Er worden harten gebroken en gelijmd vandaag. Sommige leerlingen hebben een roos op hun bank liggen. Om mee uit te pakken? Als statussymbool? Om een reactie uit te lokken? Of gewoon omdat ze er fier over zijn dat ze er een hebben gekregen? Er zijn er die mij een "gelukkige Valentijn" wensen. Lief dat ze ook aan mij willen denken. Ik vraag me alleen af wat ze zich dan voorstellen of afvragen. Proberen ze zich dan een beeld te vormen over mijn liefdesleven? Of vooral niet ? Hopen ze stiekem dat ik hen iets vertel? Ze zeggen het me niet en ik vraag er niet naar. Laat hen op hun roze wolkjes zitten.
Er hangt liefde in de lucht. Hoe dat voelt? In een klas? Voor een leraar? Laat het maar snel 15 februari worden Ik heb toch mijn stoute schoenen aangetrokken en ben de les begonnen met een fragment uit "Slaap" van Annelies Verbeke. Als ik dan geen gedicht kon voorlezen op Gedichtendag, dan toch een romantisch fragment op "liefjesdag". Voor de rest viel het tot nu toe vooral tegen. Teveel hoofden hingen in de wolken. Fantasie genoeg, maar niet voor het lesonderwerp. Volgend jaar laat ik ze een balkonserenade schrijven en uitbrengen
Het is lang en het was lang geleden: acht uur les vandaag. Het lijkt meer dan het is, want omdat je de hele tijd bezig bent, zijn die uren zo om, zeker op de vierde graad.
Even geschrokken de eerste twee uur, toen ik merkte hoe letterlijk sommige studenten het bordschema overnamen. Toevallig had ik één van de woorden op het bord onderlijnd; bleek dat sommigen net dat woord op net dezelfde manier onderlijnd hadden! Benieuwd hoe die zullen antwoorden als ik inzichtsvragen stel!
In de parallelklas sta ik al heel wat verder. Daar waren we al aan oefeningen toe. De bissers kregen enkele andere, iets moeilijkere oefeningen. Blijkbaar lukte dat toch vrij goed, op hier en daar een taalkundige miskleun na. Water oplossen lijkt me moeilijk; oplossen in water zal al logischer zijn .
Tussen de middag vergaderd met het ecologieteam. Of we vrijdag kunnen meedoen met de dikketruiendag. De verwarmingen wat lager - het is toch om te stikken in sommige klassen - en de studenten wat bewust maken van wat we proberen te doen. Het is zeker al een goed begin. Hopelijk komen er wat positieve reacties; vandaag zeker al wel...
Na de middag vier uur les in dezelfde klas. Eén studente was vorige keer afwezig en wou dat duidelijk "goedmaken". Anderen hadden het moeilijk met die druktemaker. Uitleggen hoe je een gezondheidspromotie begint blijft één van de moeilijkere (en saaiere) stukken; hopelijk is dat niet te merken aan de groepswerkjes, want als ze willen, kunnen ze daar heel wat creativiteit in kwijt. Voor alle zekerheid zijn we na de pauze dan maar verhuisd naar de computerklas. Het verschil tussen de ambitieuzere en de laat-maar-waaienstudenten was al na enkele minuten duidelijk. Iemand kwam vragen of ze haar bibliotheekboeken uit de auto mocht halen om ermee aan de slag te gaan. Anderen moest ik haast van msn, youtube en spelletjessites slaan. Eén van de jongens had een interessante site gevonden: blijkbaar had een meisje op haar weblog één en ander geschreven over de geschiedenis van de verpleegkunde... Ook op de wikipediatopic over het onderwerp waren geen bronnen te vinden. Wat moet je dan met die informatie?
's Avonds bladerde ik door de leestoetsen die de vijfdejaars gister al aflegden. Twee slimmeriken waagden zich aan "De blinde muur", hoewel ze het boek niet helemaal uit hadden. Die vielen door de mand omdat nogal wat van mijn vragen over het einde van het boek gingen Echt graag hadden ze 't ook niet gelezen. Ze willen actie-actie-actie! Bestaat het eigenlijk, boeken die van het begin tot het einde ontzettend spannend blijven en toch ook goed geschreven zijn? Misschien ben ik nog niet lang genoeg bezig met het verkennen van de thrillerwereld. Misschien moet ik het gewoon zelf eens proberen???
Ik lees graag Psychologie Magazine, ook al wordt er al te vaak verwezen naar de Nederlandse context. In het februarinummer las ik bijvoorbeeld over superwaarnemers: mensen die hun zintuigen uitzonderlijk goed weten te benutten. Zo was er een soort vleermuisman: iemand die blind geworden was, maar had geleerd om zich door middel van echolocatie te verplaatsen. Stof genoeg voor een nieuwe middag creatief schrijven, dacht ik zo. Zintuigen die ineens veel beter of slechter werken dan voorheen, of zelfs kunnen wat niemand anders kan, dat werd het uitgangspunt. Iemand schreef over een uitgesproken sterke reukzin waarmee ze een lijk op het spoor komt, een "speur-neus" dus. Iemand anders compenseerde haar verminderd zicht met een scherper gehoor. Vrij realistisch ingekleed, compleet met de getallen van de afwijking erbij.
Dit is wat ik ervan bakte: Samen op restaurant. Het is lang geleden, zeggen we allebei. Mogen we een wens doen, dan? Ze kijkt me aan en vraagt of ik al gekozen heb. Ik twijfel nog. - Wat zou dat zijn, die galapenos? Het ruikt een beetje zoals pepers. - Pepers, zegt ze. Heel pikant! - Ja, ik ruik het. - Je wat? zegt ze. - Ik... Ik vermoedde al zoiets, zeg ik, ontdaan. Ik vertrouw mijn eigen neus niet meer. Lees over chocoladesaus en slagroom. Komt de geur me tegemoet. Wat een toeval, dat net die geuren uit de keuken op me afkomen. Zouden ze net dàt aan het klaarmaken zijn? - Ben je érg zenuwachtig voor dat sollicitatiegesprek? - Ik val uit de lucht. - O, dat? Nee, ja, valt wel mee. Kaarsen. Er staan teveel kaarsen op de tafels. Eentje is net uitgedoofd, ergens achterin. Uitlaatgassen kruipen onder de deurmat binnen, blijven nog even vechten met de tochthond. - Hebt u al besteld, mevrouw, meneer? Het zeewater van haar frutti di marepizza komt me in de mond. Zout, met hier en daar een mossel ertussen. - Wat drinkt u er graag bij?
Toen was het alweer bijna tijd. Nog even mekaars teksten beluisteren. Leuk was het zeker. Is het al volgende week?
Wat doe je wanneer leerlingen je vragen wat nu eigenlijk (politiek) links en rechts is? En wat nu extreem is? Je probeert dat uit te leggen, hoe moeilijk ook. Want is behoudsgezind nog behoudsgezind als ook zij iets proberen te veranderen? En wanneer is iets extreem te noemen? Aanleiding was een gesprek over waarden en normen. Wat vinden mensen vandaag belangrijk? Hoeveel overeenkomsten tussen waarden en normen moeten er zijn om van culturen en subculturen te kunnen spreken? Boeiende vragen waarop ik, als ik eerlijk ben, geen afgelijnde antwoorden heb. Hoogstens pogingen. Krijtlijnen. Die sommige ijverige leerlingen netjes opschrijven Er komen -gelukkig- ook enkele kritische bemerkingen. De tekst (over jongerenculturen) die we lazen spreekt over "onze cultuur". Welke cultuur bedoelen ze daarmee? Welke waarden heeft die cultuur? Zelf vermijd ik meestal om het te hebben over "onze cultuur". Dat maakt het snel een wij-zij-spelletje dat ik niet wil spelen, dat ook totaal irrelevant is. Maar dan staat het daar, zwart op wit, in hun handboek dat ik (mee) gekozen heb. Bedoelen ze de westerse cultuur? Waarschijnlijk wel. Zoiets. Wat is dat, de westerse cultuur? Ik vermeld de waarden vrijheid en privacy en zeg dat er nog veel meer elementen zijn, besef hoe ongelooflijk vaag mijn antwoord is. Geef aan dat het een terechte opmerking is: waarom zouden ze moeten spreken van "onze cultuur"? Handboeken zijn te weinig vertrouwd met mensen uit andere culturen. Ik was vorig jaar aanwezig op de voorstelling van een nieuwe methode Nederlands. Boeiend uitgewerkt, interessante teksten, dat allemaal wel, maar nergens een spoor van de duizenden anderstalige leerlingen. Wanneer ik daar een vraag over stel, krijg ik het antwoord "dat ze wel hier en daar een Mohammed en een Saïda als personage kunnen opnemen". Veel handboekenmakers snappen er helemaal niets van...
Wat doe je wanneer leerlingen je vragen wat nu eigenlijk (politiek) links en rechts is? En wat nu extreem is? Je probeert dat uit te leggen, hoe moeilijk ook. Want is behoudsgezind nog behoudsgezind als ook zij iets proberen te veranderen? En wanneer is iets extreem te noemen? Aanleiding was een gesprek over waarden en normen. Wat vinden mensen vandaag belangrijk? Hoeveel overeenkomsten tussen waarden en normen moeten er zijn om van culturen en subculturen te kunnen spreken? Boeiende vragen waarop ik, als ik eerlijk ben, geen afgelijnde antwoorden heb. Hoogstens pogingen. Krijtlijnen. Die sommige ijverige leerlingen netjes opschrijven Er komen -gelukkig- ook enkele kritische bemerkingen. De tekst (over jongerenculturen) die we lazen spreekt over "onze cultuur". Welke cultuur bedoelen ze daarmee? Welke waarden heeft die cultuur? Zelf vermijd ik meestal om het te hebben over "onze cultuur". Dat maakt het snel een wij-zij-spelletje dat ik niet wil spelen, dat ook totaal irrelevant is. Maar dan staat het daar, zwart op wit, in hun handboek dat ik (mee) gekozen heb. Bedoelen ze de westerse cultuur? Waarschijnlijk wel. Zoiets. Wat is dat, de westerse cultuur? Ik vermeld de waarden vrijheid en privacy en zeg dat er nog veel meer elementen zijn, besef hoe ongelooflijk vaag mijn antwoord is. Geef aan dat het een terechte opmerking is: waarom zouden ze moeten spreken van "onze cultuur"? Handboeken zijn te weinig vertrouwd met mensen uit andere culturen. Ik was vorig jaar aanwezig op de voorstelling van een nieuwe methode Nederlands. Boeiend uitgewerkt, interessante teksten, dat allemaal wel, maar nergens een spoor van de duizenden anderstalige leerlingen. Wanneer ik daar een vraag over stel, krijg ik het antwoord "dat ze wel hier en daar een Mohammed en een Saïda als personage kunnen opnemen". Veel handboekenmakers snappen er helemaal niets van... Voor mij was het zeker een boeiende les.