Les
Essays (I,28)
Michel de Montaigne
(
)
Au demeurant, ce que
nous appelons ordinairement amis et amitiez, ce ne sont qu accoinctances et
familiaritez nouées par quelque occasion et commodité, par le moyen de laquelle
nos ames s sentretiennent. Et l
amitié de quoy je parle, elles se meslent et confondent l une et l autre d
un melange si universel quelles effacent et ne retrouvent plus la
couture qui les a jointes. Si on me
presse pourquoy je l aymois, je sens
que cela ne peut sexprmimer quen repondant: Par ce que cestoit luy, parce que cestoit
moy
(
)
Overigens, wat wij
gewoonlijk vrienden en vriendschap noemen is niet meer dan kennissen en
vertrouwdheid door een of andere toeval en
voordeel ontstaan en die een band
scheppen. De vriendschap waarover ik het hier heb, vermengt en versmelt beide
zielen zo grondig, dat ze zich
uitvlakken en de naad verdoezelen die ze bijeenbracht. Als iemand aandringt
en vraagt waarom ik van hem hield, dan
heb ik het gevoel dat het niet anders kan gezegd worden dan: Omdat hij het was,
omdat ik het was.
(
)
© W. Schuermans
Ik herinner het mij
als gebeurde het gister. Le Périgord bereizend met mijn ega (), flaneeerde ik op een zonnige voormiddag in
1989 door de oude straten van Sarlat-la-
Canéda . En bijna achteloos langs de woning van Etienne de la Boétie. Een Amerikaanse dame met een Montaigne in de hand monstert de woning.
De vriendschap tussen Etienne en Michel was mij toen nog niet bekend. Maar die
geletterde Amerikaanse dame (much obliged!) zette toen Montaigne definitief op
mijn neus. Ik moest en zou, nu per direct, van Montaigne een Pléiade editie
hebben, want er stond nog een bezoek aan zijn Tour op het reisprogramma (zie mijn vakantieschets boven). Helaas, helaas, die editie was toen in geen boekhandel in Sarlat
te vinden
.
Montaigne werd sedert dien
mijn trouwe metgezel. Hij verknoopt filosofische
levenswijsheid en Latijnse literatuur met de onvergelijkbare schoonheid van de
Franse Taal. Verdiend opgenomen in mijn Palais de Mémoire.
|