Lessenmarathon? Tv-serie over het schoolgebeuren? Het ene project is al ambitieuzer dan het andere, maar de vijfdes zullen nog meer dan de zesdes hun uiterste best moeten doen om nog iéts van hun project te maken.
Kwamen ze vragen of ik aan veertig leerlingen die ik nog nooit bij elkaar heb gezien wil lesgeven in het midden van de nacht? Twee keer twintig zal al meer dan genoeg zijn, zeker? Er zijn grenzen!
Soms zijn antwoorden op toetsen zo vreselijk dat je er bang van wordt. Dacht ik het kader van de periode van de romantiek wat te schetsen? Think again, van Vooren! Je vraagt een bekende componist uit de romantiek? Je krijgt Darwin, Bell en Edison! Mozart blijkt dan weer een verborgen agenda te hebben gehad: op de vraag "Noem een componist uit de Russische school?" kwam hij maar liefst twee keer uit de bus. Wedden dat die twee leerlingen naast elkaar zaten?
Op 9 mei organiseren de leerlingen van Lange Winkelstraat een tweede schoolbal. Vorige vrijdag was het de beurt aan enkele zesdes van Sint-Jan. Dat het twee aparte schoolballen zijn, is al een verhaal op zich. Dat ze er allebei nog gekomen zijn, een klein mirakel. De kelderrefter in Sint-Jan, pardon: Campus Sint-Jan, kende ik eigenlijk alleen van de eerste schooldag, toen we daar koffiekoeken kregen en met alle leerlingen van de derde graad al eens kennis konden maken. Eén keer vergaderden we er ook, vorige week maandag, de laatste vergadering voor het schoolbal zelf. Het bleek een prima locatie: ruim, sfeervol, wonderwel goed verlucht, wat niet evident is. Er waren verschillende hoeken: een hoek met zetels, een danshoek, een hoek met een pokertafel, de bar... Alles ingericht in maffiastijl: met een aantal oude foto's, een jukebox, een houten ton. De bak met lege portoflessen zetten we voor alle zekerheid toch maar weg. Het bleek een onnodige voorzorgsmaatregel. Negen uur. Officieel is de fuif nu begonnen, maar uiteraard is er nog bijna niemand. Zal er wel genoeg volk op af komen? Geraken we uit de kosten? Zal het leuk blijven? Halfelf. Tijd voor een speech, een donderspeech van meneer De Fauw, in het Italiaans, dat spreekt. Niet volledig te begrijpen, maar met wat kennis van Spaans en Frans genoeg om het leuk te vinden. De drie organisatoren, met donkere zonnebril, in hun zwarte kostuum achter Jan: het hàd echt wel iets! Dan een openingsdans en de vlam in de pijp: het dansen kon beginnen. Halfdrie. Iedereen is buiten geraakt. Zonder incidenten. Het was gezellig. Het was sfeervol. Er is gedronken. Er is gedanst. Er is zelfs winst. Moe maar tevreden een punt gezet achter dit grote project...
Wie een boek van Peter Verhelst leest, moet altijd rekening houden met zinnen, bladzijden of zelfs hoofdstukken die hij misschien niet zal begrijpen. "Memoires van een luipaard" is één van de meest toegankelijke boeken die ik van hem heb gelezen, "Tongkat" één van de minst toegankelijke. Altijd is er gelukkig die knetterende, zintuiglijke weergave van wat een vaak naamloos hoofdpersonage ervaart. Altijd zijn er sprookjes en verhalen in de buurt. Altijd zindert en vonkt en brandt de liefde in en tussen en door de letters en woorden en zinnen.
"Memoires" is een dun boekje. Dat is waarschijnlijk waarom het veel leerlingen aanspreekt. Wie het vastneemt, zal misschien even schrikken: dit is niet hoe een boek meestal aanvoelt. Ook vanbinnen is er iets vreemds aan de hand: bovenaan de bladzijden is een tweede verhaal aan de gang, zo lijkt het wel. Na het wenkbrauwen fronsen volgt snel het genieten voor wie alert blijft. Iemand, een man, kan uitzonderlijk goed tekenen. Tekent gezichten van mensen die hij tegenkomt op straat. Kerft ze in het materiaal dat hij vindt, al is het zijn eigen lichaam.
Voor de rest is de plot an sich bijna stereotiep: man ontmoet vrouw, ze worden verliefd, groeien uit elkaar (en hoe het eindigt vertel ik niet ). Zonder die vernieuwende, beeldrijke taal zou het een stationsromannetje zijn. Niets is echter minder waar. Hoewel ze af en toe een beetje op de zenuwen werken omdat het er zo overdadig veel zijn, zijn de meeste metaforen en andere stijlfiguren fris en genietbaar en doen ze verlangen naar meer meer meer.
Een paar weken geleden was er de bibdate in verband met de Inktaap in De Poort in Berchem, vandaag kwam Anne Provoost. De bibliotheek is goed op weg mijn favoriete tussenstop te worden onderweg naar huis
Leerlingen van een schrijfopleiding (wist niet dat die bestond in het middelbaar) hadden vragen voorbereid over het schrijverschap en de boeken van Anne Provoost: vrij voor de hand liggend allemaal, en alleen vragen over "Vallen", maar de schrijfster weet gelukkig zeer boeiend te vertellen en reikt, net als in haar boeken trouwens, vaak onverwachte invalshoeken aan. Zo word je ook als luisteraar aan het denken gezet over dilemma's, moedermelk, schrijversinkomens, schrijverschap en geheugen.
Vaak werden de vragen op een vriendelijke manier onderuit gehaald. Wanneer ze was begonnen met schrijven, werd "waarom veronderstellen dat ze ooit de beslissing zou genomen hebben ermee te beginnen". Dat ze er alleen mee gestopt was. Even. Toen ze achttien werd. Of eigenlijk nooit, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Na het leerlingenpanel mocht ook het publiek vragen stellen. Laat iemand uit mijn klas me nu net vanmorgen de vraag hebben gesteld wat precies het verschil is tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur. Anne Provoost leek mijn mening wat te delen dat daar geen scherp afgebakende grenslijn te trekken is. Zou ik het haar durven op de vrouw af vragen? Ja, laat ik dat maar doen... Iemand was me voor. Vroeg vanalles over jeugd- dan wel volwassenenliteratuur. Kon ik mijn vraag er toch nog op laten voortborduren? Ja, dat moest wel kunnen. Vooruit dan maar...
Opnieuw was iemand me voor. Om over iets helemaal anders te beginnen. En voor ik het goed en wel besefte, was het acht uur. Natuurlijk, ik kon nog blijven nakaarten, maar twee uur was al een hele tijd en thuis wachtte er nog een dikke stapel. Het zal dus bij een veronderstelling blijven voorlopig...
Wat herinneren studenten verpleegkunde zich nog van de uitstappen en excursies van dit schooljaar? - Het was een waterachtige bedoening daar aan zee...
Om de leerlingen al wat met elkaar in contact te brengen, hebben de Finse organiserende leerkracht en ik een discussieforum opgestart. Zo blijft het niet beperkt tot dat anderhalf uurtje discussiëren bij ons op school. Om het debat al wat op te warmen, had ik als introductie gevraagd wat ze van elkaars land denken te weten en wat ze van elkaars land willen weten. Eerste reactie: klopt het dat Finse meisjes "hot" zijn?
Geen creatieve schrijvers vandaag. Ik heb me dan ook maar wat beperkt tot het lezen van de krantenknipsels op het prikbord. Best wel grappige dingen gelezen, trouwens. Over de nieuwste Rambo, nog steeds met Sylvester Stallone.
Ik herinner me dat ik ooit "First blood" en zelfs ook het tweede deel moet gezien hebben. Een bruut die met een machinegeweer over de straten zwerft in deel één, een sluipmoordenaar die een Aziatische vijand met pijl en boog tegen een boom spijkert in het tweede deel. Het is niet mijn soort films... Maar toch: gelachen!
Zou er een verhaal in zitten voor het creatief schrijven van volgende week?
Héél veel muziek beluisterd deze vakantie, dus werd het nog eens tijd voor een iMix. Tien nummers uit de honderden die mijn gehoorgang vonden (en dat is geen evidente plaats voor een West-Vlaming ).
Een woordje uitleg bij de nummers:
1. Fake Empire: ik luister weinig naar de teksten van nummers, maar dit is er één waarvan er steeds grote flappen tekst blijven hangen. Een nummer dat in je hoofd blijft zitten, maar waarvan je het niet erg vindt.
2. Back in your head: van Tegan en Sara had ik nog niet eerder gehoord, al zijn ze blijkbaar al een tijdje bezig. Een lovende recensie en een afrekeningnotering verder kruipt dit nummer altijd maar weer "back in my head". Het thema is even universeel als onorigineel, maar het is "toch zo mooi"
3. We're gonna rise: vroeger was ik verzot op de Breeders: Last Splash, met de klassiekers Canonball en Divine Hammer en misschien nog meer van het ongrijpbare, geschifte eerste album Pod. "We're gonna rise" neem ik gewoon als een belofte ;-)
4. Chasing Pavements: Adèle komt naar Rock Werchter Het bewijst dat de wereld voor haar voeten aan het ploffen is, terecht overigens. Maar Rock Werchter? Voor die prachtige, intimistische nummers? Dat lijkt me een miscast. Wereldnummer!
5. Beep Beep Song: niet nieuw, maar nog niet zo lang geleden ontdekt. Blijkbaar komt het uit één of andere commercial, en de kids zijn er dol op. Prachtige stem, leuke nummers. Heel poppy.
6. One time: over gestruikeld tijdens het zoeken naar toepasselijke muziek voor een quiz, eerder al live gezien op Pukkelpop met de vorige zangeres en nog steeds geapprecieerd. Als iemand het album heeft liggen, mag ik het dan eens lenen?
7. I'm like the paper: nog zo'n ontdekking! Verwant aan Joanna Newsom, maar dan met een iets aangenamere stem. Heel gevarieerde, interessante folkmuziek.
8. Ocean Driver: voor het helemaal een popmix wordt, nog snel een drum 'n basenummer eraan toevoegen? Omni Trio maken in elk geval heel melodieuze en toch bijzonder aanstekelijke albums. Heerlijk voor laat op de avond, wanneer bijna iedereen al slaapt.
9. Sunrise: bij momenten heeft Yeasayer een heel alternatief geluid, wat oosters rockend, met een gezond gevoel voor humor. Dat is een beschrijving van mijn ellebogen, ingefluisterd door mijn trommelvliezen.
10. Supernatural superserious: R.E.M. voorstellen zal wel niet nodig zijn. De vorige cd was blijkbaar bij weinigen in de smaak gevallen, al hebben ze mij nooit horen klagen. Voor veel mensen is R.E.M. nog altijd de groep van Losing my religion en Everybody hurts. Naar die sound keren ze gedeeltelijk terug op Accelerate, hun nieuwe album. Een radicale ommezwaai is het niet geworden, maar een sterk album en een sterke single zeker wel.
Ik geef het toe: ik steel met mijn ogen. Wanneer iemand een boek leest dat er boeiend uitziet, dan ga ik op verkenning uit. Amélie Nothomb zat al langer opgeborgen in de hersenkwab "moet ik eens aan beginnen lezen" en "Antichrista" zag er lekker dun uit. Dat mocht ook wel eens. Dat was lang geleden. Blanche en Christa zijn twee zestienjarige meisjes die zo intelligent zijn dat ze al aan de universiteit studeren. Christa is superpopulair; Blanche is een eenzaat. Dat ze elkaar toch vinden, heeft vooral met opportunisme te maken. De opbouw van het boek is al bijzonder doordacht. Er is de symbolische lading van de namen en er is de merkwaardige pointe, maar het verhaal wordt vooral gedragen op de spitse dialogen, zowel mondeling als in de gedachten van Blanche. Bovendien worden heel wat ogenschijnlijk onbelangrijke details opgepikt en ongemerkt meegenomen naar de ontknoping. Thematisch gezien lijkt het boek vooral heel interessant voor lezers die leeftijdgenoten zijn van de twee hoofdpersonages; de afstand was minder groot geweest wanneer het verhaal was verteld vanuit het perspectief van de ouders van Blanche, maar dat zou heel wat van de drive van het verhaal hebben weggenomen, natuurlijk... Ideaal dus om op de boekenlijst bij te schrijven. Ergens op mijn boekenrek staat dat bekendere werk van Nothomb, "Met angst en beven". Laat ik dat maar al op mijn nachtkastje leggen.
Het is al een tijdje uitgelezen, maar omdat ik wil proberen over de boeken die ik las iets te publiceren: hier iets meer over "De Zahir". Heeft niets met Mobutu te maken, trouwens. "De Zahir" verhaalt de (spirituele) zoektocht van een bekende auteur naar zijn vrouw. Kernvraag van het boek is: "Hoe hou ik mijn relatie spannend?" Het is een beetje subtieler en genuanceerder dan dat, maar au fond komt het daarop neer. De schrijver en zijn vrouw Esther hebben een open relatie, gunnen elkaar alles, hebben alles wat hun hartje verlangt en blijkbaar gaat het toch nog fout... Onderweg leren we iets bij over sjamanisme en epilepsie, over migratie en Kazachstan, over de geneugten en de verplichtingen die het schrijverschap met zich meebrengt en over clochards in Parijs. Een bonte mengeling? Misschien wel. Hoewel het onderwerp me op zich wel kon boeien, was de uitwerking van het boek wat te voorspelbaar, ondanks alle vreemde nevenmotieven, en te beperkt: steeds opnieuw werd hetzelfde herhaald. Dat je daardoor een echt "zahir"-effect krijgt, kan meegenomen lijken, maar de aandacht vasthouden doet het daarmee niet. Gelukkig is het boek zo vlot geschreven dat je de herhalingen in hoog tempo voorbij raakt. Alleen had ik liever diepgaande, stevig onderbouwde non-fictieteksten gelezen over de opgesomde onderwerpen dan deze oppervlakkige en vaak zweverige vermeldingen.
Op het podium staat een jongen van zeventien of zo op een tafel. Voor hem hangt een elektriciteitskabel in de vorm van een galg. Het zag er niet bepaald naar uit dat "Thierry", gespeeld door JAN onder leiding van Ans Vroom, een vrolijk stuk werd. Een tiental leerlingen vonden het niet vervelend om bij het begin van de vakantie met Nele en mij mee naar het toneel te gaan. Ze hadden er de regen voor getrotseerd en zaten, net als wij, gebiologeerd te kijken naar een beklemmend jongerentoneelstuk. De biologische componente omvatte ook dat het podium vol stond met opgezette vogels, die één van de leerlingen bovendien kon determineren, maar iedereen heeft natuurlijk zijn dada's. Dozen stonden er ook, vol nog ingepakte spullen, zelfs twee jaar na de verhuis. Thierry's moeder is er immers nog niet in geslaagd het leven weer op te pakken. Ja, er waren wel enkele gênante pogingen, maar veel verder geraakte ze tot nu toe niet. Zelf lijkt de jongen ook moeilijk te bereiken. Er zijn enkele jongens van school die het eerst wel lijken te willen proberen, maar hem uiteindelijk als makkelijk pestslachtoffer zien omdat hij anders is. "Wat zit er in uw zakske?" is een zin die blijft hangen. Er zit een dagboek in, waarin Thierry duidelijk vertelt meer te verwachten van het leven. Dat meer had een meisje kunnen zijn dat hem duidelijk wel ziet zitten; zelf is de jongen er niet klaar voor. Hij telt maar door, terwijl rondom hem de wereld even vraagtekens zet, maar het niet aan zijn hart laat komen. Subliem theater, subliem gespeeld. En van mij mogen de leerlingen die erbij waren elke keer mee!
Je hoort het vaak zeggen wanneer rapporten worden uitgedeeld, dat het "oneerlijk" is. Vandaag had ik zelf een beetje het gevoel dat het een en ander "oneerlijk" was. Dat sommigen er slapend door walsten en voor een vak zelfs de hoogste score van de klas haalden, terwijl anderen zich te pletter moesten werken om dan net onder de vijftig procent te moeten stranden. Dat iemand vreesde door haar vader te zullen worden uitgelachen om haar slecht rapport, terwijl ze er een heel trimester voor heeft moeten knokken. Het is niet nieuw, het is van alle tijden, maar het knaagt en het jeukt en het is niet prettig.
De zenuwen gierden door de refter wanneer de eerstes binnenkwamen om naar de presentaties van de zesdes te komen luisteren. Teksten werden herhaald, de computerkabels aangesloten en de stembanden gesmeerd. We kregen colafonteinen en zinkende blikjes te zien, beelden uit de kringwinkels, jonge lammetjes en nog onbekende kunstenaars. Een vrij gevarieerd aanbod was het dus, zodat het anderhalf uur toch net voldoende afwisselend kon worden ingevuld. Wat vooral opviel was hoe moeilijk sommigen het hadden om hun ervaringen te verwoorden of ze in een degelijk taalgebruik om te zetten. Het kletterde van het dialect. Ook heel wat woorden vervlogen in de grote ruimte, omdat ze de verkeerde richting werden uitgestuurd of gewoon in de mond bleven hangen. De vijfdes, waarvan sommigen degoutant veel te laat waren komen binnendruppelen, konden alvast beginnen nadenken over mogelijke locaties waar zij in oktober hun sociaal project willen houden...
Voor hun projectweek zijn vijf zesdejaars sinds vanmorgen op literair oorlogspad in Antwerpen. Vandaag nog vooral virtueel, morgen waarschijnlijk 'in real life'. De bedoeling is een literaire fiets- of wandelzoektocht te maken die op een originele manier Antwerpen uit de boeken (in plaats van de doeken) doet. Meer dan enkele boeken aandragen hoefde ik echt niet te doen. Het was alsof ze al jaren niets anders deden: aan het bord een uitgebreide opsomming namen van dichters en schrijvers, op het projectiescherm achtereenvolgens een plattegrond van Antwerpen, foto's van stadsdelen en bi(bli)ografieën van ondermeer Paul Van Ostaijen... Ik kon met een gerust hart de stad intrekken.
(Kom ik even later toch wel Bart Moeyaert tegen op de fiets. Vreemd dat je zoveel over iemand weet en toch geen contact zoekt, maar hoe zou Bart Moeyaert mij moeten kennen? Terwijl ik meer dan tien boeken van hem gelezen heb. Zou hij weten dat ik het daarnet in de klas nog over hém had?)
Toezicht houden bij een examen waar je zelf geen jota van snapt... Het heeft iets rustgevends. Rustgevend als in: ze zullen me toch geen uitleg vragen, want ik weet er nog veel minder van dan zij. Rustgevend ook als: het is wiskunde, dus ze zijn er wel even zoet mee. Ik was er zelf ook altijd heel erg zoet mee. Veel langer dan mogelijk was, meestal. Mijn punten daarentegen waren meestal aan de lage kant en ik vrees, eerlijk gezegd, dat het voor veel van de aanwezigen niet beter zal gaan... Rustgevend vind ik ook: je hebt tijd, je hebt ruimte, het is tamelijk stil en iedereen is bezig. Dat kan af en toe eens deugddoen. Ik ben uitgerust naar huis gefietst.
... voor mij hebben de leerlingen geen examens volgende week, alleen project. Ik ben dus eens lekker lui geweest. Behalve een paar mailtjes en een paar details heb ik vooral uitgerust en wat ontspannen na een bijzonder stresserende donderdag en vrijdag...
Een recordopkomst creatieve schrijvers (schrijfsters, eigenlijk) vandaag. Voor vertrouwelijke brieven over heel serieuze onderwerpen. Hier is mijn eerste brief: (de leerlingen hebben de namen gekozen, dus die "Lize" is puur toeval)
Hi Lize
Wat rot voor je dat niemand je gelooft. Wat denken die sukkels dan? Dat jij het leuk vindt om de hele dag in bed te blijven liggen? Dat jij maar wat zit te huilen om niets? Stelletje stupido's! Ik zal ze met hun koppen tegen de muur kwakken, zodat ze wel moéten begrijpen hoe het voelt. Bah! Wat heeft Verzwammen gezegd? Heeft hij al de resultaten van de bloedonderzoeken? Je laat ze mij toch weten, hé? Ik zit hier tussen een stelletje dronkelappen op de bus. Ben nog naar het optreden van Editors geweest. Volgende keer gaan we toch weer samen, hé? Ja, ze waren op dreef, je kent ze. Zonder veel blabla, maar een show als een bliksemschicht. Zelfs een paar nieuwe nummers... Is je pa nog wat begripvol, eigenlijk? Zaterdag vond ik hem nogal bot. Of wil hij dat je kost wat kost je jaar afwerkt? Ik duim voor je, meisje. Je weet dat je op mij kunt rekenen, hé!
Liefs Marijke
Een tweede brief was nog maar net begonnen: (een brief van een grote zus)
Hey broertje
Natuurlijk is dat niet vies. Laat je gaan, jongen. Laat je leiden door je hormonen.
(wordt vervolgd...)
Ik had me wat laten leiden door de stortvloed aan inspiratie van de leerlingen.
Nee hoor, dit is geen geval van onterechte onbescheidenheid. Het genie in kwestie is een zekere Meije en "Mijn laatste dag als genie" de titel van een adolescentenroman van Tanneke Wigersma. Fay is Meijes beste vriendin. Ze is een gothic girl en wil van het leven genieten. Meije is rustiger: ze houdt van poëzie en heeft last van bloedarmoede... Het dagelijkse leven, of toch niet?
Van sommige boeken kun je de achterflap maar beter niet lezen: je kent vaak het hele verhaal al. Toch was dat bij "Mijn laatste dag" niet echt een bezwaar. Tanneke Wigersma verplaatst zich naar mijn gevoel zeer goed in de gedachten van de twee pubermeisjes, al lijkt het er af en toe een beetje te dik op te liggen. Het verhaal leest als een tgv, zelfs al wordt er in de drie hoodstukken amper van de chronologie afgeweken.
Collega's van drie en vier, dit is een aanrader voor de boekenlijsten van volgend schooljaar : dun, jong, vlot en toch met voldoende diepgang.
Ik doe het veel te weinig. Er wordt gewerkt, er wordt afgesproken, er wordt om uitleg gevraagd. Ik geef ze te weinig contractwerk in het vijfde jaar. De bedoeling: zes opdrachten uitvoeren, verspreid over vier lesuren. Wanneer? Dat bepalen de leerlingen zelf. Met wie? Dat kiezen ze zelf. Waar ze hun informatie vinden? Zoeken ze zelf uit. Sommigen onderzoeken graag de grensgebieden van nieuwe werkvormen. Meneer, vroeg iemand, kent u vogels met een kuif? Nu ben ik wel vreemde vragen gewoon, maar soms sta ik nog voor verrassingen. Op vrijdagmorgen, tijdens een les Nederlands, nog voor het negen uur is, doet een leerling van het vijfde jaar vrijwillig een beroep op mijn ornithologische kennis. En hij lijkt het nog te menen ook! In alle bescheidenheid, ik ken wel een paar dozijn vogels. Een overblijfsel van mijn stevig uit de kluiten gewassen interesse voor dieren toen ik jong was. Enfin, nog veel jonger dan nu. Een jongetje, quoi . Alleen zaten die vogels nogal vreemd geklasseerd in mijn hersenkwabben. Sommige van de meest speciale kwamen er als eerste uit. Een kasuaris, zei ik, maar eigenlijk is het meer een verharding op zijn hoofd, een soort helm. Niet goed. Een hop. Bijna uitgestorven in België. Jammer eigenlijk, want het is een heel grappige, kleurige vogel. Een parkiet uiteraard. Een secretarisvogel. Waarom ik eigenlijk niet had gedacht aan futen! In elk geval, ik had al lang lont geroken. Die nadruk op die "kuif", dat kon maar één ding betekenen: iemand had een nieuw kapsel en dat moest worden becommentarieerd. Op een originele manier, dat wel.
Willen die twee vogels hun taken op tijd klaar hebben, dan zullen ze dit weekend wat tijd moeten uittrekken voor Nederlands. Jammer, want het is de ideale periode om buiten te zijn en vogels te observeren