Heeft Koning Albert II van België iets met de zaak Dutroux?
Dat Marc Dutroux en
zijn medestanders uitzonderlijke bescherming genieten is een publiek geheim en
leidt geen twijfel. De continuïteit van de bescherming vanuit de overheden en
de acties om zijn medestanders in voorwaardelijke vrijheid te stellen zijn verbluffend
en roepen vele vragen op.
Wie heeft er belang in
dat onderzoeken naar activiteiten als de bende van Nijvel of het feit dat de
activiteiten en achtergronden van Dutroux niet uitgeplozen worden, zeker niet
door de media. Alleen de opdrachtgevers of betrokkenen die tot hogere
instanties behoren hebben niet alleen belang doch zijn eventueel ook bij machte
om onderzoeken te verhinderen of in de war te sturen. Het is duidelijk dat
onderzoeken naar de bende van Nijvel in het honderd liepen door toedoen van de
heren Procureurs des Konings terwijl onderzoeken naar de verdwijning van
meisjes en kinderen niet leidde naar de reeds gekende Marc Dutroux. Er wordt
juridisch geblunderd in gevallen waarvan een kind kan vaststellen dat
dergelijke blunders vooral door opzettelijk falen tot stand kunnen komen.
De veronderstelling
dat dergelijke blunders met opzet gecreëerd werden, leidt ons naar de vraag wie
hiervoor verantwoordelijk is of wie hierbij belangen heeft. Uiteraard zijn het
slechts betrokkenen die moeten voorkomen dat de daders hun mond open doen die
voor lekken angst zullen hebben. Dat dus machthebbende betrokkenen of
opdrachtgevers in hogere kringen moeten gezocht worden is meer dan duidelijk, zeker
gezien de inspanningen door opeenvolgende regeringen en partijen om de
criminaliteit door hun passieve houding te vrijwaren van vervolging of zware
straffen.
De drie grote
politieke partijen die tot de regelmatige regeringsbezetting behoren en
behoorden, bieden echter geen zekere machtscontinuïteit en verbonden bescherming
aan criminele organisaties of daders. Vanuit deze hoek is de criminaliteit dus
ook nooit absoluut verzekerd, waardoor hooggeplaatste opdrachtgevers of
betrokkenen hun toevlucht moeten zoeken of behoren tot, een persoon of
instelling, die een continuïteit in macht vertegenwoordigd en niet aan de
politiek of het stemgedrag der bevolking onderworpen is. Doch ook dit voldoet
slechts als die macht groot genoeg is om met zekerheid de politiek en justitie aan
deze macht of persoon te onderwerpen. Tenzij een maffia organisatie die
waarschijnlijk tijdelijk in staat kan zijn, doch door haar illegaliteit geen
continuïteit kan verzekeren, is er slecht één persoon die in aanmerking kan
komen en die dergelijke positie onveranderlijk bij wet bekleedt, wat in een
democratie door volksinspraak principieel uitgesloten is, en slechts kan in een
dictatoriaal systeem of in een absolute monarchie. Dergelijke persoon is voor
België niemand minder dan Albert II koning van België, die ondanks het feit dat
België een democratie behoort te zijn, toch zetelende koning met inspraak
blijkt en al meer dan voldoende bewees een behoorlijke en ondemocratische macht
te ontplooien en meerderheidspartijen die zich niet koningsgezind opstelden,
uit wist te sluiten.
De hardnekkigheid
waarmee regeringspartijen ijveren voor vrijlating van extreem zware criminelen
en de continuïteit waarmee dit, ongeacht de deelnemende partijen in de
regering, en tegen het volksverzet en elke logica in, in stand blijft,
rechtvaardigt ruimschoots het idee dat er een niet politiekgebonden doch
absoluut heersende macht achter schuilgaat, waardoor allen behalve de monarch
Albert II uit te sluiten zijn. Het absolute en duidelijk georkestreerde verzet
tegen het opkomende politiekrechts en tegen het antiroyalisme, wijzen per slot
ook in de richting van de Belgische monarchie en haar monarch Albert II. Ook de
herhaaldelijke aantijgingen dat Prins Albert in de periode der Roze balletten
door slachtoffers zoals X1, X2, X3 en X4, als deelnemer werd aangeduid, wat
echter nooit bewezen werd, roept ondanks alles heel wat vragen op. Werd het
nooit bewezen of mocht men het niet bewijzen of bevestigen, we hebben er het
raden naar. Seksfuiven eigen aan de westerse individualistische ontwikkeling, werden
en worden wereldwijd door westerse individuen uit hogere kringen veelvuldig
aangewend voor allerlei doeleinden, waarbij uiteraard dergelijke fenomeen als
chantagewapen zeer nuttig blijkt.
Gezien
de ontwikkelingen van de regeringsvorming in 2010 en het ondemocratische verzet
tegen opkomend Rechtse politiek met een politieke cordon sanitaire rond het
voormalige VlaamsBlok en een nieuwe poging een politiek cordon rond NV.A op te
werpen, is een vermoeden tegen de Monarchie meer dan gerechtvaardigd. Hierdoor
lijkt het vermoeden tegen de Monarcht slechts sterker naar voor te komen en
rijst de vraag of Albert II of vrienden uit zijn entourage tot opdrachtgevers
of betrokkenen bij ernstige criminele activiteiten, psychopathisch en
sadistische geweld tegen weerloze en kinderen, betrokken zijn. Dit vermoeden
wordt slechts sterker en geloofwaardiger indien men bedenkt dat eerst
Christendemocraten opkomen voor de bescherming van criminelen en de onvoorwaardelijke
toegang voor immigranten met een verbonden Snel Belg Wet en een mank lopende
justitie, dat hen een afstraffing van het volk oplevert. Dit systeem wordt
echter haast onveranderd doorgeschoven naar Open VLD die vervolgen via Annemie
Turtelboom zowel Justitie als migratie verder frauduleus en fundamenteel
onveranderd verder zetten en de criminaliteit via verdoken crimineeloptreden
van de eigen bezetting onderhoudt, wat een continuïteit van buiten en boven de
wettelijke macht vereist om dit onvoorwaardelijk in stand te houden. Enkele
schaarse en vooral schijnaanpassingen en beloftes naar volkswil moeten de
gemoederen en volkswoede sussen.
Het feit dat weerlozen
en kinderen door de diensten van vreemdelingenzaken op een grove manier en
beestachtig moreel mishandeld worden, door het plegen van veelvuldige valsheid
in geschriften, pesterijen uit machtswellust die niet zelden tot zelfdoding van
slachtoffers leiden, worden op de koop toe bijgestaan door ombudsmannen in
overheidsdiensten die op hun beurt deze vervalsingen bijtreden. Dit fenomeen
wijst op een wijdverbreide organisatie en onbeperkte doch ziekelijke
collegialiteit waardoor alle overheidsdiensten geïnfecteerd worden, wat slechts
kan bij een continuïteit van een centraal doch ondemocratisch gezag, zoals een dit
van dictatuur of een dictatoriale monarchie. Dergelijk fenomeen ligt mogelijk
ook aan de basis van de activiteiten en bescherming van figuren als Marc
Dutroux, Michelle Martin en Michel Nihoul. De vraag op de maffiakoning en de
koning van België, de monarch Albert II, in België één en dezelfde persoon
zijn, is gezien de welige bloei van de criminaliteit in België, hopelijk dwaas,
doch zeker geen onvermijdelijke vraag.
De veelvuldigheid in
vervalsingen van geschriften en verklaringen met het oog op het moreel en
psychisch schaden en misbruiken van weerloze personen, minderjarigen en
onschuldige burgers, gebeurd uitdrukkelijk onder het waakzame oog van zowel het
koningshuis en zijn administratieve diensten als onder het oog van vooral CD&V
en Open VLD politici, die zich trouwens onvoorwaardelijk collegiaal opstellen
tegenover het koningshuis en de koning en eventueel onkiese of onverantwoorde
beslissingen van hun collegas.
Als gevolg van de
groeiende en grootschalige afkeuring van het publiek en de grote verliezen die
de betrokken partijen in nasleep van hun
ondemocratische politiek bij het publiek oplopen, mag men veronderstellen dat
er wat tegenover heeft gestaan, wat de persoonlijke schade voor de betrokken
politici ruimschoots vergoed zal moeten hebben, waardoor we van puur
volksverraad zouden kunnen spreken.
Tot overmaat ervaren
zij die klacht durven neerleggen dat zij op hun beurt door de overheden
geviseerd worden, terwijl parketten geen onderzoeken of vervolging uitvoeren.
Onthullingen van
pedofilie bij kerkelijke gezagdragers en de ruime verspreiding van het fenomeen
bewezen ons dat kinderen en weerlozen maar al te snel door superieuren worden
misbruikt, waardoor de vraag rijst hoe het komt dat dergelijk fenomeen bij kerkelijke
overheden uitlekt, terwijl er ogenschijnlijk bij de burgerlijke gezagdragers of
overheden der staat niets aan de hand is, wat praktisch onmogelijk is. Men zou,
de westerse ontwikkeling en geschiedenis indachtig, en het alom aanwezige seksisme,
en maniakale onderwerpingen en misbruiken van vrouwen en kinderen, eigen aan
het westerse individualisme, egoïsme en egocentrisme en het hieraan verbonden
streven naar zelfvoldoening, eerdere het tegengestelde mogen verwachten. Het is
nochtans geen geheim dat in het verleden de edelen hun macht en positie
veelvuldig gebruikte om horigen te verplichten hun jonge dochters ls eerste aan
hen aan te bieden, wou men van een gunstige behandeling en extra voordelen der
heren gezagdragers verkrijgen, waardoor men met edele bastaarden de straten kon
plaveien. Dit fenomeen van machtsmisbruik werd ook beschreven in het verhaal
Klinkaart van Piet van Aken en is net zo oud als de westerse geschiedenis.
Dat het fenomeen van kindermisbruik nauwelijks ingedijkt kan worden is dan ook
te wijten aan het feit dat zowel kerkelijke als civiele functionarissen in de eerste
rij der misbruikers staan om hun bevoordeelde positie uit te buiten en zich te
bevredigen.