovenetel en brandnetels: op ruderale gronden, langs bermen, parkranden, bosranden, bij composthopen.

    Dovenetel veroorzaakt geen jeuk en blaren zoals brandnetel. Toch mijden de meeste mensen dovenetel bij confrontatie. Waarschijnlijk wekt het blad associaties met de echte brandnetel. Tussen alle keurige vaste planten in wordt dovenetel afgedaan als onkruid

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    13-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Albertine'
     

    Rosa 'Albertine'


    Botanische naam    : Rosa 'Albertine'
    Nederlandse naam   : Leiroos
    Herkomst           :
    Bijzonderheden     : eenmalig bloeiend
    Grondsoort         : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte      : normaal
    Licht              : zon
    Wind               : weinig gevoelig
    Groep              : leirozen
    Gebruik            : tuinen
    Hoogte             : 3.00-5.00 m
    Vorm               : leirozen
    Bloeikleur/vorm    : geurend, rood/bruin
    Bloeitijd          : juni, juli
    Blad               : bladverliezend
    Twijg/stam         : doorns/stekels

    Standplaats:
    Verlangt arme grond. Gevoelig voor meeldauw.

    Kenmerken:
    Albertine is een klimmende rambler roos. Bloemen bijzonder: een koperachtige gemskleur aan de binnenkant, aan de bloemblaadjes naar koperachtig roze overgaand.

    Bloemen :
    Grootbloemige bloemen in trossen welke een rijk aroma verspreiden.
    Deze populaire rambler heeft roodachtige, zalmkleurige knoppen die openen tot grote, koperachtig roze en bijna gevulde bloemen met een sterke geur. Zeer betrouwbaar. 400 cm.Klimroos, rambler (eenmaal bloeiend)

    Planten :
    Geschikt voor de omheining, pergola, bomen of een hoge muur op het zuidwesten.

    Eigenschappen:
    De bladeren zijn donkergroen met koperrode gloed aan takken die vol kromme stekels zitten. De struiken groeien hoekig en sterk tot 4,5 m hoog en 3 m breed.

    Weetjes :

    KLIMROZEN GROEP :

    Klimrozen stammen af van diverse botanische rozen of van klimmende mutanten van grootbloemige-, tros-, thee-, bourbon- of chinese-rozen, ..

    Alle hebben ze lange takken. In de tuin verlangen klimrozen een geschikte standplaats om te klimmen. Men plant ze tegen bogen, tuinhuisjes, pergola's, vrijstaande piramiden of zuilen of tegen muren en gevels. Langzaam groeiende rassen kunnen ook als struikrozen worden gebruikt. Klimrozen hoeft men bijna nooit te snoeien. Men moet zo lang mogelijke takken zien te krijgen, omdat hieraan de kortloten groeien. Het is aan deze kortloten waaraan de bloemen verschijnen.

    Klimrozen hebben veel ruimte nodig. Afhankelijk van hun groeikracht moeten ze 1-3 m uit elkaar worden geplant. De hoofdbloei van klimrozen valt rond de periode van juli, al zijn er ook soorten die doorbloeiend zijn.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    09-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hebe 'Autumn Glory'


    Hebe 'Autumn Glory'

    Botanische naam  : Hebe 'Autumn Glory'
    Nederlandse naam : Struikveronica, Ereprijs
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : matig winterhard
    Grondsoort       : humeus, zand
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : heidetuinen
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : blauw
    Bloeitijd        : september, oktober
    Blad                : wintergroen

    Hebe is niet zo vaak te zien in een tuin. Vroegere soorten en variëteiten waren niet zo bestand tegen vorst. Tegenwoordig zijn er, die beter de winter doorkomen. Een lichte bescherming met blad is en blijft echter wel gewenst. Hebe is vooral mooi in grote groepen. Zowel blad als bloem is mooi om te zien. De struik bloeit vooral in de kleuren wit, blauw en paars. Niet alle soorten en variëteiten worden hier behandeld.

    Hebe groeit en bloeit het beste op een plaats in de volle zon. Een humusrijke, goed doorlatende grond is nodig voor een beetje geluk met deze struik. Hebe kan in de zomer door middel van stek worden vermenigvuldigd.

    Hebe 'Autumn Glory' heeft dik en glanzend blad. Stengels zijn roestbruin van kleur. Bloemen in korte trossen.

    verzorging
    Zoals de meeste bomen en heesters behoeven ze nadat ze zijn aangeplant, buiten voldoende water en 2 x per jaar wat mest, verder zeer weinig speciale verzorging.

    Let wel op bij het planten of de struik een mooi wortelgestel heeft. Als het te klein is moet je bovengronds ook takken snoeien anders zal de plant niet goed kunnen aanslaan. Laag snoeien dwingt de plant om jonge grondscheuten te maken

    Bedek tijdens de winterperiode (vorst) de groenblijvende bladeren met wat dennentakken.

    vermeerderen
    In de zomer kun je hebe erg makkelijk stekken.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (18 Stemmen)
    06-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spiraea Japonica


    Spiraea Japonica

     

    Botanische naam  :  Spiraea japonica       

    Nederlandse naam :  Spierstruik                          

    Herkomst         :  Japan                                 

    Bijzonderheden   :                                       

    Grondsoort       :  alle, kalkrijk

    Vochtbehoefte    :  droog, normaal

    Licht            :  zon

    Groep            :  (sier)heesters

    Gebruik          :  groepen/vakken, randen/hagen, tuinen

    Hoogte           :  0.20-0.50 m

    Vorm             :  bol

    Bloeikleur/vorm  :  wit/créme, geel

    Bloeitijd        :  juni, juli, augustus

    Blad             :  bladverliezend

    Vrucht           :  onopvallend

     

    Standplaats:

    Spierstruiken gedijen in bijna elke tuin. Deze laagblijvende soort wordt altijd in kleine groepen, of zelfs in perken geplant. Ze gedijen echter niet in de schaduw van bomen.

    Liefst een zonnige plek. Groeit in elke voedzame tuingrond.Kan ook toegepast worden in een rotstuin.Beschermen tegen zeewind.

     

    Kenmerken:

    Spiraea japonica is een tot 1,5 m hoge heester met stijf rechtopgroeiende, meestal slechts weinig vertakte twijgen. Het blad is langwerpig-eirond, spits, 2-8 cm lang en uitgesproken dubbel gezaagd. Deze soort heeft in juni en juli roze of rozerode, 6 mm grote bloemen, eindstandig in 15-20 cm brede, vlakke tuilen. Hij is inheems in Japan en wordt in vele cultivars aangeplant.

     

    Bloemen :

    Roze, rode kleine bloemen in afgeplatte tuilen.Bloeit op eenjarig hout in juni- augustus

     

    Eigenschappen:

    Een laagblijvende en langbloeiende heester.

    Wordt veel toegepast in tuinen. Voor gebruik in groepen als vakbeplanting, als bodembedekker.

    De stengels zijn bruin tot roodbruin, rond in doorsnede en soms behaard.

    De struik komt 1,2 m tot bijna 2 m hoog en ongeveer hetzelfde in de breedte

    bladeren zijn over het algemeen een ovaal vorm van ongeveer 2,5 cm tot 7,5 cm lang, hebben getande randen, en de plaatsvervangende langs de stengel.

     

    Vermeerderen :

    Vermeerdering door het nemen van houtige winterstekken of scheutstekken

     

    Snoeien

    Om verzekerd te zijn van een rijke bloei kan je de heester best in het voorjaar (maart) flink terugsnoeien. Ook na de bloei kan je terugsnoeien.

    Om te beginnen snoei je de struikjes terug tot op 10 à 20 cm boven de grond. Heb je nogal wat struiken te snoeien kan je dit gaan doen met de haagschaar. Je knipt de struikjes dus min of meer in een bolvorm.

     

    Daarna ga je met de snoeischaar het resterende deel uitdunnen: dode takken, oude takken, takken met een eigenaardige snoeivorm door vroegere snoei, takken die naar het midden van de struik gericht zijn gaan er onverbiddellijk uit.

    Een jaarlijkse, drastische snoei vormt geen probleem voor Spiraea, integendeel, op deze manier dragen de planten elk jaar opnieuw rijkelijk bloemen.

     

    Soorten :

     

    Spiraea japonica 'Albiflora': kleine compacte heester met witte bloemen.

    Spiraea japonica 'Anthony Waterer': compacte heester met dieproze

      bloemen.

    Spiraea japonica 'Bullata': zeer laag en dicht struikje, fel rozerode bloemen.

    Spiraea japonica 'Candlelight': lage compacte struik, geel tot geelgroen

      blad. Paarsroze bloemen.

    Spiraea japonica 'Coccinea': tot 80 cm hoge struik, karmozijnrode bloemen.

    Spiraea japonica 'Crispa': lage, compacte heester, helder rozerode bloemen.

    Spiraea japonica 'Dart's Pinkie': tot 1m hoge, opgaande heester,lichtroze

      naar wit verkleurende bloemen.

    Spiraea japonica 'Dart's Red': bossige heester, zeer rijk bloeiend. Karmijnrood

    Spiraea japonica 'Fastigiata': tot 1.8m hoge heester, wit met lichtroze tint

    Spiraea japonica 'Fortunei': halfhoge heester met karmijnroze bloemen.

    Spiraea japonica 'Froebelii': donkerrode bloemen, lang doorbloeiend

    Spiraea japonica 'Genpei' (syn 'Shorobana'):bossig groeiend, wit, rozerood

    Spiraea japonica 'Golden Princess': heldergeel blad, roze bloemen

    Spiraea japonica 'Goldflame': paarsroze

    Spiraea japonica 'Goldmound': zeer lage heester (40cm) klein zuivergeel

      blad. Paarsroze bloemen

    Spiraea japonica 'Little Princess': compact groeiende, lage heester met

      rozerode bloemen. Te gebruiken als bodembedekker.

    Spiraea japonica 'Macrophylla': grote heester met groot, eirond blad.

      Kleine roze schermen.

    Spiraea japonica 'Manon': lage heester met donkerroze bloemen.

    Spiraea japonica 'Neon Flash': purperrood uitlopend blad, naar donkergroen

                       verkleurend en felrode bloemschermen.

    Spiraea japonica 'Norman': dof donkerrode bloemschermen

    Spiraea japonica 'Odensala': helderroze bloemen in vrij grote, platte

      schermen.

    Spiraea japonica 'Pygmaea Alba': lage, sterk vertakte heester, witte

      bloemen

    Spiraea japonica 'Rose Superb': tot 1.5m hoge heester met donkerroze

      bloemen.

    Spiraea japonica 'Sapho': bijna identiek aan 'Dart's Red'.

     

    Weetjes :

     

    Spiraea japonica 'Genpei' kan je beginnen snoeien na de bloei, dat is vanaf oktober.

    Voor een goed zicht op de takstruktuur van de plant wacht je best tot ook de bladeren van de plant gevallen zijn.

     

    Spiraea japonica bloeit op takken die hetzelfde jaar gevormd werden.

    De plant bloeit dus in de zomer op de takken die in het voorjaar gevormd zijn.

     

    "Spiraea japonica 'is een van de vele Spirea  struiken met alternatieve, eenvoudige bladeren op stugge, vrij vertakking te richten stengels.

    Clusters van roze-roze bloemen zijn gevonden aan de uiteinden van de takken (bloemen zijn wit tot roze-roze voor natuurlijke populaties van nature voor in Azië).

    De zaden zijn ongeveer 2,5 mm in lengte en zijn te vinden in kleine glanzende capsules (Remaley, 1998).

     

    "Spiraea japonica 'is van nature variabel in vorm en er zijn vele variëteiten van het handelsverkeer in de tuinbouw.

    Negen rassen zijn beschreven binnen de soort tot nu toe

     

    Het is ingevoerd om de Verenigde Staten als sier-en wordt geteeld in de tuinbouw handel.

     

    De plant werd gebruikt als de traditionele geneeskunde door de inheemse bevolking, en uittreksels uit de planten bleken te zijn bioactieve

     

    Eenmaal gevestigd, S. japonica groeit snel en vormt dichte opstanden dat veel van de bestaande inheemse kruiden en struiken

    De zaden kunnen nog vele jaren in de bodem, waardoor de controle en het herstel van de inheemse vegetatie bijzonder moeilijk

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (10 Stemmen)
    02-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Platycodon
     

    Platycodon

    grandiflorus. 'Albus'


    Botanische naam    : Platycodon gran. 'Albus'
    Nederlandse naam   : Ballonklokje, Prachtklokje
    Herkomst           : Japan, China, Oost-Siberië en Korea
    Bijzonderheden     : lange winterrust
    Grondsoort         : alle, humeus, zand
    Vochtbehoefte      : droog
    Licht              : half schaduw, zon
    Gebruik            : borders, rotstuinen
    Hoogte             : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm    : wit/créme
    Bloeitijd          : juni, juli, augustus
    Blad               : groen


    Standplaats:
    zon of halfschaduw vochtige, humusrijke, goed gedraineerde grond Grond niet laten uitdrogen. humusrijke, goed water doorlatende grond. De humus in de grond is belangrijk om voldoende water vast te houden

    Kenmerken:
    Een goed vertakkende potplant die wat weg heeft van een Campanula. Behoort tot de familie Campanulaceae.

    Bloemen :
    bloei valt in juni - augustus
    Je hebt ze in paars/blauw, roze en wit en blijven als plant redelijk klein (20-30 cm. hoog). Er bestaat ook nog een versie als grotere plant (50-70 cm. hoog) met iets kleinere bloemen, de Platycodon grandiflora v. Mariesi (of 'Chinees klokje').

    Planten :
    Plant op een onderlinge afstand van dertig centimeter

    Gebruik :
    De ideale plant voor de kust , slaagt wel moeilijk aan in het begin maar nadien groeit hij goed en vormt een mooie pol.
    De bloemknop lijkt op een grote gezwollen ballon vandaar zijn naam dus.

    Eigenschappen:
    Het ballonklokje dankt zijn naam aan de opgeblazen bloemknop, voordat deze opengaat. Het is een echt sierlijke ballonvorm. De bloemen zijn vijf tot acht centimeter groot. Ze zijn alleenstaand of komen in trossen voor. De bladen staan in kransen of tegenoverstaand. De bovenste bladen staan verspreid. De bladen zijn groen, maar hebben een blauwe waas daarover.

    Vermeerderen :
    zaaien in het voorjaar
    Door scheuren of delen van de plant in het najaar kan de plant worden vermeerderd

    Soorten :

    Platycodon gran. 'Albus': witte bloemen

    Platycodon gran. 'Mariesii': blauwe bloemen

    Platycodon gran.'Perlmutterschale': roze

    Weetjes :
    Het ballonklokje is een lage vaste plant die een bossige wortelstok vormt.
    De opvallende, blauwe bloemen met duidelijke,donkere nerven, ontwikkelen zich uit de ballonvormige knoppen.
    Het zijn dan ook deze bloemknoppen en de bloemen die de sierwaarde van het ballonklokje bepalen.
    De bloeistengels kunnen steun nodig hebben. De wortels zo weinig mogelijk verstoren.

    Geschikt voor gebruik vooraan in de border of in een rotstuin.

    Wordt ook veel toegepast in potten en bloembakken in de zomer op het terras.Je vindt hem dan ook in elk tuincentrum vanaf het voorjaar.

    Laat de potgrond niet uitdrogen want dit veroorzaakt gele bladeren, een te natte grond geeft echter aanleiding tot wortelrot.

    Regelmatig bemesten om het blad donkergroen te houden.

    Mooi in combinatie met Coreopsis of lage asters.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (15 Stemmen)
    31-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Astilbe arendsii
     

    Astilbe arendsii


    Nederlandse naam : Astilbe (arendsii groep)
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : brede tros
    Grondsoort       : alle, humeus, veen, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal, nat
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, snijbloem, waterkant
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, pluim
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : groen


    Standplaats:
    Houden absoluut van humusrijke vochtige aarde dat nooit mag uitdrogen, maar beslist geen natte voeten in de winter.
    De grond mag zuur zijn maar niet te zwaar, ze groeien niet goed op kalkrijke of zware kleigrond.
    Astilbes zijn geen waterplanten !!!

    Kenmerken:
    De sierlijke bladeren zijn samengesteld, doorgaans dubbel 3-tallig, met eironde-langwerpige, enkel of dubbel gezaagde blaadjes, meestal groen, soms bruinrood getint (bij het uitlopen en bij roodbloeiende hybriden zelfs 's zomers).

    Bloemen :
    Bloemen zeer klein, 4- of 5- tallig, met honderden verenigd in opvallende pluimen; de hybriden verschillenonderling in de vorm van de pluimen (kort en gedrongen of lang en slank, smal of breed, rechtopstaand of met sierlijk overhangende zijtakken), blomekleur (wit, roze, rood, purper of karmijnrood) en bloeitijdstip (vroeg: juli; middelvroeg: juli-augustus; laat: augustus-september).

    Planten :
    Alle Astilbes verlangen een plaats in de halfschaduw, een vochthoudende en humusrijke grond, die nooit mag uitdrogen. In de winter mag er geen water rondom de plant(en) blijven staan. Astilbe is een vaste plant voor met name een koel klimaat
    Dankbaar voor een jaarlijkse gift oude stalmest (geen verse !), compost of bladaarde in de lente. Bij droogte moet u water geven (droge zomers kunnen zeer nefast zijn).

    Gebruik :
    Astilbe is bijzonder mooi in grote groepen onder licht geboomte of langsheen vijvers; zeer goede overgangsplant van de vijver naar de overige beplanting. Onderdrukt tevens goed onkruid. Uitstekend te combineren met Hosta, varens, Hemerocallis, Trollius, etageprimula's, Rodgersia, Ligularia, Iris sibirica, Iris kaempferi en vochtminnende siergrassen.
    Ook geschikt als potplant binnenshuis.

    Eigenschappen:
    Een waardevolle plant met mooi gevederd blad en pluimvormige bloeiwijze.
    Astilbe is gevoelig voor late nachtvorst. Jonge scheuten kunnen invriezen, maar de bloei wordt daardoor niet beïnvloed. Astilbe is volkomen winterhard

    Vermeerderen :
    Astilbe kan in het voorjaar vlak voor het uitlopen worden gescheurd. Scheuren om de vijf jaar is nodig, omdat anders de bloei en groeikracht terug gaat lopen.
    De plant kan in kleine delen worden gescheurd. Herplant op een onderlinge afstand van gemiddeld vijfenveertig tot vijftig centimeter

    Soorten :

    --'Brautschleier' H80cm, bloei 6/8, wit
    --'Bressingham Beauty' 100cm, 7/8, roze
    --'Cattleya' 80cm, 7/8, lilaroze
    --'Diamant' 80cm, 7/8, wit
    --'Fanal' 60cm, 7/8, rood
    --'Lollipop' 60cm, 6/7, roze
    --'Roch and roll' 60cm, 7/9, wit

    Weetjes :
    Geef in de lente oud stalmest, compost of bladaarde daar kikkeren ze van op.
    Liefst van al in lichte schaduw want teveel zon verminderd de bloeitijd.
    Late nachtvorst kan schade toebrengen maar herstellen zich wel.
    Ze staan graag aan de rand van de vijver waar de luchtvochtigheid hoog is.
    Blijven in de winter decoratief en zijn vooral mooi in grote groep van min 7 planten.

    Arensii is een kruising van davidii, japonica,astilboides en thunbergii.

    De Duitser Georg Arends (1863 - 1952) kweekte talloze Arendsii-hybriden (Astilbe x arendsii).

    De uitgebloeide pluimen niet wegnemen; deze vormen een zeer decoratief winterbeeld in de tuin. Als snijbloem is astilbe niet lang houdbaar, anderzijds wel geschikt voor droogboeketten.

    Van deze vaste plant sterven de bovengrondse delen tijdens de herfstperiode af.
    Ze gaan dus kaal de winter in en behoeven normaal geen snoei. Meestal laat je de afgestorven plantendelen tot het voorjaar op zijn plaats.
    Ze vormen een natuurlijk winterbescherming en het is nog mooi ook (dauwdruppels, rijm). Sommigen houden toch liever aan een nette wintertuin, waar alles mooi is opgeruimd.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (16 Stemmen)
    30-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lysimachia Punctata
     

    Lysimachia Punctata

    Botanische naam   : Lysimachia punctata
    Nederlandse naam  : Puntwederik
    Herkomst          : Zuidoost-Europa
    Bijzonderheden    : woekert
    Grondsoort        : alle, humeus
    Vochtbehoefte     : droog, normaal
    Licht             : schaduw, half schaduw, zon
    Gebruik           : groepen/vakken, borders, verwildering, snijbloem
    Hoogte            : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm   : geel, aar
    Bloeitijd         : juni, juli, augustus
    Blad              : groen

    Standplaats:
    De standplaats kan zonnig tot schaduw zijn. Lysimachia punctata zal op bijna alle gronden goed groeien. Hoewel de plant ook goed in de volle zon groeit, wordt de bladkleur intenser blauwgroen als hij in de halfschaduw staat. In het late najaar verkleurt het blad naar geelbruin.

    Kenmerken:
    De puntwederik (Lysimachia punctata) is een overblijvende plant, die ingedeeld wordt bij de sleutelbloemfamilie (Primulaceae), zoals in de Heukels, of, zoals bij APG, tot de familie Myrsinaceae. De plant wordt gebruikt in de siertuin en is in Nederland ook verwilderd. Van nature komt de puntwederik voor in Oost- en Zuidoost-Europa.

    Bloemen :
    Gele dikke bloemaren van juni tot augustus, wordt 70cmtot 1 meter hoog
    De meestal gele bloemen zijn vijfstralig puntsymmetrisch.

    Planten :
    Plant Lysimachia op een humusrijke of kleiige grond. Hoe vochtiger de grond, des te hoger en breder wordt de plant.
    Toch is Lysimachia punctata in sommige situaties goed toe te passen zoals bijvoorbeeld op plekken in de schaduw waar extra kleur gewenst is.
    Aanbevolen aantal per vierkante meter : 7

    Eigenschappen:
    De plant wordt 40-100 cm hoog, heeft rechtopstaande, zacht behaarde stengels en wortelstokken. De eivormige bladeren zitten in kransen van drie tot vier bladeren bijeen. Op de bladeren zitten onregelmatige, rode klierpuntjes, die als het blad tegen het licht gehouden wordt goed zijn te zien.

    Vermeerderen :
    Voor de winter worden alle bovengrondse delen afgeknipt. Na ongeveer drie jaar kan de plant worden vermeerderd door scheuren of delen. Plant de gedeelde stukken op een afstand van ten minste één meter uit elkaar.

    Soorten :
    Het geslacht kent ongeveer 150 soorten, die vooral in de gematigde streken van het noordelijk halfrond voorkomen. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in Oost-Azië.

    In België en Nederland komen voor:


    Penningkruid (Lysimachia nummularia)

    Boswederik (Lysimachia nemorum)

    Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora)

    Grote wederik (Lysimachia vulgaris)

    Puntwederik (Lysimachia punctata)+

    Lysimachia clethroides

    Weetjes :

    Wederik (Lysimachia) is een geslacht van planten. De botanische naam Lysimachia is afgeleid van de Griekse veldheer Lysimachus. Volgens de overlevering zou hij de plant ontdekt hebben.

    De 23e druk van de Heukels (2005) plaatst het geslacht in de sleutelbloemfamilie (Primulaceae). Merk op dat moderne taxonomen het geslacht vaak plaatsen in de familie Myrsinaceae, een familie die in de tropen verbreid is.

    In de regel gaat het om kruidachtige, meerjarige planten, soms ook treedt er verhouting op en spreken we van struiken. De bladeren zijn gaafrandig en tegenoverstaand, soms staan ze in kransen rond de stengel.

    De plant komt voor op moerasachtige plekken tussen bomen en struiken

    Wilt u Lysimachia punctata in toom houden dan zult u folie rond de plantgroep moeten gebruiken.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (5 Stemmen)
    29-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tiarella cordifolia
     

    Tiarella cordifolia

    Botanische naam  : Tiarella cordifolia
    Nederlandse naam : Perzische muts, schuimbloem
    Herkomst         : Noord-Amerika
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus, veen, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Gebruik          : randen, bodembedekker, borders, verwildering
    Hoogte           : 0.10-0.20 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, tros
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : groen


    Standplaats:
    Tiarella is een waardevolle groenblijvende bodembedekker voor licht beschaduwde plaatsen. Zorg voor een voldoende humusrijke, kalkrijke en vochtige bodem.
    T. cordifolia is de meest aangeplante soort in onze tuinen

    Kenmerken:
    - deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    - goed bruikbaar voor bodembedekking
    - geschikt voor groepsbeplantingen
    - geschikt voor onderbeplantingen (heesters, bomen)
    - deze plant verlangt een kalkhoudende bodem (pH 6,5 of hoger)
    - deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Bloemen :
    roomwit Bloeiperiode : april - juli wolkjes kleine bloempjes met 5 kroonbladeren in rechtopstaande, eindstandige aren

    Gebruik :
    bodembedekker,groep,grote groep,kleine groep,middelgrote groep

    Eigenschappen:
    goede bodembedekker voor halfschaduw of schaduw
    in de zomer frisgroen blad, in de winter, roodbruin ,witte bloemen in april - juni, hoogte: 20 cm
    9 planten /m²
    bodembedekker met zeer rijke bloei. Krachtige groeier die snel verbreedt met bovengrondse uitlopers.

    Vermeerderen :
    Door delen of zaaien

    Soorten :
    'Inktblot' 4/7, witroze bloei, paarse stengel, groen blad
    'Mint Chocolate' 4/7 witroze, groen blad met paarse nerf
    'Pink Bouquet' 4/6, lichtroze, rijkbloeiend, groen
    'Simsalabim' 4/7, wit, groen blad geel gevlekt
    'Skeleton Key' 4/6, creme, ingesneden blad
    'Spring Symphony' 4/6, witroze, groen blad, rood generfd
    'Tiger Stripe' 5/6, roze, paarse stengel, groen blad

    Weetjes :

    Tiarella cordifolia of ook wel eens Perzische muts genoemd is afkomstig uit het oosten van Noord-Amerika. De planten breiden zich uit door ondergrondse kruipende stengels. De luchtige, witte bloeiwijzen steken in het voorjaar mooi en opvallend boven het mooie bladerdek uit. Mooie aantrekkelijke matgroene bladeren die ietwat eirond zijn met 3 tot 5 lobben. Jonge bladeren zien er fisgroen uit. In de winter kleuren oudere bladeren oranjerood aan.

    De cordifolia's breiden zich uit door middel van worteluitlopers, blad verkleurd in het vroege najaar naar purperrood en verdwijnt in strenge winters.

    De wherryi daarentegen maakt geen worteluitlopers, is groenblijvend in de winter maar verkleurt naar roodachtig/bronskleur.

    Het zijn bosplanten en houden niet van een zonnige standplaats.

    De schuimbloem lijkt wat bloeiwijze betreft op het familielid purperklokje. Bloemen staan in fragiele pluimen langs een opgerichte stengel. Afhankelijk van de soort zijn bloemstengels twintig tot dertig centimeter lang. Evenals het purperklokje is de schuimbloem een overblijvende bosplant, geschikt voor schemerige omstandigheden.

    Tiarella cordifolia is een krachtig groeiende en overblijvende plant. Het is een bodembedekker gedurende de zomer.

    Al voor het begin van het najaar verkleurt het blad naar purperrood. In de winter is het blad verdwenen of blijft in een oranjerode kleur achter. In de zomer is het blad lichtgroen. De bladen zijn gelobd, getand en licht behaard. In mei verschijnen de bloeistengels met witte tot roomwitte bloemen in eindstandige, pluimvormige aren.

    Goede buren zijn :Bergenia, vroegbloeiende bloembollen, pulmonaria, hosta, varens, waldsteinia

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    26-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Syringa vulgaris
     

    Syringa vulgaris
    Gewone sering


    Botanische naam  : Syringa vulgaris
    Nederlandse naam : Gewone sering, Boerensering
    Herkomst         : Centraal- en Zuidoost-Europa
    Bijzonderheden   : opstaande pluim, paars/lilaroze/wit
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen, insecten
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, roze, paars
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend


    Standplaats:
    Doet het goed op een goed bewerkte, vruchtbare bodem. Zonnige plaats.
    Verdraagt een droge standplaats.
    Groeit van nature in struikvegetaties op stenige, zonnige hellingen.

    Kenmerken:
    De sering (Syringa vulgaris) is een plant uit de olijffamilie (Oleaceae). Het is een kleine boom of struik die vooral bekend is vanwege de aantrekkelijke, zoet geurende bloemen. Normaal gesproken bereikt de plant een hoogte van 3-4 m, maar er zijn ook exemplaren bekend van wel 7 m hoog. De sering komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa. Met name komt de plant in het wild voor op rotsachtige heuvelhellingen op de Balkan. Op veel plaatsen is de soort ingeburgerd. In tuinen komen allerlei gekweekte rassen met bloemkleuren die variëren van wit tot donkerpaars.

    Bloemen :
    Bloeit met lila pluimachtige bloemen die héééérlijk geuren.
    Wit, paars, violet, purper of lila. Pluimen.
    Geurende bloemen. Vier kelk- en kroonbladeren.

    Planten :
    Plant hem op een zonnig plaats, op een vochtige, goed doorlatende grond.

    Gebruikte delen:
    Te gebruiken als snijbloem.

    Eigenschappen:
    De gewone sering heeft lichtgroene, gladde en onbehaarde bladeren in de vorm van een hart. In de herfst vallen de bladeren af. De bloeitijd is in april en mei. De bloemen zijn buis- of trechtervormig en meestal lichtpaars van kleur, maar soms ook wit. De bloemen zitten bij elkaar in grote, welriekende pluimen.Er is een gladde doosvrucht.
    Zo worden deze geplant vanwege de overweldigende geur en de rijke bloei in mei, want de planten zelf zijn niet zo fraai.

    Vermeerderen :
    Om variëteiten goed te laten bloeien en groeien worden ze geënt, geoculeerd of door spleetgriffeling op een onderstam van Syringa vulgaris gezet. Onderstammen worden uit zaad verkregen.

    Snoeien :
    --Een sering kan het beste elk jaar worden gesnoeid; een sering bloeit op tweejarig hout. Cyclus: jonge scheuten van het voorafgaande jaar worden aangehouden, de uitgebloeide worden teruggezet. De nieuwe scheuten op de afgezette staken bloeien na twee jaar.

    --Als jonge planten niet voldoende vertakken, kan men insnoeien om de groei te stimuleren. Nadien beperkt het snoeien zich tot het wegnemen van elkaar kruisende of hinderende takken en/of dode, zieke takken.Ook uitgebloeide trossen worden weggesnoeid.Snoei deze zeker niet te diep weg.
    Oudere planten verdragen goed verjongingssnoei. Na zo'n verjongingssnoei kan het twee tot drie jaar duren voordat je weer bloemen hebt.
    Snoeien gebeurt eind winter, begin voorjaar

    --Uitgebloeide bloemtrossen worden na de bloei weggeknipt. Wees voorzichtig, knip alleen de stengel, waarop de tros, zit weg. Beslist niet meer. Meer wegknippen zorgt voor beschadiging van de al aangelegde bloeischeuten in de oksel van blad en stengel.

    Soorten :
    Er zijn uiteraard veel soorten,hieronder een paar mooie

    De enkelbloemige cultivars :

    --'Charles X' purperlila
    --'Decaisne' azuurblauw
    --'Primrose' bleekgeel
    --'Maréchal Foch' karmijnroze

    De gevuldbloemige cultivars :
    --'Belle de Nancy' satijnroze
    --'Charles Joly' zwartrood
    --'Mme Lemoine' wit

    Weetjes :
    De sering behoort tot de familie van de olijfachtigen (Oleaceae). Veel soorten komen uit China en Korea. Onze gewone sering komt uit Zuid-Europa.

    De gewone sering is een struik dat 5m hoog kan worden.

    Het is een goede luchtzuiveraar, verminderd de ozon.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    18-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wisteria
     

    Wisteria


    Botanische naam    : Wisteria
    Nederlandse naam   : Blauwe regen
    Herkomst           : Japan,China,Amerika
    Bijzonderheden     : rijke bloei voor bladontwikkeling
    Grondsoort         : alle, lichte klei, zware klei
    Vochtbehoefte      : normaal
    Licht              : zon
    Wind               : weinig gevoelig
    Gebruik            : solitair, tuinen en parken
    Hoogte             : 5.00-10.00 m
    Vorm               : slingerend
    Bloeikleur/vorm    : lila, blauw ,wit,roze
    Bloeitijd          : april, mei
    Blad               : bladverliezend


    Standplaats:
    Zon-halfschaduw.Een warme standplaats bevordert de bloei.
    Stelt weinig eisen aan de bodem mits deze niet al te droog is.
    Goede humusrijke grond die vochthoudend is.Jonge planten steunen en leiden.

    De blauwe regen groeit graag met zijn takken in volle zon. In de schaduw kan ook, maar toch moet je rekenen op minstens zes uur zonneschijn per dag. Ze groeien best in een grond rijk aan organisch materiaal, niet noodzakelijk rijk aan meststoffen. Ze houden wel van vochtige grond. Indien je ze toch meststoffen wenst te geven, gebruik dan een meststof met een hoog fosforgehalte om de bloei te bevorderen. De grond mag echter geen kalk bevatten anders krijg je geel verkleuringen in het blad.

     Kenmerken:
    Mooie klimplant die veel wordt toegepast langs muren of langs pergola's en prielen.
    Ze kunnen heel oud worden en een mooie hoofdstam vormen.
    -W.floribunda: rankt van rechts naar links
    - W.sinensis: rankt van links naar rechts
    Oudere exemplaren verhouten makkelijk waardoor de planten zelfs als 'boom' met een stam kunnen worden opgekweekt.

    Je kiest best voor een W. sinensis omdat deze soort het langst en makkelijkst bloeit en geurende bloemen heeft. Bij W.floribunda kan de bloei soms erg lang op zich laten wachten.

    Bloemen :
    Afhankelijk van de variëteiten bloeit blauweregen vanaf begin mei tot half juni. Naast de verschillende soorten, zijn er ook diverse kleurschakeringen verkrijgbaar: wit, roze, lila, blauw en paars.
    De bloei begint in mei, daarna verschijnen de bladeren die er altijd ook midden in de;zomer met temperaturen van boven de 30 graden fris bijstaan. Tijdens de winter zijn de kale takken ook zeer decoratief.

    Planten :
    Het is best een blauweregen aan de oostkant, zuid- of westkant te planten. Indien je blauwe regen in pot kweekt, mag deze buiten blijven staan. Bij heel strenge winters de potkluit afdekken. Ook opletten voor lentenachtvorst waarbij de prille bloemtros door de nachtvorst kan geraakt worden.

    Blauwe regen is zeer veelzijdig in gebruik! Als prachtige gevelklimmer: in het voetpad of terras volstaat het om een tweetal tegels weg te nemen en daarin te planten. De klimmer begroeit gemakkelijk paal, hekwerk, pergola in hout of metaal, bogen, balkon en als begroeiing over het tuinhuis. Een andere mogelijkheid is om zelf één stam op te kweken en op 1,5 à 2 m. hoogte de plant in te snoeien, zodat er een “treurvorm” ontstaat.

    Eigenschappen:
    De plant is niet zelfhechtend. Wisteria moet worden geleid; aan/langs muren of over een pergola. Een stevig geconstrueerde pergola is nodig. Een volgroeide blauwe regen vertegenwoordigt een behoorlijk gewicht. Wordt de blauwe regen langs een muur geleid, dan zijn flinke haken nodig om de aanbinders eraan vast te maken

    Wisteria of blauwe regen is een forse klimmer die gemakkelijk 10 meter hoog en ver groeit. In de zomer is het aan te raden om te snoeien want anders krijgt men zoveel zijscheuten dat het van het goede te veel wordt. Snoei daarom in augustus en september tot op 40 a 50 cm van de hoofdtak. Aan de hoofdtak kan men terug nieuwe zijtakken laten doorgroeien die op hun beurt in gesnoeid worden.In februari mag u de zijtakken terug snoeien tot op 2 of 3 ogen. In mei krijgt u dan een waar spektakel te zien maar ook te ruiken.

    Vermeerderen :
    Vermeerdering kan gebeuren door zaaien, afleggen, enten en stekken.

    Zaaien
    Zaaien is niet aan te raden omdat we niet zeker zijn van de bloei, het kan 10 jaar duren eer we wat bloeitrossen zien.

    Afleggen
    Afleggen kan gebeuren door in juni een jonge, éénjarige twijg lichtjes te verwonden, in te graven en te bedekken met grond. Voorwaarde is dat de grond vrij vochtig blijft. In november kunnen we controleren of de twijg is beworteld. Indien er voldoende wortels aan zijn, voorzichtig uitgraven en de jonge plant van de moederplant losknippen. Daarna de aflegger verplanten of inpotten. Een goede raad: vermeerder enkel planten die rijk en vlug bloeien en waarvan je de naam zeker weet.

    Enten
    Enten wordt het meest door de beroepskweker toegepast. Het enten gebeurt vaak op reeds ingepotte zaailingonderstammen tijdens de winterperiode (februari - april). Men noemt dit enten uit de hand. De meest gebruikte entwijze is de spleetent. Nadat de ent met bindelastiek is vastgebonden, wordt deze volledig in de was gezet. De geënte planten worden in een vorstvrije kas gezet om het samengroeien te bevorderen. Later worden de gelukte enten verpot en aan een steunstok gebonden. Let er op enkel enthout te nemen van gezonde, bloeirijke planten waarvan je de juiste naam weet!

    Stekken
    Stekken kan ook door de liefhebber gebeuren. De stekperiode is mei-juni. Men neemt stek van jong hout. Stekken kan in speciale stekgrond of in een mengsel van 2 delen turf en 1 deel zand, onderaan de stek verwonden, licht vochtig houden. Stekken nemen van planten die in de serre geforceerd zijn zou een hoger slagingspercentage opleveren.

    De blauweregen is een bijzondere klimplant. Men moet wel wat geduld aan de dag leggen om de eerste jaren de plant goed te verzorgen en te leiden zonder veel bloei. Daarna worden we echter jaarlijks overvloedig beloond met een overweldigende bloemenpracht! De moeite waard om te proberen. Blauwe regen is echt een prachtklimmer met veel mogelijkheden!

    Snoeien :
    Blauwe regen bloeit op korte zijtakken van de hoofdgesteltakken. We vinden deze jonge twijgen en bloemknopen ingeplant op meerjarige takken. Het is van belang eerst de verlengenistakken te leiden tot de gewenste lengte. Op de gesteltakken komen de bloeitwijgen. Indien de bloembotten duidelijk zichtbaar zijn kan men juist boven de bloeiwijze deze tak insnijden (april).
    Ziet men geen bloembotten dan wacht men best tot na de normale bloeiperiode om te snoeien. Het duurt wel drie jaar eer we wat deftige bloei te zien krijgen, dus een beetje geduld.

    Zomersnoei (augustus)
    Naargelang de plaats die de blauwe regen mag innemen kan men in de zomer, eind augustus, de plant wat insnoeien. De verlengenistakken worden niet ingesnoeid. De nieuwe zijtakken van de hoofdgesteltakken kunnen tot op 35 cm. terug gesnoeid worden.

    Voorjaarssnoei (februari-maart)
    Deze bestaat erin de takken die we in de zomer hebben ingekort, nog verder in te snoeien tot op 10 à 15 cm. Onderaan deze twijgen moet er uiteindelijk bloembot verschijnen. De uitgebloeide bloeiwijze van het vorige bloei jaar mag men dan ook wegknippen. Let erop geen oudere takken met bloemtwijgen weg te knippen.

    Soorten :
    Wisteria brachybotrys
    Wisteria floribunda - Japanse blauweregen
    Wisteria frutescens - Amerikaanse blauweregen
    Wisteria japonica
    Wisteria macrostachya
    Wisteria sinensis - Chinese blauweregen
    Wisteria venusta

    Weetjes :

    Het geslacht blauweregen (Wisteria) bestaat uit een tiental houtige slingerplanten die van oorsprong voorkomen in de Verenigde Staten, China, Korea en Japan. Ze kunnen zowel linkswindend (bijvoorbeeld de Chinese blauweregen) of rechtswindend zijn (bijvoorbeeld de Japanse blauweregen). Deze planten kunnen tot 20 meter hoog klimmen en tot 10 meter breed worden en worden vrij vaak als sierplant aangeplant.

    Oorspronkelijk groeide blauweregen in Azië en Noord-Amerika. Populaire variëteiten zijn de Chinese blauweregen of Wisteria sinensis en Japanse blauweregen of Wisteria Floribunda. Kruisingen van deze twee noemt men Wisteria x formosa: een hoge klimmer die ook als jonge plant al mooi bloeit. Minder bekend is Wisteria brachybotrys: een iets minder hoge klimplant met kortere bloemtrossen.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    17-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Achillea millefolium
     

    Achillea millefolium


    Botanische naam  : Achillea millefolium
    Nederlandse naam : Duizendblad
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : talud, winterhard
    Grondsoort       : alle, humeus, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Wind             : ongevoelig, weinig gevoelig
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, snijbloem, droogbloem, insecten, bostuinen, waterkant
    Hoogte           : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : roze, tuil
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : groen, grijsgroen

    Standplaats:
    Duizendblad heeft een voorkeur voor een zonnige plaats met grond van een gemiddelde vruchtbaarheid en vochtigheidsgraad.

    Kenmerken:
    Duizendblad is een overblijvende of vaste plant. De plant wordt 30 cm tot 1 m hoog. De stengels en bladeren zijn behaard. De bladeren zijn vederachtig, diep ingesneden en donker grijsgroen.

    Bloemen :
    De plant bloeit van juni tot september met kleine vaalwitte (soms roze) bloemen in enigszins platte trossen.

    Gebruikte delen:
    Gewoon duizendblad werd vroeger, voordat de hop ontdekt werd, gebruikt bij de bierbereiding.
    Vooral de bloemschermen bevatten geneeskundige stoffen. De plant werd vroeger ook als opwekkend en versterkend middel gebruikt. Tegenwoordig wordt duizendblad gebruikt tegen verkoudheid en griep.
    De groene bladeren hebben ook een bloedstelpend effect en werden voor de behandeling van wonden gebruikt.

    Werkzame bestanddelen:
    De plant bevat isovaleriaanzuur, salicylzuur, asparagine, sterolen, flavonoïden, bitterstoffen, tanninen en coumarinen.
    Duizendblad werkt ook koortswerend en werd daarom vroeger gebruikt in plaats van kinine.

    Eigenschappen:
    Bloedstelpend, antisceptisch, adstringerend, ontstekingsremmend, zweetdrijvend, tegen winderigheid, krampstillend, versterkend voor de bloedvaten
    Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) heeft zijn soortsnaam te danken aan het dubbel veerdelige blad, waardoor het lijkt of het uit zeer veel kleine blaadjes bestaat. De plant komt algemeen voor in Europa en Noord-Amerika en heeft een typische geur.
    De planten met roze bloempjes worden ook in de siertuin gebruikt.

    Vermeerderen :
    Duizendblad is te vermeerderen door het te zaaien of door binnendringende wortel te verdelen (scheuren) in de lente of de herfst.
    Duizendblad dient op 30 cm van elkaar te worden uitgeplant.
    Door de verwelkte bloemhoofden te verwijderen krijgt de plant een tweede bloei.
    Duizendblad is niet geschikt om binnenshuis gekweekt te worden.

    Weetjes :
    De Latijnse naam Achillea verwijst naar de Griekse held Achilles, die met deze plant de wonden van zijn krijgers genas nadat hij was gewezen op de bloedstelpende werking van duizendblad.

    De naam Millefolium verwijst naar de bladeren, mille betekent duizend en folium betekent bladeren

    De geslachtsnaam is afgeleid van Achilles, die duizendblad met zijn legers meenam voor de behandeling van krijgswonden.

    De plant wordt 15-50 cm hoog en vormt ondergronds wortelstokken voor vegetatieve verspreiding. Het duizendblad bloeit van juni tot november met wit tot roze bloempjes. Soms komen planten met rode bloempjes ook in het wild voor. De bloeiwijze bestaat uit een schermvormige tros.

    Gewoon duizendblad komt voor op voedselrijke, verstoorde grond en op braakliggende terreinen. De plant kan goed tegen droogte

    Ook was in de zeventiende eeuw een populaire groente. De jonge bladeren werden als spinazie klaargemaakt of in soep gedaan. De bladeren zijn zoet met een iets bittere smaak.

    Het innemen van sap van de plant stimuleert juist bloedingen, Het kan de menstruatie bevorderen, maar ook bloedneus veroorzaken. In het Engels heet de plant daarom ook wel Nosebleed plant.

    In het volksgeloof
    In het volksgeloof van de Middeleeuwen werd de plant ook een beschermende kracht toegedicht tegen spoken en de duivel. Hiervoor moest hij onder de dorpel van het huis worden neergelegd. Zie ook afweerkruid.

    Volgens de kruidkundige Vogel blijkt uit een document uit 1794 dat indianenstammen Duizendblad gebruikten bij snijwonden. De Micmacs gebruikten het om de transpiratie te stimuleren bij koorts en verkoudheid. Ook verdreven de indianen boze geesten met de rook van duizendblad.

    Kauw, voor begrip van de stem van duizendblad, een stukje wortel en houd het in de mond.

    Een thee van blad en bloem vertelt de rest van het verhaal.

    De stengels van duizendblad worden gebruikt bij het raadplegen van het aloude Oosterse orakelboek de I Ching. Op grond van hoe 50 rechte stengels van gelijke lengte vallen (als mikadostaafjes) wordt een hexagram gekozen. Hieraan valt af te lezen wat voor veranderingen je in de toekomst kunt verwachten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    12-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iris 'Ambassadeur'
     

    Iris 'Ambassadeur'



    Botanische naam  : Iris 'Ambassadeur'
    Nederlandse naam : Baardiris (germanica groep)
    Herkomst         : Onbekend
    Bijzonderheden   : brons/geel
    Grondsoort       : alle, zand, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : zon
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, snijbloem
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : geurend, geel
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : wintergroen, blauwgroen
    Vermeerdering    : door delen van de wortelstok


    Standplaats:
    Verlangt een zonnige plek en goed doorlatende, voedselrijke grond.

    Kenmerken:
    De nederlandse naam is Lis, familie van de Iridaceae.
    De bladeren zijn grijs en ongeveer 50 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 90 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. De geadviseerde plantafstand is 33 cm. (7-9 st. per m2.) Is slecht verkrijgbaar.

    Bloemen :
    De bloemkleur is bronsviolet en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni.
    De grond moet vochtig genoeg zijn, anders wil de plant niet bloeien.

    Planten :
    Deze plant is zeer geschikt voor de siertuin. Ze heeft opvallend blad, bloei, of vorm en laat zich eenvoudig combineren. Deze plant is zeer geschikt om te combineren met de 'basisplanten'. Verdraagt korte periodes van droogte prima. Natte winters daarentegen niet. Het is een opvallende plant, die ook als solitair te gebruiken is.

    Vermeerderen :
    Scheur de planten nadat zij tegen elkaar zijn aangegroeid na de bloei. Weinig wiedwerk.

    Bemesting Iris 'Ambassadeur'
    Bij bloeiende planten is het belangrijk om veel knoppen te hebben en om die knoppen uit te laten komen. De aanmaak van knoppen wordt gestimuleerd met een, verhoudingsgewijs, hoger fosfor gehalte. De bloei van de knoppen wordt gestimuleerd door een hoog kalium gehalte. Het hogere kalium gehalte zorgt tevens voor een langere bloei en verbetert de kwalitatieve eigenschappen zoals geur van de bloemen. Daarnaast zorgt het hogere kalium gehalte voor een efficiëntere waterhuishouding zodat de planten zuiniger zijn met water. Hoe verder de onderlinge gehalten uiteenlopen des te sterker gaat er een stimulerende werking vanuit. Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (11 Stemmen)
    10-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Alain'
     

    Rosa 'Alain'


    Botanische naam  : Rosa 'Alain'
    Nederlandse naam : Trosroos (Floribunda)
    Herkomst         : Frankrijk
    Bijzonderheden   : karmozijnrood
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : trosrozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels


    'Alain' is een populaire rode floribunda roos variëteit.

    Het werd ontwikkeld door de familie Meilland van Frankrijk en werd geintroduceerd in 1948, vernoemd naar huidige bedrijfsleider Alain Meilland, een jonge jongen op het moment.

    De nieuwe variëteit won een gouden medaille bij Genève dat jaar.

    De heldere rode bloemen met 8 cm in diameter en relatief vlak, die de heldere gele meeldraden blootstelt om te bekijken. Bloemen treden op in de open clusters, tot maar liefst negen. Het blad is over het algemeen donker.

    'Alain' werd ontwikkeld uit een kruising van 'Guinee' en 'Wilhelm' , op hun beurt gekruist met 'Orange Triumph' .

    Delforge van België introduceerde een klimras "Alain Klimmen 'in 1957.


    MEILLAND INTERNATIONAL SA heeft diverse activiteiten. In de Provence - in Zuid Frankrijk - vindt het kruisen van rozen plaats. Hier verrichtten de familie Meilland en enkele medewerkers het kruisingwerk met de hand. Jaarlijks onstaan er circa 200.000 nieuwe rozenplantjes. Deze plantjes worden stuk voor stuk beoordeeld. Als zo'n plantje geschikt is, worden er 5 plantjes van gemaakt. Jaarlijks gaat dit proces zo door. Na een testperiode van 5 tot 7 jaar in Frankrijk en in en op diverse locaties in Europa, Japan en USA, worden er jaarlijks zo'n 10 tot 15 nieuwe rassen op de markt geïntroduceerd. Deze nieuwe rassen zijn dan kwekersrechtelijk en merkenrechtelijk beschermd in de diverse productie- en afzet landen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    07-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Anneke Doorenbos'


     

    Rosa 'Anneke Doorenbos'



    Botanische naam  : Rosa 'Anneke Doorenbos'
    Nederlandse naam : Trosroos (Floribunda)
    Herkomst         : Nederland
    Bijzonderheden   : bloei tot eerste vorst, 0.90 m
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : trosrozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juli, augustus, september, oktober, november
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

     

    ANNEKE DOORENBOS.

    Doorenbos 1956. Zilverroze bloemen, aan de achterzijde donkerder. Gezonde en forse groei.


    Groep: Polyantha / Floribunda

    Deze rozengroep is zeer populair geworden door haar langdurige en rijke bloei.

    Er is een zeer grote verscheidenheid in dit assortiment.

    Jaren achtereen kan men genieten van de bloemen pracht van de polyantha’s.

    Onder deze groep vallen ook de z.g. Floribunda rozen en Grandiflorarozen, welke o.a. kruisingen zijn met Theehybride soorten.

    Polyantha rozen hebben zeer veel, wat kleinere bloemen (trossen), per steel. Floribunda en grandiflora rozen hebben grotere maar iets minder talrijke bloemen per steel.

    De groeihoogte van de rozen onder normale omstandigheden is 50 tot 70 cm.

    Indien vermeld fors of sterk groeiend betekent dit een hoogte van 70 tot 150 cm. en bij kompakt groeiend ligt de hoogte veelal onder de 50 cm.

    De plantafstand is gemiddeld 4 planten per vierkante meter.

    Deze rozen zijn zeer geschikt voor perkbeplanting.

    Het verdient aanbeveling de rozen uit deze groep in maart flink terug te snoeien en te bemesten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    05-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Salpiglossis sinuata
    Flower, Painted Tongue                                       

    Salpiglossis sinuata


    Familie          : Solanaceae
    Nederlandse naam : brokaatbloem - trompetbloem
    Bloeikleur       : bruin, violetblauw, roodpaars, meerkleurig
    Bloeimaand       : juni, juli, augustus, september
    Bladkleur        : Groen
    Hoogte           : 40 - 50 cm, 50 - 70 cm
    Winterhardheid   : Niet winterhard
    Standplaats      : Zon, Halfschaduw
    Soort gewas      : Eenjarige plant
    PH bodem         : Kalkminnend
    Habitat          : Droge bodem, Normale bodem

    Standplaats:
    Graag staat deze plant op een lichte, kalkhoudende en doorlatende grond, volle zon tot halfschaduw
    Bijzonderheden: groeit in voedselrijke grond, heeft warme en beschutte plaats nodig

    Kenmerken:
    Een éénjarige met dunne stengels waar trompetvormige bloemen groeien.
    De op Petunia lijkende bloemen hebben fijn geaderde bloemblaadjes in afstekende kleur.

    Bloemen :
    diep paarsblauw met een rode keel
    Bloei: juli - oktober

    Planten :
    Te combineren met Veronica, Incarvillea en Salvia

    Gebruik :
    Gebruik in de tuin: samen met Nemesia strumosa en Mimulus kan je een exotisch hoekje maken, ook geschikt voor snijbloemen

    Eigenschappen:
    Het is een mooi lang doorbloeiende eenjarige die gemakkelijk zaait en opkweekt. Zeker dus een soort om in je tuin op te nemen.

    Vermeerderen :
    Vrij gemakkelijk te zaaien maar kiemt het ene jaar beter dan het andere. Zaai ze in de lente binnen en plant de zaailingen buiten zodra het risico van vorst is geweken.
    Zaaien:
    Kiemtemperatuur 20 °C. Maart in potjes of zaaibakje met compost in koudebak. Na de nachtvorstperiode uitplanten op 20 cm afstand.

    Soorten :
    Cultivators Salpiglossis sinuata :
    --'Little Friends' is roodpaars met gele adertjes
    --'Kew Blue'is violetblauw met donkerder aders en is wat hoger 75cm
    --'Chocolate' is chocoladekleurig en donkerder geaderd, deze soort is erg mooi met gele bloemen.


    Weetjes :

    Salpiglossis sinuata Chocolate Royal is een prachtige nog steeds vrij onbekende eenjarige plant met zeer donkere roodbruine bloemen met nog donkerder aderen. Zeer snel groeiend en bloeiend en steelt absoluut de show in border of in potten. Vanaf eind juni tot de vorst produceert ze een overvloed aan bloemen, zeker als je de oude steeds verwijdert. Geef de plant een plaats in de volle zon waar ze een hoogte van 30-45 cm kan bereiken.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)

    Vaste planten
    Acaena magellanica
    Aconitum 
    Acanthus
    Achillea Millefolium
    Adonis amurensis  
    Ajuga Reptans 
    Alchemilla Mollis
    Anaphalis triplnervis
    Anemone Hupehensis
    Arum italicum
    Aster Alpinus
    Astilbe Arendsii
    Astilbe "Fanal"
    Ballota
    Baptisia
    Bergenia Cordifolia
    Calluna
    Campanula Persicifolia
    Centaurea montana
    Cerastium tomentosum
    Convallaria majalis
    Chrysanthemum
    Crambe
    Dictamnus albus
    Doronicum
    Echinacea
    Echinops Banaticus
    Eupatorium purureum
    Euphorbia Characias
    Fargesia
    Gaillardia
    Geranium
    Geranium Sylvaticum
    Gypsophila
    Helleboris niger
    Helianthus salicifolius
    Hemerocallis
    Hepatica transsylvanica
    Heuchera 
    Hosta undulata
    Hypericum
    Iberis sempervivum
    Inula magnifica
    Iris Ambassadeur
    Iris Sibirica
    Kalimeris incisa
    Lamium Maculatum
    Lavandula A.Hidcote
    Lavandula Stoechas
    Liriope muscari  
    Lychnis chalcedonica
    Lysimachia Punctata
    Oenothera macrocarpa
    Omphalodes Verna
    Onoclea sensibilis
    Pachysandra 
    Persicaria
    Phlox Subulata
    Phuopsis stylosa
    Physostegia virginiana
    Phytolacca
    Potentilla Atrosanguinea
    Primula 
    Prunella grand "Loveliness"
    Pulmonaria
    Pulsatilla vulgaris
    Rudbeckia
    Ranunculus ficaria
    Salvia Nemorosa
    Saxifraga 
    Scabiosa
    Sedum Str.& Cr
    Smilacina racemosa
    Solidago GD
    Stokesia 
    Tarella Cordifolia
    Veronica longifolia
    Vinca minor en major  
    Waldsteinia ternata
    Yucca Filamentosa


    Heesters
    Abelia schmannii
    Aucuba
    Andromeda
    Aralia elata
    Berberis
    Buxus sempervirens
    Buxus-ziekten
    Callicarpa
    Camelia

    Caryopteris C.HB
    Ceanothus
    Chaenomeles
    Choisya
    Clerodendrum trichotomum
    Clethra alnifolia
    Cornus alba "elegantissima'
    Corokia Cotoneaster
    Cotoneaster
    Daphne pontica
    Deutzia gracilis
    Exochorda racemosa
    Elaeagnus ebbingei
    Enkianthus campanulatus
    Euonymus alatus
    Euonymus fortunei
    Forsythia Intermedia
    Hamamelis Mollis
    Hebe "Autumn Glory"
    Hebe buxifolia
    Hydrangea annabelle
    Hydrangea Arborescens "Grandiflora"
    Hydrangea paniculata
    Hippophae rhamnoides
    Ilex aquifolium
    Jasminum Nudiflorum
    Kalmia
    Kerria japonica
    Lagerstroemia
    Lavatera Rosea
    Ledum groenlandicum
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Lonicera Nitida
    Mahonia aquifolium
    Osmanthus burkwoodii
    Paeonia lutea
    Paeonia suffruticosa
    Pernettya mucronata
    Philadelphus
    Pieris japonica
    Polygala
    Potentilla fruticosa A 
    Pyracantha
    Prunus Lusitanica
    Prunus triloba
    Rhododendron "Apple Blossom"
    Rhododendron
    'chr.ch'
    Sarcococca
    Skimmia Japonica
    Spiraea Japonica
    Syringa Vulgaris
    Viburnum Davidii
    Viburnum Opulus
    Viburnum plicatum "mariesii"
    Weigela

    Grassen
    Calamagrostis
    Carex Elata
    Cortaderia selloana
    Deschampsia
    Imperata Red Baron
    Lampepoetser
    Miscanthus Sinensis
    Molinia caerulea

    Bolgewassen :
    Allium Giganteum
    Begonia x T
    Begonia sutherlandii
    Blauw druifje
    Camassia
    Colchicum autumnale
    Colchicum speciosum
    Crocus cancellatus
    Crocosmia
    Dahlia
    Eucomis autumnalis
    Fritillaria bucharica
    Fritillaria imperialis
    Galanthus
    Ixiolirion tataricum
    Ipheion uniflorum
    Lilium "Mona Lisa"
    Lilium Pumilum
    Montbretia-Crocosmia
    Puschkinia  
    Sandersonia aurantiaca
    Schizostylis
    Scilla siberica
    Sierui 

    Een en tweejarigen 
    Adonis aestivalis 
    Ageratum Houstonianum  
    Alcea Rosea
    Cobaea scandens
    Cosmos bipinnatus
    Digitalis purpurea
    Dorotheantus
    Heracleum mantegazzianum
    Iberis umbellata
    Impatiens balsamina
    Ipomoea Tricolor
    Jasione
    Lagurus ovatus
    Limonium latifolium
    Myosotis sylvatica
    Nicotiana alata 
    Pelargonium
    Platycodon
    Portulaca
    Salpiglossis
    Tropaeolum malus


    Kamerplanten  
    Abutilon
    Achimenes
    Aërides
    Aeschynanthus
    Anigozanthos

    Bougainvillea
    Browallia
    Cactussen
    Calceolaria hybr
    Callicia
    Calistémon
    Cattleya
    Crassula
    Croton
    Ctenanthe
    Dieffenbachia
    Dipteracanthus
    Episcia
    Euphorbia Pulcherrima
    Exacum
    Fittonia
    Gloriosa
    Graptopetalum
    Hypocyrta
    Howeia
    Jatropha
    Kalanchoe beharensis
    Kalanchoe blossfeldiana
    Mandevilla of Dipladenia
    Pilea microphylla
    Plumeria
    Polystichum
    Raphis
    Rhipsalidopsis
    Sanseveria
    Schefflera
    Selaginella
    Senecio Kleinia  
    Senecio rowleyanus
    Stapelia hirsuta
    Vriesea Astrid
    Zantedeschia of Calla lily

    Bomen :  
    Acer Campestre
    Laburnocytisus adamii 
    Laburnum watererii 'Vossii'
    Magnolia kobus
    Malus "Radiant"
    Malus "Toringo"
    Morus alba
    Platanus acerifolia
    Ptelea trifoliata
    Pterostyrax hispida
    Prunus cerasifera'nigra'
    Prunus gondouinii
    Prunus serrulata
    Prunus subhirtella
    Robinia pseudoacacia 'Frisia'
    Salix Babylonica
    Salix integra
    Taxus baccata

    Kruiden :
    Achillea ptarmica
    Agrimonia eupatoria
    Allium savitum
    Artemisia
    Harpagophytum procumbens
    Lysimachia vulgaris
    Melilotus Alba
    Pseudofumaria lutea
    Senecio jacoaea
    Symphytum officinale

    Klimplanten : 
    Aristolochia durior
    Clematis Armandii
    Clematis "Madame Baron V"
    Clematis vitalba  
    Fallopia aubertii
    Gelsemium
    Hedera helix
    Lonicera caprifolium
    Passiflora caerulea
    Periploca graeca
    Wisteria

    Kuipplanten
    Abelia
    Aeonium arboreum 
    Agapanthus
    Brugmansia
    Caesalpinia
    Camellia sinensis
    Carissa
    Dracaena
    Erythina
    Eucalyptus niphophila 
    Fuchsia's
    Hedychium gardnerianum
    Hibiscus rosa-sinensis
    Lantana camara
    Lapageria rosea
    Laurus Nobilis
    Nerium oleander
    Pittosporum tobira
    Pleione formosana
    Plumbago auriculata
    Punica granatum
    Solanum Thurino

    Waterplanten
    Acorus calamus
    Aponogeton
    Lemna trisulca
    Nymphaea 'Alba'  
    Persicaria amphibium
    Pontederia Cordata
    Ranunculus Lingua

    Rozen :
    Rosa "Anneke Doorenbos"  
    Rosa "Alain"
    Rosa "Albertine"
    Rosa "Allgold" 
    Rosa "Allotria"
    Rosa "Altissimo"
    Rosa 'Admired Miranda'
    Rosa "Ausblush"
    Rosa "Ausbord"
    Rosa "Ausbuff"
    Rosa 'Auscot'
    Rosa 'Auslight'
    Rosa 'Auslo'
    Rosa 'Baron Girod de L'ain'
    Rosa 'Dortmund'
    Rosa "Frau Astrid"
    Rosa "Korliluc"
    Rosa 'Meitoifar'
    Rosa regusa   
    Rosa "Swan Lake"

    Rotsplanten
    Geranium cinereum 'Ballerina'
    Dryas octopetala
    Helianthemum "wisley pink"
    Sedum acre
    Sempervivum arachnoideum
    Sisyrinchium californium


    Groenten :

    Paprika


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs