JP's Plantengids
Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica

    Zoeken in blog





    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • opaweetjes
  • fotoalbum
  • wandelroutes
  • fietsroutes
  • GPS-routes
  • koopjesblog

  • Fruit
    Actinidia Deliciosa
    Cydonia oblonga
    Ribes rubrum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Vraag & antwoord
    *Het plantenseizoen
    *Luister naar je planten
    *Cissus is zeer gevoelig
    *Cyclamen problemen
    *Uitgebloeide bloembollen
    *Amaryllisbol niet weggooien
    *Blauwe regen met kuren
    * Pioenlegende
    *Roetdauw bij Rozen
    *Planten overwinteren

    JanuariTips
    Januaritips
    Geraniums zaaien

    Februaritips :
    Februaritips

    Maarttips :
    Maarttips

    Apriltips :
    April siertuin

    Meitips :
    Mei-siertuin

    Juni Tips
    Juni Tips

    Tips Juli
    TuinTips Juli

    Augustus Tips
    Tips Augustus

    NovemberTips
    November doe kalender

    DecemberTips
    Tuintips december

    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica
  • Crambe
  • Kamerplanten lusten geen leidingwater
  • HET PLANTENSEIZOEN
  • Carissa
  • Symphytum officinale
  • Howeia
  • Exacum
  • Rosa 'Dortmund'
  • Selaginella
  • Acaena magellanica
  • Eupatorium purpureum
  • Paeonia lutea
  • Schizostylis coccinea
  • Chrysanthemum
  • Helianthus salicifolia
  • Planten overwinteren
  • Morus alba
  • Osmanthus burkwoodii
  • Lemna trisulca
  • Harpagophytum procumbens
  • Hippophae rhamnoides
  • Astilbe 'Fanal'
  • ILEX - HULST
  • Hydrangea - Annabelle
  • Cattleya
  • Allium Savitum
  • Crassula
  • Prunella grand. 'Loveliness'
  • Potentilla fruticosa 'Abbotswood'
  • Rosa 'Baron Girod de L'Ain'
  • Helianthemum 'Wisley Pink'
  • Abelia schumannii
  • Centaurea montana
  • Enkianthus campanulatus
  • Ipheion uniflorum
  • Iberis umbellata
  • Sedum acre
  • Tropaeolum majus
  • Viburnum plicatum 'Mariesii'
  • Prunus serrulata
  • Pleione formosana
  • Eucomis autumnalis
  • Hibiscus rosa-sinensis
  • Roetdauw bij Rozen
  • Persicaria amphibia
  • Ctenanthe
  • Cactussen
  • Paprika
  • Abutilon megapotamicum
  • Polystichum
  • Camellia sinensis
  • Gypsophila
  • Fuchsia's
  • Pulsatilla vulgaris
  • Pioenlegende
  • Deutzia gracilis
  • Rosa 'Auslo'
  • Dieffenbáchia
  • Nerium oleander
  • Pilea microphylla
  • Senecio rowleyanus
  • Raphis
  • Callistémon
  • Puschkinia scilloides
  • Graptopetalum
  • Cyclamen problemen
  • Callisia
  • Kalanchoe beharensis
  • Passiflora caerulea
  • Blauweregen met kuren
  • amaryllisbol
  • Solanum Thurino
  • Robinia pseudoacacia 'Frisia'
  • Fittonia
  • Aërides
  • Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
  • Laburnum watererii 'Vossii'
  • Hosta undulata
  • Rosa 'Auslight'
  • Heracleum mantegazzianum
  • Plumbago auriculata
  • Paeonia suffruticosa
  • Rosa 'Auscot'
  • Aeonium arboreum
  • Senecio jacobaea
  • Abies koreana
  • Prunus subhirtella
  • Lobelia erinus
  • Fallopia aubertii
  • Calceolaria Hybride
  • Rosa 'Ausbuff'
  • Sempervivum arachnoideum
  • Sisyrinchium californicum
  • Hydrangea paniculata
  • Buxus-ziekten
  • Dryas octopetala
  • Geranium cinereum 'Ballerina'
  • Fritillaria Bucharica
  • Caesalpina giliesii
  • Cydonia oblonga
  • Malus toringo
  • Rosa 'Ausbord'
  • Lychnis chalcedonica
  • Veronica longifolia
  • Tuintips voor Augustus
  • Liatris spicata
  • Lonicera caprifolium
  • Clerodendrum trichotomum
  • Pterostyrax hispida
  • Laburnocytisus adamii
  • TUINTIPS IN JULI
  • Prunus gondouinii
  • Agrimonia eupatoria
  • Lilium `Mona Lisa'
  • Dorotheanthus
  • Ptelea trifoliata
  • Tuintips in Juni
  • Rosa 'Korliluc'
  • Cornus alba 'Elegantissima'
  • Impatiens balsamina
  • Sandersonia aurantiaca
  • Waldsteinia ternata
  • Prunus lusitanica
  • Oenothera macrocarpa
  • Corokia cotoneaster
  • Clematis 'Madame Baron Veillard'
  • Rhododendron 'Apple Blossom'
  • Platanus acerifolia
  • Kalimeris incisa
  • Mandevilla of Dipladenia
  • Myosotis sylvatica
  • Fritillaria imperialis
  • Rosa 'Swan Lake'
  • Digitalis purpurea
  • Dictamnus albus
  • Pelargonium
  • Ledum groenlandicum
  • Lantana camara
  • Elaeagnus ebbingei
  • Ceanothus
  • Magnolia kobus
  • Taxus baccata
  • Kerria japonica
  • Euonymus alatus
  • Buxus sempervirens
  • Salix integra
  • Pieris japonica
  • Rosa 'Ausblush'
  • Exochorda racemosa
  • Pittosporum tobira
  • Prunus triloba
  • Limonium latifolium
  • Lagurus ovatus
  • Crocus cancellatus
  • Ranunculus ficaria
  • Geranium
  • Maarttips
  • Smilacina racemosa
  • Pernettya mucronata
  • Melilotus alba
  • Malus 'Radiant'
  • Lilium pumilum
  • Rosa 'Frau Astrid '
  • Periploca graeca
  • Pseudofumaria lutea
  • Salix babylonica
  • Kalender Februari
  • Rhipsalidopsis
  • Dracaena
  • Galanthus
  • Begonia sutherlandii
  • luister naar je planten
  • Rosa 'Meitoifar'
  • JANUARI – TIPS
  • Phytolacca
  • Omphalodes verna
  • Eucalyptus niphophila
  • Ranunculus lingua
  • Rosa 'American Pillar'
  • Centranthus ruber
  • Geranium sylvaticum
  • Rosa 'Admired Miranda'
  • Tuintips december
  • Acorus calamus
  • Aeonium arboreum
  • Aristolochia durior
  • Actinidia deliciosa
  • Achillea ptarmica
  • Acer campestre
  • Stapelia hirsuta

    OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST" EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN. WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT ------------------------------ HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
    18-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Dortmund'
     

    Rosa 'Dortmund'

    Botanische naam  : Rosa 'Dortmund'
    Nederlandse naam : Leiroos
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : rood/wit hart, weinig bottels
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : leirozen, heesterrozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, solitair, tuinen
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : leirozen
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, rood/bruin
    Bloeitijd        : juni, juli
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

    Standplaats:
    In licht vochtige, goed gedraineerde grond in de volle zon.
    ook geschikt voor een noordmuur.

    Kenmerken:
    Deze sterke, rechte roos produceert gerekte knoppen die open bloeien tot grote, enkele bloemen. De bloemen verschijnen in trossen en geuren. Bloeit de hele zomer door. Verdraagt armere grond. Geschikt als haag of klimroos en als lage leiroos.

    Bloemen :
    Bloedrood met wit centrum, grote, enkele, open bloemen met gegolfde bloemblaadjes in grote trossen, lichtgeurend, krachtige groei, doorbloeier, hoogte: 3-4 m.
    Sterke doorbloeier
    Weinig of niet geurend.
    Draagt rijkelijk oranje bottels in het najaar.
    Bloeitijd: juni- juli- augustus . Eénmaal bloeiend

    Planten :
    Best als free-bloeiende klimmer voor muren, priëlen, hekken of andere structuren. Kan ook worden geteeld als een struik.

    Eigenschappen:
    Deze roos is een klim-of pilaar roos die typisch groeit
    Eigenschappen overvloedig clusters van geurige, karmozijnrood, enkele bloemen met witte ogen.
    Bloeit vrij van de late lente tot vorst.
    Glanzend, donkergroene bladeren.
    Oranje heupen.
    Prima, lage, sterk vertakte klimroos.
    Ook geschikt voor een kleine tuin.
    Donker, gezond blad.

    Snoeien :
    snoeien in het voorjaar
    Vermijd snoeien voor de eerste twee jaar na het planten, zodat de lange stokken van deze klimmer zich ontwikkelen. Snoei daarna zo nodig in de late winter tot het vroege voorjaar.

    Cultuur
    Beste gekweekt in gemiddeld, medium vocht, goed gedraineerde grond in de volle zon. Beste bloei en weerstand tegen ziektes voorkomen in de volle zon. Water diep en regelmatig ('s ochtends zijn het beste). Vermijd te veel water geven. Goede luchtcirculatie bevordert krachtige en gezonde groei en helpt controle blad ziekten. Zomer mulch helpt vocht vasthouden, houden wortels koel en ontmoedigen onkruid.

    Verwijderen en te vernietigen zieke bladeren van planten (mogelijk), en opruimen en vernietigen dode bladeren van de grond rond de planten zowel tijdens het groeiseizoen en als onderdeel van een grondige sanering in de winter (slapende seizoen).

    Problemen
    Rozen gevoelig voor een groot aantal ziekten, de meest voorkomende daarvan zijn zwarte vlek, meeldauw, roest en rose rozet. Hoewel goede culturele praktijken, zijn de eerste lijn van verdediging in ziektebestrijding, worden regelmatig preventieve fungicide toepassingen gedurende het groeiseizoen meestal nodig, met name in vochtige klimaten met regelmatige neerslag in de zomer
    'Dortmund' is uitstekend bestand tegen de bovengenoemde bladziekten.
    Mogelijke insect problemen zijn bladluizen, kevers, boren, schaal, trips, muggen, en spint.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    12-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selaginella
     

    Selaginella


    Standplaats:
    Mosjes houden van een vochtige omgeving, een constante temperatuurrond 20° C en een beschaduwde plaats.
    Regelmatig benevelen bij een kamertemperatuur van 18°C. Gebruik gedistilleerd water of regenwater.

    Kenmerken:
    Slaapkamergeluk' of 'mosje': namen voor groene planten die zich op niet te zonnige plaatsen tot ware groene plakkaten kunnen ontwikkelen.
    Mosjes zijn snelgroeiende kussenvormende plantjes. Niet alleen mooi frisgroen van kleur, gemakkelijk te verzorgen en snel groeiend, maar ook interessant.
    Deze planten, die behoren tot het geslacht Selaginella, zijn namelijk te beschouwen als een tussenvorm tussen mossen en varens.
    Er zijn rozetvormige, klimmende en kruipende soorten. De wortels ontstaan in de stengel en kunnen grote plakkaten vormen.

    Eigenschappen:

    • De grond moet voortdurend vochtig zijn, maar niet te nat. Zorgt u dus voor een goede waterafvoer.

    • In huis mogen de planten alleen in de winter in de zon staan; overigens alleen in schaduwen halfschaduw, voor een venster op het noorden of oosten.

    • Voor de gangbare soorten is een gematigde temperatuur (15- 20° C) aan te bevelen. Minder bekende soorten kunnen het beste warmer, bijvoorbeeld in een kas of serre staan.

    • Weinig mest geven, de helft van de op de verpakking aangegeven concentratie en alleen in de zomermaanden.

    • In het voorjaar verpotten in normale potgrond, bij voorkeur in wijde, ondiepe potten of schalen. Grote exemplaren kunnen tijdens het verpotten worden gescheurd.

    Vermeerderen :
    De vermeerdering geschiedt net als bij varens via sporen, maar is ook te vergelijken met die van mossen.

    Soorten :

    Tropisch en koel
    Als kamer- en kasplant worden voornamelijk drie soorten gekweekt.
    Selaginelia apoda is een lage, zodenvormende plant met lichtgroene, zeer fijn gezaagde blaadjes. Op den duur zijn ze als hangplant je te gebruiken. Nog langere en echt kruipende stengels heeft
    S. kraussiana. Vrij zeldzaam is S. martensii, een meer rechtop groeiende soort,
    maar toch later met liggende takjes, voorzien van luchtwortels. Vooral 'Watsonia' is bekend, met opvallend witte sten- geltoppen.
    Iets geheel anders is de 'opstandingsplant', die ook wel als de 'Roos van lericho' wordt aangeboden: S. lepidophylla. Korte stengels, donkergroen die bij droogte inrollen. Bij bevochtiging gaat de plant weer open.

    Vochtig en in de schaduw
    Mosjes houden van een vochtige omgeving, een constante temperatuurrond 20° C en een beschaduwde plaats.
    Vandaar wellicht de Nederlandse naam 'slaapkamergeluk', want een slaap- of badkamer met weinig zon en het gehele jaar een gematigde temperatuur vormt voor de meest bekende soorten een ideale omgeving.

    S. lepidophylla kan langdurige periqden van droogte verdragen, maar de meeste soorten houden van een tropische omgeving (schaduw, 20- 25° C, vochtige atmosfeer).

    Winterharde soorten
    Enkele soorten kunnen in ons klimaat op beschutte plaatsen en in goed doorlatende grond buiten groeien. Bekend is o.a.

    S. denticulets uit het Middellandse-Zeegebied, Canarische Eilanden. Lijkt veel op

    S. Kraussiana.

    S. Heivetlee groeit in bergstreken in Europa, Siberië en Japan en heeft veervormig vertakte bladeren, zodat het net een kleine varen lijkt. Onder droge en koude omstandigheden verkleurt het blad bruin- tot wijnrood. Geschikt voor beschaduwde plaatsen in veenachtige grond.

    Weetjes :

    De planten bezitten kleine bladeren soms van tweeërlei soort: zogenaamde grote onvruchtbare bladeren en vruchtbare bladeren die zijn voorzien van een ligula

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    02-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Acaena magellanica
    File:Acaena magellanica magellanica 1.jpg 

    Acaena magellanica

    Botanische naam  : Acaena magellanica
    Nederlandse naam : Stekelnootje
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : zodenvormend
    Grondsoort       : alle, humeus, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : ongevoelig
    Gebruik          : groepen/vakken, bodembedekker, rotstuinen
    Hoogte           : < 0.10 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : halfwintergroen, groen, grijsgroen

    Standplaats:
    Acaena houdt van een zonnige en goed doorlaatbare bodem. Hij geeft de voorkeur aan een open plaats zonder bomen en struiken met een min of meer voedselrijke bodem , groeit het liefst in een kalkrijke grond.

    Kenmerken:
    Kenmerkend is het aantal blaadjes, altijd rond het getal elf: 11, meer dan elf of minder dan 11. Stekelnoot heeft liggende of kruipende stengels. De blaadjes zijn altijd gezaagd, aan beide zijden behaard of alleen op de bladnerf

    Acaena magellanica groeit in de natuur op zand en rotsen in de buurt van de zee, onder kreupelhout, in open bossen, op vochtig grasland en in vennetjes tot 1100 m hoogte. De bladschijf is 2-8 cm lang, met 5-8 paar blaadjes waarvan de onderzijde is berijpt. De bloeistengels zijn 7-14 cm groot met 1 tot 3 brede bloemhoofdjes, paarsachtig als je jong zijn.

    Bloemen :
    Kleur : wit
    Bloeitijd : juli - augustus

    Planten :
    De onderlinge plantafstand die bij aanleg van het tapijt moet worden aangehouden, is vijftien centimeter. Binnen een jaar groeit het tapijt dicht. Stekelnoot is zodenvormend en kan zowel in de volle zon als in de halfschaduw worden gebruikt.

    Acaena's zijn zodevormend en in matig strenge winters ook wintergroen. Ze worden naast bodembedekkend, ook in rotspartijtjes gebruikt. Acaena groeit het liefst in een kalkrijke grond. Stekelnootje is een zeer goede bodembedekker voor zonnige standplaatsen, maar ook lichte schaduw wordt verdragen. Ze zijn zeer mooi zijn ze in combinatie met voorjaarsbollen,

    Eigenschappen:
    - deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    - deze plant is vorstgevoelig
    - geschikt voor gebruik in de rotstuin
    - goed bruikbaar voor bodembedekking
    - deze plant is zijn onaantrekkelijk voor konijnen, zijn min of meer veilig voor konijnenvraat
    - deze plant verlangt een kalkhoudende bodem (pH 6,5 of hoger)
    - deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden

    Vermeerderen :
    - door zaaien
    - door stekken
    - door afleggen, door het afnemen van uitlopers in het voorjaar
    - door scheuren

    Soorten :
    Acaena buchananii,
    Acaena magellanica,
    Acaena microphylla en
    Acaena novae-zelandiae.

    Weetjes :

    Deze soort heeft de volgende winterhardheid:
    De plant verdraagt ​​lage temperaturen (-15 ° C, zelfs -20 ° C),

    Het geslacht komt vooral in het zuidelijk halfrond voor, met name in Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Soorten als Acaena exigua (Hawaï) en Acaena pinnatifida (Californië) komen ook in het noordelijk halfrond voor. Californië beschouwt de als zandminnende tuinplant geïmporteerde Acaena pallida als invasieve soort.

    In Groot-Brittannië wordt de Acaena novae-zelandiae als invasieve soort beschouwd. Accidenteel geïmporteerd via schaapswol, woekert de stekelige plant er op kusten en duinen.

    In heel Europa vindt men (verwilderde) cultivars, die met name zijn ontwikkeld voor de vraag naar (half)groenblijvende kruiden en heesters, die daarenboven weinig veeleisend zijn qua bodemsamenstelling en bewatering.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    31-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eupatorium purpureum
    Bestand: Eupatorium purpureum2.jpg 

    Eupatorium purpureum


    Botanische naam  : Eupatorium purpureum
    Nederlandse naam : Purper leverkruid, Koninginnekruid
    Herkomst         : Noord-Amerika
    Bijzonderheden   : donkerroze, zaait uit
    Grondsoort       : alle, humeus, veen
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, borders, snijbloem,insecten ,    waterkant
    Hoogte           : > 1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : roze, paars, scherm
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Zon of halfschaduw. Groeit op vrijwel elke grond met voorkeur voor rijke, vochtige grond.Verdraagt meer droogte in de zomer dan E.maculatum.

    Kenmerken:
    Een sterke,solide, hoog opgroeiende en laatbloeiende vaste plant die zowel als solitair of in groepen, in de border kan worden toegepast.
    Sterke rechtop groeiende stengels.
    De nectarrijke bloemen trekken bijen en vlinders aan.
    Ideale plant voor toepassing langs een vijverrand of voor een 'wilde' tuin en in een bijen- en vlinderborder.
    Hij heeft schitterende schermvormige bloemtrossen die in de zomer uw tuin doen sieren. Meestal zijn de rood/bruine kleuren bekend maar ook wit tinten zijn mogelijk.

    Bloemen :
    3-7 buisvormige bloemen per hoofdje.Grote piramidale bloeiwijze. Lichtroze, mauve
    Ook na de bloei blijft de plant decoratief.
    Bloeitijd: augustus-september.

    Planten :
    Op een plaats in de achtergrond van een border komt het het beste uit.
    Het kruid trekt veel bijen aan.
    Plantafstand zeventig bij zeventig centimeter. Maak de grond voorafgaand aan het planten goed los en breng flink wat humus vermengd met compost in de grond. Een rijke groei en bloei zal dan uw beloning zijn.

    Gebruikte delen:
    Uit de tinctuur van de wortel komen de geneeskrachtige bestanddelen. Eupatorium Purpureum bevat eupatorine, een flavonoïde. Van dit kruid wordt gezegd dat het een sterke, stimulerende invloed heeft op het immuunsysteem.

    Werkzame bestanddelen:
    Dit kruid kan het immuunsysteem stimuleren.
    Grote hoeveelheiden echter kunnen vergiftigend werken.
    In het verleden werd van de bladen thee getrokken
    Hoewel de naam verwijst naar de lever, is de werking van de plant op dit orgaan niet aangetoond of waarneembaar. Toch werkt ze er blijkbaar op omdat ze malaria kan bestrijden, in elk geval het symptoom koude rillingen (de lever is onze warmtebron).

    Eigenschappen:
    De purpureum is een van de 40 soorten Eupatoriums. Paars Leverkruid is een vaste plant die vanuit de overblijvende wortels opschiet met meerdere bruine, tot roodpaarse houtige stengels. Hij kan zeer hoog worden, tot wel 2-3 meter. Hij bloeit met rozerode buisbloemen in juli, augustus en september. Leverkruid verspreidt een heuse vanillegeur die vlinders, bijen en andere insecten aantrekken voor bevruchting, naast het nectar.

    Vermeerderen :
    Volwassen planten in het voorjaar of in de herfst delen.
    Ter plaatse zaaien in de herfst of kruidachtige stekken nemen in het voorjaar

    Soorten :
    Er zijn ongeveer veertig soorten van bekend, waarvan maar een klein deel in cultuur is.

    --Eupatorium purpureum wordt het meeste in tuinen gebruikt.

    --Eupatorium cannabium is een Europese, wat minder goede soort. Deze plant bloeit met pluizige, platte trossen met lichtroze bloemen.

    --Eupatorium rugosum blijft aanmerkelijk lager dan de andere genoemde soorten. --Eupatorium fistulosum komt uit het zuidoosten van de Verenigde Staten. Hij verdraagt een flink natte grond en kan tot drie meter hoog worden.

    --Eupatorium bloeit overwegend met diep paarsroze, roze, lichtroze of witte bloemen, afhankelijk van de soort of variëteit.

    --Eupatorium purpurea wordt anderhalve tot twee meter hoog en minstens anderhalve meter breed.

    Weetjes :

    Van koninginnekruid worden de stengels van het voorgaande jaar pas in het voorjaar afgeknipt

    Indianen en kolonisten gebruikten het aftreksel tegen koorts en griep.

    Tijdens griepepidemieën in de Verenigde Staten werd in de negentiende eeuw thee van het kruid op grote schaal gebruikt.

    Eupatorium Purpureum wordt ook Leverkruid genoemd. De officiële naam is afkomstig van de Griekse koning Mithridates VI Eupator, koning van Pontus. In Klein Azië was deze koning de vijand van Rome. Deze koning gebruikte Eupatorium soorten als een antidote tegen een in die tijd algemeen gebruikt gif, waarvan de naam ons helaas niet is overgeleverd. Purpureum is Latijn voor purper.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    18-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paeonia lutea
     

    Paeonia lutea


    Naam             : Paeonia lutea
    Nederlandse naam : Gele boompioen
    Familie          : Paeoniaceae
    Herkomst         : Zuidwest-China Chinese provincies Yunnan en Sichuan en het zuid-oosten  van Tibet
    Categorie        : Bladverliezende heester
    Hoogte           : tot 1.5m
    Breedte          : 1.5m
    Blad             : onregelmatig dubbel geveerd. Licht tot donkergroen met een grijsgroene onderkant.
    Bloei            : De buitenste bloembladen zijn groenachtig geel en de binnenste geel en meestal met een donkerrode vlek aan de basis.
    Bloeitijd        : mei-juni

    Standplaats:
    Zon- halfschaduw
    Vruchtbare, goed losgemaakte en goed afwaterende grond. Op lichte grond zal de plant meer blad geven dan bloemen.
    Pioenen hebben een hekel aan natte voeten.
    De grond niet laten uitdrogen.
    Bij te zure grond wat kalk ondermengen. (pH 6-7)

    Kenmerken:
    Breed opgaande heester met sterk verhoute takken.
    Mooie gele bloemen.
    Met pioenen moet je wat geduld hebben want ze bloeien niet altijd direct na het aanplanten. Het kan een paar jaar duren voor ze gaan bloeien.
    Mits aan enkele basisregels is voldaan zijn pioenen schitterende planten met mooi blad en prachtige bloemen.

    Bloemen :
    Paeonia lutea of boompioen is een opvallende struik met gele bloemen.
    Deze bloemen verschijnen in de periode mei-juni.

    Planten :
    Bij geënte exemplaren moet de entplaats zo'n 15cm onder de grond zitten.
    Bij het aanplanten voldoende organische meststoffen of humusrijke grond ondermengen.
    Voorzie een ruim plantgat.
    Geef de planten voldoende ruimte, ze houden niet van concurrentie van andere planten in de buurt.
    Geef ze een bemesting in het voorjaar en na de bloei.

    Gebruikte delen:
    De bloemen zouden eetbaar zijn

    Werkzame bestanddelen:

    **De wortel is ook anti-inflammatoire en is met succes gebruikt in de behandeling van artritis zwelling

    **De plant wordt intern gebruikt bij de behandeling van koorts, steenpuisten, menstruatiestoornissen, neusbloedingen, zweren, prikkelbaarheid en gastro-intestinale infecties

    **Een thee gemaakt van de gedroogde gemalen bloemblaadjes van diverse soorten pioen is gebruikt als een hoest te verhelpen, en als een behandeling voor aambeien en spataderen

    Eigenschappen:
    De hoogte van Paeonia lutea bedraagt circa 120 tot 160 cm.
    De takken vanPaeonia lutea hebben een opgaande vorm en zijn vrij dik.
    Paeonia lutea is ook in de winter decoratief.
    Opvallende plant!

    Vermeerderen :
    Deze soort geeft ook zaden die je het best direkt zaait
    Zaait men achteraf duurd de ontkiemi,g tot 18  maanden
    Wanneer vers gezaaid, het zaad produceert een wortel ongeveer 6 weken na het zaaien met scheuten gevormd in de lente
    We meestal verspenen van de zaailingen in afzonderlijke potten zodra ze groot genoeg zijn om te behandelen, en dan groeien ze op in een koude bak gedurende ten minste twee groeiseizoenen voor het planten ze uit als ze in de groei in het voorjaar

    Soorten :
    'Yellow Queen' heldergele bloemen

    Weetjes :

    De etymologische wortel van de binomiale naam Paeonia is vernoemd naar Paeon, een Griekse arts van de goden, die in de mythologie, werd in een bloem veranderd door Pluto.

    Lutea is uit het Latijn en betekent 'geel'.

    Ecologisch, P. lutea is aantrekkelijk voor bijen en andere bestuivende insecten.

    Mieren zijn ook aangetrokken tot de bloemknoppen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    14-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schizostylis coccinea
     

    Schizostylis coccinea


    Botanische benaming : Schizostylis
    Nederlandse naam    : Kafferlelie
    Kleur               : Rood, Roze, Wit
    Bloeiperiode        : augustus, september, oktober, november
    Zaaiperiode         : maart, april
    Plantperiode        : maart, april
    Winterhard          : Is half winterhard
    Wintergroen         : Is half bladhoudend
    Standplaats         : Zon
    Ondergrond          : Neutraal, Voedingsrijk
    Vochtigheid         : Goed doorlatend, Vochtig, Normale grond


    Standplaats:
    De plant heeft grasachtig blad en groeit op een warme plaats in de zon, in de omgeving van een vijver
    Naast een vochtige grond is een voedzame, humusrijke grond van belang voor een goede groei en bloei.
    Winterhard tot -10°C, breng een dikke mulchlaag aan als het vriest.

    Kenmerken:
    Laatbloeiend knolgewas/ vaste plant met grasachtige bladeren.
    Groeit in Zuid-Afrika vooral langs stromend water.
    De rode of roze bloemen met 6 kroonbladen staan in trosjes en staan aan lange stengels.
    Zeer goede snijbloem.
    De wortelstokken vormen uitlopers waardoor de plant flink kan uitgroeien en de clusters kunnen in het voorjaar na de ijsheiligen gedeeld worden

    Bloemen :
    De bloemen met 6 kroonbladen staan in trosjes aan lange stengels.
    Zeer goede snijbloem.
    Kleur van de bloemen afhankelijk van de varieteit . Het meest voorkomend is scharlaken rood, maar ook roze en wit.
    Bloei : sept / nov.
    Schizostylis is langzaam groeiend en duurt vele jaren voor de productie van veel bloemaren. Maar het is het wachten waard. Eenmaal gevestigd, zal elke stengel produceren tussen de zes en 12 bloemen of meer.

    Planten :
    de kafferlelie heeft in de winter wel enige bescherming in de vorm van bladdekking nodig.
    De plant verdraagt geen langdurige droogte in de zomer.
    Plantdiepte : +10 tot -5cm in het voorjaar: april-mei

    Eigenschappen:
    Geen snoei nodig.
    Goed bestand tegen ziekten en plagen. Slakken lusten wel een jong kafferlelieblaadje.
    Kan aan de rand van de vijver geplant worden of in ondiep water.
    Heb je geen vijver dan kan je ze ook in een pot op het terras zetten in modderige grond. Regelmatig water geven is dan een must!

    Vermeerderen :
    De planten om de 3 à 4 jaar in het najaar te scheuren en op afstand van elkaar opnieuw uit te planten
    De wortelstokken vormen uitlopers waardoor de plant flink kan uitgroeien. Kan soms woekeren.
    Soms worden onder gunstige onstandigheden zaden gevormd. Die kunnen in het voorjaar in een een verwarmde kas of in de vensterbank op een warme plaats tot kiemen worden gebracht.

    Soorten :

    'Grandiflora' : karmozijnroze
    'Major' : rood
    'Mrs. Hegarty' : roze
    'Pink Princess' : lichtroze , wit
    'Sunrise' : zalmroze
     In strenge winters niet voldoende hard.Hoogte : 60 cm
    'Viscountess Byng' : lichtroze

    Weetjes :

    Het woord kaffer is afgeleid van het Arabische woord kafir, dat ongelovige betekent

    Schizostylis coccinea zijn Zuid-Afrikaanse bloemen, leden van de Iris familie en algemeen bekend als Kafferlelies. Ze zijn een geweldige toevoeging aan het eind van de seizoengrens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    13-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chrysanthemum
     

    Chrysanthemum

    Herfstbloeiende chrysanten

    Deze kleinbloemige variëteiten van de vertrouwde Allerheiligenchrysant wordt veel te weinig gekweekt. Deze kunnen zeer goed in potten gekweekt worden zodat men de bloeitijd gevoelig kan verlengen. Indien de planten tegen de vorst nog niet bloeien kan men ze op een beschutte plaats zetten en daar tot bloei laten komen.

    Stekken :
    Deze planten zijn zeer gemakkelijk te stekken. Wanneer men begin mei stekken neemt, ze begin juni oppot en ze begin juli topt heeft men in oktober-november bloemen. Om te stekken moeten wij erop letten dat er nog een paar blaadjes aan het stekje zitten want een bladloze stek wortelt moeilijk. Stekpoeder is voor een chrysant niet nodig. Een chrysant stekt het best in een aarden pot. Voor elke stek is het belangrijk dat men de natte grond tegen de snijwonde drukt. Een plastik zak over de pot trekken is geen overbodige luxe.

    Het stekken moet gebeuren van goede en gezonde moederplanten. Enkel de vegetatieve delen komen in aanmerking om gestekt te worden. (= kruidachtige stengels). De stekken worden gescheurd, niet met een mes gesneden. Dit met het oog op virus-infecties. Stekjes worden best behandeld met stekpoeder en in een luchtig mengsel geplaatst van turf en perlite.

    Het stekken in zwarte plastieken potten is gevaarlijk omdat de juni zon deze potten zo kan opwarmen dat onze stekken gekookt worden.

    Na een achttal dagen hebben de stekken reeds voldoende wortels om verpot te worden. Daarna geven wij wat meststoffen. Eens in de was halen wij de top uit de plant. Dan geeft de plant 5-6 scheuten. De meeste mensen laten de stekken te lang in het kleine potje staan zodat door gebrek aan voeding en voldoende verse grond de groei uit de plant verdwijnt.

    De flink bewortelde stekken zet men in een "chrysantenpot". Dit zijn aarden potten met een immens groot gat in de bodem. Deze potten kan men dan eind juli in de volle grond plaatsen. Deze potten moeten niet te diep staan. Indien ze te diep zitten hebben de wortels niet genoeg lucht en wortelen ze niet door. Door ze een vijftal cm in de grond te zetten wordt de kans van het omwaaien van de potten verkleind.

    Afleggen kan ook.

    Het pluizen :
    In knijpen moet gebeuren om goede volle en dichtvertakte planten te krijgen. Het stimuleert om gevulde planten te krijgen, maar het tempert de hoogte groei, wat dan weer ten goede komt aan een rijke bloei. En hoe meer vertakkingen hoe groter het aantal bloemen per plant.
    In de klassieke kweek van chrysanten moet de derde en laatste in nijping gebeuren rond 15 juni. Dit geeft de plant de kans een laatste maal gelijkmatig te vertakken en mooi bol te staan.

    Pluizen is een bewerking die dan weer veel gemeen heeft met het in nijpen maar meer een 'opkuis-functie' in zich heeft. Waar bij het in nijpen de eigenlijke stengels worden verkort, met het oog op een goede en regelmatige vertakking dient het pluizen voor het verwijderen van alles wat onregelmatig is en het eindproduct in gevaar brengt. In de eerste plaats zijn dat de okselscheuten die dienen verwijderd te worden bij het pluizen. Zeker als deze aanleg hebben zelf bloemen te vormen. Verzwakt de eigenlijke plant te veel.

    Afharden :
    Het afharden gaat meestal de laatste in nijp beurt vooraf. Dit gebeurt vanaf half mei. Het afharden wordt vaak overbodig. Sommige culturen gebeuren volledig onder glas. De korte dag periode is een bewerking die een uitgerekend aantal weken of dagen voor het gewenste bloeitijdstip aanvangt en tot doel heeft de plant aan te zetten tot knopvorming en bloei.

    De Chrysant is een herfstbloeier. Dus onder invloed van kortere dagen (minder licht) zal deze aanzetten tot het vormen van bloemen. Door een korte dag periode in te voegen in het kweekschema wordt dit bevorderd en kan het uiteraard ook vervroegd of verlaat worden.

    Overwinteren :
    Na de bloei, en in ieder geval voor het invallen van de vorst, worden de planten opgenomen en vorstvrij en zo droog mogelijk overwinterd. De planten moeten in rust blijven, maar mogen niet verdrogen.

    Zij worden in februari weer aan de groei gebracht.

    Weetjes :

    Aan te hoog opgeschoten chrysanten zetten wij een steun en wij controleren de planten regelmatig op de aanwezigheid van bladluizen die wij dan met de gepaste middelen gaan bestrijden.

    Een chrysant zet men best zo vlug mogelijk buiten om te lange "nekken" te vermijden.

    Deze chrysanten lenen zich uitstekend voor het bloemschikken en met een mum van inspanning kan men ze overwinteren om het volgend jaar weer in bloei te trekken.

    Er zijn heel wat variëteiten die afhankelijk van de soort bloeien van augustus tot oktober.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (14 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helianthus salicifolia
     

    Helianthus salicifolia

    Botanische naam  : Helianthus salicifolia
    Nederlandse naam : Zonnebloem
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : drachtplant, overhangend
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : zon
    Gebruik          : solitair, borders, snijbloem, insecten
    Hoogte           : > 1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : geel, hoofdje
    Bloeitijd        : september, oktober
    Blad             : groen

    Standplaats:
    deze gemakkelijk groeiende vaste plant die graag in de zon staat weinig eisen.
    Verlangt een warme, zonnige plek en een vochthoudende bodem die af en toe droog mag zijn.

    Kenmerken:
    De hoofdkleur is altijd geel en de hoogte varieert van 1.50m tot 2.00m Een plek achterin de border is daarom aan te raden.

    De bladeren zijn groen en ongeveer 180 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 200 cm. Verdraagt een temperatuur tot -30 gr. C. De geadviseerde plantafstand is 58 cm. (1-3 st. per m2.) Is

    Bloemen :
    De bloemkleur is geel en de bloeitijd is van ca. september tot en met oktober.

    Planten :
    Het zijn gemakkelijke snijbloemen, maar aanbinden aan steunmateriaal is noodzakelijk.
    Bemest jaarlijks.
    Weinig wiedwerk.
    Knip uitgebloeide bloemen uit voor een goede doorbloei.

    Eigenschappen:
    Deze plant heeft een opvallende vorm welke gezichtsbepalend en sfeerbepalend kan zijn voor de tuin. Daardoor soms wat lastig te combineren. De plant heeft een karakteristieke vorm. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.

    Vermeerderen :
    Scheur de planten om de twee jaar.

    Soorten :
    --Helianthus atrorubens
    --Helianthus decapetalus
    --Helianthus 'Lemon Queen'
    Is verwant aan de eenjarige zonnebloemen.
    Hij bloeit in de herfst met grote aantallen lichtgele bloemen.
    Een steuntje voor de dunne stengels is wenselijk .
    Hoogte : 180 cm


    --Helianthus annuus


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    22-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Planten overwinteren
     



    Welke planten moet ik wanneer, waar en hoe binnen zetten?

    Vragen die in deze tijd veel gesteld worden, want waar moet u heen met de fuchsia en de oleander ?

    Het wordt langzamerhand wel tijd om voorbereidingen te treffen voor de overwintering van uw balkon- en terrasplanten. Dat wil zeggen voor de soorten die koel en vorstvrij moeten over-winteren. Het mag dan overdag nog heerlijk zonnig zijn, 's nachts kan het behoorlijk koud worden, zelfs nachtvorst is niet uitgesloten.


    Welke planten moeten naar binnen?

    In principe de overblijvende planten die in ons klimaat niet winterhard zijn en die volgend jaar weer bloeiend op terras of balkon moeten staat.

    Dit zijn de zgn. mediterrane-. of oranjerieplanten, zoals oleander, laurier en sinaasappelboompje. Uiteraard moeten ook fuchsia en geranium naar binnen en kamerplanten die deze zomer buiten stonden (vingerplant, Yucca).

    Sommige struikachtige zomerbloemen kunt u goed overwinteren: struikmargriet, Felicia, heliotroop.

    Tot slot moeten enkele zomerbloeiende bloembollen vorstvrij bewaard worden, zoals dahlia, knolbegonia.

    Winterharde heesters en bomen (Clematis, bamboe, roos, wilg) laat u buiten staan. Wel moeten de potten bij strenge vorst beschermd worden en is het aan te bevelen ze beschut te zetten, bijvoorbeeld dicht tegen de muur en onder een afdak.

    Denkt u er wel aan dat deze planten ook 's winters af en toe water nodig hebben! Wie over een tuin beschikt, kan de planten met pot en al in de grond zetten. Op die manier hebben ze minder van vorst te lijden. In andere gevallen, gevoelige planten bijvoorbeeld, met een rietmat beschermen.


    Wanneer is het de beste tijd?

    Helaas bieden de meeste huizen onvoldoende ruimte om al deze planten te overwinteren. Het is dikwijls te warm en te donker en bovendien is de lucht erg droog. De overgang van buiten naar binnen moet zeer geleidelijk gebeuren, zodat de planten zich kunnen aanpassen aan de gewijzigde groeiomstandigheden. Bij het naar binnen brengen van grote kuipplanten heeft u meestal hulp nodig. Gedurende een week een plaats in een garage, schuurtje of vertrek waar ook 's nachts gelucht wordt, biedt een goede overgangsoplossing.

    Direct naar binnen moeten de kamerplanten die de zomer buiten hebben doorgebracht, zoals
    vingerplant (Fatsia), drakenboom (Dracaena) en rubberplant (Ficus). Zelfs al houden deze planten van warmte, u moet ze toch ook enige tijd op een wat koelere plaats laten acclimatiseren.

    Voor de eerste nachtvorst toeslaat moeten ook de oranjerieplanten naar binnen: Bougainvillea, Datura, sinaasappelboompje, Chinese roos (Hibiscus), vijg, oleander, Tibouchina en natuurlijk struikrnargriet, fuchsia en geranium.

    Daalt de temperatuur beneden 5 °C, dan moeten de volgende planten in huis, loodplant (Plumbago), dadelpalm, hortensia, olijf, Yucca en Callistemon. Ook de echte vijg, granaatappel, laurier en mirte kunnen enkele graden vorst verdragen.

    Temperaturen tot -10 °C zijn voor de oranjerieplanten e.d. vrijwel altijd fataal.

    Winterharde kruiden zoals rozemarijn, tijm en salie verdragen vorst redelijk goed mits de planten beschut staan en voldoende droog, bijvoorbeeld onder een afdak.

    Winterbescherming is nodig voor: Clematis, klim- en struikroos, bamboesoorten en wanneer ze in de gure wind staan ook Buxus en andere wintergroene struiken en coniferen.

    Overblijvende zomerbloemen zoals fuchsia, geranium en verkleurbloemen (Lantana) worden binnen gezet wanneer de laatste bloemen zijn verwelkt, maar in ieder geval voorde eerste vorst.

    Bollen en knollen worden gerooid wanneer de planten meestal ten gevolge van nachtvorst verlept zijn. Met aanhangende grond worden ze koel en droog weggezet. Voor de winter worden ze gecontroleerd op rot, schimmel e.d.

    Voor de planten op hun overwinteringsplaats worden gezet, moet u drie zaken niet vergeten:
    • alle planten op ziekten en dierlijke belagers controleren en zo nodig bestrijden (luis, witte vlieg);
    • alle verlepte en dode bladeren en bloemen verwijderen. Dit moet ook in de daarop volgende weken regelmatig gedaan worden;
    • te lange scheuten afknippen. Veel planten kunnen voor de winterrust flink worden gesnoeid.


    Hoe verplaatst u zware kuipen?

    Het binnenhalen van planten van normaal formaat vormt geen probleem. Maar het verplaatsen van exemplaren die de omvang van een kleine boom hebben bereikt, is heel wat lastiger.

    Een tip:
    • Giet een paar dagen voor het verplaatsen niet. Droge grond is lichter dan natte.

    Is een zware pot nog nauwelijks te verplaatsen, probeert u er een stuk oud tapijt onder te krijgen. Dan kunt u het geheel trekken. Op een aantal ronde paaltjes kan een kuip voortgerold worden. Het eenvoudigst zijn grote bakken te verplaatsen met een steekkar, de karretjes die ook verhuizers en leveranciers gebruiken voor het
    transport van kisten.


    Waar moeten de planten staan?

    Om jaren achtereen succes te hebben met de typische oranjerie- en kuipplanten is het van groot belang dat ze 's winters op de juiste plaats staan. In grote lijnen kunnen de planten in drie groepen worden verdeeld:

    • soorten die warm, bij normale kamertemperatuur moeten staan;

    • soorten die liever wat koeler staan, 13-15 °C;

    • soorten die echt koel moeten staan bij temperaturen tussen 5-IO°C.

    Bij de laatste groep kan dan nog een onderscheid worden gemaakt in soorten die in het volle licht moeten staan en soorten die een donkere plaats verdragen.

    De 'warme' planten
    zijn gemakkelijk onder te brengen: ze komen gewoon in de huiskamer, weliswaar na de gebruikelijke overgangsperiode. Tot deze groep behoren: banaan, cocospalm, paradijsvogelbloem (Strelitzia) en de echte kamerplanten die 's zomers buiten staan.

    De 'gematigde' planten
    vinden in de meeste huizen ook nog wel een geschikt onderkomen tijdens de winter, bijvoorbeeld in een koele logeer- of slaapkamer waar regelmatig voldoend, lucht kan worden. Ook een lichte hal of trappehuis is voor dit doel geschikt. In flatgebouwen kan wellicht gezamenlijk op een overloop of in een trappehuis ruimte gevonden worden.

    De 'koude' planten
    leveren altijd de meeste problemen. Dit zijn de echte oranjerieplanten die veel licht nodig hebben en toch bij ongeveer 5 °C moeten staan.
    Wie over een kasje beschikt dat 's winters op de juiste temperatuur kan worden gehouden hoeft zich geen zorgen te maken. Door aan de binnenzijde noppenfolie aan te brengen, kunt u de stookkosten drukken.
    Wel moet het altijd mogelijk zijn om flink te luchten. Ook een licht verwarmde serre of muurkas is voor deze planten geschikt. Bezit u niet een dergelijke accommodatie, dan moeten er andere oplossingen worden gevonden,


    bijvoorbeeld:
    • Een kelder. Bezit deze een raam, dan is de ruimte goed te gebruiken voor de meeste 'koude' planten. Is het een donkere ruimte, dan kunt u de kelder alleen gebruiken voor de overwintering van bollen en knollen en bladverliezende planten.

    • Een garage. Wat betreft de lichtinval geldt hiervoor hetzelfde als bij de kelder. Maar: de auto moet dan buiten staan, want uitlaatgassen zijn slecht voor de planten.

    • Een zolder of vliering. Deze ruimte kan heel goed gebruikt worden wanneer er zich ramen in bevinden. Het zal er minder snel vriezen dan in een buiten het huis staande garage.

    Wie helemaal niet over de juiste ruimte beschikt, moet de kuipplanten aan hun lot overlaten of bij een tuincentrum of kweker in de buurt onderbrengen. Dit is soms tegen betaling wel mogelijk.


    Hoe beschermt u planten buiten?

    Wie een platte bak bezit, kan daarin heel goed diverse planten inkuilen (met of zonder pot). Bij strenge vorst afdekken met rietmatten of noppenfolie.

    In een tuin kunnen ook vele goed winterharde planten met pot en al worden ingegraven. De wortels hebben dan meer bescherming dan wanneer ze op de grond staan. In het gat onder pot of bak eerst een flinke laag grind, steenslag of klei korrels uitspreiden zodat overtollig water snel kan worden afgevoerd. Op de pot en rond de plant een dikke laag droog blad, ruige mest of turfmolm uitstrooien voor extra bescherming.

    Ook op balkon of terras kunt u planten in pot voldoende tegen de winter beschermen. Allereerst zoekt u een beschutte plaats, dicht tegen de muur en vooral beschermd tegen de koude noorden- en oostenwind. Een isolerende styroporplaat om de potten op te zetten voorkomt optrekken van koude.

    De pot, kuip of bak zelf kan omwikkeld worden met schuimplastic of noppenfolie. Een goede oplossing is ook kippegaas in een flinke hoogte en met voldoende ruimte rond de pot te plaatsen. De open ruimte tussen plant, pot en gaas wordt opgevuld met een isolerende laag van droge bladeren.


    • Jonge planten zijn altijd gevoeliger voor vorst dan oudere exemplaren.

    Boompjes op stam - en dat geldt vooral voor rozen - lopen niet alleen de kans dat de wortels bevriezen. Veel meer gevaar loopt de entplaats aan het einde van de stam. Juist die plek moet beschermd worden. Omwikkelen met stro en daarna omwinden met folie waarin flinke, grote luchtgaten zijn gemaakt. In plaats van stro is sparregroen een zeer goed produkt.


    Moeten de planten nog worden verzorgd?

    Bemesten is tijdens de winter niet gewenst. Wel moet u regelmatig water geven, maar dat is zeer afhankelijk van de omstandigheden.

    • Hoe koeler en hoe donkerder de planten staan, hoe minder water u moet geven. Totale uitdroging moet wel voorkomen worden.

    • Regelmatige controle is noodzakelijk. Niet alleen om dode bladeren e.d. te verwijderen, maar ook om aantastingen door witte vlieg, spint en bladluis tijdig te signaleren.

    • Waar u de planten ook heeft staan, tijdens vorstvrije dagen steeds zoveel mogelijk luchten.

    Overwinterings-ABC

    *Abutilon: licht en bij gematigde temperatuur, matig gieten, voor het binnenhalen snoeien.

    *Agave: koe! en met veel frisse lucht, weinig gieten.

    *Banaan: licht, bij kamertemperatuur, normaal gieten, regelmatig besproeien.

    *Bamboe: eventueel in huis koel en zeer licht overwinteren, veel gieten.

    *Bougainvillea: licht, veel luchten, koel overwinteren, weinig gieten, flink snoeien.

    *Bruidsbloem: licht en koel overwinteren, weinig gieten.

    *Buxus: buiten ofin huis licht en zeer koel, matig gieten.

    *Camellia: koe!, licht en luchtig zetten, royaal water geven.

    *Canna: wortelstokken in enigszins vochtige turfmolm overwinteren.

    *Coniferen: buiten op beschutte plaats ofbinnen licht, luchtig en koel, matig gieten.

    *Clerodendrum: koel, licht en luchtig, spaarzaam gieten.

    *Dadelpalm: licht, luchtig, matige temperatuur, matig gieten.

    *Dahlia: knollen in enigszins vochtige turfmolm, koel overwinteren.

    *Datura: in halfschaduwen bij gematigde tot koele temperatuur overwinteren, weinig gieten, snoeien voor het binnenhalen.

    *Fuchsia: kan donker overwinteren, koel, weinig gieten, bij het binnenhalen terugsnoeien.

    *Geranium: koel overwinteren, weinig gieten, bij het binnenhalen terugsnoeien.

    *Granaatappel: bij voorkeur licht, zeer koel, weinig gieten, bij het binnenhalen terugsnoeien.

    *Hibiscus: licht, gematigd tot koel, normaal gieten, voor het binnenhalen snoeien.

    *Jasmijn: licht, gematigd tof koel, normaal gieten, voor het binnenhalen snoeien.

    *Kentiapalm: gematigd tot koel, licht en af en toe besproeien, weinig gieten.

    *Knolbegonia: knollen donker en koel overwinteren in iets vochtige turfmolm.

    *Koraalboom : donker en koel overwinteren, nauwelijks gieten, bij hef binnenhalen snoeien.

    *Laurierboom: halfschaduwen zeer koel, matig gieten.

    *Loodplant: licht tot halfschaduw, gematigd koel overwinteren, matig gieten, lange scheuten snoeien.

    *Oleander: licht en zeer koel overwinteren, matig gieten.

    *Passiebloem: licht, luchtig en koel overwinteren, weinig gieten, lange scheuten snoeien.

    *Roos: buiten of binnen en zeer koel en luchtig overwinteren, weinig gieten, lange scheuten snoeien.

    *Sinaasappelboompje : licht, luchtig en gematigd tot koel overwinteren, weinig gieten.

    *Struikmargriet: licht en koel overwinteren, matig gieten, bij het binnenhalen snoeien.

    *Yucca: licht en koel overwinteren, weinig gieten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (7 Stemmen)
    15-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Morus alba
     

    Morus alba


    Botanische naam  : Morus alba
    Nederlandse naam : Witte moerbezie, Witte moerbei
    Herkomst         : China
    Bijzonderheden   : vaak als grote struik
    Grondsoort       : alle, lichte klei, zware klei
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Gebruik          : parken, vruchthout
    Hoogte           : 5.00-8.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : onopvallend
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : wit, eetbaar


    Standplaats:
    Een moerbei groeit het beste op een vruchtbare, lichte zandgrond. De moerbei is kalkminnend. Een regelmatige bemesting met stalmest voldoet het beste om de kalk- en organische voorraad aan te vullen en op peil te houden.

    Kenmerken:
    Morus alba heeft een redelijk lange steel die ongeveer de helft van de vruchtlengte bedraagt. Bij onrijpheid heeft de vrucht een lichte flets zure smaak, bij rijpheid zoet tot zeer zoet zonder enige zuurheid. De vrucht is nogal vlezig. De vruchtjes rijpen doorgaans van half juni tot begin juli. De vruchten zijn wit,geel, lavendelkleurig of zwart. Het blad is getand hartvormig of gelobd, licht groen en glanzend bovenaan en licht harig onderaan met een lichte bladstructuur en nervatuur. Morus alba is een stevig groeiende boom die in jong stadium een struik vormt maar al gauw uitgroeit tot een stevige boom van zo’n 15 m hoog. De boom leeft zo’n 50 tot 100 jaar.

    Bloemen :
    De moerbei bloeit eind mei. De boom is zelf fertiel. Vruchten van de moerbei zijnbuitengewoon smakelijk

    Er zitten zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan de boom (eenhuizig). De mannelijke bloem lijkt op de bloeivorm van een hazelaar (katje): ze zijn alleenstaand. De vrouwelijke bloemen staan steeds bij elkaar en groeien na bevruchting uit tot een vlezige, op bramen lijkende vruchten.

    Planten :
    Een moerbei plant je in het najaar op een plaats die veel zon krijgt.
    Maak een ruim plantgat en vul dit op de bodem eerst met verteerd organisch materiaal (bladaarde, oude verteerde stalmest). Dek de wortels toe met verteerd, organisch materiaal.

    Snoeien :
    Om de groei er wel in te houden worden alle nieuwe scheuten in de winter getopt: de uiterste groeipunt wordt afgesnoeid
    Snoei een moerbei uitsluitend vanaf het begin tot midden winter. De bomen verkeren dan in rust.

    Gebruikte delen:
    Moerbeivruchten zijn niet in één keer rijp. Vanaf half augustus tot ver in september rijpen de vruchten. Er moet in die periode dus geregeld worden geplukt.

    Eigenschappen:
    Moerbeien zijn meestal 2 huizig, dat wil zeggen ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk. Maar sommige variëteiten zijn éénhuizig. Voor de vruchtzetting heeft dat echter absoluut geen belang want de moerbei is parthenocarp,hij zet dus ook vrucht zonder bestuiving.

    Zijderupsen worden enkel gevoed met de bladeren van de witte moerbei, de andere soorten hebben te ruwe en behaarde bladeren. In Azië wordt de witte moerbei industrieel gekweekt voor de bladproduktie voor de zijderupsteelt. Daartoe zijn veredelingsprogramma’s opgezet om variëteiten te ontwikkelen met enorme bladproduktie, het ontstaan van variëteiten met lekkere vruchten is een toevallig neveneffect.

    De moerbeivruchten worden reeds duizenden jaren gebruikt als voedsel. De vrucht wordt ook gedroogd net als rozijnen en kan op die manier lang bewaard worden .

    Moerbeivruchten zijn uitermate bevorderlijk voor de spijsvertering.

    Vermeerderen :
    De moerbei laat zich eenvoudig stekke,:snij een tak af welke ongeveer een halve meter lang is en doe deze in een pot met aarde

    Soorten :

    “Morus alba” of de “witte moerbei” heeft witte,gele,lavendelkleurige of zwarte vruchten.

    “Morus nigra” of de “zwarte moerbei” heeft steeds zwarte vruchten.

    “Morus rubra” of de “rode moerbei” heeft steeds zwarte vruchten

    Morus alba heeft een steeltje dat ongeveer half zo lang is als de vrucht. De onrijpe vrucht smaakt flets zurig. De kleur van de rijpe vrucht kan zowel wit, geel, lila of zelfs zwart zijn.

    Morus rubra heeft een iets langere steel dan Morus alba. Bij onrijpheid (rood) smaakt de vrucht stevig zuur, bij rijpheid (zwart) is de vrucht lekker zoetzuur. Het vruchtvlees is steviger dan bij Morus alba.

    Morus nigra heeft een steeltje dat zo kort is dat het lijkt alsof er geen is omdat het kleine dingetje helemaal in de vrucht is ingebed. Bij onrijpheid (rood) is de vrucht nog zuurder dan een citroen , bij rijpheid (zwart) heeft de vrucht een zeer geconcentreerde zoetzure smaak en is ze extreem sappig

    Weetjes :

    Minder bekend zijn de heerlijk sappige vruchten. 't Is wel oppassen geblazen met die vruchten; vlekken zijn bijna niet te verwijderen.

    De witte moerbei (Morus alba) is een plant uit de moerbeifamilie (Moraceae). De soort komt oorspronkelijk uit China. Omdat dit de belangrijkste moerbei voor de zijderups is, wordt de soort ook buiten China in veel gebieden met een geschikt klimaat aangeplant. In Duitsland staat de plant niet alleen in parken, maar wordt de soort ook als haagplant gebruikt.

    De witte moerbei is een tot 16 m hoge boom. De schors is grijsgroen tot roodbruin, die van een oude boom donker oranjebruin. De kruin is hoog en tamelijk smal. Takken zijn opvallend vaak gebroken, waardoor de kruin vaak ook lager en gewelfd wordt.

    De loten zijn dun en recht en fijn behaard. De vorm van het blad is zeer variabel, aan een boom kunnen gelobde en ongelobde bladeren voorkomen. Veel bladeren zijn aan de basis hartvormig of rond en de meeste zijn eivormig toegespitst. De bladeren zijn meestal 8 x 10 cm groot met uitschieters naar boven van 12 x 20 cm. De bladeren hebben een zaagrand en de bladnerven zijn aan de onderkant behaard. De bladsteel is ongeveer 2,5 cm lang, gegroefd en licht behaard.

    De vruchten zijn wit, later geel, maar vaak ook roze tot paars en eetbaar. Omdat ze niet lang houdbaar zijn, worden ze, als ze al worden aangeboden, in gedroogde vorm aangeboden.

    De witte moerbij is interessant vanwege het record voor de snelste beweging in de plantenwereld. De meeldraden schieten het stuifmeel weg in een beweging die slechts 25 μs duurt. De beweging bereikt daarbij een snelheid van meer dan de helft van de geluidssnelheid

     

    Moerbei-appeljam

    Ingrediënten Voor 4 potten

    600 g schone moerbeien
    400 g zure appels
    2 dl water
    1 kg Geleisuiker

    Bereiding
    De moerbeien in een grote, hoge pan doen. De appels halveren, klokhuis verwijderen en het vruchtvlees in stukjes snijden. De appels en het water bij de moerbeien voegen. De massa aan de kook brengen en circa 10 minuten zachtjes laten koken. Af en toe roeren. De geleisuiker erdoor roeren. Het mengsel al roerend langzaam weer aan de kook brengen en 4 minuten goed borrelend laten koken. De kooktijd gaat in op het moment dat het gehele oppervlak van de massa borrelt en dit niet meer door roeren ongedaan gemaakt wordt. Eventueel de jam met een schuimspaan afschuimen en in schoongemaakte potten schenken. De potten tot de rand vullen, direct sluiten en 5 minuten op hun kop zetten.

    Bewaarvoorschrift
    ± 1 jaar; na openen gekoeld bewaren.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    04-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Osmanthus burkwoodii
     

    Osmanthus burkwoodii


    Botanische naam  : Osmanthus burkwoodii
    Nederlandse naam : Schijnhulst
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : wintergroen

    Standplaats:
    Groeit op elke normale, humusrijke grond.
    Stelt geen bijzondere eisen alhoewel een beschutte plek tegen koude wind wordt aangeraden.
    Volle zon of halfschaduw.

    Kenmerken:
    mooie bloem- en bladstruik met dichte, afgeronde groeiwijze, die zelfs als haag kan gebruikt worden. Trekt bijen aan.
    De donkergroene bladeren zijn 2-4 cm lang, eirond tot elliptisch en enigszins gezaagd en leerachtig. Aan de bovenzijde zijn ze glanzend donkergroen terwijl de onderzijde meer lichtgroenig gekleurd is.
    Een wintergroene, compact groeiende heester.
    Zowel als solitair als in groepen een opvallende plant met donkergroen blad.

    Bloemen :
    Bloeit met kleine witte, geurende bloemen in april- mei

    Planten :
    ook geschikt voor kleinere tuinen.
    Kan worden toegepast in groepen of als lage haag.

    Snoeien :
    Snoeien is niet echt nodig. Enkel nodig om te modelleren.
    Laat zich makkelijk op vorm snoeien.
    Snoeien in het voorjaar na de bloei

    Gebruik:
    Osmanthus burkwoodii is een mooie bloem- of bladstruik die ook in de rotstuin past. Zelfs als geurende luxehaag is hij heel goed toe te passen. Kies altijd een ietwat warme en beschutte groeiplaats. Ze doen het ook nog goed op drogere gronden.

    Eigenschappen:
    deze plant bevat geurende plantendelen

    - deze plant is wintergroen (groenblijvend)

    - exotische aandoende plant voor gebruik in potten, bakken, terraskuipen edm.

    - geschikt voor groepsbeplantingen

    - geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema

    - deze plant is aantrekkelijk voor bijen (lokt bijen)

    - deze plant is zijn onaantrekkelijk voor konijnen, zijn min of meer veilig voor konijnenvraat

    Vermeerderen :
    door zaaien, stekken of afleggen


    Weetjes :

    Eventueel winterbescherming geven bij felle zon tijdens kale vorst. Als de bloemen na de bloei lelijk zijn, kunnen ze net als bij Rhododendron voorzichtig worden uitgebroken.

    Mulchen is uitstekend

    De naam schijnhulst is goed gekozen, omdat deze struik erg op hulst lijkt. De bladeren zijn vrijwel gelijk, leerachtig met scherpe tanden. Een kenner ziet het verschil aan hoe de bladeren aan de tak zitten. Bij hulst zijn ze over de tak verspreid en bij schijnhulst zitten ze tegenover elkaar, overstaand genoemd

    Osmanthus x burkwoodii is ontstaan uit een kruising tussen twee andere schijnhulst-soorten namelijk Osmanthus decorus en Osmanthus delavayi. De eerst genoemde Osmanthus komt oorspronkelijk uit Noordoost-Turkije en de tweede uit Zuidwest-China.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    30-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lemna trisulca
     

    Lemna trisulca


    Botanische naam  : Lemna trisulca
    Nederlandse naam : Puntkroos
    Herkomst         : Europa, Azié, Noord-Amerika, Mexico
    Bijzonderheden   : onder water, bij bloei aan oppervlakte
    Grondsoort       : alle
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : groepen, verwildering,zuurstofplant
    Hoogte           : drijvend
    Vorm             : overig
    Winterbeeld      : ondergedoken, overblijvend

    Standplaats:
    In zoet of brak, voedselrijk water.
    Geschikte pH: neutraal en basisch (alkalisch) bodems. Het kan niet groeien in de schaduw. Het kan alleen groeien in het water

    Kenmerken:
    Puntkroos (Lemna trisulca ) is een plant uit de aronskelkfamilie (Araceae) die voorkomt in Europa, Azië, Noord-Amerika en Mexico. Bij de plant zitten de lancetvormige schijfjes onder water, behalve als ze bloeien. De schijfjes zijn aan één eind steelachtig versmald. Bloeiende schijfjes zijn eirond tot eirond-lancetvormig. Hierin verschilt puntkroos van klein kroos (Lemna minor), waarbij de schijfjes altijd op het wateroppervlak drijven. De plant komt voor in zoet en brak, voedselrijk water en vermeerdert zich vooral vegetatief.

    Een schijfje is een bladachtige stengel zonder bladeren. Een enkel worteldraadje hangt aan elk plantje.

    Bloemen :
    Puntkroos bloeit van mei tot juni
    De bloemen zijn eenslachtig en eenhuizig. Een bloemdek ontbreekt. Aan de rand van een schijfje zitten vaak twee mannelijke en één vrouwelijke bloem bijeen. De mannelijke bloem heeft één meeldraad en de vrouwelijke een eenhokkig vruchtbeginsel.
    De vrucht is een droge vrucht.

    Planten :
    Ze kunnen heel goed samen gaan met andere drijvers als kikkerbeet en krabbescheer en ook met hoornblad gecombineerd worden.

    Werkzame bestanddelen:
    Puntkroos bezit een grote reinigende kracht waardoor ze ook sterke algengroei afremmen. Je moet er wel voor zorgen dat de plantjes de vijver niet gaan overheersen.
    Regelmatig verwijderen is dan ook absoluut noodzakelijk.

    Eigenschappen:

    -Doordat hun bladeren zo zacht zijn levert de plant enorme hoeveelheden zuurstof. Vanwege die zuurstofproductie zijn ze dan ook heel belangrijk in de vijver.

    -Vereist een zonnige ligging in stilstaand water dat rijk is aan nitraten en limoen

    -Kroos kan een lastige vijver onkruid zijn al is het gemakkelijk te controleren door simpelweg scheppen het uit

    -Dit schepte materiaal is een uitstekende aanvulling op de composthoop.

    -De groeiende plant is een goede bron van voedsel voor vissen en vogels, alsmede het verschaffen van dekking voor wezens in de vijver

    -Deze soort is zeer geschikt voor gebruik in koud water aquaria echter als alle leden van het geslacht, kan haven visparasieten

    -De plant overwintert in gematigde gebieden door middel van rust knoppen die zinken naar de bodem van de vijver in de late herfst en opstaan ​​in de lente

    Vermeerderen :
    Deze kleine plantjes vermeerderen zich enorm snel en vormen al gauw hele plakkaten. Regelmatig een deel verwijderen is absoluut nodig

    Weetjes :

    Puntkroos is afkomstig uit Europa, Azië, Noord-Amerika, Mexico en onder water groeiend, bij bloei komen ze aan de oppervlakte

    Vissen, kikkerdikkopjes en andere vijverbewoners houden veel van kroos. Vissen eten zelfs graag van deze plantjes

    Voedsel voor vissen en watervogels en habitat voor aquatische ongewervelden. Vanwege zijn hoge voedingswaarde, word Puntkroos gebruikt voor vee en varkensvoer in Afrika, India en Zuidoost-Azië.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    29-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Harpagophytum procumbens
     

    Harpagophytum procumbens


    Duivelsklauw, Harpagophytum procumbens, is een plant uit de woestijngebieden van Namibië, Botswana en het noorden van Zuid-Afrika. De plant wordt ook wel naar zijn herkomst vernoemd, nl 'bitterwortel van Namibië' of naar de hoofdstad van Namibië 'de wortel van Windhoek". Op het eerste gezicht is het een zeer aantrekkelijke plant, met op de grond liggende uitlopers, die in het voorjaar met schitterende rood-paarse bloemen bedekt zijn en doen denken aan de bloemen van vingerhoedskruid

    De plant duivelsklauw (devil's claw) is afkomstig uit de woestijnstreken van zuidoost Afrika en dankt zijn naam aan het feit dat de vrucht is voorzien van talrijke 'klauwtjes'.

    Deze 'klauwtjes' zorgen ervoor dat de vruchten zich aan de hoeven van vee kunnen vasthouden waardoor de verspreiding ervan makkelijker wordt.


    Gewrichten, spieren en rugpijn

    Duivelsklauw is ontstekingswerend bij chronische en acute reumatische aandoeningen. Het is het absolute hoofdmiddel bij artritis en de ziekte van Bechterew, waarbij nachtelijke pijn en startpijn of stijfheid op de voorgrond staan. Het vermindert de zwelling en de pijn, ook bij artrose.

    Duivelsklauw geeft verbluffende resultaten bij jicht, artritis en reuma door o.a. de uitscheiding van urinezuur en de beschermende werking op het kraakbeen.

    Duivelsklauw helpt bij chronische rugpijn, spierpijn en spierstijfheid, peesontstekingen, verstuikingen en zenuwpijn. Het kan helpen de dosis klassieke pijnstillers te verlagen of af te schaffen en heeft een veel betere tolerantie.

    Duivelsklauw heeft een bloedzuiverende werking bij bijvoorbeeld chronische nicotine-intoxicatie

    Duivelsklauwextract wordt gemaakt uit de wortels van de plant en bevat de actieve stoffen gluco-iridoïden.

    Voor sporters kan duivelsklauw erg handig zijn wanneer je je onderrug soepel wil rekken en strekken. Daar wordt het vaak voor ingenomen.

    Ouderen kunnen duivelsklauw proberen bij ongemakken in het heup- en kniegewricht.

    Duivelsklauw wordt overigens ook nog wel eens toegepast op paarden en/of honden. In veel landen wordt duivelsklauw beschouwd als doping voor een paard, en de werking is nog niet afdoende onderzocht. De werking van duivelsklauw op het paard en op honden zal hier daarom verder niet worden besproken. Vooralsnog is er onvoldoende bewijs om het gebruik van duivelsklauw bij het paard of bij honden af te raden, dan wel aan te bevelen. Wel moet worden opgemerkt dat u bij het gebruik van onvoldoende onderzochte producten altijd met enige terughoudendheid dient op te treden!

    De bijwortels van de Duivelsklauw verbeteren de beweeglijkheid van de gewrichten omdat ze bestanddelen bevatten die zowel een pijnstillende als ontstekingsremmende werking hebben.

    Te gebruiken bij:

    --Reuma, gewrichtspijn
    --Artrose, artritis
    --Iaschias, jicht
    --Peesontsteking, tennisarm

    Niet gebruiken bij: Zwangerschap

    Algemene beschrijving

    Door sporters wordt Duivelsklauw o.a. gebruikt om door overbelasting ontstane tendinitis (peesontsteking) en de symptomen van een tennisarm te bestrijden.

    Inwendig

    Door Duivelsklauw oraal in combinatie met Lithotamnium te gebruiken wordt de uitscheiding van urinezuur gestimuleerd en geneutraliseerd waardoor verbluffende resultaten worden geboekt bij jicht, artritis en reuma.

    Uitwendig

    De heilzame en waardevolle plantaardige bestanddelen van de Duivelsklauw gewrichten-gel, worden snel in de huid opgenomen en zorgen voor smering van de gewrichten waardoor u zich beduidend beter kunt bewegen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    24-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hippophae rhamnoides
     

    Hippophae rhamnoides


    Botanische naam  : Hippophae rhamnoides
    Nederlandse naam : Duindoorn
    Herkomst         : Europa, China
    Bijzonderheden   : tweehuizig
    Grondsoort       : alle, zand, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal, nat
    Licht            : zon
    Wind             : ongevoelig, zeewind bestendig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, kust/zeewind, landschap
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : geel, groen, onopvallend
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : bladverliezend, grijsgroen
    Vrucht           : oranje, eetbaar
    Twijg/stam       : doornen/stekels


    Standplaats:
    Zonnige plaatsen op droge tot vrij vochtige, voedselarme, kalkhoudende, humusarme grond. De struik verdraagt zout (zand en stenige plaatsen).

    Kenmerken:
    De duindoorn (Hippophae rhamnoides) is een tweehuizige struik; er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. De plant komt in Nederland van nature vooral voor in open, kalkrijke duinen. De duindoorn is een xerofyt; ook is hij goed bestand tegen zout en het stuiven van het zand. Hij wortelt dan ook zowel horizontaal als verticaal. In Centraal-Azië groeit hij in woestijn-achtige omgevingen, in de Alpen in open land en aan rivieroevers.

    Bloemen :
    Bloeimaanden: April en mei
    De struiken zijn tweehuizig. De groenige bloemen groeien in de oksels van dicht bij elkaar geplaatste, bruine knopschubben. Ze verschijnen voor de bladen. Mannelijke bloemen hebben 2 min of meer rechtopstaande ronde slippen, die samen de 4 meeldraden helemaal kunnen omsluiten. Vrouwelijke bloemen zijn spoelvormig en hebben bijna allemaal geen steeltje. De lange stempel is roodbruin.
    Vruchten: De oranje bessen zijn bijna bolrond en 6 tot 8 mm groot. Ze zijn eetbaar, maar vrij zuur

    Planten :
    Duinen (duinstruwelen en zandvlakten), opgespoten grond (met kalkrijk zand), langs spoorwegen (spoordijken), rotskusten, rivieroevers, grindafzettingen in gebergten en kiezelbanken.

    Gebruikte delen:
    het sap van de duindoorn kan preventief tegen verkoudheden worden gedronken.
    De besjes zijn erg zuur, maar met suiker kan je ze lekker verwerken tot siroop of jam. Van de siroop maken ze lekkere limonade. Een deel van de overgebleven duindoornvelletjes gaat naar de theefabriek. Daar verwerken ze de restanten van de bessen tot thee

    Werkzame bestanddelen:
    De zure bessen zijn rijk aan vitamine C en daarnaast vitamine A, B1, B2 en E.

    Eigenschappen:
    Hij kan ook gebruikt worden om sikstof in de bodem vast te leggen en de bodem vruchtbaarder te maken.
    Het is ook een ideale plant om als haag te gebruiken.

    Vermeerderen :
    vermeerdert zich door uitlopers.

    Soorten :

    -- 'Leikora': tot ong. 3m hoog. Zeer grote vruchten.
    Voor een goede vruchtzetting moet de mannelijke cultivar 'Pollmix' in de buurt worden geplant. Heldergrijs blad.

    -- 'Pollmix': mannelijke vorm van 'Leikora'.

    -- Hippohae rhamnoides Silver Star® 'Darstar', uit Denemarken afkomstige cultivar. Zeer mooie bossige plant met dichtbebladerde, zilverwitte tallen.
    Vormt een dichte struik.
    Het is een mannelijke vorm zonder vruchten.

    Weetjes :

    De duindoorn leeft in symbiose met een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond waardoor men vaak stikstoflievende planten als brandnetels onder de duindoorn vindt. De duindoorn wordt in zijn milieu tien tot vijftien jaar oud waarna zijn plaats ingenomen wordt door opvolgende plantensoorten

    In de winter kunnen de bessen gaan gisten, hierdoor kunnen vogels (o.a. kramsvogels) dronken worden.

    In de zestiende eeuw schrijft de Engelse botanicus William Turner dat arme kustbewoners uit de bessen een saus maken. De Nederlandse botanicus Abraham Munting spreekt over de 'duynbezie', zoals hij de duindoorn noemt. In zijn Nauwkeurige Beschryving der Aardgewassen (1696) staat: De bladeren en Vruchten der Duynbezien zijn koud en droog van aart. Verslaan den dorst der Koortsige lieden drijven ook uyt alle slijmerige en taye vochten. Van het zap dezer Vruchten werd een Verjuys gemaakt, zeer bequaam ten gebruyk in spijzen. Op een paar plaatsen wordt de struik gekweekt voor de fruitteelt.

    in China worden echte plantages aangelegd om er producten van te maken die worden gebruikt in de culinaire, cosmetische en farmaceutische industrie.

    De oude Grieken wreven de huid van paarden in met bladeren en jonge spruiten van de duindoorn. Ze glansden dan mooi. Dat is ook de oorsprong van de wetenschappelijk geslachtsnaam Hippophae van hippos = paard en phaes = lichtend. De botanische soortnaam rhamnoides = doornachtig geeft aan dat de plant doornen heeft.De Fransen voedden de schapen met duindoornbladeren zodat de vacht een speciale glans kreeg.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    22-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Astilbe 'Fanal'
     

    Astilbe 'Fanal'


    Botanische naam  : Astilbe 'Fanal'
    Nederlandse naam : Astilbe (arendsii groep)
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : granaatrood
    Grondsoort       : alle, humeus, veen, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, snijbloem, waterkant
    Hoogte           : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, pluim
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Verlangt een plekje in de halfschaduw en een voedzame, humusrijke bodem met weinig boomwortels in haar nabijheid.

    Bloemen :
    Ziet er prachtig uit het weergeven van de robijn rode bloemen in het midden om van een schaduw achtertuin. Vooral opvallend in een grote groep omringd door kleinere, witte bloeiende planten

    Bij bloeiende planten is het belangrijk om veel knoppen te hebben en om die knoppen uit te laten komen. De aanmaak van knoppen wordt gestimuleerd met een, verhoudingsgewijs, hoger fosfor gehalte. De bloei van de knoppen wordt gestimuleerd door een hoog kalium gehalte. Het hogere kalium gehalte zorgt tevens voor een langere bloei en verbetert de kwalitatieve eigenschappen zoals geur van de bloemen. Daarnaast zorgt het hogere kalium gehalte voor een efficiëntere waterhuishouding zodat de planten zuiniger zijn met water. Hoe verder de onderlinge gehalten uiteenlopen des te sterker gaat er een stimulerende werking vanuit. Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    Planten :
    Zorg voor voldoende vocht in de bovenlaag van de grond. Dek lichte gronden met blad en houtsnippers af om vocht vast te houden.
    Volg een regelmatig water schema tijdens het eerste groeiseizoen om een diepe, uitgebreid wortelstelsel vast te stellen. Voor een nette uitstraling, verwijder de oude gebladerte voor nieuwe bladeren ontstaan.

    Gebruikte delen:
    Word ook als snijbloem gebruikt

    Eigenschappen:
    Deze plant is ook te gebruiken als borderplant (op een iets zonniger plek). De bodem moet dan wel goed vochthoudend zijn. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.

    Vermeerderen :
    Na een jaar of vier scheuren.

    Weetjes :

    -Regelmatig wieden.

    -Konijnen blijven er vanaf.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    21-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ILEX - HULST
     

    ILEX - HULST

    Botanische naam     : Ilex aquifolium
    Nederlandse naam    : Scherpe hulst, Groene hulst
    Herkomst            : West-Europa, China, Inheems
    Bijzonderheden      : haag, twee-huizig
    Grondsoort          : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte       : normaal
    Licht               : half schaduw
    Wind                : weinig gevoelig
    Groep               : (sier)heesters
    Gebruik             : randen/hagen, solitair, kust/zeewind, tuinen, insecten
    Hoogte              : 5.00-10.00 m
    Vorm                : kegel
    Bloeikleur/vorm     : wit/créme
    Bloeitijd           : mei, juni
    Blad                : wintergroen, gestekeld
    Vrucht              : rood/bruin


    Standplaats:
    Hulst groeit zowel in volle zon, halfschaduw en schaduw, maar verlangt voldoende vochthoudende humusrijke grond. Een kalkbodem hebben ze niet graag. Zeer natte gronden zijn niet geschikt voor hulst.

    Kenmerken:
    De besdragende soorten dragen in de lente onopvallende, witte bloemen van ongeveer 8 millimeter groot. Ook de vruchten zijn ongeveer 8 millimeter groot, min of meer rond en rood van kleur. Niet elke cultivar draagt veel bessen

    Bloemen :
    In mei verschijnen de kleine, waswitte bloemetjes. Ze zijn okselstandig geplaatst en verschijnen in bosjes. Ze hebben een vijfgelobde kelk met een witte, gespleten kroon en vier of vijf meeldraden, die aan het vruchtbeginsel kleven. De groene bessen kleuren in het najaar prachtig rood Hulst is doorgaans tweehuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemen groeien niet aan dezelfde plant. In de rode bes zitten twee tot acht zaden.

    Planten :
    Plant u een hulst om de vele mooie, rode bessen, dan kunt u voor de bevruchting het beste bij vrouwelijke exemplaren een mannelijke planten. En om bezitters van kleine tuinen toch van hulsttakken vol bessen te laten genieten, hebben kwekers zelfbestuivende variëteiten ontwikkeld. Ilex aquifolium 'J.C. van Tol', 'Pyramidalis' en 'Alaska' zijn er als beshulst. Ook van deze variëteiten zal het aantal bessen groter zijn als er een mannelijke hulst in de buurt staat.

    Gebruikte delen:
    De bladeren en bessen worden gebruikt in kerststukjes. Hout van de hulst wordt gebruikt voor meubilair en inlegwerk. De jonge bladeren kunnen in juni worden geplukt en gedroogd. Thee die hiervan wordt getrokken, werkt koortsverlagend en urinedrijvend.
    Hulst is in bepaalde gebieden beschermd.

    Werkzame bestanddelen:
    Werkzame stoffen: Looizuur ,Bitterstof

    Eigenschappen:
    Hulst laat zich zeer gemakkelijk knippen en kan gebruikt worden als solitair, in groepen en als haag. Zelfs de Romeinen gebruikten al hulst om er ondoordringbare hagen mee aan te planten.

    Vermeerderen :
    Een hulst kan worden vermeerderd door te zaaien, te stekken, te delen of via uitlopers. Neem aan het eind van de zomer of begin van het najaar de halfhoutige takken als stekken. Of pluk de bessen meteen nadat ze goed op kleur zijn. Laat het vruchtvlees verrotten en was daarna de zaden heel goed schoon. Het vruchtvlees bevat namelijk stoffen, die de kiemkracht remmen. Bewaar het zaad in wat vochtig zand. Zaai ze het eerstkomende voorjaar op een halfschaduwrijke plek in vochtige, humusrijke grond. De opkomst kan een periode van drie jaar bestrijken. Cultivars kunnen door afleggen, enten of stekken worden vermeerderd. De jonge boompjes kunnen in strenge winters, vooral als ze in de volle winterzon staan, nog wel eens wat vorstschade oplopen.

    Soorten :
    Meer dan 400 bladhoudende en bladverliezende soorten uit de gematigde zones van het noordelijk en zuidelijk halfrond.Mannelijke en vrouwelijke soorten.Met en zonder rode, gele, zwarte en of witte bessen.

    Weetjes :

    De vrucht is een kleine bes, meestal rood, met een tot tien zaden. De bessen zijn mild giftig en kunnen bij mensen braken en/of diarree veroorzaken. Ze zijn echter zeer belangrijk voedsel voor veel soorten vogels. Ook andere wilde dieren eten de bessen. In de herfst en de vroege winter zijn de bessen hard en ogen niet aantrekkelijk. Wanneer echter de vorst enkele malen er over is gegaan, worden de bessen zacht en eetbaar. Tijdens winterstormen nemen vogels graag hun toevlucht in Ilex-soorten. Ze vinden daar een schuilplaats, bescherming tegen roofdieren door de stekelige bladeren en voedsel.

    Symboliek
    Hulst is een symbolische plant vanwege zijn altijd groene verschijning. Volgens het volksgeloof beschermt hulst tegen blikseminslag en tegen vijandige machten zoals demonen en heksen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    20-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hydrangea - Annabelle



    Hydrangea arborescens 'Annabelle'



    Familie        :  hortensiafamilie (Hydrangeaceae)

    Bloeikleur     :  wit

    Bloeimaand     :  juni, juli, augustus, september

    Bladkleur      :  Groen

    Hoogte         :  120 - 150 cm, 1,5 m - 2 m

    Wintergroen    :  Bladverliezend

    Winterhardheid :  Goed winterhard

    Standplaats    :  Zon, Halfschaduw

    Soort gewas    :  Heester / struik

    PH bodem       :  Kalkminnend

    kenmerken      :  Droogbloem


    Standplaats:

    Hydrangea arborescens is perfect winterhard, en geschikt voor zowel zon als halfschaduw.

    Enkel in voldoende vochtige grond kunnen ze in de volle zon staan. Vij voorkeur op koele, licht tot rijk beschaduwde plaatsen. Bij teveel aan zon of een tekort aan water kunnen de bladeren verdrogen of verbranden. Zorg voor een voldoende vochtige standplaats die goed waterdoorlatend is. Hortensia's haten nattige voeten in de winter.

     

    Kenmerken:

    De bloemknoppen van de Hydrangea arborescens 'Annabelle' bevriezen nooit omdat de plant bloeit op het hout dat hij in het voorjaar maakt.

    Hydrangea arborescens 'Annabelle' vormt bolronde tuilen die eerst wit bloeien en in de nazomer groen verkleuren. De tuilen kunnen mooi drogen.

     

    bloemen :

    De plant is bijna de hele zomer overdekt met enorme witte bloemschermen, die prachtig staan bij het lichtgroene blad. Bekendst is 'Annabelle', met haar bolvormige bloemschermen die bijna zo groot als een voetbal zijn.

    Zij bloeit van eind juni tot aan de eerste vorst, en kan na enkele jaren gerust twee meter hoog en breed worden

     

    Vermeerderen :

    Vermeerderen uit stekken of door afleggen

     

    Snoeien :

    Dikke bloemtuilen bekomt men door de stuik in de lente tot 30 cm terug te snoeien.

    Kleinere bekomt men dus door niet te snoeien, met het voordeel dat ze minder zwaar zijn en niet zullen doorbuigen.

    Knip in de vroege lente de twijgen steeds kort in (op 3-4 ogen). Sommigen maaien ze zelfs gewoon af, maar dat kan ik niet aanraden op te volgen. Deze cultivar is bijzonder winterhard.

    De grond heeft voor deze cultivar geen invloed op de kleur van de bloem.

     

     

    Weetjes :

     

    tip: een korf rond de Hydrangea arborescens 'Annabelle' maken met gaas en zo de takken steunen

     

    Hydrangea arborescens 'Annabelle' is mooi te combineren met Alchemilla, Hedera, Hosta, Taxus, Buxus, herfstanemonen, Monnikskap

     

    De hortensia "Annabelle" variëteit kent zonder twijfel het meest succes bij de kenners. Het is een cultivar (een gekweekte variëteit), die oorspronkelijk uit de Verenigde Staten afkomstig is. Sommigen bronnen spreken van een selectie van H. arborescens 'Grandiflora'. In de VS, kent de plant een onafgebroken succes sinds 1978. De Annabelle heeft uiteraad de erg typische Hortensia-bloem, die eigenlijk samengesteld is uit tal van kleine bloempjes. De kleur varieert van zachtgroen tot een erg puur wit. De bloemen zijn een stuk groter dan bij 'Grandiflora' en daarom lijkt deze ook krachtiger. Deze spectaculaire plant kan bloeien van eind juni, tot aan de eerste vriesdagen; het is daarbij niet ongewoon dat de bloemen een doorsnede van 20- 30 cm bereiken

    Soms kan een Hortensia niet bloeien:

    - Omdat de knoppen bevroren zijn door late vorst in het voorjaar. Je kan ze daartegen beschermen door de oude bloem te laten staan tot aan de ijsheiligen.

    Deze dienen dan tevens als steun voor eventueel afdekmateriaal zoals vliesdoek, lakens of papier,

    maar geen plastiek.

    - Verkeerd snoeien. Elke soort heeft zijn eigen snoeimethode.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (35 Stemmen)
    08-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cattleya
     

    Cattleya


    Standplaats:
    Het hele jaar zo licht mogelijk. Alleen tegen zeer felle zon moet geschermd worden (verbrandingsgevaar).

    Kenmerken :
    In niet-bloeiende toestand zijn de planten bepaald niet decoratief. De langwerpige pseudobulben eindigen in een of twee min of meer stugge bladeren. Ze zijn om ze zoveel mogelijk tegen de felle zon te beschermen nog van een waslaagje voorzien.

    Soorten :
    Heel veel soorten en varieteiten

    Gieten:
    Gedurende de groeiperiode vrij ruim. De grond mag nooit helemaal uitdrogen. Tijdens de rustperiode minder gieten. De pseudobulben mogen best wat indrogen.

    Bemesting:
    Gedurende de groeiperiode bij elke derde watergift wat speciale orchideeënmest aan het gietwater toevoegen.

    Verpotten:
    Om de twee tot drie jaar, steeds aan het begin van de groeiperiode. We gebruiken uiteraard speciale orchideeëngrond.
    De Cattleya’s bezitten dikke vleesachtige wortels en deze zijn omgeven door een velamen, alleen het puntje is groen. Deze wortels bezitten een hoge zuigkracht en houden de vochtigheid vast. Bij sommige wortels is chlorofyl te vinden, waardoor ze kunnen ademen. Hiervoor verlangen ze een luchtige grond. Nooit water geven waarin teveel kalk zit, want dan verkalt het velamen en wordt de wortelwerking onderbroken. Ook teveel water verdrijft de lucht uit de grond en doet de wortels afsterven. Hierbij worden de bladeren dof, slap en verschrompelen. Deze plant dient verpot te worden in een luchtig substraat.

    Beschadigers:
    Wanneer de bloei schede nog gesloten is, wordt daar vaak plantesap afgescheiden. Daar bevinden zich vaak blad-, schild- en wolluizen, die zeker tijdig bestreden moeten worden.

    Temperatuur:
    Gedurende de groei periode 20 à 25°C (overdag). In de rusttijd 15 à 17°C (sommige vormen iets warmer).

    Bij aankoop op letten:
    --Kies steeds planten die óf in volle bloei staan of waarvan de bloemknoppen zich nog in de bloemschede bevinden. Op die manier wordt voorkomen dat de planten ten gevolge van de verandering in standplaats de bloemknoppen afstoten.
    --Cattleya's zijn duurder dan andere orchideeën. Dat is onder meer een gevolg van de langere kweekduur. Indien er goedkope Cattleyaplanten worden aangeboden, is daar meestal wat mee aan de hand.


    Er was eens... een beroemde plantkundige.

    Hij ondernam in 1818 een expeditie naar Brazilië. Hij verzamelde orchideeën en andere tropische planten voor de Europese markt.
    De gevonden planten werden zorgvuldig in kisten verpakt. Als verpakkingsmateriaal voor zijn 'groene buit' gebruikte deze plantenjager delen van allerlei andere planten die daar in massa's voor het grijpen lagen.
    Ontvanger van deze zending was de Engelse plantenliefhebber Cattleya.
    Hij was ook geïnteresseerd in het eigenaardige verpakkingsmateriaal dat o.a. uit lange plantendelen bestond. Uit nieuwsgierigheid plantte hij enige van die lange stengels in een compostmengsel en zette ze in zijn kas.

    Groot was zijn verbazing toen zich uit deze plantendelen nooit eerder waargenomen orchideeënbloemen ontwikkelden. U zult het al wel begrepen hebben: de Cattleya had z'n intrede in Europa gedaan.

    Ook heden ten dage is de Cattleya een buitenbeentje onder de orchideeën. Zijn sprookjesachtige, mooie bloemen, de geur en het gevarieerde kleurenspel houden talloze plantenliefhebbers in de ban.

    Verzorging :

    • Eigenlijk is de verzorging van Cattleya betrekkelijk eenvoudig.
    Dat komt omdat alle ongeveer 30 soorten die bekend zijn en in Midden- en Zuid-Amerika voorkomen onder ongeveer gelijke klimatologische omstandigheden groeien. Ze groeien epifytisch, dus op bomen maar ook op rotsstenen .
    Tijdens de groei periode staan ze graag warm; zo'n 20 à 25 °C. In de rustperiode daarentegen nemen ze al genoegen met 15 à 17 °C. Deze rustperiode is voor een Cattleya uiterst belangrijk.
    Indien deze ontbreekt zal de bloei te wensen overlaten.

    Helaas is deze rustperiode niet precies aan een bepaald jaargetijde gebonden. Meestal echter zijn het de lichtarme wintermaanden. Daarna is het zaak de planten goed te observeren.

    De nieuwe groeischeut die aan de pseudobulben zichtbaar wordt, geeft het begin van groei periode aan. Men ontdekt dan ook snel nieuwe wortels; ( nieuwe scheut groeit en de nieuwe bladeren worden gevormd

    Bloemen :
    Heel vlot daarna ontwikkelt zie een platte bloemschede aan ,basis van het blad.

    Hierin bevindt zich een korte, niet-vertakkende bloemstengel met bloemen. Het kan echter vaak lang duren voor die bloemen te voorschijn komen; soms ontluiken ze pas als er nog een rustperiode is geweest. Aanvankelijk is de schede zachtgroen, maar in de maanden die volgen wordt hij bruinachtig en verdroogt. Dat is normaal.

    Dat de jaarlijkse groei ten einde is, kan men vaststellen aan de donkergroene kleur. De plant moet dan koeler gehouden worden. Daarbij wordt natuurlijk ook veel minder gegoten. Pas wanneer men vaststelt dat er zich in de schede een knop bevindt of dat er wortelvorming plaatsvindt, mag er weer wat meer gegoten worden en mogen de planten weer wat warmer staan. Om in de kamer, waar de relatieve luchtvochtigheid laag is, de bloei te bevorderen kan men proberen de bruine schede te openen. Doe dat uiterst voorzichtig, want de kans dat de bloemknoppen daarbij beschadigd worden is natuurlijk aanwezig. Wanneer de bloeiperiode erg kort duurt, heeft dat dikwijls te maken met lichtgebrek. Maar ook wateroverlast door te veel gieten kan de oorzaak zijn.

    Door kruisingen o.a. met andere geslachten (Brassavola. Laelia en Sophronitis) zijn talloze nieuwe vormen ontstaan. Cattleya's en verwanten zijn dan ook tegenwoordig vrijwel het hele jaar in allerlei kleuren te koop.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 7/5 - (4 Stemmen)
    14-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allium Savitum
     

    Allium Savitum - Knoflook

    Standplaats:
    De plant groeit op goed doorlatende grond en in de volle zon
    Je kan knoflook uitsluitend voor de plantbol, op zonnige, tamelijk vochtige plaatsen kweken. Zorg ervoor dat je lichte, goed omgespitte grond

    Kenmerken:
    Geur :Veel componenten in knoflook zijn zwavelverbindingen. Deze worden bijna allemaal door het lichaam verteerd, behalve allylmethylsulfide (AMS). Dit wordt niet verteerd in de ingewanden, maar opgenomen in het bloed. Het bloed brengt de AMS naar de longen en de huid waar het een, voor anderen, onprettige geur veroorzaakt. Uit een onderzoek gedaan door de Universiteit van Edinburgh blijkt dat de geur helpt tegen muggen.

    Ook kleine stukjes knoflook in de mond, zoals tussen de tanden, kunnen slechte adem veroorzaken.

    Dit laatste kan gedeeltelijk verholpen worden door het kauwen van peterselie, of kervel,door het eten van een geraspte appel of enkele lepeltjes honing

    Bloemen :
    Deze plant bloeit in juli en moet je oogsten eind augustus
    Wit tot roze bloempjes

    Planten :
    De broedbolletjes in maart of oktober planten op een onderlinge afstand van 15 tot 20 cm

    Gebruik Inwendig
    Knoflook is een goed lange termijnmiddel bij problemen met de bloedsomloop.

    --Het houdt de bloedvaten schoon en de bloeddruk laag.

    --Vermindert het risico op problemen met de bloedsomloop bij diabetici.

    --Beschermt het hart.

    --Desinfecteert en verwijdert slijm uit de longen.

    --Helpt bij aandoeningen en infecties van de luchtwegen met slijmvorming.

    --Werkt preventief tegen verkoudheid, griep en andere virusinfecties.

    --Verlicht de symptomen van bijholteontstekingen en hooikoorts.

    --Verbetert de vertering van vetten.

    --Doodt wormen in de ingewanden.

    Gebruik Uitwendig

    --Knoflookolie bij oor- en neusinfecties (druppels).

    --Olie als borstzalf bij verkouden kinderen.

    --Op pessaria bij vaginale infecties.

    --Op wratten en schimmelinfecties, waaronder dauwworm.

    --Als kompres bij abcessen.

    Opgelet!
    Knoflook kan de maag irriteren, maar is wel zeer heilzaam.

    Eigenschappen:
    Antisceptisch, antiviraal, schimmeldodend, krampstillend, slijmoplossend, anti-allergisch, verlaagt de bloeddruk, verlaagt het bloedsuiker- en cholesterolgehalte, bevordert de bloedsomloop.

    Knoflook is een kruidachtige, overblijvende plant, behorende tot de leliefamilie. De stengel is tot aan het midden bebladerd. De bloeiwijze draagt bolletjes.

    De werkzame bestanddelen die uit de bol gewonnen worden, bestaan uit etherische olie, waarin zich glycosiden bevinden die uiteenvallen in vluchtige zwavelhoudende mengsels. Andere bestanddelen zijn suikers, pectinen, vitaminen en hormoonstoffen.

    Vermeerderen :
    Knoflook kan alleen vegetatief vermeerderd worden. In hun bloeiwijze komen wel bloemen voor maar deze vormen geen zaad. In plaats van zaad vormen ze in de bloemtop broedbolletjes.


    Soorten :
    Knoflook hoort bij de Alliaceae familie die uit 600 soorten planten bestaat.
    Rose de Lautrec, Thermidrome, Cristo, Printanor, Rose d'Auvergne, Blan de la Drôme, Olifant Knoflook (grote bollen), Blanke Reuzen, enz...
    Vermoedelijk komt knoflook van de steppen in Centraal-Azië. Via nomaden ging deze plant naar het Midden-Oosten. Daar werd hij in cultuur gebracht en veredeld tot een variëteit met grote bollen

    Knoflook bewaren
    Verse knoflookteentjes voelen stevig aan. Knijp daarom bij de aankoop voorzichtig in de bol. Bewaar knoflook op een donkere, droge plaats in een open pot of mand. Zo zijn de bollen doorgaans enkele maanden houdbaar. Zodra de tenen binnen het omhulsel beginnen te verschrompelen of te ontspruiten, is de knoflook niet meer goed. Bewaren in de koelkast vermindert de typische knoflooksmaak en bevordert meer een uiensmaak.
    Knoflook kan je wel goed invriezen.
    Verwijder de pel en hak de knoflook fijn. Bewaar dit in een potje in de diepvriezer. Zo heb je steeds knoflook in huis.

    Geschilde knoflookteentjes worden vaak bewaard in olie. Hierbij is echter voorzichtigheid geboden. Deze manier van bewaren in afwezigheid van lucht kan de groei van de dodelijke bacterie Clostridium botulinum of de botulismebacterie bevorderen indien aanwezig.
    Dit kan worden voorkomen door de knoflooktenen vooraf een paar uren in azijn of citroensap te leggen. Om de vorming van een groenblauw lint te voorkomen als gevolg van een reactie van een zwavelhoudende verbinding in knoflook met het zuur, kunnen de knoflooktenen voor het inleggen ook nog worden geblancheerd.

    Weetjes :

    Knoflook, een van de meest gebruikte keukenkruiden, stamt oorspronkelijk uit Centraal-Azie maar wordt nu in de meeste klimaten gekweekt. De knoflookbol bestaat uit vele afzonderlijke teentjes onder een wit, papierachtig vel.

    Folklore
    Knoflook wordt al eeuwen gebruikt als versterkend voedsel en tegen infecties.

    Culpeper merkte op dat knoflook al in de Oudheid als goedkoop middel tegen alle kwalen gold. Hij achtte knoflook vanwege de sterke geur ongeschikt voor mensen met een cholerische of melancholieke natuur.

    Europese landarbeiders meenden dat knoflook hen de kracht gaf om onder de hete zon te kunnen werken.

    In het graf van Toetanchamon werden knoflooktenen gevonden

    In Rusland wordt Knoflook ook wel 'Penicilline voor de arme' genoemd

    De Chinezen, de oude Grieken en ook de Romeinen gebruikten al knoflook tegen allerlei kwalen zoals infecties, wonden en zweren, zwakte, en tumoren.

    In het oude Egypte zwoeren artsen hun eed onder het aanroepen van de Knoflook, deze plant werd als heilig beschouwd. Hoe belangrijk de Knoflook was in Egypte blijkt verder uit een bericht van de Griekse schrijver Herodotus (van 480 v. Chr. – na 430 v. Chr.) waarin staat dat bij de bouw van de grote piramide van Cheops 1600 zilvertalenten werden uitgegeven voor de aankoop van een voorraad uien, knoflook en radijzen voor de arbeiders. In de bijbel wordt Knoflook vermeld als een van de planten waarnaar men terugverlangt na de vlucht uit Egypte

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crassula
     

    Crassula

    Wie eenmaal dikblad in huis heeft gehaald zal waarschijnlijk zo enthousiast zijn, dat hij/zij zal proberen het sortiment uit te breiden. Reden genoeg om winkels af te lopen, bij vrienden te ruilen om zo een hele verzameling aan te leggen. Zijn de omstandigheden in uw huis ideaal, dan kunt u een zeer vormenrijke en interessante groep planten aanschaffen.

    Soorten
    Er zijn meer dan 300 soorten Crassula (afgeleid van het Latijn crassus = dik) bekend. Het overgrote deel hiervan groeit in droge en warme streken van Zuid-Afrika.
    Crassula behoort tot de vetkruidfamilie (Crassulaceae), vetplanten waartoe o.a. ook Kalanchoe, Echeveria, Rochea en de in tuinen veel voorkomende huislook (Sempervivum) en muurpeper (Sedum acre) behoren.

    Standplaats
    Dikblad moet warm en zonnig staan en dat betekent dus een venster op hetzuiden. Wit berijpte en lichtgroene soorten tegen te felle zon beschermen. In de winter de planten koel (8-12 "C) zetten. De bladkleur blijft dan mooier en de kans op bloei wordt groter.

    Verzorging
    Weinig gieten en wanneer de planten 's winters koel staan zelfs uiterst weinig water geven.
    In de zomermaanden eenmaal per maand mest geven, meer is niet nodig. Wel moeten de planten jaarlijks, als ze ouder zijn om de drie jaar worden verpot. Daarvoor wordt de potgrond vermengd met scherp zand en klei gebruikt. Denkt u vooral aan een goede drainage.

    Ziekten
    Echte ziekten komen bij dikblad nauwelijks voor. Het zijn heel sterke planten, mits ze op de juiste plaats staan en een goede verzorging krijgen.
    Problemen zijn vooral het gevolg van teveel water in de winter: wortels verrotten en dat heeft ook tot gevolg dat de stengelbasis verrot en de plant dood gaat.
    Te hoge wintertemperatuur betekent ook slappe planten en nauwelijks of geen bloei. Bovendien kan er gemakkelijk spint, thrips en bladluis optreden, soms zelfs schild- en wolluis.

    In een vroeg stadium van aantasting helpt een flinke waterstraal met lauwwarm water, bijvoorbeeld onder de douche.
    De oplossing is echter nadat de diertjes dood zijn - zorgen voor een juiste standplaats. De meeste mensen geven vooral tijdens de winter teveel water en de planten staan in die periode bovendien meestal te warm.

    Vermeerderen
    Alle dikbladsoorten zijn gemakkelijk te vermeerderen. U kunt kopstek of zelfs de dikke bladen gebruiken.
    zowel blad- als kopstek ongeveer een week laten drogen. Daarna stekken in zandige grond ol op kleikorrels.


    Tip
    Veel dikbladsoorten kunnen 's zomers op een zonnige plaats buiten staan. Beschermen tegen te veel regen en eind augustus naar binnen halen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)

    Vaste planten
    Acaena magellanica
    Aconitum 
    Acanthus
    Achillea Millefolium
    Adonis amurensis  
    Ajuga Reptans 
    Alchemilla Mollis
    Anaphalis triplnervis
    Anemone Hupehensis
    Arum italicum
    Aster Alpinus
    Astilbe Arendsii
    Astilbe "Fanal"
    Ballota
    Baptisia
    Bergenia Cordifolia
    Calluna
    Campanula Persicifolia
    Centaurea montana
    Cerastium tomentosum
    Convallaria majalis
    Chrysanthemum
    Crambe
    Dictamnus albus
    Doronicum
    Echinacea
    Echinops Banaticus
    Eupatorium purureum
    Euphorbia Characias
    Fargesia
    Gaillardia
    Geranium
    Geranium Sylvaticum
    Gypsophila
    Helleboris niger
    Helianthus salicifolius
    Hemerocallis
    Hepatica transsylvanica
    Heuchera 
    Hosta undulata
    Hypericum
    Iberis sempervivum
    Inula magnifica
    Iris Ambassadeur
    Iris Sibirica
    Kalimeris incisa
    Lamium Maculatum
    Lavandula A.Hidcote
    Lavandula Stoechas
    Liriope muscari  
    Lychnis chalcedonica
    Lysimachia Punctata
    Oenothera macrocarpa
    Omphalodes Verna
    Onoclea sensibilis
    Pachysandra 
    Persicaria
    Phlox Subulata
    Phuopsis stylosa
    Physostegia virginiana
    Phytolacca
    Potentilla Atrosanguinea
    Primula 
    Prunella grand "Loveliness"
    Pulmonaria
    Pulsatilla vulgaris
    Rudbeckia
    Ranunculus ficaria
    Salvia Nemorosa
    Saxifraga 
    Scabiosa
    Sedum Str.& Cr
    Smilacina racemosa
    Solidago GD
    Stokesia 
    Tarella Cordifolia
    Veronica longifolia
    Vinca minor en major  
    Waldsteinia ternata
    Yucca Filamentosa


    Heesters
    Abelia schmannii
    Aucuba
    Andromeda
    Aralia elata
    Berberis
    Buxus sempervirens
    Buxus-ziekten
    Callicarpa
    Camelia

    Caryopteris C.HB
    Ceanothus
    Chaenomeles
    Choisya
    Clerodendrum trichotomum
    Clethra alnifolia
    Cornus alba "elegantissima'
    Corokia Cotoneaster
    Cotoneaster
    Daphne pontica
    Deutzia gracilis
    Exochorda racemosa
    Elaeagnus ebbingei
    Enkianthus campanulatus
    Euonymus alatus
    Euonymus fortunei
    Forsythia Intermedia
    Hamamelis Mollis
    Hebe "Autumn Glory"
    Hebe buxifolia
    Hydrangea annabelle
    Hydrangea Arborescens "Grandiflora"
    Hydrangea paniculata
    Hippophae rhamnoides
    Ilex aquifolium
    Jasminum Nudiflorum
    Kalmia
    Kerria japonica
    Lagerstroemia
    Lavatera Rosea
    Ledum groenlandicum
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Lonicera Nitida
    Mahonia aquifolium
    Osmanthus burkwoodii
    Paeonia lutea
    Paeonia suffruticosa
    Pernettya mucronata
    Philadelphus
    Pieris japonica
    Polygala
    Potentilla fruticosa A 
    Pyracantha
    Prunus Lusitanica
    Prunus triloba
    Rhododendron "Apple Blossom"
    Rhododendron
    'chr.ch'
    Sarcococca
    Skimmia Japonica
    Spiraea Japonica
    Syringa Vulgaris
    Viburnum Davidii
    Viburnum Opulus
    Viburnum plicatum "mariesii"
    Weigela

    Grassen
    Calamagrostis
    Carex Elata
    Cortaderia selloana
    Deschampsia
    Imperata Red Baron
    Lampepoetser
    Miscanthus Sinensis
    Molinia caerulea

    Bolgewassen :
    Allium Giganteum
    Begonia x T
    Begonia sutherlandii
    Blauw druifje
    Camassia
    Colchicum autumnale
    Colchicum speciosum
    Crocus cancellatus
    Crocosmia
    Dahlia
    Eucomis autumnalis
    Fritillaria bucharica
    Fritillaria imperialis
    Galanthus
    Ixiolirion tataricum
    Ipheion uniflorum
    Lilium "Mona Lisa"
    Lilium Pumilum
    Montbretia-Crocosmia
    Puschkinia  
    Sandersonia aurantiaca
    Schizostylis
    Scilla siberica
    Sierui 

    Een en tweejarigen 
    Adonis aestivalis 
    Ageratum Houstonianum  
    Alcea Rosea
    Cobaea scandens
    Cosmos bipinnatus
    Digitalis purpurea
    Dorotheantus
    Heracleum mantegazzianum
    Iberis umbellata
    Impatiens balsamina
    Ipomoea Tricolor
    Jasione
    Lagurus ovatus
    Limonium latifolium
    Myosotis sylvatica
    Nicotiana alata 
    Pelargonium
    Platycodon
    Portulaca
    Salpiglossis
    Tropaeolum malus


    Kamerplanten  
    Abutilon
    Achimenes
    Aërides
    Aeschynanthus
    Anigozanthos

    Bougainvillea
    Browallia
    Cactussen
    Calceolaria hybr
    Callicia
    Calistémon
    Cattleya
    Crassula
    Croton
    Ctenanthe
    Dieffenbachia
    Dipteracanthus
    Episcia
    Euphorbia Pulcherrima
    Exacum
    Fittonia
    Gloriosa
    Graptopetalum
    Hypocyrta
    Howeia
    Jatropha
    Kalanchoe beharensis
    Kalanchoe blossfeldiana
    Mandevilla of Dipladenia
    Pilea microphylla
    Plumeria
    Polystichum
    Raphis
    Rhipsalidopsis
    Sanseveria
    Schefflera
    Selaginella
    Senecio Kleinia  
    Senecio rowleyanus
    Stapelia hirsuta
    Vriesea Astrid
    Zantedeschia of Calla lily

    Bomen :  
    Acer Campestre
    Laburnocytisus adamii 
    Laburnum watererii 'Vossii'
    Magnolia kobus
    Malus "Radiant"
    Malus "Toringo"
    Morus alba
    Platanus acerifolia
    Ptelea trifoliata
    Pterostyrax hispida
    Prunus cerasifera'nigra'
    Prunus gondouinii
    Prunus serrulata
    Prunus subhirtella
    Robinia pseudoacacia 'Frisia'
    Salix Babylonica
    Salix integra
    Taxus baccata

    Kruiden :
    Achillea ptarmica
    Agrimonia eupatoria
    Allium savitum
    Artemisia
    Harpagophytum procumbens
    Lysimachia vulgaris
    Melilotus Alba
    Pseudofumaria lutea
    Senecio jacoaea
    Symphytum officinale

    Klimplanten : 
    Aristolochia durior
    Clematis Armandii
    Clematis "Madame Baron V"
    Clematis vitalba  
    Fallopia aubertii
    Gelsemium
    Hedera helix
    Lonicera caprifolium
    Passiflora caerulea
    Periploca graeca
    Wisteria

    Kuipplanten
    Abelia
    Aeonium arboreum 
    Agapanthus
    Brugmansia
    Caesalpinia
    Camellia sinensis
    Carissa
    Dracaena
    Erythina
    Eucalyptus niphophila 
    Fuchsia's
    Hedychium gardnerianum
    Hibiscus rosa-sinensis
    Lantana camara
    Lapageria rosea
    Laurus Nobilis
    Nerium oleander
    Pittosporum tobira
    Pleione formosana
    Plumbago auriculata
    Punica granatum
    Solanum Thurino

    Waterplanten
    Acorus calamus
    Aponogeton
    Lemna trisulca
    Nymphaea 'Alba'  
    Persicaria amphibium
    Pontederia Cordata
    Ranunculus Lingua

    Rozen :
    Rosa "Anneke Doorenbos"  
    Rosa "Alain"
    Rosa "Albertine"
    Rosa "Allgold" 
    Rosa "Allotria"
    Rosa "Altissimo"
    Rosa 'Admired Miranda'
    Rosa "Ausblush"
    Rosa "Ausbord"
    Rosa "Ausbuff"
    Rosa 'Auscot'
    Rosa 'Auslight'
    Rosa 'Auslo'
    Rosa 'Baron Girod de L'ain'
    Rosa 'Dortmund'
    Rosa "Frau Astrid"
    Rosa "Korliluc"
    Rosa 'Meitoifar'
    Rosa regusa   
    Rosa "Swan Lake"

    Rotsplanten
    Geranium cinereum 'Ballerina'
    Dryas octopetala
    Helianthemum "wisley pink"
    Sedum acre
    Sempervivum arachnoideum
    Sisyrinchium californium


    Groenten :

    Paprika


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs