Wie een boek van Peter Verhelst leest, moet altijd rekening houden met zinnen, bladzijden of zelfs hoofdstukken die hij misschien niet zal begrijpen. "Memoires van een luipaard" is één van de meest toegankelijke boeken die ik van hem heb gelezen, "Tongkat" één van de minst toegankelijke. Altijd is er gelukkig die knetterende, zintuiglijke weergave van wat een vaak naamloos hoofdpersonage ervaart. Altijd zijn er sprookjes en verhalen in de buurt. Altijd zindert en vonkt en brandt de liefde in en tussen en door de letters en woorden en zinnen.
"Memoires" is een dun boekje. Dat is waarschijnlijk waarom het veel leerlingen aanspreekt. Wie het vastneemt, zal misschien even schrikken: dit is niet hoe een boek meestal aanvoelt. Ook vanbinnen is er iets vreemds aan de hand: bovenaan de bladzijden is een tweede verhaal aan de gang, zo lijkt het wel. Na het wenkbrauwen fronsen volgt snel het genieten voor wie alert blijft. Iemand, een man, kan uitzonderlijk goed tekenen. Tekent gezichten van mensen die hij tegenkomt op straat. Kerft ze in het materiaal dat hij vindt, al is het zijn eigen lichaam.
Voor de rest is de plot an sich bijna stereotiep: man ontmoet vrouw, ze worden verliefd, groeien uit elkaar (en hoe het eindigt vertel ik niet ). Zonder die vernieuwende, beeldrijke taal zou het een stationsromannetje zijn. Niets is echter minder waar. Hoewel ze af en toe een beetje op de zenuwen werken omdat het er zo overdadig veel zijn, zijn de meeste metaforen en andere stijlfiguren fris en genietbaar en doen ze verlangen naar meer meer meer.