 |
|
 |
Een poëtisch geheugenpaleis |
Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret.
Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie.
De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
|
 |
11-06-2015 |
Mus (1) |
Funus passeris
Catullus (84-54 v.C.)
III
Lugete, O Veneres
Cupidinesque,
Et quantum est
hominum venustiorum!
Passer mortuus est
meae puellae,
Passer deliciae meae
puellae,
Quam plus illa oculis
suis amabat.
Nam mellitus erat,
suamque norat
Ipsam tam bene, quam
puella matrem:
Nec sese a gremio
illius movebat;
Sed circumsiliens
modo huc, modo illuc,
Ad solam dominam
usque pipilabat:
Qui nunc it per iter
tenebricosum
Illuc, unde negant
redire quemquam.
At vobis male sit,
malae tenebrae
Orci, quae omnia
bellia devoratis,
Tam bellum mihi
passerem abstulistis.
O factum male! O
miselle passer!
Tua nunc opera meae
puellae
Flendo turgiduli
rubent ocelli.
Dood van een musje
Gezellen van Venus en van Cupido
En alle andere nog aanminniger mensen:
Het musje van mijn
liefje is dood
Het musje, de oogappel
van mijn liefje,
Dat ze meer nog dan
haar ogen minde
Een honing-zoet musje was het, dat haar
Baasje kende als een
meisje haar moeder
Het vloog niet weg uit
haar schoot,
Fladderde wat rond, nu
hier, dan daar
En tsjilpte alleen
naar haar baasje:
Nu reist het langs
duistere wegen
Naar een plek vanwaar
nooit iemand keert.
Slecht bekome het u,
vervloekte duisternis
Van de Orcus, die al
wat mooi is afpakt!
Wat een mooi musje heb
je me ontstolen!
O doffe ellende! o arm, arm musje!
Door jouw schuld zijn mijn
liefjes ogen
Van t wenen rood en gezwollen.
© W. Schuermans
De jong gestorven
Romeinse dichter Catullus liet ons een verzameling na van 116 gedichten. De
themas die hij behandelde en vooral de toon van zijn verzen maken hem tot een
van de meest leesbare Romeinse dichters. Omdat zijn verzen soms
expliciet erotisch, zelfs obsceen zijn, werd Catullus op school nauwelijks
gelezen. Dit onschuldig, romantisch- sentimenteel gedicht, mocht ons wèl worden
opgelepeld. Het stond afgedrukt in een bloemlezing die gebruikt werd om
Latinisten vertaal- huistaken te bezorgen.
Mijn vertaal- en zwoegwerk van die
dagen, was een opstapje om vele jaren later de verzen in mijn geheugen vast te
klikken.
Bijlagen:
1 O lugete, ...Latijnse versie (voordracht)
2 O lugete,... voordracht (animatiefilmpje) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=CiT8blFemCg http://www.youtube.com/watch?v=IGjuIbKiZYo
11-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:13 The grandeur that was Rome
|
 |
|
My oom in Afrika |
Stuur groete aan Mannetjies Roux
Christoffer Torr
My oom se motor is n
ou masjien
Hy maak dit vol met
dieselien
En hy sing in die
strate as hy ons kom sien
My oom is oud en ek
is skaars dertien
My oom drink koffie
en my tannie tee
Ek vra oor die reën en
hy sê ja-nee
En hy drink soet
koffie met sy een oog toe
En hy praat weer oor
die drie van Mannetjies Roux
O
stuur ons net so n bietjie reën
My oom het n tenkvol dieselien
En seën my pa en seën my ma
En my oom op sy plaas in Afrika
Maar my oom het
gesukkel op die plaas
Want die son was te
warm en die reën te skaars
En die man van die
bank het net sy kop geskud
Want my oom, ja my
oom was te diep in die skuld
My oom sy motor is n
ou masjien
Hy maak dit vol met
dieselien
En hy ry na die lande in die oggenddau
Die lande vaal en sy
oë grou
En als jy in die oogend in die lande stap
Hoor jy nog se motor met sy klak- klak-klak
Maar my oom, ja my oom se oë is nou
allbei toe
In sy brief stuur hy groete aan Mannetjes
Roux.
Christopher Torr is liedjesschrijver en gehuwd met Laurika Rauch. Beide geboren en getogen in Zuid-Afrika. Geen grote poëzie. Tekst en muziek zijn wat
smartlapperig.
Lied en tekst zijn mij
toch zeer dierbaar. Ze zijn een herinnering aan mijn gewaardeerde oom Jan
in Zuid-Afrika. Hij had er in de jaren vijftig van vorige eeuw ook plaas (een
landbouwbedrijf). Het was een veebedrijf, zo groot als een provincie. Ik herinner mij nog levendig zijn
verhalen over zijn strijd tegen droogte en andere natuurrampen.
Bijlagen:
1 Interpretatie door Helena Hattema
2 Interpreatie door Erika Rauch
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=mgJNYZGxbGs http://www.youtube.com/watch?v=PeHy9WE9XNw
09-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:02 Stem uit Zuid-Afrika
|
 |
07-06-2015 |
Verlies |
Bonnie George Campbell
High upon Highlands,
And low upon Tay
Bonnie George
Campbell
Rode out on a day;
Saddled and bridlled,
And gallant to see:
Home came the good
horse,
But home came not he.
Out ran his old mother
Wild with dispair;
Out ran his bonnie
bride,
Tearing her hair.
He rode saddled and
briddled,
With boots to the
knee:
Home came his good
horse,
But never came he.
My meadow lies
green,
And my corn is
unshorn,
My barn is unbuilt,
And my babe is
onborn.
He rode saddled and
bridled,
Careless and free:
Safe home came the
sadle,
But never came he.
Knappe George Campbell
Hoog in het hoogland
Benee aan de Tay
Reed uit op een dag
Knappe George Campbell.
Gelaarsd en gespoord,
Gallant om te zien.
Het paard kwam weer thuis
Maar niet thuis kwam hij.
Huis uit, holde zijn oude moeder,
Door wanhoop verteerd,
Huis uit, zijn jonge bruid,
Handen in het haar...
Hij reed gelaarsd en
gespoord,
Laarzen tot aan de
knie,
Zijn goed paard kwam
thuis,
Maar nooit thuis kwam hij.
'Mijn wei ligt er groen bij,
Mijn koren ongeschoren,
Mijn schuur is ongebouwd,
Mijn kind ongeboren.'
Gelaarsd en gespoord
Reed hij uit, zorgeloos
en vrij.
Veilig thuis kwam zijn zadel,
Hij, ... keerde nooit weer.
© W. Schuermans
Dit is een oude
schotse ballade. Een genre dat meestal droeve
gebeurtenissen bezingt. In dit geval het
trieste lot dat George Campbell overkwam
(ongeluk ? moord?) en de gevolgen ervan voor zijn gezin. De zegging van de bard en klankrijkdom van zijn
woorden, dragen bij tot de tragiek van de gebeurtenis.
Dit gedicht
memoriseerde ik uit bewondering voor de Schotse Natie, die er nog altijd in slaagt haar eigenheid te
bewaren, ook nu nog in onze globaliserende wereld.
Bijlagen:
1 Bonnie George Campbell, gezongen versie in origineel Schots highland dialect.
2 Bonnie George Campbell, gezongen strofe (film) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=dkJLuBTXG1U http://www.youtube.com/watch?v=TG6WwBdWvQk
07-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
05-06-2015 |
Doorbijten! |
La Mort et le Bücheron
J. de Lafontaine (1621-1695)
Un pauvre Bücheron,
tout couvert de ramée,
Sous le faix du fagot
aussi bien que des ans
Gémissant et courbé
marchait à pas pesants,
Et tâchait de gagner
sa chaumine enfumée.
Enfin nen pouvant
plus deffort et de douleur,
Il met bas son fagot,
il songe à son malheur.
Quel plaisir a-t-il
eu depuis quil est au monde?
En est-il un plus
pauvre en la machine ronde?
Point de pain
quelquefois, et jamais de repos.
Sa femme, ses
enfants, les soldats, les impôts,
Le créancier et la corvée
Lui font dun
malheureux la peinture achevée.
Il appelle la Mort.
Elle vient sans tarder,
Lui demande ce quil faut faire.
Cest,
dit-il , afin de maider
A recharger ce bois; tu ne tarderas
guère.
Le trépas vient tout guérir;
Mais ne bougeons dou nous
sommes:
Plutôt soufrir que mourir
Cést la devise des hommes.
De dood en de houthakker
Een arme houthakker, heel
en al bedekt met rijshout,
Onder de last van het hakhout en van zijn jaren,
Diep zuchtend en krom,
liep met zware passen
En probeerde zijn berookte stulp te bereiken.
Toen hij niet meer kon
van moeite en pijn,
Wierp hij zijn bussel
af en dacht aan zijn miserie.
Had hij ooit eens plezier
in zijn leven gekend ?
Is er iemand in de
wereld die armer is ?
Soms geen brood en nooit rust,
Zijn vrouw, de
kinderen, soldaten, belastingen
Schuldeisers en corvees:
Een volmaakt portret van een sukkelaar.
Hij roept op de dood. Zonder
dralen komt die
Vragen wat er van zijn
dienst is.
Help, zegt hij, het hakhout weer mijn
rug op;
Lang blijf je niet meer weg.
De dood heelt alle kwalen,
Maar, hou liever stand:
Beter
afzien dan sterven,
Dat is het devies van mensen..
© W. Schuermans
Ik las, halfwas, Lafontaines
fabels in de vertaling van Jan Prins. Die waren uitgegeven in een Prisma-pocketje en geïllustreerd met pentekeningen van Gustave Doré. Wat ouder geworden, werden mij in de klas de originelen voorgeschoteld. Een fabel bleef kleven
Bijlagen
1 La Mort et le Bücheron, eerste versie
2 La mort et le Bücheron, tweede versie
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=-dIC-KSDI2U http://www.youtube.com/watch?v=V8de2_7ymqI
05-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:03 Douce France
|
 |
|
Westwaarts, westwaards, ho...! |
Les Conquérants
J.M. de Hérédia (1842-1905)
Comme un vol de
gerfauts hors du charnier natal,
Fatigués de porter
leurs misères hautaines,
De Palos de Moguer,
routiers et capitanes
Partaient, ivres dun
rêve héroique et brutal.
Ils allaient conquérir
le fabuleux métal
Que Cipango mûrit dans
ses mines lointaines,
Et les vents alizés
inclinaient leurs antennes
Aux bords mystérieux du
monde occidental.
Chaque soir, espérant
des lendemains épiques,
Lazur phosphorescent
de la mer des Tropiques
Enchantait leur sommeil
dun mirage doré;
Ou, penchés à lavant
des blanches caravelles,
Ils regardaient monter
en un ciel ignoré
Du fond de lOcéan des
étoiles nouvelles.
De veroveraars
Als een vlucht gieren
die het knekelnest vlieden,
Niet langer bereid hun hoge
miseries te torsen,
Vertrokken vanuit Palos en Moguer, avonturiers
En kapiteins, vol van heroische en brutale dromen.
Ze gingen het fabelmetaal veroveren
Dat Cipango rijpte in zijn verre mijnen,
En passaatwinden dreven
hun boegsprieten
Naar de mysterieuze randen
van de westerse wereld.
Elke avond bracht hoop op epische ochtenden,
En het fosforazuur van de Tropische Zee
Betoverde hun slaap met vergulde waan.
Of , steunend op de reling
van hun witte karvelen
Zagen ze oprijzen in nooit
eerder geziene hemels,
Nieuwe sterren vanuit het diep van de Oceaan.
© W. Schuermans
Bijlage: Les Conquérants Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=NIkfREBffho
05-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:03 Douce France
|
 |
04-06-2015 |
Binnen voor de regen... |
Herbstag
R.M. Rilke
HERR: es ist Zeit. Der
Sommer war sehr Gross.
Leg deinen Schatten
auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren
lass die Winde los.
Befiehl den letzsten
Früchten voll zu sein;
gieb ihnen noch zwei
südliche Tage,
dränge sie zur
Vollendung hin und jage
die letzte Süsse in
den schweren Wein.
Wer jetzt kein Haus
hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen,
lange Briefe schreiben,
und wird in den Alleen
hin und her
unruhig wandern, wen
die Blätter treiben.
Herfstdag
Heer: het is hoogtijd.
De zomer was mooi.
Hang uw schaduw over
de zonnewijzers
En jaag de winden over
de kale akkers.
Beveel de laatste
vruchten vol en rond te zijn,
schenk hen nog twee ziuidelijker dagen,
dwing ze tot volmaakte
vormen en jaag
de laatste suiker in
de zware wijn.
Wie nu geen huis heeft
zal nooit meer bouwen,
wie nu alleen is zal
het lang nog blijven,
zal waken, lezen,
lange brieven schrijven,
en zal in dreven doelloos
heen en weer
in onrust dwalen als
de blaren dwarrelen.
© W. Schuermans Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=YjfMhiDxhCk http://www.youtube.com/watch?v=ZPz6HH_2gBw
04-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
|
Hölderlintoren in Tübingen |
An die Parzen
Friedrich Hölderlin (1770-1843)
Nur einen Sommer gönnt ihr Gewaltigen!
Und einen Herbst zu reifem Gesange mir,
Dass williger mein Herz, vom süssen
Spiele gesättiget, dann mir sterbe.
Die Seele, der im
Leben ihr göttlich Recht
Nicht ward, sie ruht auch drunten im Orkus nicht;
Doch ist mir einst das Heilge, das am
Herzen mir liegt, das Gedicht
gelungen,
Willkommen dann, o
Stille der Schattenwelt!
Zufrieden bin ich, wenn auch mein
Saitenspiel
Mich nicht hinabgeleitet; einmal
Lebt ich, wie Götter, und mehr bedarfs
nicht.
Aan de Parken
Slechts een enkele zomer gun mij, Machtigen!
En een herfst met voldragen gedichten,
Gewilliger sterft dan mijn hart,
Verzadigd door het zoete spel.
De ziel die in het
leven haar goddelijk recht
Niet kreeg, komt ook niet tot rust beneden
in de Orkus;
Maar, is eenmaal het Heilige, mijn
hartgehunker, het Gedicht, gelukt,
Wees welkom dan, o stilte van de schimmenwereld!
Tevreden ben ik dan, ook als mijn lierklanken
Mij niet begeleiden naar het graf; ooit
Leefde ik als goden, meer hoeft
niet.
© W. Schuermans
Hölderlin stierf in
zijn torenwoning in Tübingen (Baden-Würtemberg)
in 1843. Ondanks zijn geestesziekte schonk hij ons verzen, die tot de mooiste behoren die
in de Duitse taal werden geschreven.
Dit vers nestelde zich
in mijn geheugenpaleis kort na een bezoek aan Tübingen, gelegen aan de Neckar .Tübingen
gaat prat op twee roemrijke onderwijsinstellingen, de
Eberhard-Karls-Universität, waar o.a. de
astronoom Johannes Kepler studeerde en het Evangelisches Stift waar o.a. Hölderlin
en zijn vriend Hegel gevormd werden.
Bijlagen:
1 An die parzen (film en voordracht)
2 In de Hölderlinturm (hier leefde de dichter van 1807 tot zijn dood in 1834).
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=5TsSsZ2VfRE http://www.youtube.com/watch?v=8-VbNwXO_AA
04-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
03-06-2015 |
Een paard van hout |
Ι Λ Ι Α Σ
(v. 1-7)
Μῆνιν
ἂειδε,
θεά, Πηληιάδεο Ἀχιλῆος,
οὐλομένην,
ἣ
μυρἲ
Ἀχαιοἰς
ἂλγε´
ἔθηκε,
πολλὰς
δ ' ἰφτἰθμους
ψυχὰς
Ἂιδι
προῒαψεν,
ἡρὠων, αὐτοὺς
δὲ
ἑλὠρια
τεῦχε
κὐνεσσιν
οἰωνοῖσἰ
τε πᾶσι
- Διὸς
δ' ἐτελεἰτο
βουλή -
ἐξ οὗ δὴ
τὰ
πρῶτα
διαστήτην ἐρἰσαντε
Ἀτρεἰδης τε, ἄναξ
ἀνδρῶν,καὶ
δῖος
Ἀχιλλεύς!
Ilias
(v. 1-7)
Muze, vertel me van de
wrok van Achilles, zoon van Peleus,
die de Grieken
onmeetbaar leed toebracht,
vele zielen van helden de Hades in kieperde,
hun lijken tot voer
van de honden en gieren,
- zo had Zeus het besloten - vertel vanaf de dag
dat
twistend in tweedracht uit elkaar gingen,
Atreus zoon, heerser
over mensen en de goddelijke Achilleus.
© W. Schuermans
Onze Europese
literatuur begint (hoogst merkwaardig) met twee absolute meesterwerken. De
Ilias en de Odyssea, twee lijvige heldendichten, toegeschreven aan de blinde
zanger Homeros. Ze worden al meer dan 2500 jaar gelezen en bestudeerd.
De aanhef van de Ilias
(v. 1-7) heb ik op school ooit eens uit het hoofd moeten leren. Ik heb Homeros
sedertdien niet meer uit handen gegeven.
Bijlage: aanhef van de
Ilias (originele versie, met tekst) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=6sve0UurnLo
03-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:12 The glory that was Greece
|
 |
31-05-2015 |
De felle met de grijze baart |
Van den Vos Reynaerde
Willem, die Madoc maecte (13de
eeuw)
(Vers 1110-1154)
Tybeert sprac: Wat souden wy
Eten, Reynaert, of ic hier bleve?
Daer omme zorghe ic, lieve neve,
Hier es der spijsen quaden tijt,
Ghi mocht (h)eten, begeerdijt,
Een stic van eere honichraete
Die bequamelic es utermaten.
Wat sechdi, moochdi shonichs yet?
Tybeert sprac: Mine roukes niet.
Reynaert, hebdi niet in huus?
Gavedi mi eene vette muus,
Daer mede lietic u ghewaert.
Eene vette muus? sprac Reynaert,
Soete Tybert wat sech(t)di?
Hier woent noch eene pape bi,
Een scuere staet noch an sijn huus,
Daer in es meneghe vette muus,
Ic waense niet ghedroughe een waghen.
So dicken hoere ic den pape claghen
D at sine dryven (h)uten huuse.
Reynaert, zyn daer so vette muse?
Verghave God, waer ic nu daer!
Tybeert, seit hi, sechdi waer?
Wildi muse? Of icse wille?
Reynaert, doet dies een ghestille.
Ic minne muse voer alle saken.
Weetti niet dat muse smaken
Bet dan eenich venisoen?
Wildi minen wille doen,
Dat ghi mi leet daer si zijn,
Daer mede mochti die hulde mijn
Hebben, al haddi minen vadre
Doot ende mijn gheslachte al gadre.
Reynaert sprac:Neve , houddi (h)u spot?
Neenic, Reynaeert, also helpe mi God!
Weet God, Tybeert,wistic dat,
Ghi soutter sijn noch tavont sat.
Sat, Reynaert, dat ware vele.
Tybeert, dat sechdi t(h)uwen spele.
In doe, Reynaert, bi miere wet.
Haddic een muus en waer so vet,
In gaefse niet omme eenen busant.
Tybeert, gaet met mi te hant.
Ic leede (h) u daer ter selver stat,
Daer icker (h)u sal maken zat.
(
) Tybeert sprak:Wat eten we
Reynaert, als ik hier blijf?
Mij een grote zorg, lieve neef,
Magere tijden hier om te eten.
Smul je misschien graag van
een stukje honingraat,
Uitermate lekker is die.
Wat zeg je, wil je een stukje?
Tybeert sprak: Laat maar zitten.
Reynaert, heb je dan niks in huis?
Geef me een vette muis en we zijn klaar.
Een vette muis? sprak Reynaert,
Zoete Tybeert, wat zeg je me nou?
Hier In de buurt woont een paster,
Een schuur staat aan zijn huis,
Daar wemelt het van vette muizen,
Ik denk dat een wagen ze niet kan dragen.
Meer dan eens hoor ik de paster klagen
Dat ze echt het huis uitstromen.
Reynaert, zijn daar zoveel vette muizen?
Here mijn God, was ik maar daar!
Tybeert, zei hij meen je dat echt?
Wil je muizen? Of ik ze wil?
Reynaert, zwijg me daarvan,
Ik hou van muizen boven alle andere dingen.
Weet je dan niet dat muizen beter
Smaken dan gelijk welk wildgebraat?
Als je me een plezier wil doen
En je brengt me er naartoe,
Dan ben ik bereid je trouw te
Zweren, al had je mijn vader
Dood geslagen, compleet met mijn familie.
Reyaert sprak: Tybeert hou je me voor de gek?
Helemaal niet, ik zweer het bij God!
God, God, Tybeert, wist ik het zeker,
Vanavond nog stond je buikje rond.
Rond Reynaert, dat zou nog eens wat zijn!
Tybeert, dat zeg je zo maar.
Maar neen, Reynaert, op mijn eer,
Had ik een muis en was ze vet,
Zelfs niet voor goud verkocht ik die.
Kom Tybeert, loop maar met me mee,
Ik breng je regelrecht naar de plek
Waar ik je buikje rond zal zetten.
(
)
© W. Schuermans
Het dierenepos Van den Vos Reynaerde is een parel aan de kroon van onze Middelnederlandse literatuur, die vrijwel in zijn geheel uit Vlaanderen stamt. De 'Reynaert' ontstond zeer waarschijnlijk in Oost-Vlaanderen, waar het verhaal zich ook afspeelt. Het is een satire die de feodale maatschappij in het 13de eeuwse graafschap Vlaanderen op de korrel neemt.
Dit fragment diende ik op school uit het hoofd te leren. Wat in de jeugd uit het hoofd wordt geleerd, blijft levenslang als gebeiteld in het geheugen. Pedagogen die na WO II in het onderwijs infiltreerden, banden geheugenwerk en uiteraard ook het uit het hoofd leren. Een van de vele aanslagen die pedagogen in de tweede helft van de 20ste eeuw pleegden op de geestelijke gezondheid van onze jongeren.
Bijlagen:
1 Beginverzen van het dierenepos (de tekst kan meegelezen worden).
2 Vossen in de winter Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=4X8DLOdvHWU http://www.youtube.com/watch?v=qT0SibMBZeY
31-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
|
Ridder van de Droevige Figuur |
Primera parte del ingenioso hidalgo
don Quichote de la Mancha
Miguel de Cervantes (1547-1616)
Capítulo
primero
Que trata de la
condición y ejercicio del famoso y valiente hidalgo don Quichote de la Mancha
(
) Es, pues, de
saber que este sobredicho hidalgo, los ratos que estaba ocioso - que eran los más
del año -, se daba a leer libros de caballerías, con tanta afición y gusto, que
olbidó casi de todo punto el ejercicio de la caza y aun la administración de su
hacenda; y llegó a tanto su curiosidad y desatino en este, que vendió muchas hanegas
de terras de sembradura par comprar libros de caballerías en que leer, y, asi,
llevó a su caso todos quantos pudo haber dellos; (
)
Eerste deel over de ingenieuze edelman
Don Quichote de la Mancha
Michel de Cervantes
Eerste hoofdstuk
Handelend over de levenswijze en bezigheden van de beroemde en moedige
edelman don Quichote de la Mancha
Verder moet je weten
dat bovengenoemde edelman, zich in zijn vrije tijd, - het grootste deel van het jaar-
overgaf aan de lectuur van ridderromans; dat deed hij met zoveel overgave en
goesting dat hij vrijwel volledig vergat op jacht te gaan en zelfs het bestuur
van zijn landgoed verwaarloosde; zijn belangstelling en manie gingen zover,
dat hij vele percelen landbouwgrond verkocht om ridderromans te kopen en te kunnen
lezen, alles wat hij te pakken kreeg sleepte hij naar huis; (
)
© W. Schuermans
De don Quichote van Miguel de Cervantes behoort tot de top van de wereldliteratuur.Van in mijn prille jeugd is de don van la Mancha mijn trouwe
compañero. Ik las toen de Quichote in een
bewerkte versie voor de jeugd. Uitgeverij van Goor en zonen gaf tijdens het
interbellum en nog even na de Tweede Wereldoorlog in onze moedertaal een reeks uit met bewerkingen
van Grote Klassiekers, vader en zonen zijn hierbij dankbaar geprezen!
Een Spaanse edelman die door boeken in de war werd gebracht... Ik wist toen nog niet welke rol het Gedrukte Woord in mijn leven zou krijgen. De tekst werd dus terecht opgenomen in mijn
geheugenpaleis.
Bijlagen
1 Nederlandse versie van Hoofdstuk I (voorgelezen).
2 Spaanse versie van Capítulo I, met filmbeelden..
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=7vFpVKXRdsc http://www.youtube.com/watch?v=ZAOIITBbHzY
31-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:07 Spaanse dichters
|
 |
29-05-2015 |
Een bron van onze beschaving |
Ivoor en
brood (5)
Anton van Wilderode (1918-1998)
Oever van Hellas waar
de vaders wonen
van onze wijsheid, wijd en geestelijk huis
dat nog de keur
vergaart uit regionen
waar de cultuur
verpuint tot stuivend gruis,
op uwe heuvelen
werden wij gewijden,
onder uw hemel wies
Europas geest;
o, speling uwer zee
aan alle zijden
ruisend en luid als
fluiten tot een feest.
In wat uw zonen
hieven tot gezangen
staat gij vereeuwigd,
en hún stem dooft uit
gelijk de geur van
kruizemunt blijft hangen
als in de haard
schroeit haar vergeten kruid.
Hier is uw zending, land
van mijn legende:
maak ons de glimlach
uwer goden klaar
Die schouwend in de verte
uw toekomst kenden
en zwegen als bedeesd
voor uw misbaar.
Uw jaren schreden en uw
kunst verschraalde
als oude vruchten tot
een koel vernuft
wanneer uw
godenschaar van de Olympos daalde
Ter lagere vallei,
volmaakt en wuft.
Maar uwe wetenschap, een
hoge tijger,
naam hare sprong naar
verder territoor,
wat in uw taal eens
eeuwig was, wordt zwijger
en brandt voorbij
gelijk een meteoor.
Dan zinkt gij weg, ik
hoor de branding breken
tegen uw rotsen waar
haar schuim verdwaalt.
De nacht begint, de
nachtegalen smeken
binnen uw tempels,
witter dan bedauwd metaal.
Anton van Wilderode, classicus en priester-dichter van fijnbesnaarde, klassieke gedichten, was bij leven een veel gelezen en populair Vlaams-katholiek dichter. Zijn religieuze overtuiging en zijn Vlaams-nationale gevoelens lagen bij vrijzinnigen en uiteraard ook ter linkerzijde aan de basis van negativiteit en vooringenomen kritiek. Intolerant, kortzichtig en zeer ten onrechte.
Van Wilderode betuigt in dit hiëratisch poëem eer aan Hellas, een van de bronnen van onze Europese Beschaving. Ik genoot het privilegie (eerder toevallig) een Grieks-Latijnse opvoeding te mogen genieten. Het Oude Griekenland en zijn taal hebben mij sedertdien niet meer verlaten. Telkens ik deze verzen uit mijn geheugenpaleis opdelf, betaal ik hen een deeltje van een intellectuele schuld af, die wel nooit gedelgd zal worden.
In bijlage: het gedicht 'rechterhand' van van Wilderode, voorgedragen door acteur en voordrachtkunstenaar Gerard Vermeersch (1923-1974).
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=UzX8oeUuJd8
29-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
27-05-2015 |
Sluiterklik... |
Boelat Okoedzjava (1929-1997)
ПРИЕЗЖАЯ СЕМЬЯ ФОТОГРАФИРУЕТСЯ У ПАМЯТНИКА ПУШКИНУ
На фоне Пушкина снимается семейство.
Фотограф щелкает, и птичка вылетает.
Фогограф щелкает,
но вот
что интересно:
на фоне Пушкина!
И
птичка вылетает.
Все счеты кончены, и кончены все споры.
Тверская улица течет,
куда не знает.
Какие женщины на нас кидают взоры
И улыбаются...
И птичка вылетает.
На фоне Пушкина снимается семейсво.
Как обаятельны
(для тех,
кто понимает)
все наши глупости и мелкие злодейсва
на фоне Пушкина!
И
птичка вылетает.
Мы будем
счастливы
(благодарнье снимку!).
Пуст жиснь короткая проносится и тает.
На веки
вечные мы все теперь в обнимку
на фоне Пушкина!
И птичка вылетает
1970
Een familie op wandel
laat zich fotograferen
voor een standbeeld van Puschkin
Puchkin op de
achtergrond, een familiefoto wordt gemaakt.
De fotograaf drukt af
en een vogeltje vliegt weg.
De
fotograaf drukt af.
Merkwaardig toch: Puschkin
als achtergrond.
En een vogeltje vliegt weg.
Alle rekeningen zijn
vereffend, alle twisten bijgelegd.
De Tvesrkaja straat vervolgt
zijn weg,
Weet niet
waarheen.
Enkele vrouwen werpen
een blik op ons
en glimlachen
En het
vogeltje vliegt weg.
Een familiefoto met
Puschkin als achtergond.
Hoe futiel (voor hen
die begrijpen),
Al onze dommigheden en
kleine vergrijpen
Met Puschkin als
achtergrond!.
En het vogeltje vlieg weg!
Voortaan zullen we
gelukkig zijn
(dankjewel foto!)
Het korte leven neemt zijn loop en smelt weg
Voor altijd verenigd
op een foto,
Met Puschkin als
achtergrond.
En het vogeltje
vliegt weg!.
© W. Schuermans
De dichter-zanger
schreef dit gedicht in 1970. Er zat toen nog helemaal geen roest op het IJjzeren
Gordijn. In zijn teksten en liedjes uitte hij verholen (het kon niet anders) op
de sovjetmaatschappij. Dat maakte hem in de Sovjetunie bijzonder populair. In
het westen was hij zo goed als onbekend. Youtube bracht daar verandering in.
Okoedjzava mijmert bij een foto over wat ooit
was en voorbij is. Dit gedicht is voor
mij een muzikaal-poëtische herinnering aan een stralende zomerdag in augustus
1995, de huwelijksdag van mijn enige dochter, toen ook een wegvliegend vogeltje... Ik beluisterde het liedje in die dagen vaak: voor mij en mijn ega resoneerden tekst
en muziek wonderwel met de verwarde gevoelens die ons toen bewoonden.
In bijlage:
1 Recente interpretatie van dit lied door Janna Bigevskaja
2 De oorspronkelijke versie van Boelat Okoedzjava Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=llzTo-uCLsU http://www.youtube.com/watch?v=qSj05XJsyyU
27-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:09 Russische dichters
|
 |
26-05-2015 |
Thuis |
Sonnet
Joachim du Bellay
(1522-1560)
Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage,
Ou comme cestuy-là
qui conquit la toison,
Et puis est retourné,
plein dusage et raison,
Vivre entre ses
parents le reste de son âge!
Quand reverrai-je,
hélas! De mon petit village
Fumer la cheminée, et
en quelle saison
Reverrai-je le clos
de ma pauvre maison,
Qui m est une
province et beaucoup davantage?
Plus me plaît le
séjour quont bâti mes aïeux,
Que des palais
Romains le front audacieux:
Plus que le marbre
dur me plâit l ardoise fine,
Plus mon Loire Gaulois que le Tibre Latin,
Plus mon petit Liré
que le mont Palatin,
Plus que lair marin la douceur Angevine.
Gelukkig, wie als
Ulysses jaren zwierf,
Of zoals de held die
won het Gulden Vlies,
En dan huiswaarts keert,
wel ervaren en wijs,
Om met verwanten de rest van het leven te slijten.
Wanneer zal ik, helaas! hoog boven de huisjes
Van mijn dorpje weer rook zien kringelen?
En wanneer keert de tijd dat
ik eindelijk nog eens
Mijn ommuurde povere stulp zal kunnen zien,
Mij meer nog waard dan een
hele provincie?
De simpele woonstee gebouwd door mijn geslacht,
Is mij veel liever dan een pronkerig Romeins paleis,
Meer dan van marmer hou ik van fijne grijze lei,
Meer min ik mijn
Gallische Loire dan de Latijnse Tiber,
Meer mijn kleine Liré
dan de Palatijnse heuvel,
Meer dan van zilte zeelucht hou ik van het zoet' Anjou.
© W. Schuermans
bijlage: Heureux qui comme Ulysse - gezongen interpretatie
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=fzvQXT2DQ-0
26-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:03 Douce France
|
 |
25-05-2015 |
Maning |
Wandrers
Nachtlied
J.W. Goethe
Über allen Gipfeln
Ist Ruh,
In allen Wipfeln
Spürest du
Kaum einen Hauch;
Die Vögelein
schweigen im Walde
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
Over alle bergtoppen
Waart rust,
In alle boomkruinen,
Speur je
Amper een zucht;
De vogeltjes zwijgen
in t woud
Wacht even, spoedig
Rust ook jij.
© W. Schuermans
Net als vele anderen gedichten van Goethe, is ook dit gedicht getoonzet door Schubert. Dat Schubert gebruik maakte van zijn teksten viel bij Goethe
niet in goede aarde. Hij had er zijn redenen voor. Maar: dank zij Schuberts
muziek klinken nu Goethe-gedichten vrijwel in alle landen van de wereld.
Dit wondermooie
Goethe-vers zit al decennia in mijn koker en het vergt weinig geheugenrevisie,
wat ik van de meeste van mijn gedichten niet zeggen kan. Wandrers Nachtlied is ook een maan-dicht: de rust die 's avonds de natuur overvalt is voor de wandelaar een voorafschaduwing van 'the big sleep' die onvermijdelijk ook op komst is en nooit ver weg... Ik denk eraan als ik het gedicht reciteer.
Het gedicht dooft uit
als een kaars of beter, met een zucht.
In bijlage:
1 Schuberts Wandrers Nachtlied - door Matthias Goerne
2 Schuberts Wanderes Nachtlied door Wanders Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=5gl4hV5b1U0 http://www.youtube.com/watch?v=vpnmpIh3FaA
25-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
24-05-2015 |
Levensles van een Romeinse fontein |
Der römischen Brunnen
Conrad Ferdinand Meyer (1825-1898)
Aufsteigt der Strahl
und fallend giesst
Er voll Der Marmorschale Rund
Die sich verschleiernd
überfliesst
In einer zweiten Schale
Grund;
Die zweite gibt, sie
wird zu reich,
Der dritten wallend
ihren Flut,
Und jede nimmt und
gibt zugleich
Und strömt und ruht.
Romeinse fontein
Omhoog spuit de straal
en vult
Vallend de ronde
marmerschaal,
die versluierend
overstroomt
in het bekken van een
tweede schaal;
De tweede geeft, ze wordt
te rijk,
een derde golvend haar
vloed,
elk bekken neemt zowel
als geeft
en stroomt en rust
© W. Schuermans
Conrad Ferdinand Meyer
De dichter heeft het
in dit gedicht over geven en nemen. Een stelregel waarmee we door het leven
moeten. Door dit gedicht is die veilig opgeborgen in mijn geheugen.
Bijlage: Der römische Brunnen - C.F. Meyer Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=CJchtZFg5tA
24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
|
Kerkhofbloemen |
Quando cadran le foglie
Olindo
Guerrini (Lorenzo Stecchetti, 1845-1916)
Quando cadran le foglie e tu verrai
A cercar la mia croce in camposanto,
In un cantuccio la ritroverai
E molti
fior le saran nato accanto.
Cógli allora pe tuoi biondi capelli
I fiori nato dal mio cor. Son quelli
I canti che pensai ma che non scrissi,
Le
parole d amor che non ti dissi.
Wanneer de blaren vallen zal je komen
Zoeken
naar mijn kerkhofkruis
In een hoekje zal je t vinden,
Met heel
wat bloemen er omheen.
Pluk
dan voor je blonde haren
Die bloemen uit mijn hart geboren,
Het zijn verzen die ik dacht maar nooit schreef,
Woorden
van liefde die ik je nooit zei.
© W. Schuermans
Het bezoeken van het
graf van een geliefde is een daad van piëteit en biedt gelegenheid tot bezinning. Ik klik dit mooie gedicht vast in mijn geheugen, om er mij aan te herinneren dat liefde wordt bedreven én gezegd.
24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:06 In het land van Dante
|
 |
|
Verongelukt in 1624, maar niet vergeten... |
Op het verongelukken
van Doctor Roscius
Joost van den Vondel
Zijn bruid tomhelzen
in een beemd bezaaid met rozen,
Of in het zachte dons, is geen bewijs van
trouw:
Maar springende in
een meir, daar t water stremt van kou
En op de lippen
vriest, zich te vereukelozen,
Dats van twee
uitersten het uiterste gekozen:
Gelijk mijn Roscius
beklemd van druk en rouw,
In darmen houdt
gevat zijn vrucht, en waarde vrouw,
En gloeit van liefde
waar t al kil is en bevrozen.
Zij zuchtte: Och lief, ik zwijm. Ik sterf. Ik ga te grond.
Hij sprak: schep moed,
mijn troost, en ving in zijnen mond
Haar adem, en haar
ziel. Zij hemelde op zijn lippen.
Hij volgt haar bleke
schim naar t zalig Paradijs.
Vraagt iemand u naar
trouw, zo zeg: Zij vroos tot ijs,
En smolt aan geest,
en hij ging met haar adem glippen.
1624
Joost van de Vondel (1587
-1679) een van onze grootste dichters, stamde uit een Vlaamse familie, die in de 16de
eeuw uitweek naar Holland. Zijn talrijke toneelspelen, vaak met bijbelse
themas, zijn leerdichten, gelegenheidsdichten, sonnetten, vertalingen,
enz., worden helaas alleen nog maar gelezen door zonderlingen: zijn retorische stijl is menig
lezer té hoogdravend, zijn religieuze inspiratie slaat niet meer
aan. En toch: in dat omvangrijke werk
liggen parels verscholen.
Een ervan heb ik
opgeborgen in mijn geheugenpaleis. Het sonnet zingt de lof van liefde en christelijke huwelijkstrouw:
tot de dood ons scheidt. Vondels sonnet is perfect, beeldend en ritmisch-muzikaal.
In bijlage:
1 Een winterlandschap ca. 1642, geschilderd door Aert van der Neer
2 Tom Lutz (1919-2009), Nerderlands acteur, leest Kinder-lijck
3 Hommage aan Vondel
Bijlagen: Aert van der Neer. Winterlandschap met schaatsers en kolfspelers. ca.1642 (1280x674).jpg (552.9 KB) http://www.youtube.com/watch?v=HPOYypAhaCg http://www.youtube.com/watch?v=vCUa7ohRSjM
24-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
21-05-2015 |
Vereeuwigd in verzen |
Sonnet XVIII
William Shakespeare (1564-1616)
Shall I compare thee
to a summers day?
Thou art more lovely
and more temperate:
Rough winds do shake
the darling buds of May,
And summers lease hath
all too short a date;
Sometime too hot the
eye of heaven shines,
And often is his gold
complexion dimmd;
And every fair from
fair sometime declines,
By chance, or natures
changing course, untrimm'd:
But thy eternal
summer shall not fade,
Nor lose possession
of that fair thou owst;
Nor shall Death brag thou wanderst in his shade,
When in eternal lines
to time thou growst.
So long as men can breathe
or eyes can see,
So long lives this
and this gives life to thee.
Zal ik je vergelijken
met een zomerdag?
Je bent liefelijker en ook meer getemperd:
Wilde winden doorschudden tere bloesems in de mei,
En zomeren doet het nooit
erg lang,
Al te vaak vervalen gouden zonnestralen,
en al wat mooi is verliest aan glans,
Bij toeval ontsierd of gewoon door loop van de natuur;
Maar jouw eeuwige zomer
zal duren,
Jouw schoonheid zal nooit welken.
De Dood zal niet
snoeven dat je in zijn schaduw liep,
Nu eeuwige
verzen in lengte van jaren roem voor jou garen,
Zolang mensen ademhalen
of ogen kunnen schouwen,
Zolang zullen mijn
verzen je voorzien van levensbloed.
© W. Schuermans
In bijlagen een geanimeerde versie van het sonnet en moderne, zeer geslaagde muzikale interpretatie van het gedicht:
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=H-_QlzUJBbU http://www.youtube.com/watch?v=S8Osse7w9fs
21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
|
Gekooid |
Der Panther - Im Jardin des Plantes, Paris
R. M. Rilke
Sein Blick ist vom Vorübergehen
der Stäbe
so müd geworden, dass
er nichts mehr hält.
Ihm ist, als ob es
tausend Stäbe gebe
und hinter tausend Stäben
keine Welt.
Der weiche Gang
geschmeidig starker Schritte,
der sich im
allerkleinsten Kreise dreht,
ist wie ein Tanz von
Kraft um eine Mitte,
In der betäubt ein
grosser Wille steht.
Nur manchmal schiebt
der Vorhang der Pupille
sich lautloos auf Dann
geht ein Bild hinein,
geht durch der
Glieder angespannte Stille
und hört im Herzen
auf zu sein.
Zijn blik is door voorbijschuivende staven
zo mat geworden dat hij niets meer ziet.
Net alsof er duizende staven staan,
en achter die duizende geen wereld.
De weke gang met afgemeten sterke passen,
Die in het allerkleinste kringetje draait,
Lijkt op een dans van kracht rond een midden
Waar verdoofd een grote wil staat.
Af en toe schuift de huid van de pupil
geluidloos open Dan
sluipt een beeld binnen,
gaat door de leden opgespannen stilte
en houdt in het hart op te bestaan.
© W. Schuermans
In bijlage: Der Panther - R.M. Rilke (film en voordracht)
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=pFFZKG5Yq_w
21-05-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |