 |
|
 |
Een poëtisch geheugenpaleis |
Gedichten, versregels en teksten in diverse talen. Ze horen mij toe, omdat ik ze alle uit het hoofd ken. Ik zette ze blijvend bij in mijn geheugenpaleis. Samen vormen ze een geleend zelfportret.
Deze blog houdt mijn geheugenpaleis in goede conditie.
De vertalingen (geen herdichtingen) zijn van mijn hand en bedoeld als steuntje bij de lectuur van de originelen.
|
 |
20-07-2015 |
Wandelen in het woud |
Winterwald
Hans Leifhelm
Ich geh in einen
Winterwald hinein,
Der Winterwald muss
voller Wunder sein.
Die Tannen stehen
enge angeschmiegt,
Soweit das Land in
tiefer Schneelast liegt.
Und keine Spuren
gehen durch den Wald
Als vom Getier und
die verwehen bald.
Und manchmal ist ein Seufzen
in den Bäumen
Wie Kinder seufzen
unter tiefen Träumen.
Der Snee liegt weiss
so weit ich wandern will,
Da werden alle
Menschenwünsche still.
Winterwoud
Ik wandel een
winterwoud in,
Een winterwoud vol
wonderen.
De dennen neigen dichter naar
elkaar
Zolang het land zware sneeuwlast torst.
Geen ander sporen speur
je in het woud
Als dat van dieren - en die verwaaien vlug.
Soms hoor je bomen zachtjes zuchten,
Zoals kinderen zuchten
in hun slaap.
Blanke sneeuw, waar ik ook wandel,
Zuivert mij van elk
verlangen.
© W. Schuermans
Bijlage: een wandeling
in een winterwoud, vol wonderen
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=3hjaygJytzc
20-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
19-07-2015 |
Augustijn |
Tityre
Meliboeus
Tityre, tu patulae
recubans sub tegmine fagi,
Silvestrem tenui
musam meditaris avena:
Nos patriae fines et
dulcia linquimus arva;
Nos patriam fugimus:
tu, Tityre, lentus in umbra,
Formosam resonare
doces, Amaryllida silvas.
Tityrus
O, Meliboee,
deus nobis haec otia fecit.
Namque erit ille
semper deus: ilius aram
Saepe tener nostris
ab ovilibus imbuet agnus.
Ille meas errare
boves, ut cernis, et ipsum
Ludere quae vellem
calamo permisit agresti.
(
)
Tityre
Tityrus, jij ligt lui,
languit onder het bladerdak van een eik,
Op een fluit van een
cent een landwijsje te fantaseren,
Wij trokken weg uit onze
streek en verlieten onze akkers,
Wij ontvluchtten ons vaderland, jij Tityrus, ligt in de schaduw,
En laat hier het bos weerschallen van je geliefde Amaryllis.
Tityrus
Wel, Meliboeus, mijn
rust is een godsgeschenk,
Want mij zal hij
altijd een god zijn: zijn altaar zal
Altijd vereerd
worden met een van mijn lammetjes.
Mij rondhangende schaapjes hunt hij het sappige gras
En mij te spelen op mijn boerenfluit wat ik maar wil.
(
)
© W. Schuermans
Ausgustus, Princeps,
bracht na een wrede burgeroorlog (44 v.C.- 14 n.C.) vrede. Het zal een lange
vrede worden. Eenvoudige mensen (als schaapherder Tityrus) varen daar wel bij. Meliboeus is gevlucht voor
geweld in zijn vaderland. Hij merkt, met enige afgunst, het verschil en stelt
zich vagen. Anno 2015, helaas, nog altijd een bekend gegeven
Vergilius, paladijn van Augustus, Vader van
Europa (Th. Haecker), lazen we in het voorlaatste studiejaar van het Atheneum. Dat
studiejaar heette toen nog, in de humanistische traditie, Poësis omdat er vooral
dichters werden opgevoerd. Wij lazen toen, Vergilius in de klas van ene M.D,
onzaliger nagedachtenis, want een erg middelmatige leraar, die op maandagen
meer over voetbal sprak dan over Maro. Hoe dan ook, in mijn kop kreeg hij
Vergilius niet kapot.
Zoals het een Virgiliaan-bibliomaan
past, bezit ik vele Vergilius-edities: ze
reiken van de 18de eeuw tot in de 21ste. In de lessen,
als ik ze zo noemen mag, van M.D., lazen
we Vergilius in de schooleditie van S.J. Gerebaert, van het schoolboekenfonds.
Ik gebruikte stiekem mijn volwassen Teubner-editie. Die had ik voor enkele
centen opgevist in het Antiquariaat van Moorthaemers
in de Antwerpse Rubensstraat, waar ik, om busritgeld te uit te sparen, geregeld
naartoe fietste om er mijn zondagsgeld te verteren. Een tochtje vice-versa van
35 km. Dat had ik als 17-jarige graag over voor Maro.
De Vergilius, nog
altijd mijn vreugde en troost, verblijft in mijn geheugenpaleis met twee
fragmenten die ik in mijn middelbare schooltijd uit het hoofd moest leren.
Bijlage:
1 Animatiefilm: het borstbeeld van een Romeinse
efeeb draagt de beginverzen van de eerste Ekloge voor.
2 Een schitterende schoolfilm (meestal is dat
soort video's op youtube het bekijken niet waard). Geproduceerd door het Liceo Classico Eugenio Montale in Venetie. Hartverwarmend te zien, hoe
jongelui, goed begeleid, met een 2500-jarige dichter omspringen.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=acZdl2kyVnI http://www.youtube.com/watch?v=WWVRymFjYpM
19-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:13 The grandeur that was Rome
|
 |
18-07-2015 |
Sla dood! |
Muskiete-jag
A.D. Keet
Jou vabond, wag, ek
sal jou kry
Van jou sal net n
bloedkol bly
Hier op my kamermure.
Deur jou vervloekte
gonsery,
Door jouw gebijt en
plagery,
Kon ik nie slaap vir
ure.
Mag ik my voorstel,
eer ons skei
Eer jy die doodslag
van my kry-
Mijn naam is van der
Merwe.
Muskiet, wees maar
nie treurig nie,
Wees ook nie so
kieskeurig nie.
Jy moet tog ééndag
sterwe.
Verwekker van malaria,
Sing maar jou laaste
aria-
Nog één minuut vir
grasie.
Al soebat jy nou nog
solang,
Al sê jy ook: ek is nie
bang
Nooit sien jy weer
jou nasie
Hoe sedig sit hy, O,
die kreng!
Sy kinders kan maar
kranse breng,
Nóu ga die vabond sterwe
Pardoef! Dis mis! Daar
gaan hy weer!
Maar dood sal hy, sowaar,
ek sweer-
Mijn naam is van der
Merwe.
Dit is het eerste Afrikaanse
gedicht dat ik las. In de kast van mijn vader vond ik het in een helaas al te lang
zoek geraakt boek. In mijn pukkeljaren was ik een tijdlang erg begaan met de planten,
diertjes, miertjes en piertjes: terraria, aquaria, herbaria
het kon niet op. Ik
verzamelde ook insecten, die ik vakkundig ving, doodde en opzette in
insectenkastjes. Zo won ik waardering en respect voor insecten.
insecten in nood
kunnen nog altijd op mij rekenen, ook spinnen leerde ik respecteren
Voor muggen en vliegen ken ik geen genade. Nachtelijke
muggen-safaris zijn mij (nog altijd) al te vertrouwd. Dit gedicht helpt mij jachtpartijen
tot een goed einde te brengen.
Bijlage
Anneli van Rooyen
zingt Muskiete-jag
www.youtube.com/watch?v=aS2ITFHZKl4
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=aS2ITFHZKl4
18-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:02 Stem uit Zuid-Afrika
|
 |
15-07-2015 |
Nonnen en de lokroep van het vlees |
Beatrijs
v. 328-368
Dus quamen si den
telt gevaren
Smorgens aen een
foreest
Daer die voghele
hadden feest.
Si maecten soe groet
ghescal,
Datment hoerde over
al;
Elc sanc na der
naturen sine.
Daer stonden scone
bloemkine
Op dat groene velt
ontploken
Die scone waren ende
suete roken.
Die locht was claer
ende scone.
Daer stonden vele
rechte bome
Die ghelovert waren
rike.
Die ionghelinc sach
op die suverlike
Daer hi gestade minne
toe droech.
Hi seide: lief waert
u ghevoech,
Wi souden beeten ende
bloemen lesen,
Het dunct mi hier
scone wesen,
Laet ons spelen der
minnen spel.
Wat segdi, sprac
si, dorper fel,
Soudic beeten op
tvelt,
Ghelijck enen wive
die wint ghelt
Dorperlijc met haren
lichame?
Seker soe haddic
cleine scame!
Dit en ware u niet
ghesciet
Waerdi van dorpers
aerde niet!
Ic mach mi bedinken
onsochte.
Godsat hebdi diet
sochte!
Swighet meer deser
talen
Ende hoert die
voghele inden dalen
Hoe si singhen ende
hen vervroyen;
Die tijt sal u te min
vernoyen,
Alsic bi u ben al
naect
Op een bedde wel
ghemaect
Soe doet al wat u
ghenoecht
Ende dat uwer herten voeght.
Ic hebs in mijn
herten toren,
Dat ghijt mi heden
leit te voren.
Hi seide: lief, en
belghet u niet.
Het dede venus, diet
mi riet.
God gheve mi scande
ende plaghe
Ochtic u emmermeer
ghewaghe.
(...)
(
)
Ze kwamen in telgang gereden
Vroeg in de morgen aan
een bos,
Alle vogels hielden er
feest
Hun gezang schalde zo
luid,
Dat ze overal te horen
waren;
Elke vogel zong zijn
eigen lied.
Een zee van mooie bloemen
Bloeiden in een groene
wei,
Mooi waren ze en
geurig,
Geen wolkje aan de lucht,
Er stonden kaarsrechte
bomen
Rijkelijk voorzien van
lover.
De jongeling bekeek zijn frisse bruid
Die hij met oprechte
liefde beminde,
Hij sprak: Lief, als
het je zint,
We leggen ons hier, en
plukken bloemen,
Ik vind het hier betoverend
mooi
Laat ons het minnespel
spelen.
Wat hoor ik?, zei ze
,pummel!
Zal ik me in de weide
neerleggen
Als een vrouw die in
schande
Geld wint met haar lichaam?
Dan had ik wel kleine
schaamte!
Dat had je vast niet
gezegd,
Was je geen
boerenpummel!
Ik kan nog van idee
veranderen,
Dat is dan je
verdiende straf.
Zwijg liever en luister
eens
Naar de vele vogels in
het dal
Hoe ze zingen en zich
uitleven,
Je zal je des te
minder vervelen
Al ik naakt bij je neerlig
Op een wel gedekt bed.
Doe dan al wat je maar
wil
En al wat je hartje
lust.
Ik voel boosheid in
mijn hart,
Omdat je het mij nu voorstelt.
Hij zei: Lief maak je
maar niet boos
Het is de schuld van Venus;
God geve mij kommer en
kwel
Als ik het je weerom
vraag.
(
)
© W. Schuermans
Vlaamse medievisten
moesten, dat spreekt, in vorige eeuw Latijn kennen én Middelnederlands. De Nieuwe
Universiteit acht dat niet meer nodig en gooide die ballast overboord
In de
propedeuse las Neerlandicus Prof. Dr. Antonin van Elslander (RUG), een
beminnelijk man, met ons de Beatrijs, een van de hoogtepunten van de Vlaamse
Middelnederlandse literatuur. Daartoe gebruikten we een facsimile van het middeleeuwse
manuscript. Een paleografische oefening die er bovenop kwam.
Beatrijs woont al een
halve eeuw in mijn geheugenpaleis.
Bijlage: het verhaal van zuster Beatrijs, een korte animatiefilm.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=D0r6KBN0iPg
15-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
12-07-2015 |
Onderzoeksjournalistiek |
Herodotos van Halicarnassos (480-425 v.C.)
Historiën, Boek I, 1
Ηροδοτου '
Αλικαρνησσέος ἱστορíης ἀπóδεξις ἢδε, ὡς μήτε τὰ γενóμενα ἐξ ἀνθρώπων τᾦ χρóνῳ ἐξίτηλα
γένηται, μήτε ἒργα μεγάλα τε καì θωμαστά, τὰ μεν Ἔλλησι, τὰ δὲ βαρβάροισι ἀποδεχθέντα,
ἀκλεᾶ γένηται, τἀ τε ἄλλα καἱ δι ' ἣν αἰτίην ἐπολέμησαν ἀλλἡλοισι.
(
)
Dit is het verslag van het onderzoek van Herodotos van Halicarnassos, opgetekend met de bedoeling om van
vergetelheid te redden wat de mensen hebben verricht en ook om ervoor te zorgen
dat de grootse en bewonderenswaardige daden van Grieken en barbaren niet zonder
weerklank blijven en de oorzaken waarom
ze met elkaar oorlog voerden.
(
)
© W. Schuermans
Herododos van Halicarnassos
(waar zijn wieg stond) is de eerste geschiedschrijver in de Westerse Cultuur.
Hij was globetrotter, journalist en historicus in één. De Romeinse politicus en
redenaar Marcus Tullius Cicero (1ste
eeuw v. C.) noemde hem de Vader van de Geschiedenis. Herodotos Historiën
zijn na 2500 jaar nog steeds even vermakelijke als boeiende lectuur. Wie doet
hem dat na?
Het eerste
universitaire diploma dat ik behaalde was er een in de geschiedenis. Het was
o.i.v. een begeesterende leraar geschiedenis dat ik gevoelig werd voor de
verlokkingen van Clio, die goeie ouwe, soms al te gewillige Muze van de Geschiedenis.
Gratias ago, Domne
Swinnen, S.V.B.E.E.V.
Bijlage:
2 Oxford professor C. Pelling, hellenist, stelt Herodotos kort aan u
voor.
1 Voordracht van de tekst in een gereconstrueerde uitspraak van het oude Grieks. Laat de klanken op je afkomen!
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=Fkuq1MWfaWc http://www.youtube.com/watch?v=nccCi8de_Ig
12-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:12 The glory that was Greece
|
 |
08-07-2015 |
Vriend voor het leven |
Les
Essays (I,28)
Michel de Montaigne
(
)
Au demeurant, ce que
nous appelons ordinairement amis et amitiez, ce ne sont qu accoinctances et
familiaritez nouées par quelque occasion et commodité, par le moyen de laquelle
nos ames s sentretiennent. Et l
amitié de quoy je parle, elles se meslent et confondent l une et l autre d
un melange si universel quelles effacent et ne retrouvent plus la
couture qui les a jointes. Si on me
presse pourquoy je l aymois, je sens
que cela ne peut sexprmimer quen repondant: Par ce que cestoit luy, parce que cestoit
moy
(
)
Overigens, wat wij
gewoonlijk vrienden en vriendschap noemen is niet meer dan kennissen en
vertrouwdheid door een of andere toeval en
voordeel ontstaan en die een band
scheppen. De vriendschap waarover ik het hier heb, vermengt en versmelt beide
zielen zo grondig, dat ze zich
uitvlakken en de naad verdoezelen die ze bijeenbracht. Als iemand aandringt
en vraagt waarom ik van hem hield, dan
heb ik het gevoel dat het niet anders kan gezegd worden dan: Omdat hij het was,
omdat ik het was.
(
)
© W. Schuermans
Ik herinner het mij
als gebeurde het gister. Le Périgord bereizend met mijn ega (), flaneeerde ik op een zonnige voormiddag in
1989 door de oude straten van Sarlat-la-
Canéda . En bijna achteloos langs de woning van Etienne de la Boétie. Een Amerikaanse dame met een Montaigne in de hand monstert de woning.
De vriendschap tussen Etienne en Michel was mij toen nog niet bekend. Maar die
geletterde Amerikaanse dame (much obliged!) zette toen Montaigne definitief op
mijn neus. Ik moest en zou, nu per direct, van Montaigne een Pléiade editie
hebben, want er stond nog een bezoek aan zijn Tour op het reisprogramma (zie mijn vakantieschets boven). Helaas, helaas, die editie was toen in geen boekhandel in Sarlat
te vinden
.
Montaigne werd sedert dien
mijn trouwe metgezel. Hij verknoopt filosofische
levenswijsheid en Latijnse literatuur met de onvergelijkbare schoonheid van de
Franse Taal. Verdiend opgenomen in mijn Palais de Mémoire. Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=2CAZ-zu4GvY
08-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:03 Douce France
|
 |
|
Weg van Willem (2): aanmodderen |
De baggerman
Willem Elsschot
Vergeef het mij, maar k
durf u niet genaken,
daar mijn gelaat nog
glimt van t laatste ontbijt,
en gij misschien
reeds uren bezig zijt
uw duizendvierde
slootje schoon te maken.
Ik groet met diep
ontzag uw aardse banden:
uw krommen rug en
moedeloozen baard,
waarlangs de regen
naar beneden vaart,
uw dunnen benen en
uw grote handen
De koeien staken af
en toe het grazen
om op te zien met
sluwe koppigheid
en luid te loeien dat
ge een luiaard zijt,
wanneer gij rust om
even uit te blazen.
Die stomme beesten
zouden u verklikken:
pas op uw tellen dus
en schep maar raak.
Vertrouw ook niet de
raaf, dien zwarten snaak,
Die in uw slijk de wormen
op komt pikken.
Het is des Heeren wil
of t zou niet wezen,
En trouwens, man, het
slijk moet uit de sloot.
Wees dus maar stil,
ge zijt toch spoedig dood:
als gij in t water kijkt
dan kunt gij t lezen.
Rotterdam 1908
Hoofdwerkers (vaak in
witkielen) kijken nogal eens neer op handwerkers (vaak blauwkielen). Elsschot
doet dat zeker niet: als hij een baggerman bekijkt dan spreek zijn geweten. Dat
leverde ooit dit gedicht op.
Ik zette dit gedicht
bij in mijn geheugenpaleis ter ere van een dubbel paar had werkende handen, dat
mij op weg zetten naar een leven als hoofdwerker.
Bijlage: Willem Elsschot geeft een kort interview over 'Dwaallicht'
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=teiYMej1sWU
08-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
06-07-2015 |
Redskins |
The song of Hiawatha
Henry Wadsworth Longfellow
(1807-1882)
Prologue
(...)
Ye who love the
haunts of Nature,
Love the sunshine of
the meadow,
Love the shadow of
the forest,
Love the wind among
the branches,
And the rain-shower
and the snowstorm,
And the rushing of
greath rivers
Through their palisades
of pine-trees,
And the thunder in
the mountains,
Whose innumerable
echoes
Flap like eagles in
their eyries;
Listen to this wild
traditions
To this Song of
Hiawatha
(...)
(...)
Gij die houdt van tover
en natuur ,
Houdt van zonneschijn
in weide,
Houdt van de schaduwrijke
wouden,
Houdt van wind in boomgetakte,
Van regenbui én van sneeuwstorm,
Van gedruis van grote rivieren,
Tussen hoge pijnboompalissades,
Van rollende donder in
de bergen,
Met hun eindeloze weergalmen
die klappen als
arenden in hun nesten,
Beluister dan deze ongerepte
tradities,
Aanhoor dan het Lied van
Hiawatha.
(
)
© W. Schuermans
Ik groeide op met cowboys
en indianen, in de bloeiperiode van de Amerikaanse Western, in de tijd van chocoladefabrikanten die plaatjes in hun repen stopten en van 'chocolade Martougin' , die ons toen gelukkig maakte met prentjes over indianen en hun wijze van leven, in
een tijd van ware rakkers, die droomden van Winnetou, Old Shatterhand en van de
laatste der Mohicanen. De zomerdagen duurden en wij speelden hun avonturen na,
dunnetjes maar met gedragen kinderlijke ernst. Heerlijk
Het lange epische
gedicht van Longfellow herinnert mij blijvend aan de verschrikkelijke misdaden
die withuiden (nu zelf een bedreigde soort) begingen tegen roodhuiden in Noord-Amerika en hun rasgenoten in
Midden- en Zuid-Amerika. Onvergeeflijk
Bijlage:
1 Voordracht van de Prologue (volledig) met Nederlandse ondertitels
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=Yo1CafpwhNo
06-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
02-07-2015 |
Peter en zijn stad |
МЕДНЫЙ ВСАДНИК
АЛЕХАНДР ПУШКИН (1799-1837)
На берегу пустынных волн
Стоял Он, дум великих полн,
И бдаль глядел. Пред ним широко
Река неслася; бедный челн
По ней стремился одиноко.
По мшистым, топким берегам
Чернели избы здесь и там
Приют убогого чухонца;
И лес, неведомый лучам
В тумане спрятанного
солнца,
ктугом шумел.
и думал он:
Отсель грозить мы будем шведу.
Здесь будет город заложен
Назло надменному соседу.
Природой здесь нам суждено
В Европу прорубить окно,
Ногою твердой стать при море.
Сюда по новым им волнам
Все флаги в гости будут к нам,
И запируем на просторе.
(...)
De Bronzen Ruiter
Aan de oever van een woest golvenspel
Stond Hij. Vervuld van
grootse dromen,
Hij tuurde in de verte.
Aan zijn voeten
Stroomde weids de rivier;
een pover bootje
Bevocht de golfslag in
eenzame strijd.
Op bemoste en
beslijkte oevers
Vlekten hier en daar wat hutten,
Woonstee van nooddruftige
Finnen;
En het woud, onbezocht
door het
Licht van een
versluierde zon,
Ruiste, alom en alom.
En hij
dacht:
Van hieraf zullen we
de Zweed weerstaan.
Hier zullen we een
stad doen oprijzen,
Een fort tegen de
hoogmoedige buur.
Hier schonk ons de natuur een
plek om
Een venster op Europa uit te houwen,
Een vaste, onwankelbare voet aan zee.
Hierheen op nieuwe
golven, zullen
Alle wereldvlaggen bij
ons te gast zijn,
En feesten zullen we aan
de ruime kusten.
(...)
© W. Schuermans
De eerste Rus in mijn
kast was Dostojevsky. Mijn leraar geschiedenis, die graag buiten de
pedagogische lijnen kleurde en dus een echte opvoeder was, voerde deze titaan ooit eens op in de klas. Het zaad van zijn woorden viel in mijn vruchtbare grond. Eerst veel later, toen
mijn slavofilie al uit de kluiten gewassen was, kwam Alexander Poesjkin, ware
vader van de Russische literatuur, mijn leven binnengestapt. Met ettelijke strekkende
meter is die nu prominent aanwezig in mijn regalen.
Een Rus die hem niet citeren kan, is een doerak.
Bijlagen:
1 De Bronzen Ruiter: beginverzen, mooi voorgedragen in het Russisch en raak geïllustreerd met beeld en film.
2 Jongeren uit heel de wereld zingen de lof van Sint-Petersburg aan de hand van Poesjkins Bronzen Ruiter.
Bijlagen: http:// http://www.youtube.com/watch?v=3vko0q5Bxek http://www.youtube.com/watch?v=DQFCWzPeK0w
02-07-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:09 Russische dichters
|
 |
28-06-2015 |
Goddelijke Julius |
Julius Caesar
William Shakespeare (1564-1616)
Antonys oration (Act 3, sc.2)
Friends, Romans,
countrymen, lend me your ears;
I come to bury
Caesar, not to praise him.
The evil that men do
lives after them,
The good is oft
interred with their bones;
So let it be with
Caesar. The noble Brutus
Hath told you Caesar
was ambitious;
If it were so, it was
a grievous fault,
And grievously hath Caesar
answerd it.
Here, under leave of Brutus
and the rest, -
For Brutus is an honourable
man;
So are they all, all
honourable men,-
Come I to speak in Caesars
funeral.
He was my friend,
faithful and just to me:
But Brutus said he
was ambitious;
And Brutus is an honourable
man.
He hath brought many
captives home to Rome,
Whose ransoms did the
generals coffers fill:
Did this in Caesar
seems ambitious?
When that the poor
have cried, Caesar hath wept;
Ambition should be
made of sterner stuff:
Yet Brutus says he
was ambitious;
And Brutus is an
honourable man.
You all did see that
on the Lupercal
I thrice presented
him a kingly krown,
Which he did thrice
refuse: was this ambition?
Yet Brutus says he
was ambitious;
And, sure, he is an
hounourable man.
I speak not to
disprove what Brutus spoke,
But here I am to speak
what I do know.
You all did love him
once, not without cause:
What cause withholds
you than to mourn for him?
O judgement! thou art
fled to brutish beasts,
And men have lost
there reason. Bear with me;
My heart is in the
coffin there with Caesar,
And I must pause till
it come back to me
(...)
De toespraak van
Antonius
Vrienden, Romeinen,
burgers, hoor mij aan,
Begraven kom ik
Caesar, niet hem prijzen.
De kwade kanten van
een mens overleven,
Het goede gaat
gewoonlijk mee in de kist,
Zo weze het met
Caesar. De edele Brutus
Heeft u verteld dat
Caesar heerszuchtig was,
Als dat zo was,
dan was dit een vreselijke fout,
En hij betaalde er een vreselijke
prijs voor.
Hier, met instemming
van Brutus en de rest,-
Want Brutus is een
eerbaar man;
Dat zijn ze allen, allen eerbare mannen, -
Spreek ik U hier toe op
Caesars uitvaart.
Hij was een trouwe
vriend en altijd eerlijk tegen mij:
Tal van gevangenen
voerde hij naar Rome,
Hun losgeld vulde rijkelijk de
schatkist:
Lijkt dat in Caesar op
heerszucht?
Hadden de armen miserie, dan treurde Caesar;
Heerszucht is wel gemaakt uit hardere materie:
Toch zegt Brutus dat
hij heerszuchtig was;
En, zeker, Brutus is
een eerbaar man.
Iedereen zag dat ik hem
op het Lupercalfeest
Driemaal een
koningskroon aanbood,
Driemaal weigerde hij die: was dat heerszucht?
Toch beweert Brutus
dat hij heerszuchtig was;
En zeker, Brutus is
een eerbaar man.
Ik spreek hier niet om
Brutus af te keuren,
Maar ik ben hier om te
zeggen wat ik weet.
Jullie allen hielden ooit
van hem, niet zonder reden:
Is er dan een reden om
niet te rouwen?
Het geweten verschuilt zich nu in brute beesten,
En mensen hebben hun verstand
verloren. Geduld.
Mijn hart verwijlt in
de kist daar bij Caesar,
Even wachten tot het naar
me weerkeert.
(...)
© W. Schuermans
Toen de Golden Sixties hun kop aan de deur staken, bezocht ik nog het Koninklijk Atheneum in mijn vaderstad. Dat was in die dagen nog echt Koninklijk en bovenal toen ook nog een echt Atheneum, een school waar Pallas
Athena zichtbaar aanwezig was, in het
curriculum en in de persoon van een aantal bevlogen, erudiete leraren die zich
inspanden om hun pupillen humanior te
maken. In de Engelse les werd ruim
aandacht besteed aan Engelse literatuur. De dikke bloemlezing die we
gebruikten, droeg de titel Highways. Daarin
sprak ook Antonius ons toe.
Josée De Ceulaer,
eminent Timmermanskenner en publicist liet ons de toesspraak uit het hoofd leren. Ik werd overhoord en moest voor de klas in de
schoenen staan van Marcus Antonius. Een goed cijfer en een compliment voor mijn
voordracht waren mijn deel. Mijnheer de Ceulaer maakte van mij een Shakespearean.
Dankjewel Josée en het
ga je goed, daar aan de overkant!
Bijlage:
Antony's oration, vertolkt door Marlon Brando
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=7X9C55TkUP8
28-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
27-06-2015 |
Doden spoken |
The Raven
Edgar Allan Poe (1809-1849)
Once upon a midnight
dreary, while I pondered, weak and weary,
Over many a quaint
and curiuos volume of forgotten lore-
While I nodded,
nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of someone gently
rapping-rapping at my chamber door,
Tis some visitor,
I muttered, tapping at my chamber door-
Only this and nothing more.
Ah, distinctly I
remember, it was in the bleak December,
And each seperate
dying ember wrought its ghost upon the floor,
Eagerly I wished the
morrow; - vainly I had sought to borrow
From my books
surcease of sorrow - sorrow for the lost Lenore
For the rare and
radiant maiden whom the angels name Lenore -
Nameless here for evermore.
And the silken sad
uncertain rustling of each purple curtain
Thrilled me filled me
withe fantstic terrors never felt before,
So that now, to still
the beating of my heart, I stood repeating,
Tis some visitor
entreating entrance at my chamber door-
Some late visitor
entreating entrance at my chamber door; -
This it is and nothing more.
Presently my soul
grew stronger; hesitating then no longer,
Sir, said I, or
Madam, truly, your forgiveness I implore;
But the fact is I was
napping, and so gently you came rapping,
And so faintly you
came tapping tapping at my chamber door,
That I scarce was
sure I heard you here I opened wide the door:-
Darkness there
and nothing more,
Deep into that
darkness peering, long I stood there wondering, fearing
Doubting, dreaming
dreams no mortal ever dared to dream before;
But the silence was
unbroken, and the darkness gave no token,
And the only word
there spoken was the wispered word Lenore!,
Merely this and nothing more.
Back into the chamber
turning, all my soul within me burning,
Soon again I heard a
tapping, somewhat louder than before,
Surely, said I, surely
that is something at my window lattice;
Let me see, then,
what thereat is, and this mystery explore; -
Let my heart be still
a moment, and this mystery explore; -
Tis the
wind and nothing more.
Open here I flung the
shutter, when, with many a flirt and flutter,
In there stepped a
stately Raven of the saintly days of yore.
Not the least obeisance
made he; not an instant stopped or stayed he;
But, with mien of
lord or lady, perched above my chamber door -
Perched upon a bust
of Pallas just above my chamber door-
Perched, and sat, and nothing
more.
(...)
De Raaf
Op een kille, koude
middernacht, verzonken in gepeinzen moe en mat
Neuzelend in oude
merkwaardige banden vol vergeten secreten,
Knikkebollend, slapend
haast, hoorde ik plots een tokje,
Net alsof er iemand tikte-tikte
op mijn kamerdeur,
Een bezoeker mompelde ik, die aanklopt op mijn
kamerdeur,
Alleen dat, en verder niets.
O, ik herinner het
mijn nog heel precies, het was een grijzige december,
elke smeulende houtskool schreef zijn geest op de vloer,
vol ongeduld riep ik
op de morgen vergeefs zocht ik
in mijn boeken troost
voor het verlies verlies voor de
verloren Lenore,
Naamloos hierbeneden voor immer en altijd.
En het droef-onzeker
zijden geruis van elke purperen gordijn,
Deed me huiveren vulde
me met helse angst nooit eerder gevoeld,
Dan, om mijn hartenklop
te stillen al maar door herhalend,
Vast een bezoeker die aanklopt op mijn kamerdeur,
Een of andere late
bezoeker die aanklopt op mijn kamerdeur,
Dat is het, en verder niets.
Dan vatte ik meer
moed, aarzelde niet langer en zei:
Beste Heer of
Mevrouw, asjeblief, wil het mij vergeven,
Ik deed een dutje en
zo zachtjes klopte jij aan,
Zo zwakjes was je tikje,
tikkend op mijn kamerdeur,
Dat ik amper zeker was
dat ik je hoorde, wijd opende ik dan de deur: -
Duisternis
daar, niet meer dan dat.
Diep in die duisternis
starend, stond ik daar een eeuwigheid verbaasd,
Angstig en twijfelend,
dromend wat een mens nooit eerder droomde,
Niets, helemaal niets kwam
de stilte verstoren, de duisternis gaf geen teken
Het enige woord dat
viel was het gefluisterde woord Lenore!
Dat fluisterde ik, en zuchtend
zond een echo weer het woord Lenore
Dat alleen, en verder niets.
Teruggekeerd in de
kamer, mijn ziel brandend in mijn lijf,
Hoorde ik plots weer
getik, maar nu wat luider dan voordien,
Natuurlijk, zei ik,
ja natuurlijk, er scheelt iets aan mijn raamkozijn,
Even kijken wat dat
wel mag zijn, laten we vlug dit mysterie klaren; -
Toe nou, rustig maar,
laten we dit mysterie klaren; -
t Is
de wind,en verder niets.
Kribbig opende ik het
raam, toen, met veel gedoe en gefladder
Binnenstapte een
statige raaf, uit de goede dagen van weleer,
Niet de minste groet,
geen ogenblik stopte hij, hield niet in,
Maar, als was hij Lord
of Lady, vatte post boven mijn kamerdeur,
Vatte post op een
buste van Pallas, boven mijn kamerdeur,
Vatte er post, zat daar en
verder niets.
(
)
© W. Schuermans
Edgar Allan Poe is een van de (nogal talrijke) literaire
helden uit mijn jeugd. Ik maakte als schoolknaap met hem kennis via enkele Prismaboekjes: 'Fantastische Vertellingen' en 'De fantastische reis reis van Arthur Gordon Pym'. Die kon ik van mijn zakgeld makkelijk betalen en
stoffeerden toen mijn beginners-bibliotheek.
In de goede oude tijd werden in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte
van de RUG (nu UG) in de kandidaturen nog
cursussen literatuur onderwezen. En,
bovenal, door hoogleraren die hun titel waard waren. De jong gestorven, zo goed
als vergeten Herman Uyttersprot (1909 1967) was er zo een. Hij doceerde zo
begeesterend over The Raven, dat ik het gedicht (gedeeltelijk) uit het hoofd
leerde.
Dankjewel Professor!
Bijlagen:
Christopher Lee
(recent overleden) en Vincent Price waren eertijds beroemde Britse filmacteurs die van griezelfilm hun handelsmerk maakten.
Bijlagen:
1 The Raven, volledige versie, voorgedragen door Christppher Lee (met schermtekst)
2 The Raven, volledige versie, geacteerd door Vincent Price
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=ofSOul1NB8Q http://www.youtube.com/watch?v=T7zR3IDEHrM
27-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
23-06-2015 |
Weg van Willem (1) : Moeders en zonen |
Spijt
Willem Elsschot (1882-1960)
Dat in gemelijke
grillen
ik mijn dagen kon
verspillen,
dat ik haar
voorbijgegaan
of een steen daar had
gestaan.
Dat ik heel mijn
zondig leven
heb gekregen zonder
geven,
dat mij alles heeft
gesmaakt,
dat ik niets heb
uitgebraakt,
dat ik niet kan
herbeginnen
haar te dienen, haar
te minnen,
dat zij heen is en
voorbij,
bitter, bitter grieft
het mij.
Maar de jaren zijn
verstreken
en de kansen zijn
verkeken.
Moest die kist weer
opengaan
geen stuk vlees zat
er nog aan.
Priesters zalven en
beloven,
maar ik kan het niet
geloven.
Neen, er is geen
wenden aan:
als we dood zijn is t
gedaan.
Ja, gedaan. Wat helpt
mijn klagen?
Wat mijn roepen, wat
mijn vragen?
Wat ik bulder, wat ik
zweer?
De echo zendt mij
alles weer.
(
)
Willem Elsschot (ps.
Alfons de Ridder), nog altijd ongenaakbare top van onze Vlaamse literatuur,
vandaag, helaas, bezet door levende literaire doden.
In 1957 verscheen de
eerste editie van zijn Verzamelde Werken. Een literair evenement van eerste
orde. Hij stond met Tjip/De leeuwentemmer in een populaire editie in de
boekenkast van mijn vader. Ik kende hem dus. Op kerstdag 1960, nog niet
helemaal droog achter de oren, beschonk ik mezelf met de vierde druk van die Verzamelde Werken. Verslond ze in één ruk en wist meteen wat schrijven was, wat literatuur. Weg was ik van Willem: ik tekende uit pure bewondering met mijn bescheiden tekentalent een portret van deze Vlaamse Titaan (zie foto boven).
Ik leef met enkele van zijn gedichten, Spijt is er een van. Elsschotiaan voor het leven Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=SDF5pd6kARw
23-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
21-06-2015 |
Caesar & Cesar |
De Bello Gallico
Caius Julius Caesar (100-44 v.C.)
(1-4)
Gallia est omnis
divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui
ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur.
Hi omnes lingua, institutis, legibus
inter se differunt. Gallos ab Aquitanis Garumna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit. Horum omnium
fortissimi sunt Belgae, propterea quod a cultu atque humanitate provinciae
longissime absunt, minimeque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad
effeminandos animos pertinent important, proximique sunt Germanis qui trans
Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt. (
)
De Gallische Oorlog
Gallië is in zijn geheel
genomen, verdeeld in drie delen. Een deel ervan wordt bewoond door Belgen, een
ander door Aquitaniërs, en een derde door een volk dat zich Kelten noemt en in
onze taal Galliërs genoemd worden. Ze verschillen allen van elkaar door taal,
instellingen en wetten. De Galliërs worden van de Aquitaniërs gescheiden door
de Garonne rivier, van de Belgen door de Matrona en de Sequana. De Belgen * zijn
de dappersten, omdat ze het verst verwijderd zijn van de beschaving van de Provence,
omdat kooplieden bij hen niet erg vaak langs komen om er dingen te slijten
die hun strijdlust verslapt, en omdat ze het dichtst bij de Germanen wonen,
waarmee ze voortdurend oorlog voeren.
(
)
© W. Schuermans
* eilaas, eilaas, dreiwerf eilaas: niet dat synthetisch volkje dat zich nu 'Belgen' noemt...
Veertien, of daaromtrent,
was ik toen op school Cesar in mijn leven stapte. Een strenge, nogal
onberekenbare leraar Latijn, die met harde hand eindeloze reeksen Latijnse
woorden en, erger nog, Latijnse stamtijden in mijn onwillige kop heide. Cesar
las met zijn bende ook Caesar. Wie, in heel de wereld, kan zeggen dat hij aan het handje van Cesar zelf Caesars Gallische oorlog las?
De beginzinnen van de Bello
Gallico moesten we uit het hoofd leren. Beide Cesaren hebben de basis
gelegd voor mijn passie voor de SPQR (Senatus Populusque Romanus) en hun taal.
Bijlage: Caesar begint in zijn legertent aan zijn gedenkschriften... Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=DTQxQvyoi7o
21-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:13 The grandeur that was Rome
|
 |
|
Woorden |
Schrijvenderwijs
Guillaume van der Graft (1920-2010)
Schrijvenderwijs werd
ik wakker bij nacht
omdar er woorden
stonden te blaten
onder het open raam
waar ik lag
Wie had hen daar
bijeen gedreven,
was het de honger of
was het de wind?
Ze stonden in een
beginnende regen
doodstil te kleumen
op het grind.
Toen heb ik ze mee naar
binnen genomen,
de grote ruit van de
spiegel besloeg,
ik had voordien nooit
geweten hoe men
woorden halfslapend
naar binnen droeg.
Maar s morgens vroeg
toen ik ontwaakte
waren ze weg en de
deur stond los.
De zon scheen hoog en
droog, er zaten
vogels te lachen in
het bos.
Guillaume Van der
Graft (ps. Willem Barnard), dominee-dichter, schreef een bijzonder poëtisch
oeuvre bij elkaar, vol parels en
edelstenen. Zijn verzamelbundel Mythologisch (1997) staat prominent in mijn boekenkast. Zoon Benno Barnard erfde vaders literair
talent. Schrijvenderwijs verklankt het mysterie van het dichterschap.
In 1959 (of was het
1960) liet mijn leraar Nederlandse taal en literatuur, die we (met respect) de
Goudvis doopten, omwille van zijn koperrood sluiks haar, dit gedicht uit het hoofd leren.
Bijlagen: http:/www.youtube.com/watch?v=SDPXbn-qkZI
21-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
19-06-2015 |
Poesje mauw |
Oda al gato
Pablo Neruda (1904-1973)
(
)
Oh pequeño
emperador sin orbe,
conquistador sin
patria,
mínimo tigre de
salón, nupcial
sultan del cielo
de las tejas
eróticas,
el viento del amor
en la intemperie
reclamas
cuando pasas
y posas
cuatro pies delicados
en el suelo,
oliendo,
desconfiando
de todo lo terrestre,
porque todo
es inmundo
para el inmaculado
pie del gato.
(
)
Ode aan de kat
(
)
O kleine keizer zonder
rijk,
vaderlandsloze veroveraar
minieme solontijger,
huwbare
sultan van een hemel
vol dakpannen-erotiek,
snuffelend naar liefdesgeuren
in de ruigheid,
wanneer je rond sluipt
en neerzet,
vier delicate pootjes
op de grond,
rondneuzend
en wantrouwend
al wat aards is,
want alles, ja alles
is vies en vuil
voor vier onbevlekte kattenpootjes.
(
)
Er zijn vele manieren
om de mensheid te verdelen
De minst onschuldige manier, is ze in te delen in
twee groepen: een groep die van honden houdt en groep die de voorkeur geeft aan
katten. Genetische bepaling en opvoeding doen je belanden in de ene of de
andere groep.
Poezenminnaars,
waartoe ik mij reken, kijken neer op honden, door eeuwenlange domesticatie en moderne
kweekprogrammas gedegenereerde beesten, die een slavenleven leiden, ten
dienste van baasjes, die ze meestal gebruiken als soelaas voor een psychologische
probleem.Poezen zijn vrank en
vrij, verpatsen hun wil niet, doen altijd
hun zin en betuigen hun affectie als het voor ze uitkomt
In mijn geheugenpaleis
is een (klein) plekje ingeruimd voor dit hoogst aaibare beest. Een souvenir aan Catho, mijn eerste (wat valse) zwarte
kater, die meer dan eens zijn klauwen plantte in toen mijn teer kindervelletje...
Bijlagen: Onze poes en buurmans kater
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=yhvTTV8YlYY
19-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:07 Spaanse dichters
|
 |
18-06-2015 |
Voor thuisblijvers |
Namen
Adriaan Viruly (1905-1986)
O, Bosatlas, voordat
ik hier verkwijn,
doe mij vanavond aan
de Yukon zijn,
in Isfahàn, Ischl, Ithaka,
in Porto Santo en Pretoria.
Nog eens verschijnen,
voordat ik verdwijn,
bij Rutbah in de
Syrische woestijn,
in Okinawa, Oman,
Otawa,
bij Kautokeino en Kütàhya.
De mooiste woorden
staan niet in sonnetten,
de pure waarheid
staat in geen roman,-
daarvoor moet men
zich aan zijn atlas zetten.
De tros los, Bos! Zet koers op Kazachstan!
Adieu, reeds minuscule
silhouetten
van Goethe, Shakespeare,
Dante, Thomas Mann
Adriaan Viruly was een
piloot die in de militaire en burgerlijk luchtvaart werkte. Hij schreef o.a. kinderboeken, toneel en gedichten. Een
kleine dichter. Als het meezit schrijven die ook wel eens een enkel gedicht dat overblijft:
Namen is er zo een.
Ik maakte er op 4 mei
1979 kennis mee in de Standaard: ik
bezit het knipsel nog, veilig opgeborgen in mijn facsimile van de eerste editie van de Bosatlas (zie foto). Overbodig eigenlijk want het kleeft al 50 jaar aan mijn
hersens.
Bijlage:
Nederlandse dichters en schrijvers verkopen werk
van gewaardeerde collegas op de boekenweek ven 1949. In het filmpje maak je kennis met enkele literaire coryfeeën van die tijd. Viruly verkoopt een boek aan de eertijds
beroemde Nederlandse actrice Marie Dresselhuys, die hij biografeerde.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=LaA8H7KJCHQ
18-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
14-06-2015 |
Water bij de wijn |
Mosella (v. 23-30)
Decimus Magnus Ausonius (310-395)
(
)
salve, amnis, laudate
agris, laudate colonis,
dignata imperio
debent cui moenia Belgae,
amnis odorifero iuga
vitea consite Baccho,
consite gramineas,
amnis viridissime, ripas!
naviger ut pelagus,
devexas pronus in undas
ut fluvius, vitreoque
lacus imitate profundo,
et rivos trepido
potes aequiperare meatu
et liquido gelidos
fontes praecellere potu;
(
)
Ik groet je stroom,
geloofd door akkers en boeren
aan wie de Belgae de
keizerlijke muren van Trier danken.
Je flanken zijn bedekt
met geurige wijnranken,
stroom die je oevers siert
met het allergroenste gras!
Als een zee draag je
schepen, verder en verder golvend
als een stroom, even
helder ben je als een diep meer,
je lichtgolvend water roept
het beeld op van een beek
en je drijvende dronk smaakt
beter dan koel fonteinwater (
)
© W. Schuermans
Ausonius was in zijn
tijd als dichter behoorlijk populair. Toch wordt hij nu algemeen beschouwd als een
dichter van het tweede schap. Hij is mij dierbaar omwille van zijn verzen over
de Moezel, een stroom die me nauw aan het hart ligt. Daar zijn goede redenen
voor: de Moezelvallei, een millennia oud cultuurlandschap, vergast bezoekers op
uniek landschappelijk schoon en exquisiete wijnen.
Als ik naar de Moezel
trek, reist in mijn hoofd Ausonius mee.
Bijlage: wijnoogst in Cohem aan de Moezel
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=87o1K4QyCEY
14-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:13 The grandeur that was Rome
|
 |
|
Roeien in de ruimte |
The Bird
Edwin Muir
Adventurous bird walking
upon the air,
Like a schoolboy
running and loitering, leaping and springing,
Pensively pausing, suddenly changing your mind
To turn ad ease on the
heel of a wing-tip. Where
In all the crystalline
world was there to find
For your so delicate
walking and airy winging
A Floor so perfect,
so firm and so fair,
And where a ceiling
and walls so sweetly ringing,
Whenever you sing, to
your clear singing?
The wide-winged soul
itself can ask no more
Than such a pure, resilient
and endless floor
For its
strong-pinioned plunging and soaring and upward and
Upward springing.
De Vogel
Avontuurlijke vogel,
wandelend op lucht,
Net een schoolknaap: hollen
en slenteren, huppelen en springen,
Peinzen, plots van
gedachten veranderen,
Om dan met gemak op de
hiel van een vleugeltip te keren.
Waar in heel de kristallijne
wereld is er
Bodem even volmaakt, stevig
en mooi,
Waar een gewelf en
muren die even heerlijk galmen
Voor uw helder gezang,
als jij aan t zingen slaat?
De wijd-gevlerkte ziel kan zich niets beters wensen
Dan een ruimte even soepel als puur en eindeloos
Voor zijn vleugel-sterk
geduik en gezweef en opwaarts
en opwaarts geklim.
© W. Schuermans
De Schotse dichter Edwin
Muir bezingt een vogel. Ik denk dat het een leeuwerik is. Dichters hebben
gevleugelde zielen die om uit te vliegen altijd op zoek zijn naar een ideale,
sonore ruimte
Ik ben een door de
veren geverfde vogelman. Ik spreek, als Franciscus,wel eens met de merels in
mijn tuin en
altijd antwoorden ze mij, op hun manier. Dat mag in mijn paleis beloond
met een vogel-gedicht.
Bijlage: zang en vlucht van de leeuwerik
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=xOFOC8dBTDE
14-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:05 Engelse dichters
|
 |
12-06-2015 |
Mus (3) |
Die
Spatzen (fragment)
Hans Leifhelm (1891-1947)
O die Spatzen, o die
kleinen Brüderlein,
Grau und minder
sitzen sie im Sonnenschein,
Warten, wo die Dornen
aus den Hecken greifen,
Bis die heubeladnen Wagen
daran streifen,
Tragen eifrig Halm um
Halm im Schnabel fort,
Zimmern ihr Geniste
hoch am sicheren Ort.
(
)
De mussen
O, musjes, musjes, broertjes
klein,
Grijs en nederig in
zonneschijn
Wachtend, waar de
doornen dreigen
uit de heg tot
hooiwagens zich schurken,
Dragen ijverig dan halm na halmpje weg,
Timmerend, hoog en
droog, een veilig nest.
Bijlage:
Hooien met oude trekkers (video) Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=o1RIUkdJPhY
12-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:04 Süsse Sprache Deutschlands
|
 |
|
Mus (2) |
De Mus
Jan Hanlo (1912-1969)
Tjielp tsjielp
tjielp, tjielp, tsjielp
tjielp, tjielp tjielp
tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjilp tjielp tjielp
Tjielp
etc.
De modernistische
dichter Jan Hanlo was gefascineerd door klank. Die volstaat hier om een
volmaakt portret van de huismus te schetsen.
Een makkie om dit gedicht
te memoriseren: één woord in de juiste dosering per regel én de pauzes
Bijlage:
Passer domesticus (de
huismus) -video
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=yU0muolENis
12-06-2015, 00:00 geschreven door Willy Schuermans 
|
|
Categorie:01 O schone moedertaal
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |