Ik geef het toe: ik steel met mijn ogen. Wanneer iemand een boek leest dat er boeiend uitziet, dan ga ik op verkenning uit. Amélie Nothomb zat al langer opgeborgen in de hersenkwab "moet ik eens aan beginnen lezen" en "Antichrista" zag er lekker dun uit. Dat mocht ook wel eens. Dat was lang geleden. Blanche en Christa zijn twee zestienjarige meisjes die zo intelligent zijn dat ze al aan de universiteit studeren. Christa is superpopulair; Blanche is een eenzaat. Dat ze elkaar toch vinden, heeft vooral met opportunisme te maken. De opbouw van het boek is al bijzonder doordacht. Er is de symbolische lading van de namen en er is de merkwaardige pointe, maar het verhaal wordt vooral gedragen op de spitse dialogen, zowel mondeling als in de gedachten van Blanche. Bovendien worden heel wat ogenschijnlijk onbelangrijke details opgepikt en ongemerkt meegenomen naar de ontknoping. Thematisch gezien lijkt het boek vooral heel interessant voor lezers die leeftijdgenoten zijn van de twee hoofdpersonages; de afstand was minder groot geweest wanneer het verhaal was verteld vanuit het perspectief van de ouders van Blanche, maar dat zou heel wat van de drive van het verhaal hebben weggenomen, natuurlijk... Ideaal dus om op de boekenlijst bij te schrijven. Ergens op mijn boekenrek staat dat bekendere werk van Nothomb, "Met angst en beven". Laat ik dat maar al op mijn nachtkastje leggen.
Het is al een tijdje uitgelezen, maar omdat ik wil proberen over de boeken die ik las iets te publiceren: hier iets meer over "De Zahir". Heeft niets met Mobutu te maken, trouwens. "De Zahir" verhaalt de (spirituele) zoektocht van een bekende auteur naar zijn vrouw. Kernvraag van het boek is: "Hoe hou ik mijn relatie spannend?" Het is een beetje subtieler en genuanceerder dan dat, maar au fond komt het daarop neer. De schrijver en zijn vrouw Esther hebben een open relatie, gunnen elkaar alles, hebben alles wat hun hartje verlangt en blijkbaar gaat het toch nog fout... Onderweg leren we iets bij over sjamanisme en epilepsie, over migratie en Kazachstan, over de geneugten en de verplichtingen die het schrijverschap met zich meebrengt en over clochards in Parijs. Een bonte mengeling? Misschien wel. Hoewel het onderwerp me op zich wel kon boeien, was de uitwerking van het boek wat te voorspelbaar, ondanks alle vreemde nevenmotieven, en te beperkt: steeds opnieuw werd hetzelfde herhaald. Dat je daardoor een echt "zahir"-effect krijgt, kan meegenomen lijken, maar de aandacht vasthouden doet het daarmee niet. Gelukkig is het boek zo vlot geschreven dat je de herhalingen in hoog tempo voorbij raakt. Alleen had ik liever diepgaande, stevig onderbouwde non-fictieteksten gelezen over de opgesomde onderwerpen dan deze oppervlakkige en vaak zweverige vermeldingen.
Op het podium staat een jongen van zeventien of zo op een tafel. Voor hem hangt een elektriciteitskabel in de vorm van een galg. Het zag er niet bepaald naar uit dat "Thierry", gespeeld door JAN onder leiding van Ans Vroom, een vrolijk stuk werd. Een tiental leerlingen vonden het niet vervelend om bij het begin van de vakantie met Nele en mij mee naar het toneel te gaan. Ze hadden er de regen voor getrotseerd en zaten, net als wij, gebiologeerd te kijken naar een beklemmend jongerentoneelstuk. De biologische componente omvatte ook dat het podium vol stond met opgezette vogels, die één van de leerlingen bovendien kon determineren, maar iedereen heeft natuurlijk zijn dada's. Dozen stonden er ook, vol nog ingepakte spullen, zelfs twee jaar na de verhuis. Thierry's moeder is er immers nog niet in geslaagd het leven weer op te pakken. Ja, er waren wel enkele gênante pogingen, maar veel verder geraakte ze tot nu toe niet. Zelf lijkt de jongen ook moeilijk te bereiken. Er zijn enkele jongens van school die het eerst wel lijken te willen proberen, maar hem uiteindelijk als makkelijk pestslachtoffer zien omdat hij anders is. "Wat zit er in uw zakske?" is een zin die blijft hangen. Er zit een dagboek in, waarin Thierry duidelijk vertelt meer te verwachten van het leven. Dat meer had een meisje kunnen zijn dat hem duidelijk wel ziet zitten; zelf is de jongen er niet klaar voor. Hij telt maar door, terwijl rondom hem de wereld even vraagtekens zet, maar het niet aan zijn hart laat komen. Subliem theater, subliem gespeeld. En van mij mogen de leerlingen die erbij waren elke keer mee!
Je hoort het vaak zeggen wanneer rapporten worden uitgedeeld, dat het "oneerlijk" is. Vandaag had ik zelf een beetje het gevoel dat het een en ander "oneerlijk" was. Dat sommigen er slapend door walsten en voor een vak zelfs de hoogste score van de klas haalden, terwijl anderen zich te pletter moesten werken om dan net onder de vijftig procent te moeten stranden. Dat iemand vreesde door haar vader te zullen worden uitgelachen om haar slecht rapport, terwijl ze er een heel trimester voor heeft moeten knokken. Het is niet nieuw, het is van alle tijden, maar het knaagt en het jeukt en het is niet prettig.
De zenuwen gierden door de refter wanneer de eerstes binnenkwamen om naar de presentaties van de zesdes te komen luisteren. Teksten werden herhaald, de computerkabels aangesloten en de stembanden gesmeerd. We kregen colafonteinen en zinkende blikjes te zien, beelden uit de kringwinkels, jonge lammetjes en nog onbekende kunstenaars. Een vrij gevarieerd aanbod was het dus, zodat het anderhalf uur toch net voldoende afwisselend kon worden ingevuld. Wat vooral opviel was hoe moeilijk sommigen het hadden om hun ervaringen te verwoorden of ze in een degelijk taalgebruik om te zetten. Het kletterde van het dialect. Ook heel wat woorden vervlogen in de grote ruimte, omdat ze de verkeerde richting werden uitgestuurd of gewoon in de mond bleven hangen. De vijfdes, waarvan sommigen degoutant veel te laat waren komen binnendruppelen, konden alvast beginnen nadenken over mogelijke locaties waar zij in oktober hun sociaal project willen houden...
Voor hun projectweek zijn vijf zesdejaars sinds vanmorgen op literair oorlogspad in Antwerpen. Vandaag nog vooral virtueel, morgen waarschijnlijk 'in real life'. De bedoeling is een literaire fiets- of wandelzoektocht te maken die op een originele manier Antwerpen uit de boeken (in plaats van de doeken) doet. Meer dan enkele boeken aandragen hoefde ik echt niet te doen. Het was alsof ze al jaren niets anders deden: aan het bord een uitgebreide opsomming namen van dichters en schrijvers, op het projectiescherm achtereenvolgens een plattegrond van Antwerpen, foto's van stadsdelen en bi(bli)ografieën van ondermeer Paul Van Ostaijen... Ik kon met een gerust hart de stad intrekken.
(Kom ik even later toch wel Bart Moeyaert tegen op de fiets. Vreemd dat je zoveel over iemand weet en toch geen contact zoekt, maar hoe zou Bart Moeyaert mij moeten kennen? Terwijl ik meer dan tien boeken van hem gelezen heb. Zou hij weten dat ik het daarnet in de klas nog over hém had?)
Toezicht houden bij een examen waar je zelf geen jota van snapt... Het heeft iets rustgevends. Rustgevend als in: ze zullen me toch geen uitleg vragen, want ik weet er nog veel minder van dan zij. Rustgevend ook als: het is wiskunde, dus ze zijn er wel even zoet mee. Ik was er zelf ook altijd heel erg zoet mee. Veel langer dan mogelijk was, meestal. Mijn punten daarentegen waren meestal aan de lage kant en ik vrees, eerlijk gezegd, dat het voor veel van de aanwezigen niet beter zal gaan... Rustgevend vind ik ook: je hebt tijd, je hebt ruimte, het is tamelijk stil en iedereen is bezig. Dat kan af en toe eens deugddoen. Ik ben uitgerust naar huis gefietst.
... voor mij hebben de leerlingen geen examens volgende week, alleen project. Ik ben dus eens lekker lui geweest. Behalve een paar mailtjes en een paar details heb ik vooral uitgerust en wat ontspannen na een bijzonder stresserende donderdag en vrijdag...
Een recordopkomst creatieve schrijvers (schrijfsters, eigenlijk) vandaag. Voor vertrouwelijke brieven over heel serieuze onderwerpen. Hier is mijn eerste brief: (de leerlingen hebben de namen gekozen, dus die "Lize" is puur toeval)
Hi Lize
Wat rot voor je dat niemand je gelooft. Wat denken die sukkels dan? Dat jij het leuk vindt om de hele dag in bed te blijven liggen? Dat jij maar wat zit te huilen om niets? Stelletje stupido's! Ik zal ze met hun koppen tegen de muur kwakken, zodat ze wel moéten begrijpen hoe het voelt. Bah! Wat heeft Verzwammen gezegd? Heeft hij al de resultaten van de bloedonderzoeken? Je laat ze mij toch weten, hé? Ik zit hier tussen een stelletje dronkelappen op de bus. Ben nog naar het optreden van Editors geweest. Volgende keer gaan we toch weer samen, hé? Ja, ze waren op dreef, je kent ze. Zonder veel blabla, maar een show als een bliksemschicht. Zelfs een paar nieuwe nummers... Is je pa nog wat begripvol, eigenlijk? Zaterdag vond ik hem nogal bot. Of wil hij dat je kost wat kost je jaar afwerkt? Ik duim voor je, meisje. Je weet dat je op mij kunt rekenen, hé!
Liefs Marijke
Een tweede brief was nog maar net begonnen: (een brief van een grote zus)
Hey broertje
Natuurlijk is dat niet vies. Laat je gaan, jongen. Laat je leiden door je hormonen.
(wordt vervolgd...)
Ik had me wat laten leiden door de stortvloed aan inspiratie van de leerlingen.
Nee hoor, dit is geen geval van onterechte onbescheidenheid. Het genie in kwestie is een zekere Meije en "Mijn laatste dag als genie" de titel van een adolescentenroman van Tanneke Wigersma. Fay is Meijes beste vriendin. Ze is een gothic girl en wil van het leven genieten. Meije is rustiger: ze houdt van poëzie en heeft last van bloedarmoede... Het dagelijkse leven, of toch niet?
Van sommige boeken kun je de achterflap maar beter niet lezen: je kent vaak het hele verhaal al. Toch was dat bij "Mijn laatste dag" niet echt een bezwaar. Tanneke Wigersma verplaatst zich naar mijn gevoel zeer goed in de gedachten van de twee pubermeisjes, al lijkt het er af en toe een beetje te dik op te liggen. Het verhaal leest als een tgv, zelfs al wordt er in de drie hoodstukken amper van de chronologie afgeweken.
Collega's van drie en vier, dit is een aanrader voor de boekenlijsten van volgend schooljaar : dun, jong, vlot en toch met voldoende diepgang.
Ik doe het veel te weinig. Er wordt gewerkt, er wordt afgesproken, er wordt om uitleg gevraagd. Ik geef ze te weinig contractwerk in het vijfde jaar. De bedoeling: zes opdrachten uitvoeren, verspreid over vier lesuren. Wanneer? Dat bepalen de leerlingen zelf. Met wie? Dat kiezen ze zelf. Waar ze hun informatie vinden? Zoeken ze zelf uit. Sommigen onderzoeken graag de grensgebieden van nieuwe werkvormen. Meneer, vroeg iemand, kent u vogels met een kuif? Nu ben ik wel vreemde vragen gewoon, maar soms sta ik nog voor verrassingen. Op vrijdagmorgen, tijdens een les Nederlands, nog voor het negen uur is, doet een leerling van het vijfde jaar vrijwillig een beroep op mijn ornithologische kennis. En hij lijkt het nog te menen ook! In alle bescheidenheid, ik ken wel een paar dozijn vogels. Een overblijfsel van mijn stevig uit de kluiten gewassen interesse voor dieren toen ik jong was. Enfin, nog veel jonger dan nu. Een jongetje, quoi . Alleen zaten die vogels nogal vreemd geklasseerd in mijn hersenkwabben. Sommige van de meest speciale kwamen er als eerste uit. Een kasuaris, zei ik, maar eigenlijk is het meer een verharding op zijn hoofd, een soort helm. Niet goed. Een hop. Bijna uitgestorven in België. Jammer eigenlijk, want het is een heel grappige, kleurige vogel. Een parkiet uiteraard. Een secretarisvogel. Waarom ik eigenlijk niet had gedacht aan futen! In elk geval, ik had al lang lont geroken. Die nadruk op die "kuif", dat kon maar één ding betekenen: iemand had een nieuw kapsel en dat moest worden becommentarieerd. Op een originele manier, dat wel.
Willen die twee vogels hun taken op tijd klaar hebben, dan zullen ze dit weekend wat tijd moeten uittrekken voor Nederlands. Jammer, want het is de ideale periode om buiten te zijn en vogels te observeren
Soms krijg je heel nuchtere antwoorden op moeilijke vragen. - Hoe kwamen de mensen uit de prehistorie op het idee om met honderden mensen samen een cirkel van megalieten te bouwen? - Omdat ze nog geen tv hadden!
Veel kennen Gorki alleen van "Mia" en van "Lieve kleine piranha". Dat zanger en podiumbeest Luc De Vos ook anekdotische verhalen schrijft, weten heel wat minder mensen.
Eén van die bundels herlas ik de voorbije avonden voor het slapengaan: "De volksmacht". De Vos vertelt erin over zijn optredens, over Frans de melkboer, over Harry Mulisch, over hoe je mosselen klaarmaakt, over zijn tijd in het leger, over vanalles en nog wat... In typische Vossestijl: een beetje overdreven, altijd relativerend en luchtig en altijd met een zeer nuchtere kijk op de dingen des levens.
Een citaat? Een citaat: "Ik heb veertien dagen geleden een lijn speed gesnoven. Maar die werkte niet. Ik had die avond al een hele fles champagne leeggedronken." Waarna hij beweert dat alleen alcohol een effect heeft op zijn functioneren. Of nog: "Ik heb altijd moeten lachen om die mop van die man die bij een psychiater loopt en zegt: 'Dokter, ik droom elke nacht dat ik een lekker geile vrouwspersoon bespring en er de liefde mee bedrijf.' 'Ik weet wat uw probleem is,' zegt de dokter, 'u hebt vreselijk veel zin om een keer met een trein door een donkere tunnel te rijden.'
Dat soort ongein, afgewisseld met wat meer filosofische bedenkingen... Ik moest nog maar eens een van mijn Gorki-cd's opzetten.
Boekenzoeker heeft de longlist bekend gemaakt van de mooiste kinderboeken allertijden. Onbegonnen werk, natuurlijk, en alles moet in lijstjes tegenwoordig, maar het is leuk en het roept herinneringen op aan heel wat geweldige verhalen van lang (of niet zo heel lang) geleden.
Mijn mooiste kinderboek allertijden? Eigenlijk was mijn keuze heel snel gemaakt:
Voor de GVR las ik bijna uitsluitend stripverhalen. Ik herinner me nog dat ik erg ontgoocheld was toen ik het boek kreeg... tot ik het begon te lezen. Ik werd volledig meegesleept door de spannende avonturen van weeskind Sofie die uit haar bed werd gelicht en meegenomen werd door een gigantische reus, die eigenlijk een lilliputter reus bleek te zijn.
Ook de fantasierijke vondsten zijn me altijd bijgebleven: de snoskommers, de dromenvangst, de knotsgekke namen van de reuzen...
Die bizarre mengeling van griezelig en grappig en zelfs filosofisch heb ik niet vaak meer in boeken aangetroffen.
Opgave: maak een zin waarin je het woord "hommeles" correct gebruikt. De betekenis van het woord moet af te leiden zijn uit je zin. Mogelijke (correcte) oplossing: Het was duidelijk hommeles in het café: de eerste glazen en stoelen vlogen al door de ramen naar buiten. (Er was ruzie.) Antwoord van een leerling: Hij is zijn huis kwijtgeraakt en woont op straat; hij is een jongen die homeless is...
Eén van de vreemde gevolgen van het modulair systeem: vandaag had ik mijn allereerste les in VB1. Sommige leerlingen kende ik al van een vorige module, maar meer dan de helft was nieuw. Een nieuwe klas, begin maart. Het voelt surrealistisch...
Kun je leerlingen verplichten om op hun vrije dag naar een literaire happening te komen kijken? Zelfs al hebben ze enkele maanden met de drie genomineerde boeken gewerkt, verslagen gemaakt, gedebatteerd met medeleerlingen, zijn gaan bibdaten? Dat kun je niet.
Mag je hopen dat sommige van die leerlingen dan toch een beetje willen weten wie de winnaar wordt van de Inktaapprijs? Wat Dimitri Verhulst en Hans Münstermann zelf over hun boeken te vertellen hebben? (Arnon Grunberg kon er niet bij zijn: hij verblijft in New York.) Je mag dat hopen natuurlijk, maar dan moet je het erbij nemen dat je een halfuur alleen in de inkomhal van deSingel staat, enquêtes in de hand. Wat de leerlingen ervan vonden. Of ze nog suggesties hadden voor de organisatoren. Of ze het contact met leerlingen uit Nederland en Suriname boeiend vonden...
Soms is leraar zijn je idealen laten slopen en hopen dat er nog genoeg overblijven voor weer een nieuw schooljaar.
Of ik dan geweest ben? Nee. Al heb ik getwijfeld. Had ik zin om zelf met al die enthousiaste mensen die in bussen toekwamen te gaan praten. Heb ik even enkele seconden genoten van die vragende blik in de ogen van de kunststudenten. O ja, er was een literaire happening. Kwam Marc De Bel? Nee, het ging niet over jeugdboeken. Tirza? Heb ik nog niet gelezen. Moet ik eens doen!
Toen ik buiten ging, kwam een leraar op me af. Waar ze moesten zijn voor de slotdag van de Inktaap... Misschien had ik gewoon met de man en zijn klas mee binnen moeten gaan en me laten onderdompelen door wat er op het programma stond.
Soms is geen verplichtingen echt niet leuk.
(in een kleiner lettertype omdat ik toch wel een beetje beschaamd aan de balie stond, ook al valt niemand iets te verwijten)
Koen Peeters' Grote Europese Roman doet watertanden om op reis te gaan. Of dat meteen ook de bedoeling was, is niet meteen duidelijk. Robin gaat in opdracht van zijn baas Theo op zakenreis naar enkele hoofdsteden van Europa. Onderweg maakt hij notities, want hij wil de Europeanen leren kennen. Lijkt me een prima aanvulling bij het bezoek van de Finse school Af en toe wordt de chronologie doorbroken met flarden uit het leven van Theo die moeten aantonen dat de geslaagde zakenman meer en meer moet vechten tegen de demonen uit zijn verleden. Robin daarentegen lijkt het prima te gaan. Hij ontpopt zich tot een bijzonder succesvolle handelsreiziger met een grote interesse in lijstjes, Europese hoofdsteden en aantrekkelijke dames. Wie vooral van spannende boeken houdt, loopt best met een grote boog om de Grote Europese Roman heen. Wie houdt van subtiliteit en poëtisch taalgebruik komt veel meer aan zijn trekken. Soms ligt het er een beetje te dik op: dood-skopje voelde ik al komen aankruipen en zo waren er nog een paar woordspelingen of verwijzingen die niet expliciet hoefden te worden gemaakt. Dat het schriftje zou uitgroeien tot het boek, was ook al vrij vroeg duidelijk. Op andere momenten blijf je dan weer op je honger zitten. Zo is de relatie tussen Robin, Esther (toepasselijke naam, trouwens) en Astrid naar mijn gevoel nog wat te weinig uitgewerkt, en mochten er een paar steden uitgebreider aan bod komen. Toch was het een merkwaardig, gelaagd en geslaagd boek. Niet meteen geschikt om op leeslijsten te zetten, daarvoor verwachten leerlingen teveel een klassieke opbouw, maar zeer genietbaar en geschikt om geregeld opnieuw te lezen.
Zo zijn ze wel, dat klasje van mij: ze komen geregeld met iets nieuws op de proppen. Vervelen zich voor de rest op school, want er gebeurt nooit iets. Enfin, vrijdag na de middag gebeurde er wel iets. Het was zelfs grappig. Projectwerking is niet iedereen gegeven in vijf en zes. Niet alleen de mensen van "Lang zullen ze lezen" zijn aan hun derde projectpoging bezig, ook in vijf is er zo'n groep. Anderhalve schoolkrant en een paar blijkbaar snel weer afgeveegde gedichten voor de dag van de poëzie en heel veel fantasie leidden tot het opstarten van een humoristische serie over het schoolleven. Nu heb ik al voor minder mijn hart vastgehouden en na het lezen van de eerste scenario's voelde ik er veel voor om alles maar meteen weer af te blazen. Vrijdagmiddag werd er voor het eerst gefilmd. Er was een camera, er was een statief, er was kostumering en er waren rekwisieten. Het script, dat was thuis blijven liggen, maar gelukkig wisten de meesten nog tamelijk goed wat er moest gebeuren. De kelderrefter konden we niet gebruiken, vertelden twee kinderen van de lagere school ons. Daar zouden zij schilderen. De refter op de eerste verdieping was evenmin beschikbaar. Gelukkig was er nog de refter op de gelijkvloerse verdieping... Met zo'n project leer ik ineens de hele school kennen Twee grote soeplepels hadden ze nog nodig, een extra stoel om wat groter te lijken, en lef. Met verbazingwekkend veel mimiek en gestiek, met een meeslepend enthousiasme en een stalen gezicht voor de absurdste situaties wisten ze me langzamerhand te overtuigen. Misschien wordt dit wél een geslaagd project?