Ziezo, ik ben net met mijn laptop in de zon gaan zitten vlakbij de koten. Het weer is echt zalig vandaag. Vorig jaar was het rond deze periode best al heet, maar op dit moment zijn er nog steeds temperatuurschommelingen. De ene dag grauw, grijs en regen; de andere dag een stralende zon en blauwe hemel. Vandaag is het ideaal, net zoals afgelopen weekend. {steekt een stukje verse ananas in haar mond}
De afgelopen weken waren interessant, mede omdat ik nu bijna altijd naar de les ga, en omdat ik mijn dagen nogal vol plan. Zo heb ik onder andere met Madina en Azamat (net zoals ik met Ayrton gedaan had) een tocht door de campus gemaakt om de bloesems te bewonderen. Op dit moment hebben enkel de bomen naast mij nog bloemen, het zijn de laatste dus ik geniet er nu nog even van.
2 weken geleden heb ik deelgenomen aan de langverwachte tv-show op Hubei Weishi (een lokale televisiezender). Ik kan dat vanaf nu elke maand doen, als ik er tijd voor heb. Het is moeilijk, maar wel plezant om te doen. Het programma heet: Shijie da butong, letterlijk Het is een grote wereld, en bestaat uit een groot aantal buitenlanders, de presentator en een 3-tal Chinese gasten. Elk programma gaat over 1 bepaald topic, zoals bijvoorbeeld Chinees Nieuwjaar, achternamen en voornamen, beroepen etc. Van ons wordt verwacht dat we vantevoren een groot aantal vragen beantwoorden, en dan allemaal samen één ganse dag alles overlopen en discussiëren. Van de programma-medewerkers krijg je dan te horen voor welke programmas je geselecteerd bent (er zijn namelijk te veel buitenlanders om iedereen elke aflevering te laten meedoen). Ze laten je weten wanneer jouw programma wordt opgenomen, zodat je geen hele dagen voor niets in de studio moet zijn. Het zou echter niet China zijn, moest alles van een leien dakje lopen. Meestal gaat er namelijk vanalles fout en zit je daar uiteindelijk tóch een ganse dag te loeren. De vragen die aan jou persoonlijk gesteld gaan worden (een 3 of 4-tal) krijg je pas vlak voor het programma begint, en meestal zijn dat net die vragen waar je je niet aan had verwacht omdat je antwoord gewoonweg niet goed was. Een programma-opname kan 2 uren duren, en dat is dus non-stop luisteren, af en toe zelf eens iets zeggen, handjes klappen, glimlachen, luidkeels lachen en noem maar op. Het is dus best wel vermoeiend, mede omdat er tijdens het programma een Chinees op de piano tokkelt, een andere Chinees op knopjes drukt die de meest irritante geluiden voortbrengen (teleurstelling, lachend publiek, een toeter...), omdat er met micros gewerkt wordt ... Het is een hele opgave je te blijven concentreren en vooral alles proberen te verstaan. Als je écht veel zelfvertrouwen hebt, kan je je overal in mengen, en zelfs de presentator onderbreken, maar aan dat stadium ben ik nog lang niet.
Ik ga het alleszins terug opnieuw doen. Het is interessant, je oefent je Chinees, je leert veel nieuwe mensen kennen en je verdient er zelfs een beetje mee. Daarnaast wordt je make-up en haar voor je gedaan (hetzij op zijn Chinees zo kreeg ik bijvoorbeeld stukjes plakband op mijn ogen om ze groter te doen lijken en werden mijn wenkbrauwen nogal fors bijgetekend). De opnames vinden een volle 2 dagen plaats, dus soms moet je voor een nieuw programma van look verwisselen. Ik ben benieuwd hoe het volgende keer zal zijn. Ik hoop dat we wat meer aan het woord zullen komen. Vorige keer waren er namelijk een 8-tal gasten van Beijing. Ze waren allemaal al geruime tijd in China, één van hen zelfs al 12 jaar (!). Het gevolg was dat die natuurlijk alle programmas domineerden en elke gelegenheid aangrepen om aan het woord (en in beeld) te komen.
Via dat programma heb ik Adams (Nigeria) leren kennen, een vriendelijke gast die me sindsdien zowat iedere dag belt om te vragen hoe het met me gaat. Ik ben dankzij hem een kijkje kunnen gaan nemen op Huazhong Shifan Daxue (Huazhong University). Die universiteit ligt niet zo ver van die van ons, en heeft minder buitenlandse studenten, maar die worden wel beter verzorgd dan wij . Ieder heeft zijn eigen kamer en badkamer, er wordt steeds gecontroleerd wie het gebouw binnenkomt, in de kamer is vanalles voorzien, en lawaai maken mag niet. Kortom, ideaal voor studenten. Echter, aangezien ik hier eerder vakantieganger ben dan student, vind ik mijn situatie zo slecht nog niet. Voor buitenlandse studenten die goed moeten scoren is Wuhan University fataal, maar mijn vrienden en ik kunnen hier genieten van een vrijheid die we nooit hadden. Het maakt niet uit of je je kot onderhoudt of niet, aangezien het al een stort was toen je aankwam. Voor mijn part breek je het kot af, veel verschil zal het niet maken. Je kan het natuurlijk ook opknappen (hetzij op eigen kosten), en bijvoorbeeld je muren (per ongeluk?) flashy geel schilderen (Ania) of felroze (Koreaanse miekes). Daarnaast kan je uitnodigen wie je wil, binnen- en buitengaan wanneer je wil (in mijn gebouw toch), en kan je zelfs roofparties organiseren. Naast de deur is ten slotte het xiaomaibu (winkeltje) waar Mammi (zoals de Afrikanen haar noemen) bijna altijd paraat staat om bier te schenken. En als Mammi slaapt, begin je gewoon luidkeels te roepen en op de deur te bonken tot ze in haar pyjama haar winkel opent. Komaan, een winkel die alcohol verkoopt pal IN de dormitories, je gaat me niet vertellen dat je dat op veel universiteiten in China tegenkomt eh . Al bij al is het hier dus niet zo slecht, en als je een beetje (of veel) geluk hebt met je kotgenoten, is het misschien wel beter dan de luxueuzere Huazhong Universiteit.
Met Sam, Steffi en Marion heb ik overlaatst een grote wandeling gemaakt in de buurt van de universiteit, maar van de vlieger is nog niet gekomen. Toen we terug aan de dorms kwamen, hoorden we opeens Ayrtons stemgeluid weerklinken. Hij heeft de gewoonte om voor alle voorbijgangers met de Spice Girls of N Sync mee te zingen, wat algemene hilariteit met zich meebrengt. Zo zou hij ook regelmatig dansjes placeren . Wij zijn alleszins fan!
Een ander hoogtepunt was het bezoek van Jean-Jacques aan Wuhan. Met Groep T (Leuven) is hij op dit moment voor 2 weken in China. Na Xian stond Wuhan op het programma (vraag me niet waarom). Vrijdag, zaterdag en zondag zou hij hier zijn, maar hij wist zijn planning niet goed. Vrijdag was het schitterend weer, en rond de middag liet hij de sportactiviteiten voor wat ze waren en heb ik hem de campus getoond. Het was super hem nog eens te zien! Hij is de eerste vriend die me hier is komen bezoeken, en ik denk wel dat hij een vrij positief beeld heeft van het campusleven op Wuda (Wuhan daxue). Diezelfde dag liep ik Romain en Morgane (Frankrijk) tegen het lijf, en ze vertelden me dat ze die avond nog naar Wudangshan in het noorden van onze provincie zouden vertrekken. Ik kreeg plots heel veel spijt dat ik geen andere plannen had voor het verlengde weekend. Maandag was namelijk een feestdag (Qingmingjie) een beetje vergelijkbaar met onze Allerzielen, en omdat het zulk prachtig weer was, vond ik dat ik ook op pad moest. Ik ben halsoverkop een treinticket gaan boeken, en de volgende ochtend ben ook ik naar Wudangshan vertrokken. Wudangshan is een berg (1612 meter hoog) die vrij bekend is omdat het de geboorteplaats van Taiji is, je weet wel, die gevechtssport. Ik had de Shaolinsi in Luoyang al bezocht, en deze berg was een mooie aanvulling. Ik had er echter niet bij stilgestaan dat berg ook beklimming betekent. Deze berg was namelijk niet de Luojiashan (de heuvel waarop onze universiteit gesitueerd is), neen, deze berg was een berg!
Toen ik zaterdagnamiddag op de berg arriveerde, was ik onmiddellijk een beetje teleurgesteld. Het zag er zwart van het volk, en pas later hoorde ik dat het zaterdag de verjaardag van boeddha Guanyin (de boeddha van de genade) was. Er waren dus heel veel pelgrims, en het zoeken van een slaapplaats was moeilijk, en duur. Gelukkig kon er een bed bijgezet worden in de kamer van Morgane en Romain. Ze hadden blijkbaar niet verwacht dat ik alleen zou komen, en daarom nog niets voor mij gereserveerd. Gelukkig was dat allemaal snel gefikst. Ze waren op dat moment bij 2 andere Franstaligen, en ik had al snel door dat er geen Engels gesproken zou worden. Een beetje schandalig, maar ik kan echt geen Frans, ook al lukt het verstaan wel nog aardig. Ik maakte me zorgen over de rest van de trip, want ik (en ik niet alleen) hebben me al vaker drukgemaakt in het gedrag van onze Franse vrienden. Zodra er namelijk 2 Fransen de groep hebben vergezeld, zullen zij een onderonsje in het Frans beginnen, en ben je de enige niet-Franstalige in een groep van 3 of meer, dan wordt je niet bij gesprekken betrokken. Duitsers doen dat daarentegen helemaal niet, zelfs als hun Engels maar beperkt is, toch spreken ze het. De volgende dagen op Wudangshan is dat echter fel verbeterd, en ik ben uiteindelijk toch blij dat ik gegaan ben. Op zondag hebben we de beklimming gedaan, en dat was toch wel een marteling. Jaaa, de uitzichten waren mooi, en jaaaa, het weer was schitterend, maar ik heb vandaag (4 dagen na datum) nog steeds zoveel spierpijn dat ik een stoel moet vastgrijpen om uit bed te geraken. Maar ik heb de top gehaald J. De berg was zo druk dat het op bijna elke trap naar boven (of beneden) file was. Kinderen, 70-jarigen, iedereen waagde zich eraan. We zijn om half 9 s ochtends begonnen en ik was om 18.00 s avonds goed en wel beneden. De afdaling heb ik samen met een Chinese jongen van Anhui en zijn moeder gedaan, op mijn eigen tempo. Zijn moeder was echter geen minne, want op een gegeven moment was die uit het zicht verdwenen .
Verder hebben we op die berg maandag nog een prinselijke tempel bezocht, en in de namiddag een rustige plaats waar we apen gezien hebben. Maar met mijn wilde-aap-ervaring van in Guilin nog vers in het geheugen, heb ik me wijselijk op afstand gehouden . Ik ben vroeger dan Romain en Morgane naar huis vertrokken, en daar ben ik blij om, omdat ik dan toch nog op een fatsoenlijk uur thuis was. De treinrit duurde een 6-tal uren, en ik had gekozen voor hard sleepers.
Ik zal nu eens even uitleggen wat hard en soft sleepers nu eigenlijk zijn. Als je een treinticket koopt hier in China, zijn er verschillende opties. Eerst en vooral zijn er verschillende soorten treinen (vb. Snelle, de supersnelle, de D-treinen, de G-treinen...). Daarnaast kan je kiezen voor zitjes of slapers (een bed dus). Die worden dan weer onderverdeeld in (van goedkoop naar duurder) harde en zachte zitjes, en harde en zachte slapers. Ten slotte zijn er ook tickets voor staanplaatsen te verkrijgen, en dat vind ik een beetje vreemd. Ik heb het zelf nog nooit gedaan, maar ik vermoed dat mensen die dat kopen zich uiteindelijk toch ergens zullen neerzetten, hetzij in de eetwagon of gewoon op de grond. Tot nu toe heb ik meestal met de T-trein (de supersnelle, maar eigenlijk is die eerder traag en heeft hij veel tussenstops) en de K-trein (de snelle) gereisd. Van Shanghai naar Nanjing en Wuhan heb ik altijd al de D-trein genomen (op 6 uurtjes ben je van Shanghai in Wuhan!), en ten slotte hoop ik ook nog eens van Wuhan naar Guangzhou te reizen met de G-trein (3 uurtjes!). Deze laatste trein bereikt een snelheid van 350 km/uur. Veel studenten hier reizen daarom regelmatig naar Guangzhou tijdens het weekend, vooral om te shoppen, maar ik heb dat nog nooit gedaan.
De rest van de week was gewoontjes. Tijdens de middag ga ik regelmatig met de rest eten in het kleine straatje. Op het menu staan dan meestal pikante Oeigoerse noedels of droge noedels (typische specialiteit van Wuhan) op het menu, of gewoon de normale gerechten zoals kippenblokjes met pindanootjes, aubergine, zoetzuur varkensvlees enzovoort.
Ten slotte eindig ik mijn verhaal met enkele wist-je-datjes:
Wist je dat Chinezen een rood lintje aan een nieuwe auto hangen? Dit zou geluk brengen, maar ik weet niet goed hoe lang ze hun wagen als nieuw beschouwen. Ik denk dat je dat zelf mag bepalen.
Wist je dat Chinezen jaloers zijn op onze dubbele oogleden? In Nanjing heb ik voor de eerste keer schoonheidsproducten gezien om het vel van je oogleden dicht te plakken, zodat het lijkt alsof je grote, westerse dubbele oogleden hebt. Ingenieus, vind je niet?
Wat me hier ook steeds weer opvalt, is hoe recht door zee Chinezen eigenlijk zijn. Zo zat in in Nanjing op mijn hongshaoniuroumian (noedels met rundsvlees) te wachten, en zag ik dat een nieuwe klant naar de menu aan het staren was. Hij wist blijkbaar niet goed waar te betalen voor de gerechten, waarop de baas van de zaak hem nogal wild de kassa aanwees. Hierna ging de klant verder met het bekijken van de menukaart, waarop de baas hem plots zei: Seg, zijt gij nu nog niet klaar met kiezen?! Toen mijn noedels langer dan normaal op zich lieten wachten, ontstond er een luid gebrul tussen de kassa en de keuken waarvan ik enkel het terugkerende woord noedels kon verstaan. Toen het luidkeelse geroep eindelijk ten einde was, zei de kassierster me al glimlachend met zoete stem: Ze zijn direct klaar . De andere klant heeft uiteindelijk feichangmian (noedels met ingewanden) gekozen...
Ik wil ook nog vermelden dat in Shanghai voor alles een verkeerskaart gebruikt wordt. Dit is een kaart waarop je geld kan zetten (zoals bij een gsm) en je kan die dan gebruiken voor zowel de metro en bus, als voor de taxi. In Seoul hebben ze dit systeem ook, weet ik van Liu Zhi Hui.
Ten slotte is de heuptas bij Chinese jongens enorm populair. De typische Chinese student heeft een gladgeschoren gezicht, ietswat langer haar én een heuptas.
Ik sta al een maand achter met bloggen, het wordt dus dringend tijd de draad terug op te nemen. Ik was bij 20 februari gebleven, toen ik de trein opsprong naar Nanjing. Ik was vermoeid van al het reizen, maar toch kon ik het niet laten er nog een tripje bij te nemen. Yiwei had me proberen te overtuigen eerst voor een weekend terug naar Wuhan te gaan, en dan tijdens de laatste week vakantie nog naar Nanjing te reizen, maar ik wist dat dat er dan toch niet meer van zou komen. Eenmaal op de trein, zag ik het weer volledig zitten. Ik wilde al zo lang eens naar Nanjing gaan. Het was de eerste keer dat ik een stad volledig op mijn eentje gedaan heb, en het is me geweldig goed bevallen. Zaterdagavond ben ik na zon 2,5 uurtjes trein in Nanjing aangekomen, en woensdagmiddag ben ik er weer vertrokken.
Mijn eerste avond werd volledig in beslag genomen door het zoeken naar een hostel. Ik had niets gereserveerd en ik trok naar het jeugdhostel Fuzimiao (Confucius tempel) dat vermeld stond in mijn Lonely Planet. Ik wilde per se een kamer voor mij alleen en geen dorm. Een dorm is een kamer met 4, 6 of 8 bedden, die je dus deelt met meerdere personen. Ik heb nog nooit een dorm geprobeerd omdat ik zon slechte slaper ben, en omdat ik me altijd zorgen maak over mijn bagage. Een single room is natuurlijk duurder, en toen ik mijn kamer in het jeugdhostel Fuzimiao in Nanjing te zien kreeg, vond ik die zijn geld niet waard. Omdat de gewone dubbele kamers allemaal volzet waren, hadden ze me een kamer met 4 bedden gegeven. Ik had geen raam naar buiten en was niet echt content over de kamer, dus heb ik een grote wandeling gemaakt en uiteindelijk een hotelletje gevonden dat me beviel. Toen ik hierna terug naar het hostel trok om uit te checken, vroeg de jongen aan de balie me waarom ik zo snel al vertrok. Ik heb hem uitgelegd dat ik niet tevreden was, en na een lange babbel hebben we het op een akkoordje gegooid. De prijs werd drastisch verlaagd, en de volgende nachten zou ik naar een gewone (deftige) tweepersoonskamer kunnen verhuizen. Ik was blij dat ik tóch in het jeugdhostel kon blijven, omdat je in hostels vaker buitenlanders en soloreizigers tegenkomt dan in Chinese hotelletjes. Het hostel was niet lawaaierig en de locatie was ideaal. Het was de eerste keer dat ik heb afgedongen op de prijs van een kamer . Leuk om te weten voor in de toekomst.
Mijn sightseeing in Nanjing begon met een bezoek aan de Zhonghua Gate, een oude stadspoort. In Shanghai had ik het steeds koud gehad, maar in Nanjing was het schitterend weer. Tijdens mijn reizen in februari heb ik meermaals veel geluk gehad wat het weer betreft!
Ik hielp 2 Chinese koppels bij het maken van een foto, en zij trakteerden me op papaya op de Zhonghua Gate. De twee koppels hadden elkaar tijdens hun reis ontmoet, en één van de koppels had die dag, net zoals ik, het Japanese Massacre Museum op het programma staan. Samen met dat koppel uit Chengdu ben ik de ganse dag op pad geweest. Het Massacre museum handelt over de Japanse bezetting van Nanjing in 1937, waarbij 300.000 mensen op gruwelijke wijze om het leven kwamen. Het museum was veel groter dan ik verwacht had, en heel interessant. Minpunt vond ik wel dat er geen einde kwam aan de fotos van lijken en gewonden. In het begin is dat wel eens leuk om te zien, maar na een tijd heb je er je buik van vol. En net als je denkt dat je de laatste lading gruwelijke fotos gezien hebt, leiden ze je naar de Skeleton display room of the victims. De nadruk lag duidelijk op de onmenselijkheid waarmee de Japanners Nanjing bezet hebben. Al bij al wel de moeite om naartoe te gaan, vind ik. Het koppel uit Chengdu was al een paar dagen in Nanjing en nam me mee naar een eettentje om een lokale specialiteit te proeven: eendenbloedsoep. Het was een soort groentensoep met bloedreepjes in. Als extraatje bestelden ze een kleine portie ingewanden. Mmmm....
Ze vertelden me dat ze naar een park geweest waren dat s avonds heel mooi verlicht werd, en omdat hun hotel er niet ver vandaan was, gingen we er samen een kijkje nemen. Ik vond het helemaal de moeite niet waard (misschien omdat ik in Harbin geweest was?), en de toegangsprijs was veel te hoog voor wat het was. We aanschouwden het dan maar gewoon vanop afstand, en de man (van het koppel) nam met zijn professionele camera een aantal fotos van me. Ik vond die gast hilarisch hij was best mollig en kwam erdoor als een echte avonturier. Volledig uitgerust met een reusachtige legerrugzak, een gordel met drank, zakmes etc. en een camera om U tegen te zeggen, leidde hij zijn vrouw en mij rond. Ik vond het echt fijn om een dagje met hen rond te lopen . We namen afscheid en ik nam de metro terug naar het centrum. Ik ben bijna elke dag verloren gelopen in de omgeving van de Confucius tempel. Alles kwam me bekend voor, maar ik slaagde er maar niet in me een goed beeld van de omgeving te vormen. Telkens ik s avonds mijn jeugdhostel vond, was dat meer toevallig dan dankzij mijn oriëntatievermogen.
De volgende dag stond het Sun Yat-sen Mausoleum op het programma, samen met de hele omgeving, namelijk de Zijinshan (een berg). Naast het mausoleum bevonden zich op de berg namelijk ook de Xiaoling-tombe (tombe uit de Ming-dynastie) en de Linggu Scenic Area. Ik vatte mijn tocht aan bij het mausoleum, en dat was op zich al een hele onderneming. Ik was zo stom geweest mijn dikke jas en trui mee te nemen, maar het was dik 23 graden en ik kon er dus de hele dag mee sleuren. Het uitzicht vanaf het mausoleum was wel magnifiek! Hierna bezocht ik een klein openluchttheater, waar ik in een mum van tijd bedekt was met witte duiven. Je kon er namelijk kleine porties maïs kopen om de duiven te voederen. Ik had zoiets nog nooit gedaan, en het mogen dan vieze beesten zijn, ik vond het echt super . Ik zette mijn lange wandeling naar de Linggu Scenic Area verder. Ik ben te laat te weten gekomen dat er gratis busjes waren die je van de ene Area naar de andere zouden vervoeren. Dat zou een grote hulp geweest zijn, want ik heb alles te voet afgelegd en daarmee veel tijd verloren. Langs de andere kant was het weer zalig en heb ik wel van de wandeling genoten. In de Linggu Scenic Area bezocht ik een pagoda en enkele tombes. Chinezen willen altijd met me op de foto op momenten waarop ik er niet uit zie! Het was zo warm toen ik die pagoda beklom, ik zweette me te pletter en ik had dan ook nog eens veel te veel spullen bij. Het deed me denken aan de dag waarop ik de Yellow Crane Tower in Wuhan bezocht. Het was al vrij laat toen ik alles in de Linggu Area gezien had, en ik vreesde dat ik de Xiaoling-tombe niet meer kon doen. Ik nam een bus die me bij de tombe dropte, en op een drafje haastte ik me naar de hoofdbezienswaardigheid van die Area. Ik botste er op een stokoud Chinees koppel, waarvan de man me wist te vertellen dat er aan het eind van een lange trap de heuvel op, iets moois te zien zou zijn (standbeelden van paarden ofzo). Ik zei hem dat daar jammer genoeg geen tijd meer voor was, waarop hij antwoordde dat dat nog best te doen was. Ik dacht bij mezelf dat, als die oudjes nog aan de trappen zouden beginnen, ik als jongeling dat ook maar moest doen. Een heel eind verder merkte ik echter dat de trap niet verder naar boven liep, maar gewoon rechts afboog en weer naar beneden ging.Ik stelde me er vragen bij, maar zonder nukken volgde ik de man (en zijn mopperende vrouw die het plots niet meer zag zitten), en ondertussen werden we vergezeld door andere Chinese toeristen die zich afvroegen tot wanneer het park eigenlijk open bleef. Het begon al wat te schemeren en de klimtocht leek plots tijdverlies. En ja hoor, na de tocht naar boven én de daarop volgende afdaling stonden we weer precies op dezelfde plaats als waar we eerder vertrokken waren. En ik had geen paard gezien . Na die doelloze klimtocht was het al vrij laat en ik moest me haasten, omdat ik afgesproken had met de andere Leuvense sinologen in Nanjing (Tessa, Katrien en Sara). Ik zei tegen de oudjes dat ik er vandoor moest en dat ik wat sneller ging stappen, waarop ze me zeiden: Manzou! (traag stappen! = een uitdrukking bij afscheid nemen die betekent: ga niet te snel weg!). s Avonds at ik samen met de sinologen en nadien zijn we samen nog ene gaan drinken. We besloten om de dag erop samen in Nanjing uit te gaan.
Mijn laatste dag in Nanjing besteedde ik aan een bezoek aan de boeddhistische Jiming tempel, die ook weer tot en met gecommercialiseerd was. Naast een restaurant in de tempel, stond er ook een machine zoals in een Luna Park op de kermis, waar je in ruil voor 10 yuan een boeddhistische voorspelling krijgt. Na het inwerpen van een munt begint er muziek te spelen en komt er een poppetje tevoorschijn. Het poppetje verdwijnt in een huisje en komt terug tevoorschijn met een papiertje dat hierna uit de machine valt. Dat papiertje moet je dan gaan inruilen voor een groot papier met hierop de uitleg van de voorspelling. Het geeft echt een heel vreemd gevoel om Chinezen met gevouwen handen voor die machine te zien staan. Het heeft echt niks meer met geloof te maken, vind ik. Interessanter vond ik het grote stuk stadsmuur dat met de tempel verbonden is. Je kan er een heel eind op wandelen, en je hebt een mooi uitzicht.
Op mijn terugweg passeerde ik langs het Presidentiële Huis van Sun Yat-sen, en besloot ik dit dan ook maar te bezoeken. De jongen in mijn jeugdhostel had me verteld dat dit een druk bezochte toeristische attractie is. Echt speciaal vond ik het gebouw niet, maar de bijhorende tuin en de tentoonstelling over het leven van Sun Yat-sen waren dan weer wel goed. Ik raakte aan de praat met een jongen uit Ningbo, die me de rest van de dag nog vergezeld heeft. We hebben samen de Confucius-tempel (vlakbij mijn hostel) en een tentoonstelling over het Chinese examensysteem bezocht en zijn daarna samen gaan eten. De Confucius-tempel vond ik echt niet de moeite, en de toegangsprijs is te hoog. Maar de omgeving van de tempel is druk en gezellig, met massas winkeltjes en eetkraampjes. Net toen ik in Nanjing was, was daar het lantaarnfestival bezig. Vooral die eerste zaterdagavond (toen ik op zoek was naar een hostel), was het er een drukte van jewelste. Ik vind Nanjing echt een charmante stad, en de sfeer heeft veel weg van Xian die net zoals Nanjing een historische stad is. Ik ben fan van beide steden . s Avonds bezocht ik Katrien, Tessa en Sara op hun appartement (mooi! En ruim!) alvorens uit te gaan. Het feestje is me echt goed bevallen! Het was leuk eens in een andere stad uit te gaan.
De volgende dag heb ik rond de middag de trein terug naar Wuhan genomen, waardoor ik natuurlijk weer pal op het spitsuur in Wuhan arriveerde. Ik haat het treinstation in Hankou! Het was alsof het tafereel van begin september zich herhaalde. Het was meer dan 20 graden toen ik arriveerde, het station krioelde van het volk, en ik had vrij veel bagage bij, die ik weer helemaal door een ondergrondse stofferige tunnel kon sleuren. Het duurde eeuwen voor ik een taxi gevonden had en het duurde eeuwen voor ik thuis was. Ik was echter ongelooflijk blij terug op de vertrouwde campus te zijn. Mijn bagage werd me al direct uit handen genomen door Deni en Edson, en ik sprong Madi rond de nek toen ik weer op ons appartementje was.
Eenmaal in Wuhan hernam het leven weer zijn gewone gang: lang slapen, op ratten jagen, enzovoort. Gelukkig is er nu Azamat (de vriend van Madina) die zich met het rattenprobleem bezighoudt.
De laatste weken is er niet veel gebeurd, mede omdat ik weer met een oor- en keelontsteking zat. We zitten hier in Wuhan weer in de vervelende overgangsfase waarbij temperaturen op een paar dagen van 6 naar 30 graden Celcius kunnen stijgen. Als je woensdag in korte mouwen rondloopt, kan het maandag sneeuwen. Lang leve Wuhan! Ik ben het ziek zijn beu als koude pap, maar ik red me wel. Het is een reden te meer om me dubbel zo goed te amuseren op momenten waarop ik me goed voel. Ik heb kort nadat ik weer in Wuhan was, spaghettisaus gemaakt voor Madina, Nastia, Gerson, Edson, Ayrton en Azamat. Hiermee heb ik bewezen dat ik een ietsiepietsie kan koken . Verder zijn er een hele hoop nieuwe gezichten op de campus, waaronder voornamelijk Fransen. Het enige probleem dat ik met Fransen heb, is dat zij altijd Frans praten (zelf als ze weten dat er personen in de groep aanwezig zijn die geen Frans verstaan). Ik trek momenteel zon beetje met iedereen op, en sinds het weer zo goed is (gisteren was het 30 graden), gaan we bijna elke dag in het kleine straatje vlakbij de campus lunchen.
Ik leer nog elke dag nieuwe mensen kennen, en regelmatig is er wel iemand die mij mee uit eten vraagt of die voor me kookt. Ik ben ondertussen ook eens in Vox uitgeweest, en ditmaal is het me wél bevallen. Ania is na 2 maanden Frankrijk weer terug, en ook met haar ga ik regelmatig eens weg. Steffi is momenteel nog op reis met haar vriend, maar ik geloof dat ze volgende week terugkomt. Sam is nog altijd samen met Marion, en vorige week heeft hij voor Marion en mij Indische chapatis gemaakt. Dat zijn een soort pannenkoeken met aardappelen en ajuin, die je dan samen met een zurige vrucht moet eten. Nu het weer beter begint te worden, verzamelen studenten ook meer aan het xiaomaibu (het winkeltje hier vlakbij waar je dagelijkse benodigdheden kan kopen) om samen te drinken.
Afgelopen dinsdag was er een repetitie voor een tv-programma waar ik aan deelneem. Het is een talkshow waarin vragen gesteld worden aan buitenlanders over hun cultuur en gewoontes. Mijn niveauvan Chinees is maar zus en zo, als je het vergelijkt met het niveau van de andere deelnemers, maar we zullen zien wat het geeft . Maandag en dinsdag zijn de opnames!
Eergisteren heb ik samen met Ayrton en een aantal van zijn vrienden (Nieuw Zeeland, Japan, Maleisië, Singapore, China) gepicknickt op de campus en gisteren hebben Ayrton en ik een grote wandeling door de campus gemaakt om naar de Japanse bloesems te gaan kijken. Wuhan University staat bekend om zijn prachtige bloesems, die elk jaar rond deze periode bloeien. Afgelopen donderdag is het jaarlijkse Japanese Blossom Flower Festival van start gegaan en op dit moment moeten bezoekers dus inkom betalen om op de campus te komen. Ik geloof dat het festival zon 2-tal weken zal duren.
Het was gisteren dan ook prachtig weer: heldere hemel, 30 graden... Dit sprookje duurt in Wuhan jammer genoeg niet lang (zulke dagen zijn echt zeldzaam) en volgende maand gaat het waarschijnlijk al snikheet zijn. We moeten er nu dus van genieten .
In Shanghai had ik een grote vlieger gekocht, en gisteren heb ik samen met Sam geprobeerd om hem in de lucht te krijgen, maar voorlopig nog zonder succes. Gisteren heb ik sinds lang ook nog eens Nitzan gezien, en Edward, want we zijn op Guangbalu ene gaan drinken samen met Nicole, Burak en Erick. Ten slotte heb ik gisteren de dag afgesloten met een geweldig feestje in Grammy! De rest van het weekend ga ik het iets kalmer aan doen .
In mijn volgende post zal ik uitleggen wat soft sleepers juist zijn (vraag van Bob) en zal ik nog een paar wist-je-datjes vermelden. Er zullen snel een heleboel foto's volgen.
Ondertussen ben ik iets meer dan een weekje terug in mijn geliefde (?) Wuhan. Ik moet zeggen dat ik er dit keer absolúút geen probleem mee had naar Wuhan terug te keren, in tegenstelling zelfs. Ik keek ernaar uit Madina, Azamat (haar vriend uit Kazachstan die ik ondertussen al als roommate ben gaan beschouwen), Ayrton, Steffi en co, Sam... terug te zien. Steeds meer begint de relatie die ik met Wuhan heb op een haat-liefde relatie te lijken. Ik had een pracht van een vakantie achter de rug, en eenmaal in Wuhan leek alles onmiddellijk weer in zijn plooi te vallen.
Waar waren we gebleven? Ohja, Shanghai, waar ik me de eerste dagen (als ik heel eerlijk ben) stierlijk verveeld heb. Dat was niet mijn schuld, en ook niet Yiwei zijn schuld, maar het was de schuld van Chinees Nieuwjaar! Chinees Nieuwjaar draait namelijk om reunie met de familie, met als gevolg dat Chinezen zich massaal naar hun thuisdorpjes begeven, er een reusachtige verkeerschaos onstaat en er in geheel toeristisch China geen bal meer te beleven valt. Winkels en musea zijn gesloten, straten zijn leeg, kortom, de steden zijn dood.
Op 12 februari zijn Yiwei en ik naar de Yuyuan geweest, een tuin in het centrum van Shanghai met een bekend theehuis. Ik herinnerde me het uit 2005, maar in de tuin zelf was ik toen niet geweest. We hebben er kleine snacks gegeten, en nadien heeft papa Gong nog wat sightseeiing met ons gedaan. Het appartement van Yiwei bevond zich een heel eind uit het centrum, maar godzijdank lopen de metrolijnen van Shanghai tot in de meest afgelegen wijkjes. Een uurtje op de metro zitten is in Shanghai heel normaal . Ik was in het begin blij dat ik tijd had om lang te slapen en op internet te zitten, maar al gauw wilde ik erop uit. Maar dat wilden papa Gong en Yiwei kost wat kost beletten. Met een regen van argumenten probeerden ze me ervan te overtuigen de dagen rond Nieuwjaar steeds bij hen en hun familie te blijven. In het begin was dat dik tegen mijn zin, maar uiteindelijk was het misschien het beste. In het centrum van Shanghai was inderdaad niet veel te beleven, en het weer was maar koud en miezerig. Natuurlijk vond ik het fijn Chinees Nieuwjaar met een Chinees gezin te vieren, maar ik had me er eerlijk gezegd meer van voorgesteld. Ligt het aan het feit dat het Shanghai was, en geen traditioneel boerendorpje? Ik weet het niet, maar op Oudejaarsavond (13 februari) was alle familie al rond een uur of 8 s avonds naar huis en zaten Yiwei en ik weer met ons tweetjes op het appartement te loeren. De hele dag al was er vuurwerk te horen geweest, en rond 12 uur s nachts (toen Yiwei en ik al in ons bed lagen... erg eh :p) barstte de hel los. Ik kon uitkijken op het binnenkoertje van het appartementencomplex, en waande me in Irak. Auto-alarmen sloegen aan, en overal weerklonk luid geknal. Op het binnenkoertje zette de ene Chinees na de andere zijn taart neer (vuurwerk in de vorm van een taart), om dan op onveilige afstand ervan het ganse schouwspel gade te slaan. Ook ik stond achter mijn venstertje te kijken, klaar om weg te springen in het geval van een vuurpijl in mijn kamer, en probeerde tegelijkertijd een telefoongesprek te voeren met Ayrton in Wuhan, maar door het lawaai was dat praktisch onmogelijk.
Op Oudejaarsavond had ik samen gegeten met de familie aan vaders zijde: de knappe neef (we noemen hem Shuai Ge (knappe gast)), zijn ouders en moemoe. Tot mijn verbazing kregen niet alleen Yiwei en Shuai Ge een traditionele rood met goud gekleurde enveloppe toebedeeld, maar ook ik. Het is in China namelijk de gewoonte om, in plaats van cadeautjes, nieuwjaarsgeld te geven. Rood is de kleur van geluk en het goud spreekt voor zich natuurlijk. Na het eten kwam moemoe plotseling met een foto af. Vol hoop toonde ze die aan Shuai Ge, en vroeg ze hem wat hij ervan vond. Het was de foto van een Chinees meisje, en moemoe hoopte op een match. Shuai Ge was jammer genoeg niet geïnteresseerd. Ik denk dat ouders en grootouders nog vrij veel bezig zijn met het zoeken van een partner voor hun (klein)kind, maar de jeugd neemt het heft liever zelf in handen.
Op de eerste dag van het nieuwe jaar namen papa Gong en Yiwei me mee naar een kleine tempel in de buitenwijken van Shanghai. Het is de gewoonte dat gelovigen in tempels verzamelen en bidden voor geluk in het nieuwe jaar. In Shanghai zijn er 2 grote tempels, waarvan we er eentje gepasseerd zijn, en daar was het natuurlijk een drukte van jewelste, dus hebben we voor de kleinere geopteerd. In alle boeddhistische tempels vind je hetzelfde fenomeen terug: uit alles proberen ze geld te slaan. Rond Chinees nieuwjaar worden de toegangsprijzen verhoogd, en worden de tempels nog commerciëler dan ze al waren.
Op 14 februari stond er een etentje bij de familie aan moeders zijde op het programma, met onder andere Pang Ge (de dikke neef). En niet gelogen, deze 150-kilo zware beer heeft zijn naam verdiend. Pang Ge heeft ons in de omgeving van Songjiang, de wijk in Shanghai waar zijn ouders wonen, rondgereden (zo ook langs de enige berg in Shanghai). Het weer was miezerig, en de toegangsprijs voor het sculpturenpark hoog, dus zijn we naar Thames Town gereden. Dat was echt zot, het is een woonwijk zoals een andere (maar dan luxueus), die exact hetzelfde als de omgeving rond de Londense Thames is. Woonwijken in China zijn vaak een dorpje op zich, maar deze wijk heeft zelfs een eigen rivier (rarara, de Thames), een kerk (hetzij een lege kerk), winkeltjes (niks te beleven), eigen scholen, kruispunten met rode lichten, Londense telefooncellen enzovoort. Voor mij had het meer iets weg van een levensgroot speelgoeddorp dan van een wijk waarin echt mensen leven. Ook dit dorp was volledig dood, en dat had niet enkel met Chinees Nieuwjaar te maken. Veel mensen investeren namelijk in appartementen en huizen rond het centrum, zo ook papa Gong, die dan gewoon jarenlang leeg staan en nadien verder verkocht worden. Het etentje s avonds was goed! Naast kikker en kwal, stond er ook Russische salade op tafel (eindelijk eens iets gewoons ).
Op 15 februari had ik het dan toch klaargespeeld gekregen een dagje voor mezelf te krijgen . Ik heb met Vincent afgesproken en we zijn samen naar Avatar gaan kijken (Engels gesproken, met Chinese ondertiteling). Avatar, de duurste film aller tijden naar het schijnt, was best oke, maar het verhaal is niet zo origineel. Afgezien van het science-fiction element, was het verhaal krak hetzelfde als een tekenfilm die ik heel lang geleden gezien heb (Fern Gully: The last rainforest). Laten we zeggen dat het een mix was van Pocahontas, Fern Gully en nog wat science fiction. Het coolste vond ik nog de brilletjes die we moesten opzetten tijdens de film (de film was in 3D). Typisch Chinees was dan weer dat nét nadat de aftiteling van de film begonnen was, een Chinese werkneemster achter in de zaal kwam kwijken (een geschikter woord is er niet) dat we de brilletjes moesten teruggeven. Tijd om de film even te laten bezinken of om na te genieten, was er dus niet, en de zaal was in een mum van tijd leeg.
Vincent en ik zijn tevergeefs nog op zoek geweest naar het seksmuseum van Shanghai, dat blijkbaar opgedoekt is. Ter compensatie hebben we echter wel de wiwi van een klein manneke op de metro gezien. Zoals ik ooit al eens verteld heb, dragen bijna alle kleine Chinese kinderen een broek met een scheur in, om zo hun behoefte te vergemakkelijken (ook al heb ik daar mijn bedenkingen bij). We vielen bijna van onze stoel van het lachen toen we een moeder zagen die haar kleine (jongen) tussen haar benen had zitten met alles wijd open. Andere interessante momenten waren het omgekeerd van en op roltrappen lopen, en een vrij geavanceerde massagestoel waar Vincent wel een half uur heeft ingezeten.
De dag erop stond er een reunie met Yamin op het programma. We zouden karaoke gaan zingen, rond 11 uur s ochtends . Ook Shuai Ge was erbij, maar de meisjes die hij had uitgenodigd, hebben het laten afweten... In deze karaoke-zaak kon je tegelijk eten gaan halen aan een buffet. Hierna nam Yiwei me er alleen op uit, langs het Shanghainese Technopolis en daarna naar het stadspark. Ik wilde kost wat kost een tandem uitproberen, maar dat ging me niet zo goed af. Het fietsje zelf was dan ook maar een krel, en het stuur stond scheef. Na een paar toertjes (met Yiwei voorop) hebben we ons dan maar met een pot popcorn op een bankje gezet.
De volgende dag was een dagje shoppen met Yiwei. Op zich niet het vermelden waard, ware het niet dat ik na het kopen van een Swatch-horloge een ware fotoshoot cadeau kreeg . Blijkbaar was er een verdiep hoger een promotiecampagne van Swatch, en omdat ik buitenlander ben, hebben ze meer dan hun best gedaan. Mijn make-up en haren werden gedaan, waarna ik een aantal horloges rond mijn arm moest dragen en dan mocht gaan poseren voor de camera. Het was best eens fijn om te doen en het resultaat mocht er zijn. Ik heb me eindelijk ook een Ipod aangeschaft!
De volgende ochtend vertrokken we al vroeg in de ochtend met papa Gong en Shuai Ge naar Hangzhou. Ik was doodmoe omdat het de dag ervoor de vijfde dag van het Chinese nieuwe jaar was, die volledig in het teken staat van één of andere God van het Geluk, met als gevolg weer een hoop vuurwerk. Ik sliep dus maar rond een uur of 1, en werd weer uit mijn bed gedreund toen één of andere idioot het om half 6 s ochtends in zijn bol gekregen had de overschot van zijn vuurwerk af te steken. Ik had zin mijn raam open te doen en shabi (stupid pussy) te schelden!
Ik moet wel zeggen dat ik heel wat mooi vuurwerk gezien heb de avond ervoor, toen we over de verhoogde wegen van Shanghai naar huis reden. Om middernacht op Oudejaarsavond moet dat ook de moeite zijn, want aan weerszijden van de baan zie je de ene vuurpijl na de andere.
In de vroege namiddag arriveerden we in Hangzhou, waar de guanxi (relaties, vrienden) van papa Gong ons verblijf in een poepsjiek hotel aan de oever van het Westelijke Meer betaalden. 120 euro per nacht, niet niks. Na een wandeling en een boottochtje op het Westelijke Lake hebben we Kleine Tiet (Xiao Bo) ontmoet, een vriend van Gong Yiwei. De namen worden steeds interessanter he . Hij nam ons mee naar het restaurant waar zijn vader en familie al samen met papa Gong aan tafel zaten. Het was een echt guanxi-diner, en ik voelde dat, ondanks het feit dat de sfeer na een tijdje wat loskwam, het allemaal vrij formeel was. Het was weer een getoost van hier tot ginder, en ik wist niet goed of ik nu ook met mijn glas moest gaan rondlopen of niet. Je kan je wel voorstellen dat ik me daar niet echt op mijn gemak voelde, en mijn Chinees kwam er nog stunteliger dan anders uit. Na een tijdje kwam dan ook ter sprake dat ik niet slecht zing, en dus zijn we met zn allen nog in de karaoke beland.
De volgende ochtend lag ik nog te knorren toen de rest al op pad ging naar een tempel in Hangzhou. Yiwei had me wel gewekt, maar ik was direct terug ingedommeld en dus hebben ze me laten liggen. Langs de ene kant jammer, maar ik was echt dood. Rond een uur of 11 was ik pas paraat, en werd ik direct meegenomen naar een Westers restaurant waar we de eigenaar, een andere guanxi van papa Gong, ontmoetten. Het was één van de beste (en duurste) maaltijden waar ik me ooit aan heb kunnen tegoed doen, zonder zwanzen. Het ene gerecht na het andere kwam op tafel, en na een tijdje kon ik het niet meer laten mijn fototoestel boven te halen. Verschillende soorten vis, waaronder een paar exotische, zoals een giftige vis die zichzelf opblaast, maar bij bereiding zijn giftigheid verliest, en een hoop rauwe vis (waar ik ondertussen dus fan van ben) en kreeftjes. Ik kreeg gebakken eendenlever, een Cantonese soep en daarna een lekkere westerse steak voorgeschoteld. Ook stond er een Japanse delicatesse op tafel: een zeer dure soort vlees, die je net als sushi rauw moet eten.
Normaal was het plan nog wat sightseeiing te doen (hetzij vanuit de auto, want Yiwei is nu niet bepaald de actiefste), maar het was overal zo druk dat dat niet te doen was. Met Chinees Nieuwjaar trekken namelijk heel veel Chinezen voor een paar dagen naar Hangzhou. We hebben dus gewoon koers naar huis gezet. Ik vind dus niet dat ik kan zeggen dat ik Hangzhou echt gezien heb, ook al is het Westelijke Meer natuurlijk het belangrijkst. Toch hoop ik er nog eens te komen, om er dan wat actiever aan sightseeiing te doen . Ik geloof dat de tocht terug naar Shanghai een 4-tal uurtjes duurde, en na een nachtje slaap heb ik de volgende dag de trein genomen naar ... Nanjing.
Op dit moment zit ik in Shanghai, en Gong Yiwei zit hier naast mij tevee te kijken. Wat een luxe: ik kan gedurende een 10-tal dagen op hun leegstaand appartement verblijven! Zoals jullie al wisten, ben ik samen met Vincent van 4 tot 11 februari naar Guilin en Yangshuo geweest. Het was geweldig, en we hebben ongelooflijk veel geluk gehad met het weer. Ik had me op het ergste voorbereid koud, winderig en veel regen maar ik heb mijn paraplu op geen enkel moment nodig gehad.
Even een (korte?) samenvatting: Op 4 februari ben ik met een onrustwekkend klein vliegtuigje (met alle turbulentie vandien) vanuit Wuhan naar Guilin gevlogen. De rij waarin ik zat, bestond namelijk maar uit 1 persoon. Daarnaast zat het vliegtuig nog niet eens halfvol. We zijn gelukkig niet neergestort. Ik had me Guilin met zijn karstgebergte heel anders voorgesteld: een drukke stad van waaruit je een heel eind zou moeten reizen om bergen te zien te krijgen. Maar zo was het helemaal niet. Bij het binnenrijden van de stad passeerden we al een hoop bergen, om er dan na een tijdje gewoon tussendoor te zoeven. De stad ligt gewoon tussen de bergen als het ware. Mijn eerste indruk van Guilin was groen en gezellig. Was het de beplanting of de boulevard waarover we de stad binnenreden, maar ik meende hier en daar een beetje Turkije waar te nemen. De stad ligt langs de Yi-rivier, en deze rivier is voor een groot deel verantwoordelijk voor de charme van Guilin. Terwijl de shuttle-bus de file trotseerde (dat is in Guilin niet anders dan in andere Chinese steden), verwonderde ik me erover hoe proper en modern deze stad aandoet. Ons hostel, Backstreet Youth Hostel, beviel me direct heel erg. Pal in het centrum, sfeervolle romantische inrichting met houten meubels, rustige locatie en goede bedden. De enige minpuntjes waren dat er te weinig licht in de kamer was, en dat de houten rolluikjes voor de ramen allesbehalve effectief waren. Omdat Vincent later aangekomen is dan ik, had ik al de kans om een korte wandeling in de buurt van het hostel te maken. Vlak naast ons hostel liep een lange wandelstraat, die me direct aan het Turkse Alanya deed denken. Met andere woorden: gezellig, maar toeristisch, al was dat toeristische niets in vergelijking met wat we in Yangshuo zouden zien. In de wandelstraat bevonden zich restaurantjes met ook westers eten, kledingwinkeltjes, straatkindjes etc., heel aangenaam om door te lopen `s avonds. De omgeving was gelijkaardig.
De trip begon met een bezoek aan het huis van Wang Cheng, een prins uit de Ming-dynastie en bijhorende Solitary Beauty Peak. Die eerste fysieke inspanning deed me beseffen hoe slecht mijn conditie eigenlijk is. In totaal hebben Vincent en ik 4 dagen op de fiets gezeten, en dat heeft me wel deugd gedaan. Guilin heeft naast zijn hoofdbanen brede fietspaden, wat fietsen er heel aangenaam maakt. Langs de andere kant is Guilin wel heel druk, en je tussen de massa`s brommertjes op de baan wringen is een hele onderneming. In Yangshuo, waar we een paar dagen later zouden naartoe gaan, was fietsen een zaligheid. Yangshuo is klein, minder druk en eenmaal op het platteland kan je over de mooiste weggetjes koersen. In Guilin aten we op een plaats waar men zo`n beetje alle onderdelen van varkens verkocht, en vooral de varkensstaarten waren interessant. Van een varken gaat echt praktisch niets verloren, zelfs de darmen worden netjes ingevet en op ovenplaten gelegd. In de Solitary Beauty Peak wordt baijiu (Chinese sterke drank) gebrouwen, en de alcoholgeur was er zo sterk dat het zelfs te ruiken was bij het beklimmen van de piek. Hierna trokken we naar de olifantenslurfheuvel, die we ook vanop een bamboevlotje konden aanschouwen. Nog even langs de maan- en zonnepagodes om daarna onze fietstocht verder te zetten en te eten in een visrestaurantje langs de Li-rivier. De zichten die we toen hadden, vond ik al prachtig, maar dat was nog niets in vergelijking met wat we de dagen daarop zouden zien. Op 6 februari huurden we weer fietsen van het hostel, en die fleurden we op met een Spongebob (Vincent) en een Minnie Mouse (ik) alvorens naar de Reed Flute Cave te rijden. Het was een hele fietstocht, maar het weer viel best mee en het regende niet. De grot was echt de moeite! Ik was nog nooit in een grot geweest die zo ruim aanvoelde en waarbij alles zo mooi verlicht was. We konden een groep met Chinese gids volgen die ons aanwees waar stenen de vorm hadden van pindanoten, Chinese kolen, bloemkolen, peren, meloenen en wat nog allemaal . Een mindere moment was dat Vincent door een oude vrouw gierig genoemd werd, omdat hij zijn ballon niet aan haar wilde afgeven . We wilden de balonnen immers houden om die dan `s avonds zelf aan kleine kinderen cadeau te doen. Onze volgende stop was het 7-sterren park, waar apen zomaar zouden loslopen. Ik verwachtte er niet veel van, maar werd verrast toen we op een gegeven moment inderdaad massa`s apen in de bomen zagen springen en brullen. Een foto met een aap was natuurlijk een must, en aangezien de apen op het eerste gezicht vrij tam leken, mocht dat geen probleem zijn. Voorzichtig benaderde Vincent een aap en voederde hem een banaan, waarna ik mijn kans ook waagde. Ik was nog niet eens zo ver gevorderd, toen de aap opeens agressief werd en ik het op een lopen moest zetten. Ik dacht echt dat hij me in de nek zou springen, en het scheelde volgens mij ook geen haar . De foto is wel hilarisch natuurlijk . Apen zijn best enge beesten, en zowel Vincent als ik hebben een schrik gepakt van dit Park of the Apes. Een gepensioneerde leerkracht fysica was er druk bezig karakters op de grond te schilderen, en hij heeft ook onze namen gekalligrafeerd. De maan- en zonnepagoda`s zijn by night echt prachtig, maar veel meer is daar niet te doen.
Op 7 februari namen we de boot naar Yangshuo. We hebben natuurlijk voor de Chinese (en niet de westerse) boot gekozen! Buiten de boten met toeristen was er op de Li-rivier niets te zien. We konden dus volop genieten van de prachtige, sprookjesachtige uitzichten. Ook de afbeelding van een uitzicht op het geldbriefje van 20 yuan hebben we in het echt kunnen aanschouwen, al was het wel na lang zoeken en al was ik er zelfs lange tijd nadien nog niet zeker van of het nu wel echt dat uitzicht was dat op het geldbriefje stond. In de namiddag hebben we eerst onze intrek in een jeugdhostel genomen, dat slecht geisoleerd, maar wel gezellig was. Ook het personeel was heel behulpzaam (ik ben de naam van het hostel vergeten, ik geloof Yangshuo Senior youth hostel of zoiets). Vincent heeft zich uitgeleefd in de speeltuin en vanop een naburige berg hadden we een mooi uitzicht over het stadje.
Met roze fietsjes (kwalitatief niet al te best, maar te doen) fietsten we op 8 februari langs de Yi-rivier, en tot onze verbazing was de temperatuur echt ZALIG. Ik ben ervan overtuigd dat het meer dan 25 graden was, en dat maakte onze fietstocht over het magnifieke platteland van Yangshuo nog aangenamer. We kwamen de ganse dag door met koekjes, maar hebben dat `s avonds ruimschoots goedgemaakt. Overmoedig wilden we onze fietstocht over nog niet aangelegde wegen voortzetten, maar omdat onze fietsen zo crappy waren, hebben we dat plan maar laten varen. Met een bamboevlotje werden we de rivier overgezet, waarna we zijn doorgefietst naar een dorpje (naar Chinese maatstaven) genaamd Fuli. 3 keer per maand is daar een grote markt, en die viel nu toevallig net die dag. Heel fijn om alles eens af te zien. We hebben er massa`s zonnebloempitten gekocht, een beetje overdreven eigenlijk . Je had er zelfs met banaan- en roomsmaak... Het is nog steeds een geprul, maar langzaamaan word ik meer bedreven in het zonnebloempit-eten. Omdat Chinees Nieuwjaar zo dichtbij was, werd er ook veel kalligrafie en vuurwerk verkocht. Vincent heeft er in de buurt dan ook maar een paar bangers (knallers) afgestoken. We propten onze fietsen in een motorvoertuig met bak en lieten ons zo terugbrengen naar het centrum van Yangshuo.
9 februari was net zo schitterend als de dag ervoor. Ditmaal gingen we voor mountainbikes (waarvan 1 met mandje), maar dat was achteraf gezien toch niet nodig geweest, vind ik. Het was vooral afzien , maar voor iemand zonder conditie heb ik het er nog vrij goed vanaf gebracht, vind ik. Ik heb nog nooit zo`n sportieve vakantie gehad . En alsof dat nog niet genoeg was, hadden we voor die dag bamboo-rafting gepland. Aan de drakenbrug wachtte onze shifu (professionele bamboevaarder) ons op voor een tocht over de Yulong-river. Onze rafting zag er als volgt uit: wij, luie tamzakken, namen plaats op een bamboovlot (waarop ook onze fietsen lagen), en lieten ons gedurende een dikke 2 uren verder roeien door een Chinees mannetje. Toch was het niet zo tam als het lijkt, aangezien we ook een aantal watervallen moesten overbruggen :). De momenten waarop we zijwaarts van een watervalletje dreigden te glijden, waren toch wel best spannend. Het was echt genieeeeeten! De zon was hemels, de uitzichten magnifiek... Onze shifu (met kapotte kleren en een onverstaanbaar accent, maar goedlachs en vriendelijk) deed af en toe eens een belleke, en eigenlijk was dat het enige wat de rust op de rivier verstoorde. We waren de enigen op de rivier! Een eindje verder werden we gedropt, en we fietsten verder naar onze laatste, maar daarom niet minder vermoeiende, fysieke inspanning: de Maanheuvel. Daar verbaasden enkele vervelende moedertjes ons met een woordje Nederlands. Het klimmen was echt niet te doen en ik zweette me te pletter , maar het uitzicht was natuurlijk wel weer de moeite.
`s Avonds zijn we met de bus teruggekeerd naar Guilin. We wilden op onze laatste dag nog graag de rijstterrassen van Longshen doen, maar omdat we tot half 12 in ons bed hadden gelegen, zat dit er jammergenoeg niet meer in. In plaats daarvan hebben we dan maar de bus genomen naar een dorpje van 1000 jaar oud (Jiangtouzhou) waar iedereen de achternaam Zhou heeft. Vincent moest dat natuurlijk kunnen verifiëren door aan jan en alleman te vragen: Nin gui xing? (Wat is uw achternaam?) :) We hebben er een hele tijd rondgelopen en dan in de buurt nog typische Guilin-noedels verorbert, alvorens terug de bus op te springen. En dat was het dan. :). De volgende dag ben ik rond de middag met het vliegtuig naar Shanghai vertrokken (Vincent trouwens ook) om er Chinees Nieuwjaar te vieren. Maar dat zal voor een volgende post zijn :).
Ik ben ongelooflijk content over het tripje naar Guilin. Een reis vol spanning en avontuur (lol) met leuk gezelschap. Zo mogen er nog meer volgen!
Ik ben Kerlijne, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Kelan.
Ik ben een vrouw en woon in Mol (België) en mijn beroep is sinologe.
Ik ben geboren op 27/07/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: karakters pennen en karaoke zingen.
Ik hou van Chinezen, rijst, hotpot en stokjes.