Ik doe het veel te weinig. Er wordt gewerkt, er wordt afgesproken, er wordt om uitleg gevraagd. Ik geef ze te weinig contractwerk in het vijfde jaar. De bedoeling: zes opdrachten uitvoeren, verspreid over vier lesuren. Wanneer? Dat bepalen de leerlingen zelf. Met wie? Dat kiezen ze zelf. Waar ze hun informatie vinden? Zoeken ze zelf uit. Sommigen onderzoeken graag de grensgebieden van nieuwe werkvormen. Meneer, vroeg iemand, kent u vogels met een kuif? Nu ben ik wel vreemde vragen gewoon, maar soms sta ik nog voor verrassingen. Op vrijdagmorgen, tijdens een les Nederlands, nog voor het negen uur is, doet een leerling van het vijfde jaar vrijwillig een beroep op mijn ornithologische kennis. En hij lijkt het nog te menen ook! In alle bescheidenheid, ik ken wel een paar dozijn vogels. Een overblijfsel van mijn stevig uit de kluiten gewassen interesse voor dieren toen ik jong was. Enfin, nog veel jonger dan nu. Een jongetje, quoi . Alleen zaten die vogels nogal vreemd geklasseerd in mijn hersenkwabben. Sommige van de meest speciale kwamen er als eerste uit. Een kasuaris, zei ik, maar eigenlijk is het meer een verharding op zijn hoofd, een soort helm. Niet goed. Een hop. Bijna uitgestorven in België. Jammer eigenlijk, want het is een heel grappige, kleurige vogel. Een parkiet uiteraard. Een secretarisvogel. Waarom ik eigenlijk niet had gedacht aan futen! In elk geval, ik had al lang lont geroken. Die nadruk op die "kuif", dat kon maar één ding betekenen: iemand had een nieuw kapsel en dat moest worden becommentarieerd. Op een originele manier, dat wel.
Willen die twee vogels hun taken op tijd klaar hebben, dan zullen ze dit weekend wat tijd moeten uittrekken voor Nederlands. Jammer, want het is de ideale periode om buiten te zijn en vogels te observeren
Soms krijg je heel nuchtere antwoorden op moeilijke vragen. - Hoe kwamen de mensen uit de prehistorie op het idee om met honderden mensen samen een cirkel van megalieten te bouwen? - Omdat ze nog geen tv hadden!
Veel kennen Gorki alleen van "Mia" en van "Lieve kleine piranha". Dat zanger en podiumbeest Luc De Vos ook anekdotische verhalen schrijft, weten heel wat minder mensen.
Eén van die bundels herlas ik de voorbije avonden voor het slapengaan: "De volksmacht". De Vos vertelt erin over zijn optredens, over Frans de melkboer, over Harry Mulisch, over hoe je mosselen klaarmaakt, over zijn tijd in het leger, over vanalles en nog wat... In typische Vossestijl: een beetje overdreven, altijd relativerend en luchtig en altijd met een zeer nuchtere kijk op de dingen des levens.
Een citaat? Een citaat: "Ik heb veertien dagen geleden een lijn speed gesnoven. Maar die werkte niet. Ik had die avond al een hele fles champagne leeggedronken." Waarna hij beweert dat alleen alcohol een effect heeft op zijn functioneren. Of nog: "Ik heb altijd moeten lachen om die mop van die man die bij een psychiater loopt en zegt: 'Dokter, ik droom elke nacht dat ik een lekker geile vrouwspersoon bespring en er de liefde mee bedrijf.' 'Ik weet wat uw probleem is,' zegt de dokter, 'u hebt vreselijk veel zin om een keer met een trein door een donkere tunnel te rijden.'
Dat soort ongein, afgewisseld met wat meer filosofische bedenkingen... Ik moest nog maar eens een van mijn Gorki-cd's opzetten.
Boekenzoeker heeft de longlist bekend gemaakt van de mooiste kinderboeken allertijden. Onbegonnen werk, natuurlijk, en alles moet in lijstjes tegenwoordig, maar het is leuk en het roept herinneringen op aan heel wat geweldige verhalen van lang (of niet zo heel lang) geleden.
Mijn mooiste kinderboek allertijden? Eigenlijk was mijn keuze heel snel gemaakt:
Voor de GVR las ik bijna uitsluitend stripverhalen. Ik herinner me nog dat ik erg ontgoocheld was toen ik het boek kreeg... tot ik het begon te lezen. Ik werd volledig meegesleept door de spannende avonturen van weeskind Sofie die uit haar bed werd gelicht en meegenomen werd door een gigantische reus, die eigenlijk een lilliputter reus bleek te zijn.
Ook de fantasierijke vondsten zijn me altijd bijgebleven: de snoskommers, de dromenvangst, de knotsgekke namen van de reuzen...
Die bizarre mengeling van griezelig en grappig en zelfs filosofisch heb ik niet vaak meer in boeken aangetroffen.
Opgave: maak een zin waarin je het woord "hommeles" correct gebruikt. De betekenis van het woord moet af te leiden zijn uit je zin. Mogelijke (correcte) oplossing: Het was duidelijk hommeles in het café: de eerste glazen en stoelen vlogen al door de ramen naar buiten. (Er was ruzie.) Antwoord van een leerling: Hij is zijn huis kwijtgeraakt en woont op straat; hij is een jongen die homeless is...
Eén van de vreemde gevolgen van het modulair systeem: vandaag had ik mijn allereerste les in VB1. Sommige leerlingen kende ik al van een vorige module, maar meer dan de helft was nieuw. Een nieuwe klas, begin maart. Het voelt surrealistisch...
Kun je leerlingen verplichten om op hun vrije dag naar een literaire happening te komen kijken? Zelfs al hebben ze enkele maanden met de drie genomineerde boeken gewerkt, verslagen gemaakt, gedebatteerd met medeleerlingen, zijn gaan bibdaten? Dat kun je niet.
Mag je hopen dat sommige van die leerlingen dan toch een beetje willen weten wie de winnaar wordt van de Inktaapprijs? Wat Dimitri Verhulst en Hans Münstermann zelf over hun boeken te vertellen hebben? (Arnon Grunberg kon er niet bij zijn: hij verblijft in New York.) Je mag dat hopen natuurlijk, maar dan moet je het erbij nemen dat je een halfuur alleen in de inkomhal van deSingel staat, enquêtes in de hand. Wat de leerlingen ervan vonden. Of ze nog suggesties hadden voor de organisatoren. Of ze het contact met leerlingen uit Nederland en Suriname boeiend vonden...
Soms is leraar zijn je idealen laten slopen en hopen dat er nog genoeg overblijven voor weer een nieuw schooljaar.
Of ik dan geweest ben? Nee. Al heb ik getwijfeld. Had ik zin om zelf met al die enthousiaste mensen die in bussen toekwamen te gaan praten. Heb ik even enkele seconden genoten van die vragende blik in de ogen van de kunststudenten. O ja, er was een literaire happening. Kwam Marc De Bel? Nee, het ging niet over jeugdboeken. Tirza? Heb ik nog niet gelezen. Moet ik eens doen!
Toen ik buiten ging, kwam een leraar op me af. Waar ze moesten zijn voor de slotdag van de Inktaap... Misschien had ik gewoon met de man en zijn klas mee binnen moeten gaan en me laten onderdompelen door wat er op het programma stond.
Soms is geen verplichtingen echt niet leuk.
(in een kleiner lettertype omdat ik toch wel een beetje beschaamd aan de balie stond, ook al valt niemand iets te verwijten)
Koen Peeters' Grote Europese Roman doet watertanden om op reis te gaan. Of dat meteen ook de bedoeling was, is niet meteen duidelijk. Robin gaat in opdracht van zijn baas Theo op zakenreis naar enkele hoofdsteden van Europa. Onderweg maakt hij notities, want hij wil de Europeanen leren kennen. Lijkt me een prima aanvulling bij het bezoek van de Finse school Af en toe wordt de chronologie doorbroken met flarden uit het leven van Theo die moeten aantonen dat de geslaagde zakenman meer en meer moet vechten tegen de demonen uit zijn verleden. Robin daarentegen lijkt het prima te gaan. Hij ontpopt zich tot een bijzonder succesvolle handelsreiziger met een grote interesse in lijstjes, Europese hoofdsteden en aantrekkelijke dames. Wie vooral van spannende boeken houdt, loopt best met een grote boog om de Grote Europese Roman heen. Wie houdt van subtiliteit en poëtisch taalgebruik komt veel meer aan zijn trekken. Soms ligt het er een beetje te dik op: dood-skopje voelde ik al komen aankruipen en zo waren er nog een paar woordspelingen of verwijzingen die niet expliciet hoefden te worden gemaakt. Dat het schriftje zou uitgroeien tot het boek, was ook al vrij vroeg duidelijk. Op andere momenten blijf je dan weer op je honger zitten. Zo is de relatie tussen Robin, Esther (toepasselijke naam, trouwens) en Astrid naar mijn gevoel nog wat te weinig uitgewerkt, en mochten er een paar steden uitgebreider aan bod komen. Toch was het een merkwaardig, gelaagd en geslaagd boek. Niet meteen geschikt om op leeslijsten te zetten, daarvoor verwachten leerlingen teveel een klassieke opbouw, maar zeer genietbaar en geschikt om geregeld opnieuw te lezen.
Zo zijn ze wel, dat klasje van mij: ze komen geregeld met iets nieuws op de proppen. Vervelen zich voor de rest op school, want er gebeurt nooit iets. Enfin, vrijdag na de middag gebeurde er wel iets. Het was zelfs grappig. Projectwerking is niet iedereen gegeven in vijf en zes. Niet alleen de mensen van "Lang zullen ze lezen" zijn aan hun derde projectpoging bezig, ook in vijf is er zo'n groep. Anderhalve schoolkrant en een paar blijkbaar snel weer afgeveegde gedichten voor de dag van de poëzie en heel veel fantasie leidden tot het opstarten van een humoristische serie over het schoolleven. Nu heb ik al voor minder mijn hart vastgehouden en na het lezen van de eerste scenario's voelde ik er veel voor om alles maar meteen weer af te blazen. Vrijdagmiddag werd er voor het eerst gefilmd. Er was een camera, er was een statief, er was kostumering en er waren rekwisieten. Het script, dat was thuis blijven liggen, maar gelukkig wisten de meesten nog tamelijk goed wat er moest gebeuren. De kelderrefter konden we niet gebruiken, vertelden twee kinderen van de lagere school ons. Daar zouden zij schilderen. De refter op de eerste verdieping was evenmin beschikbaar. Gelukkig was er nog de refter op de gelijkvloerse verdieping... Met zo'n project leer ik ineens de hele school kennen Twee grote soeplepels hadden ze nog nodig, een extra stoel om wat groter te lijken, en lef. Met verbazingwekkend veel mimiek en gestiek, met een meeslepend enthousiasme en een stalen gezicht voor de absurdste situaties wisten ze me langzamerhand te overtuigen. Misschien wordt dit wél een geslaagd project?
Spreken over taalgebruik is vragen om antwoorden in het dialect te krijgen. Leerlingen denken daarmee verfrissend voor de dag te komen, maar dat is al millenialang zo ;-) Toch beweren de meesten AN te spreken of, als ze wat realistischer zijn, dat te proberen. Velen denken dan dat een leerkracht Nederlands verwacht of hoopt dat ze dat altijd zo doen. Waarom zou ik? Er is geen enkele reden voor, en het is bijzonder onrealistisch. Erger vind ik het wanneer alles wat geen Antwerps is het moet ontgelden. Vooral als het over West-Vlaamse of Limburgse varianten gaat. Ik vond het al erg toen in Kortrijk die enkeling uit Brabant of Antwerpen steeds weer werd aangesproken over zijn taalgebruik. Waarom zou het ene dialect mooier, of beter, of verstaanbaarder zijn dan het andere? Volgens Reinhild Vandekerckhovens onderzoek, waar ik het al eerder over had, evolueren we naar een soort van Standaardvlaams. Dat hoeft voor mij niet, maar als het de manier is om dat soort van discriminatie te stoppen: graag!
"Slaap!" van Annelies Verbeke is nu een paar dagen uit. De eerste keer moet ik het wat te vluchtig hebben willen lezen, denk ik, want nu is het beter blijven hangen, heb ik er ook wat meer van genoten. Oppervlakkig gezien is het weinig meer dan een liefdesverhaaltje met twee vertellers, maar de rake karakterisering van die twee en de frisse manier van vertellen maken het boeiend. Omdat ik meestal lees voor het slapengaan, kwam die titel wel telkens als een dilemma: lees ik nog wat, of doe ik wat het boek me zegt. Paradoxaal is dat!
Intussen ben ik honderd bladzijden ver in de "Grote Europese Roman" van Koen Peeters, dat op twee longlisten staat voor literaire prijzen. Elk hoofdstuk draagt als titel de naam van een Europese hoofdstad. Ondermeer Brussel, Tallinn, Bratislava en Wenen heb ik al bezichtigd. Tot nu toe is het vooral een ernstige zakenreis met af en toe een geïnteresseerde blik in de richting van een toevallig aanwezige schoonheid. Het spannendste was tegelijk een gigantisch cliché waar Peeters wel op een frisse manier mee omspringt: een man en een vrouw zitten samen vast in een lift. Het is allemaal best onderhoudend, dat wel, maar de redenen waarom de jury's zo wild zijn over dit boek moet ik nog ontdekken.
aids, bevallingen, condoomgebruik... het abc van de gezondheidspromotie
Ik had het ze voorspeld: de auto is het traagste vervoermiddel om van de school naar het gezondheidspromotiecentrum te gaan... Gelukkig waren de meeste leerlingen met de tram en konden we stipt om halfelf luisteren naar het hoe en waarom van het centrum. Met de documentatie die ze daar hebben, moest het mogelijk zijn informatie te vinden over een gezondheidsonderwerp. Meteen kom ik soms ongezond veel te weten over het leven van mijn studenten, informatie die echter veilig is bij mij, omwille van het intussen bekende gat in mijn memorie... Het leuke aan deze groep is dat ze geen onderwerpen uit de weg gingen en, plezant voor mij, de gezondheidsaspecten die ik wat beu ben niet kozen: geen tandengepoets of druggebruik dit keer, wel nog gezond ontbijten en aidspreventie. Andere onderwerpen worden bevallingen, condoomgebruik en kindermishandeling. Benieuwd wat ze ermee zullen doen. De boeken en folders werkten heel inspirerend: iemand wou plots een baby, liefst nog meteen ter plaatse of confronterend wanneer we gebruik maakten van een soort schijf die toont wat je moet verbruiken om pakweg een paar snoepjes "eraf te sporten". Minpuntje blijven de openingsuren: onmogelijk te combineren met de lessen, of het moest in de stageweken zijn... Meneer, moeten we nu tegen één uur weer op school zijn? Het was vijf voor twaalf. Of we geen uurtje later konden beginnen. Maar dat ik met de fiets om tien over twaalf al op school zou staan, oogstte alleen ongeloof. Het werden er twaalf, maar de leerlingen waren op dat moment nog in geen velden of wegen te bekennen.
Voor de schrijfopgave van vanmiddag haalde ik voor het eerst de "Vingeroefeningen" uit de kast. Het boek is de neerslag van een schrijfproject en bijhorende bijscholing over creatief schrijven, georganiseerd door de Koning Boudewijnstichting en met de medewerking van een heleboel Vlaamse jeugdauteurs. Mensen observeren, daar begint het mee. Twaalf intrigerende foto's, waar je er twee uit kiest. Wat willen die mensen? Waarom willen ze soms tegenstrijdige dingen? Levert dat een vuurwerk aan dialogen op, of eerder een tam gebazel? Voor ik het wist, zaten de drie leerlingen, de harde kern was het vandaag, halverwege hun blad. Ik had net mijn tweede foto geselecteerd. Ook het verhaal kwam wat stroever dan anders. Was het omdat ik nog niet had gegeten? ; ) Uiteindelijk werd het een luchtig gesprek tussen Debby, een jonge vrouw die op kantoor zit te ploeteren met het maken van rekeningen, want er zijn veel problemen met wanbetalers, maar zij wil zich vooral goed kunnen concentreren om te kunnen voortwerken, en Jack, een vrolijke, Afrikaans ogende jongen van een jaar of acht à tien, op zoek naar zijn papa. Die zou hem komen halen na het feestje waarvoor Jack zich heeft geschminkt, maar hij is nog steeds niet komen opdagen.
Debby: Wat een ellende, wat een ellende! Net nu Daisy ziek is, komen al die wanbetalers op mijn bureau te liggen. Herinnering verstuurd, op 26 november al! Of deze, die is nog maar eens van adres veranderd... Jack komt fluitend binnen. Debby: Ik zal de deurwaarder maar eens bellen voor die Verhelst, of Verhulst, of hoe was het nu weer? Ze rommelt gejaagd in haar papieren. Jack: Vermeiren. Ik heet Vermeiren. Debby: Wie? Ze kijkt verbaasd op. Debby: Wat doe jij hier, knul? Ben je verdwaald? Je mag hier niet komen, hoor. Dit zijn de kantoren van... Jack: Ik zoek mijn papa. Debby: Je pa? Die is hier niet. Die ken ik niet... Ze neemt een paar kaften van de tafel en bergt ze op. Jack: Hij zou me komen ophalen van dat verjaardagsfeestje, maar ik heb hem nog steeds niet gezien. O, je hebt snoepjes op je bureau liggen. Mag ik er eentje? Debby: Hé, wat? Doe alsof je thuis bent. Hoe heet je vader? Jack: Vermeiren, net zoals ik. Debby: Toch niet Danny Vermeiren? Jack: Nee, nee.
Verder ben ik niet geraakt. Een halfuurtje is zo om... Het scenario rammelt ook nog wat teveel naar mijn zin, voor zover er al een scenario is. Ik heb namelijk nog geen idee wie de vader van Jack zou moeten zijn, waarom hij zijn zoon niet is gaan halen en wat Debby met de hele zaak te maken heeft.
Soms is het woord alleen al zo verleidelijk dat je er niet aan kunt weerstaan. Zo ook bij "bibdate". Het initiatief was gelinkt aan de Inktaap en werd georganiseerd door bibliotheek De Poort in Berchem. Een indrukwekkende bibliotheek, trouwens. Bijna dagelijks fiets ik erlangs, of toch bijna, want de straat van De Poort ligt parallel met de Steenweg. Toch wist ik niet van het bestaan af. Ook de leerlingen waren onder de indruk. Ergens achterin waren diabolokrukjes gezet en stonden drankjes en chocolaatjes klaar. Dat was zeker al bijzonder uitnodigend! Ik maakte kennis met de verantwoordelijke, Peter heette hij, geloof ik. Ze hadden eerder al een paar bibdates gehouden, maar altijd met een zeer belezen publiek dat zijn lievelingsboeken kwam bespreken. Nu dus met jonge mensen en met opgelegde boeken. Rond een uur of vijf begonnen we eraan. Vier jongens van onze school en twee jongens van een andere school. Inwendig gniffelde ik even. Als onze leerlingen hadden gehoopt op een date met een knap meisje, dan zou dat wel een afknapper worden. Dat we met zo weinig waren, hoefde niet echt een probleem te zijn. In een klein groepje kun je intenser discussiëren. Even later kwamen nog eens vier leerlingen van onze school (ja, ook meisjes) het team versterken. In een eerste ronde werkte we met duo's: per twee van gedachten wisselen over "De bekoring", "Tirza" en "De helaasheid der dingen", aan de hand van enkele nieuwe invalshoeken: de wereld binnen en buiten, seksualiteit en de invloed van de actualiteit. Supervlot werd het nooit, maar er werd van gedachten gewisseld. De groepen deinden uit: drie of vier leerlingen, tenslotte alle leerlingen samen... Over heel wat dingen waren we het trouwens behoorlijk eens: welk boek we het liefste lazen, welk boek het minste en meestal ook waarom. De meeste twijfel rees bij de vraag of Jorgen Hofmeester (uit "Tirza") nu wel of niet autistisch kon zijn... in een erge vorm, dat spreekt. Over de bibdate zelf bestaat voor mij geen twijfel: een geslaagd initiatief, dat misschien nog wat meer moet rijpen, maar zeker voor herhaling vatbaar is.
Welk effect heeft een film uit 1971 op een groep leerlingen van het zesde jaar? In het geval van "A clockwork orange", een beklemmend effect. Dagelijks krijgen we in het nieuws verhalen te lezen en te horen over deze aanslag of die overval, maar de manier waarop het in beeld gebracht werd door Kubrick beklijft nog steeds: de zingende dronkelap die door de jongerenbende eerst wordt geprezen om zijn zangtalent, die hén vraagt om hem te doden omdat hij niet meer wil leven in deze tijden zonder orde en tucht en daarna door het viertal verrot wordt geschopt. Het meisje dat door een rivaliserende bende gegangrapet wordt op de tonen van een klassiek meesterwerk: wat een bevreemdend contrast. Of de nachtelijke dolle rit met een auto op een vrij drukke weg in het platteland... Iedereen wordt de gracht ingereden. Of erger nog, het zogenaamde "verrassingsbezoek" bij een schrijver die gekneveld en geboeid wordt en van wie de vrouw voor zijn ogen wordt verkracht. Alles in de vorm van show en spektakel. Om bij te gruwelen.
Eén leerling hield zich stoer: "Shockerend? Helemaal niet!"
Het is merkwaardig hoe actueel sommige stukken van Reinaert de vos nog altijd zijn. De aanklacht tijdens de hofdag bijvoorbeeld, waar alle dieren komen vertellen wat Reinaert hen misdaan heeft. Isengrim de wolf komt zeggen dat Reinaert zijn vrouw heeft verkracht en op hun kinderen heeft geplast, waardoor er twee blind zijn gebleven. Pancer de bever vertelt dat hij Reinaert betrapte met het hoofd van Cuwaert de haas in zijn bek. Reinaert had de haas beloofd dat hij hem het credo zou leren, zodat de haas kapelaan zou kunnen worden. En dan komt Grimbaart op de proppen, de volle neef van Reinaert, die erg opkijkt naar zijn oom. Hij heeft voor alles een uitleg klaar. Isengrim is een nog grotere schurk dan Reinaert, Hersinde de wolvin zou het allemaal zelf hebben gewild omdat ze verliefd was op de vos en Cuwaert zou vals hebben gezongen en dus moest hij worden terechtgewezen: het was gewoon een geval van tucht. Het doet allemaal heel sterk denken aan de strategieën van een politieke partij, die toevallig net vandaag haar website lanceert waar misdadigers op zouden verschijnen. Het uithangbord van de nieuwe actie is een ex-politiechef die zelf net veroordeeld is voor racistisch geweld. Ten onrechte waarschijnlijk. Hij kan het allemaal uitleggen waarschijnlijk. Misschien moeten Isengrim en Reinaert maar eens gaan beslissen wie van de twee nu echt de grootste schurk is...
Enkele maanden hebben Miek en ik met leerlingen van vijf en zes de literaire jungle van het Nederlandse taalgebied uitgekamd om de drie inktapen te pakken te krijgen en te verslinden. Eén van de drie werd door bijna iedereen met nogal wat tegenzin binnengespeeld. Weinig bekoring aan "De bekoring" (van Hans Münsterman), zo luidde ons strenge verdict. De grootste aap van de drie: de dikste, de meest bekroonde én de meest geschifte, was ongetwijfeld "Tirza" (van Arnon Grunberg). Het was mijn favoriet, misschien alleen al omdàt het zo'n geschift boek is. Onze winnaar werd echter "De helaasheid der dingen" (van Dimitri Verhulst): een zalige mix van dialect en AN, kwajongensstreken en een volwassen terugblik, van kots en drank en jongensdromen. Voor mij sneed het net niet diep genoeg, maar het is wel heel plezant lezen en dat zorgt ervoor dat ik toch achter de keuze van de leerlingen kan staan.
Maandag schrijfdag. Pas op het laatste moment had ik een idee: bekentenissen van een voorwerp. Wat is ermee gebeurd, wie heeft het in handen gehad, is het misschien verloren gegaan? De inspiratie bleek wat ver te zoeken; twee leerlingen gingen liever met een vorig idee voortwerken. Dit maakte ik er zelf van: Ik zit hier alweer dagenlang opgeloten in deze donkere, muffe leegte. Af en toe is er wat gerinkel, maar veel verse lucht krijgen we niet. Volgens mij heeft mijn nieuwe eigenaar het niet te breed. Misschien is de maand bijna om? Alles beter dan de smalle gleuf waar ik wekenlang in bleef zitten. Het was een parkeerautomaat, geloof ik, maar de parking was al lang gesloopt. Bibberen heb ik gedaan! Opeens gaat de portefeuille open. Frisse lucht. Yes! Twee vettige, dikke vingers grijpen me vast. Ik ga in het karretje en stoot tegen een soort van ijzeren staaf. We rijden.