Gratis tickets slaan we niet af, zeker niet als het in deSingel is. Het leek vreemd te moeten toegeven dat het een paar eeuwen geleden moet zijn dat ik nog eens een klassiek concert meemaakte. Vreemd ook om als één van de jongsten in de zaal te zitten: blijkbaar klopt er wel iets van het cliché dat vooral ouderen naar klassieke muziek luisteren. Het was natuurlijk ook een doordeweekse dinsdagavond, dat zal er ook voor iets tussen hebben gezeten.
Ongezellig was het dan weer allerminst. Met zowel mijn linker- als mijn rechterbuur raakte ik aan de praat en we werden het er ondermeer over eens dat de twintigste eeuw op het vlak van klassieke muziek toch grotendeels een blinde vlek blijft. Of dat terecht is? Ik hoopte er de komende twee uur een antwoord op te krijgen...
Het eerste stuk was meteen al een wat vreemdere eend in de bijt: Haydn is allesbehalve twintigste-eeuws, maar, toegegeven, in zijn Londense Symfonie zit heel wat verrassing en avontuur die niet helemaal zou misstaan hebben vorige eeuw. Vooral de laatste beweging, de pittigste, wist me te bekoren. De eerste drie waren prima om in de sfeer te komen, maar wat te onderhoudend om geconcentreerd te blijven.
Concentratie was er wel nodig bij het tweede stuk, "Nobody knows the trouble I see" van Bernd Alois Zimmermann, waarin twaalftonentechniek en jazzelementen bekvechten met een virtuoze trompet. Ik stipte het aan als mijn hoogtepunt van de avond.
Enno Poppe werkt nauw samen met het jeugdige orkest. De drie delen van zijn "Markt" waren zeker verrassend genoeg om te blijven boeien. De eerste twee klokten af op een frisse tweetal minuten. Het derde deel gaf als een estafette de melodie heel soepel door van instrumentengroep naar instrumentengroep, maar moest het door de lange afstand afleggen tegen de eerste twee. Een eindspurt met veel slagwerk wist nog een en ander goed te maken, maar helemaal verkocht ben ik niet. Mijn buur evenmin: "Ik heb een vriend die componist is en ook dit soort dingen maakt. Hij is een hele goede vriend, en daarom praten we nooit over zijn muziek: we willen vrienden blijven."
Afsluiten deed Paul Hindemiths "Mathis der Maler"-Sinfonie. Te netjes, te glad na het vitale en krachtige experimenteergeweld van de vorige twee. Opvallend was wel hoe elk instrument en elke instrumentengroep weer voluit zichzelf mochten zijn, nadat ze bij Poppe en Zimmermann soms op nogal oneigenlijke manieren waren gebruikt, bijvoorbeeld door op de celli of de contrabassen het ritme mee te tikken. Mooi was het wel, en een waardige afsluiter van een vooral interessant concert.
Mijn klas is gesplitst. Na esthetica heb ik nu ook voor Nederlands nog de helft van de leerlingen over. Dat is comfortabeler werken, natuurlijk, maar ik was eerlijk gezegd al een beetje gaan wennen aan de grote groep. Het gevoel een volle klas te hebben, dat had wel wat. Niet dat ik klaag: nu kan ik iedereen makkelijk helpen...