OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN
DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE
HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST"
EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN.
WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT
------------------------------
HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
25-06-2008
Liriope muscari
Liriope muscari
Botanische naam:Liriope muscari
Nederlandse naam:Leliegras
Herkomst:
Bijzonderheden:polvormig/kussenvormend, groeit vanuit de wortelstok
Bloeikleur/vorm:rechtopstaande bloemstengels vol met paarse, kraalvormige
bloemen (isomo-bolletjes)
Bloeitijd:augustus - oktober
Blad:bladbehoudend, vraagt wat winterbescherming, vorstbestendig
tot -20° C
Hoogte:20 - 25 cm en ca. 45 cm breed
Vermeerderen:delen in 't voorjaar, zaaien in de herfst
Snoeien:alleen in 't voorjaar bruine bladeren en oude bloeistengels wegknippen
Planten:20 cm, 15 cm voor dichte begroeiing
Bemesten:
Ziekten:
Omschrijving: zeer decoratieve en makkelijk te kweken perk plant
Mooie randplant met wintergroen grasachtig loof.
Leliegras bloeit vanaf begin september met vele aren volgepropt met paarse isomo-bolletjes.
Wintergroen is een fameus pluspunt voor deze onvolprezen planten, die het hier, mits wat summiere winterbescherming, het al jaren prima doen in de droge zandgrond.
Het is erg lastig om voor beschaduwde plaatsen of plaatsen in de tuin die door overhangende takken van bomen of struiken permanent in een schemertoestand verkeren, goed groeiende planten te bedenken. 'Tijdelijke' bedekking in de vorm van lelietje-van-dalen, viooltjes of de vaste plant Judaspenning geven niet altijd voldoening. In zo'n situatie kan Liriope een uitkomst zijn. Het is een groenblijvende vaste plant, die opgewassen is tegen minimale lichttoetreding. In de nazomer komen tussen de grasachtige halmen rechtopstaande bloemstengels te voorschijn met paarse, kraalvormige bloemen.
Liriope behoort tot de familie van de Convallariaceae/Liliaceae. Het lelietje-van-dalen behoort ook tot deze familie. De overeenkomst met Liriope is zeker de rechtopgaande stengel met belvormige bloemen erlangs. Ook Liriope groeit met een wortelstok, maar breidt zich hiermee niet zo explosief uit als lelietje-der-dalen. De plant vormt uitdijende, kussenvormige pollen. Wie de beplanting gesloten wil hebben, zal dan ook een plantafstand van vijftien centimeter moeten aanhouden. Liriope is inheems in China, Japan, Vietnam en Taiwan
Liriope verlangt een goed doorlatende grond. Voeg voor het planten een flinke hoeveelheid humusmateriaal aan de grond toe. Bij een plantafstand van vijftien centimeter onderling is de bodem binnen twee jaar volledig bedekt. In het tweede jaar na aanplanten wordt het aantal bloemstengels beduidend meer dan in het eerste jaar. Aan het begin van de lente kunnen eventueel bruin geworden bladen worden weggeknipt. Dan ook is het de tijd om te groot geworden pollen te scheuren en elders uit te planten. Liriope wordt tot vijfentwintig centimeter hoog en de pol tot veertig centimeter breed. Liriope verdraagt ook lichte zon. De bladen worden dan lichtgroener.
Variëteiten Liriope muscari 'Lilac Beauty' heeft bredere bladen dan de soort. De plant wordt tot vijfenveertig centimeter hoog. Bloemen lilakleurig. Liriope muscari 'Majestic' bloeit met grote, violetblauwe bloemen. Liriope muscari 'Variegata' heeft crèmekleurige bladen. Bloeit met mooie, helderblauwe bloemen. Liriope muscari 'Albiflora' bloeit met zuiver witte bloemen. Liriope spicata 'Silver Dragon' wordt tot vijfenveertig centimeter hoog. De bladen zijn langs de randen met een goudbonte streep afgezet. De plant brengt veel violet-lila bloemen voort.
Liriope lijkt veel op de bijna zwartbladige Ophiopogon
Herkomst: grasland, steppen in Azië en Afrika, India.
Bijzonderheden: is een kortedagplant Kenmerk: kan goed tegen droge lucht
Soort: Crassulaceae familie
Standplaats:heeft veel licht nodig.
Grondsoort:
Vochtbehoefte:niet veel water nodig
Gebruik:
Bloeikleur/vorm:paars, roze, wit, lichtroze, rood en oranje
Bloeitijd: voorjaar
Blad: dik,vetplant achtig
Hoogte: 20 tot 50cm
Vermeerderen:kopstek
Snoeien:
Planten:
Bemesten: iedere twee à drie weken wat plantenvoeding
Ziekten: niet onderhevig aan ziekten
Omschrijving: Matig warm zetten Kalanchoe behoort als familie tot de Crassulaceae. Deze zijn succulenten; dat betekent planten die vlezige bladeren of stengels hebben, meestal met sappige dikke bladeren; vetplanten dus. De Crassulaceae familie is zeer groot, er bestaan vele variëteiten en vormen, de bekendste zijn de veelkleurige Kalanchoe blossfeldiana hybriden.
Genoemd naar Dhr. Blossfeld die in 1927 met succes de eerste planten teelde en verhandelde.
Deze planten komen in hun natuurlijke groeiwijze voor in grasland, steppen in Azië en Afrika, India.
Ken je de recente mutatie van de Kalanchoe blossfeldiana? Het is de calandiva-serie. Deze plantjes hebben zeer mooie dubbele bloempjes lijkend op miniatuurroosjes. De bloempjes staan met verscheidene tezamen op een stengel en vormen zo een bloemhoofdje. Een prachtig zicht!
De Kalanchoe calandiva is reeds verkrijgbaar in verscheidene bloemkleuren (paars, roze, wit, lichtroze, rood en oranje).
Kan je een keuze maken?
Kalanchoe is een kortedagplant. Dit betekent dat er bloemknoppen gevormd worden bij het korter worden van de dagen. Telers kunnen de plant in bloei trekken door te verduisteren of juist de bloei doen uitstellen door bij te belichten. Vandaar dat Kalanchoe op vele momenten van het jaar in de handel verkrijgbaar is.
Een van de redenen voor zijn populariteit is dat je een achttal weken lang kan genieten van de prachtige bloempjes die goed contrasteren op het donkergroene blad.
Kalanchoe is een gemakkelijk te onderhouden plantje. Sommige variëteiten zijn zelfs geschikt als terrasplant ofals tuinplant in de zomer.
Verzorgingstips:
Temperatuur
Matig warm. De minimumtemperatuur is 16°C en maximum 27°C. De plant staat liefst niet te warm opgesteld. Een plaatsje bij het venster is aan te raden, waar het iets koeler is dan dichtbij een radiator. Ideaal voor de Kalanchoe is een niet te warme veranda of wintertuin. Hoe lager de temperatuur, hoe droger men de plant moet houden.
Licht
Kalanchoe heeft veel licht nodig. In de winter volop in het licht zetten, liefst voor een raam op het zuiden. In de zomer opletten voor te hevige middagzon.
Water
De plant heeft sappige bladeren en heeft zodoende niet veel water nodig. Giet pas als de potkluit droog aanvoelt. In de zomer mag de potkluit matig vochtig blijven, terwijl in de winter minder water geven noodzakelijk is. Giet met lauw regenwater en vang het teveel aan water op in een schoteltje; giet dit water weg na de waterbeurt. Om de veertien dagen water geven is voldoende.
Indien de bladeren naar beneden gaan hangen, vooral in de winter, wijst dit op een teveel aan water.
Luchtvochtigheid
Doorgaans kan de kalanchoe goed tegen droge lucht.
Voedsel
Bij aankoop bevat de potkluit meestal voldoende voedsel. In de groeiperiode mag een kleine gift van vloeibare bijbemesting gebeuren om de drie weken.
Overhouden
Meestal wordt de plant na de bloei weggegooid. Toch is het mogelijk de plant over te houden. Top de stengels in na de bloei, zo hou je de plant klein en compact.Na het toppen de plant eens verpotten in een goede potgrond. Bloei verkrijg je door te verduisteren, indien je dat niet doet dan bloeit de plant op een natuurlijke wijze in het voorjaar.
Wens je een nieuw plantje dan kan je dit doen door kopstekjes te nemen van de stengels die zijn uitgebloeid. Slechts 1 stekje per pot planten (inpotten) volstaat.
Ziekten
Kalanchoe is bijna niet onderhevig aan ziekten. Verwijder onmiddellijk bladeren met bruine vlekken of met wit schimmelpluis. Giet om deze schimmelziekten te vermijden liefst op de potkluit en niet op de bladeren of bloemen.
Tips
Zoek bij aankoop naar planten die pas beginnen bloeien. De bloempjes zelf mogen nog geen verkleuring vertonen.
Een snel gemaakt tafelstukje voor op de feesttafel:
Neem een breed glas waar de kalanchoepot in past.
Verberg de pot met een beetje mos.
Schik een beetje sisaldraad op de kalanchoe en klaar is het stukje!
Kuis om de veertien dagen de bladeren af met een vochtig doekje zodat de bladeren glanzen! Gebruik geen bladglans.
Standplaats: Grondsoort: Normaal, Neutraal Standplaats: Zon Groeit op elke voedzame, liefst vochtige maar goed doorlatende grond. Ook op kalkhoudende grond. Best op een zonnige plaats. Wintervocht vermijden.
Kenmerken: Forsythia intermedia ′Lynwood′ is een sterkgroeiende varëteit met dubbele, dicht openstaande bloemtrossen met open bloemkelken in maart. Bereikt een maximale hoogte van 2 à 3 meter. De felgele, stervormige bloemen bieden aan het begin van het voorjaar een vrolijke aanblik en verschijnen eerder dan het blad. Deze plant is ideaal op de tweede linie van borders, hij bloeit immers voor de andere struiken in blad komen.
Bloemen : Bloemkleur: Geel Bloeimaand: Maart, April Bloeit in maart/april met diep goudgele bloemen. De klokvormige bloemen staan met twee of drie bij elkaar en verschijnen aan de nog kale takken.
Planten : Het voorjaar is een goede tijd om te planten .Dode scheuten afsnijden Eenmaal per jaar moet men de plant een handvol mest zorgvuldig door de grond werken
Eigenschappen: De hoekige takken die veelal hol zijn binnenin, kunnen worden geforceerd en gebruikt in boeketten. Hij kan in groepen worden aangeplant of als solitair. Kan ook worden toegepast als haagplant of geleid langs een muur of schuttingDe hoekige takken die veelal hol zijn binnenin, kunnen worden geforceerd en gebruikt in boeketten. Hij kan in groepen worden aangeplant of als solitair. Kan ook worden toegepast als haagplant of geleid langs een muur of schutting
Vermeerderen : Gebeurt door het nemen van zomerstekken Stekken Forsythia wordt door middel van zomerstek vermenigvuldigd. De stekken worden genomen van niet al te oud hout. Of het goed stekhout is, is te controleren door de scheut te buigen. Die mag dan niet breken. Maak stek met een lengte van tien centimeter in juni. Steek de stek in een mengsel van twee delen turfrijke grond en een deel scherp zand. Begiet de stek na het steken. De stekken kunnen het beste onder glas/plastic worden gehouden. Dit bevordert de beworteling. Na circa drie weken is de stek beworteld. Hierna de bewortelde stek op afstand verder opkweken. In het jaar nadat de stek is gemaakt, kan de struik al een hoogte van 1 meter bereiken. Om de scheut te laten vertakken wordt de scheut in het najaar teruggesnoeid tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond
Forsythia is genoemd naar een directeur van de Royal Kensington Gardens, W. Forsyth. Tussen 1833 en 1920 zijn soorten in Engeland ingevoerd uit China, Korea De bloem van Forsythia van dichtbij gezien: mooi van vorm (Forsythia viridissima, Forsythia suspensa en Forsythia ovata) en Albanië (Forsythia europaea).
Snoeien Wie niet naar Forsythia omkijkt, behalve als deze bloeit, zal in de loop der jaren merken, dat de struik steeds minder bloeit. Het percentage oud hout neemt toe, de struik wordt hoger en bloeit voornamelijk nog in de buurt van de toppen.
Forsythia bloeit aan rijp, maar niet al te oud hout en daarom is snoeien - direct nadat hij is uitgebloeid - nodig om van een rijke bloei in het volgende jaar verzekerd te zijn. Wie eens nauwgezet het verloop van bloei en afsterven van de bloem volgt, zal zien dat aan het einde van de bloei de bloemen bruin worden en verdorren. Dan is het moment aangebroken om de snoeischaar te hanteren. Snoei de uitgebloeide tak tot op enkele centimeters boven de grond af. Wie oplettend kijkt, zal zien dat al jonge scheuten vanuit de basis omhoog zijn geschoten. Op deze scheuten zal Forsythia het volgende jaar bloeien
Deze zeer verspreide sierpruim met donkerbruinrode bladeren en twijgen. Is een kleine boom met een losse, ronde, vrij dichte kroon. Hij is tamelijk sterk tot matig snel groeiend. Bloeit in april-mei met kleine, lichtroze, enkele bloempjes die bij het uitbloeien overgaan naar wit. Vormt een weinig aantal rode vruchten. De bloemen komen zeer mooi uit tegen het uitgelopen purperen blad. Boompje dat thuis hoort in de categorie van purperbladige bomen. Prunus cerasifera 'Nigra' is ook verkrijgbaar in struikvorm. Boompjes als halfstammige of hoogstammige bomen aan te planten. Geschikt als parkboom, als aantrekkingspunt in kleinere tuinen. Gedijt ook op kleigronden.
Bloeikleur/vorm: roze,grote tros met klokvormige bloemen
Bloeitijd:maart-april, soms al eerder (bij zachte winter)
Blad:wintergroen
Winterhardheid:zeer goed
Nachtvorstschade : de bloemen licht gevoelig
Deze rhododendron behoort tot de CAUCASICUM GROUP.
De winterharde, vroegbloeiende Rhododendron caucasicum werd in 1803 uit de Kaukasus in Engeland ingevoerd.
Hij komt voor op een hoogte van 2500-3000 meter en is zeer winterhard.
De kleur is meestal wit tot bleekroze.
SOORTEN :
Uit kruisingen met Rhododendron arboreum ontstonden in 1835 de zeer vroegbloeiende Rhododendron 'Nobleanum' en enkele andere cultivars.
De bloemen van Rhododendron 'Nobleanum' waren lichtrood tot donkerroze.
De terugkruising van Rhododendron 'Nobleanum' met Rhododendron caucasicum heeft een paar bekende winterharde cultivars opgeleverd: 'Christmas Cheer', 'Rosamundii' en 'Jacksonii'.
De eerste twee zijn zeer vroegbloeiend en bleekroze terwijl Rhododendron 'Jacksonii' een zeer lange bloeitijd en een roze kleur heeft.
Een van de belangrijkste Rhododendron caucasicum-hybriden is 'Cunningham's White', verkregen uit een kruising van Rhododendron caucasicum x ponticum 'Album'.
Dit is een zeer winterharde rhododendron.
Belgische kwekers hebben ook in deze groep gekruist en verkregen enkele hybriden die vroeg in bloei te trekken waren.
Dit zijn 'Prince Camille de Rohan' en 'Chevalier Felix de Sauvage'. Deze werden 30-40 jaar geleden nog veel in de kwekerijen aangetroffen
Zorg voor vochthoudende, goed gedraineerde tuingrond met toevoeging van turf.
Groepsplanting of rijenplanting (voor snijbloem).
Verdelen van de bolletjes na 4-5 jaar.
Blijven vele jaren ter plaatse. Plantafstand: 10cm.
Tips
Ideaal voor groepsvorming en als randplant.
Verwildering onder bladverliezende heesters en zelfs als snijbloem voor kleine vaasjes.
Bij de meeste Muscari zijn de bovenste bloempjes van de tros steriel en gaan niet open.
Kunnen ook in pot geteeld worden.
Als de plantjes te dicht groeien (om de 4-5 jaar) de bolletjes opnemen als het blad geel wordt (juni-juli), verdelen en onmiddellijk herplanten - met blad - op ruime afstand (10 cm).
Om vlug een gevuld effect te bereiken mag zeer dicht geplant worden (80 bolletjes per m2).
behoort tot het geslacht Nieskruid, waartoe ook de Lenteroos (Helleborus oriëntalis) behoort. Hoewel de naam kerstroos suggereert dat de plant rond de kerst bloeit komt deze pas in februari in Nederland in bloei en bloeit tot april.
De Kerstroos komt in het wild voor op de hellingen van de Oostelijke Noord- en Zuidalpen.
De Kerstroos is een vaste plant van ongeveer 30 cm hoogte. De plant bloeit met witte of roze bloemen. Voor een goede groei moeten de zaaddozen direct na de bloei verwijderd worden.
Er kan makkelijk zaad gewonnen worden, maar de plant is niet zaadvast. De moederplant kan alleen door scheuren vermeerderd worden.
Plagen
De plant kan makkelijk aangetast worden door bladluizen, maar heeft verder weinig last van ziekten en plagen. Dat komt net omdat hij zo giftig is.
bladluizen op lenteroos
Giftigheid
De Kerstroos is zeer giftig door het aanwezige helleborin, dat een diglycoside is en bitter smaakt. Verdere aanwezige gifstoffen zijn saponine en protoanemonine. De kerstster zou niet giftig zijn.
Gebruik
De gemalen en gedroogde wortel werd vroeger als niespoeder gebruikt. Verder wordt de Kerstroos als braakmiddel en middel tegen verstopping gebruikt.
Mythologie
In de mythologie van de Oude Grieken werd helleborus door Melampus van Pylos gebruikt voor het redden van de dochters van koning Argos, die gek gemaakt door Dionysus naakt, huilend en schreeuwend door de straten van de stad renden.
Bijzonderheden:fijn verdeelde blad heeft decoratieve
Grondsoort:alle, humeus
Vochtbehoefte:normaal
Licht:zon
Wind:gevoelig
Groep:1 jarig
Gebruik:borders, verwildering, kuipen/potten
Hoogte:0.10-0.30 m
Bloeikleur/vorm:rood/bruin
Bloeitijd:juli, augustus
Blad:groen
Zomeradonis
De zomeradonis of kooltje vuur (Adonis aestivalis) is een eenjarige plant die behoort tot de Ranonkelfamilie en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als in Nederland uit het wild verdwenen. De zomeradonis komt van nature voor in Eurazië. De plant wordt in de siertuin gebruikt.
Bijzonderheden
De plant wordt 20 tot 50 cm hoog
bloeit van mei tot juli met vermiljoenrode bloemen.
De bloeiwijze is één bloem per bloemstengel of een enkelvoudig gevorkt bijscherm.
De kelk zit tegen de uitgespreide kroonbladen aangedrukt.
De bloemen zijn soms ook lichtgeel en hebben aan de voet vaak een donkere vlek.
Het fijne blad is driedubbelveerdelig.
De vrucht is een dopvrucht, die door dieren verspreid wordt.
De zomeradonis komt voor tussen het graan, maar is in Nederland voor het laatst in 1936 waargenomen.
Giftigheid
De plant is zeer giftig door het voorkomen van glycosiden.
In de plant komt 0,2 tot 0,4% adonitoxine samen met cymarine voor en is het hoogst tijdens de bloei.
bestaat uit meer dan tachtig soorten en daarbinnen bestaan weer vele variëteiten.
Daaronder zijn eenjarige en overblijvende grassen.
De pluim van Pennisetum alopecuroides 'Hameln' heeft roodbruine, borstelachtige aren
Pennisetum komt van nature voor in tropische, subtropische en gematigde streken.
De meeste soorten vermeerderen zich door middel van rizomen. Kenmerkend zijn de platte bladschijven en vanzelfsprekend de langwerpig ronde, pluimvormige bloei. De pluim werd vroeger wel als rager voor de cilindervormige glazen kap van de olielamp gebruikt. Vandaar de naam lampenpoetsersgras.
De belangrijkste soort van lampenpoetsersgras voor de tuin is Pennisetum alopecuroides.
In het verleden werd dit siergras Pennisetum compressum genoemd. Het is een overblijvend gras, dat voornamelijk in delen van Australië en Azië van nature voorkomt. Pennisetum behoort tot de grassen (Graminae).P. alopecuroides 'Hameln' wordt tot maximaal 70 centimeter hoog
Het lampenpoetsersgras met pluimen is een sierraad voor de tuin, maar ook heel geschikt om te worden gebruikt in een droogboeket. Voor dit laatste wordt de plant ook wel commercieel geteeld. Vanaf de nazomer tot ver in de herfst staan de pluimen op het gras.
Het lampenpoetsersgras verlangt een licht humeuze grond of grond, die goed water doorlatend is en permanent licht vochtig blijft. Deze grassoort groeit uitstekend op een plaats in de zon tot halfschaduw. Het kan als eenling (solitair) worden gebruikt, maar veel meer komt het tot zijn recht in een grote groep. Een combinatie van lampenpoetsersgras met onder meer kattenkruid, sierdistel, pimpernel en Liriope is heel fraai. Het lampenpoetsersgras groeit polvormig in een vrijwel ronde vorm. De meeste variëteiten worden tussen de 40 en 100 centimeter hoog, terwijl de breedte ongeveer tweederde van de hoogte bedraagt
Nederlandse naam :Winterjasmijn, Naaktbloeiende jasmijn
Herkomst:China
Bijzonderheden:leistruik
Grondsoort:alle, zand
Vochtbehoefte:normaal
Licht:half schaduw, zon
Groep:(sier)heesters
Gebruik:tuinen
Hoogte:2.00-3.00 m
Vorm:breed
Bloeikleur/vorm:geel
Bloeitijd:januari, februari, december
Blad:bladverliezend
Twijg/stam:kleurig
Winterjasmijn is een echte winter- en voorjaarsbloeier. Al 'vriest het dat het kraakt', dan nog blijven de bloemen fier en oneindig bloeien. Van oorsprong is de struik afkomstig uit het gebergte in China en groeit daar op steile rotswanden tussen het struikgewas. Het is een ordeloze groeier, die zich graag laat leiden en aanbinden tegen een muur. De struik stelt weinig eisen aan de bodem en neemt genoegen met vrijwel iedere grondsoort Bloei Kleine, goudgele, stervormige bloemen verschijnen aan de nog kale takken. Niet of weinig geurend. Bloeit aan de takken van het voorafgaande jaar, hou hiermee rekening bij het snoeien.
Snoeien
Uitdunnen om te voorkomen dat de struik een kluwen van oud, dood hout wordt.
De oudste twijgen worden weggesnoeid. Deze zijn makkelijk herkenbaar aan dekleur: groengrijs en dof.
De jonge twijgen zijn glimmend donkergroen.
Snoeien na de bloei in maart/april.
Vermeerderen
Halfhoutige stekken in de zomer of het najaar.
Scheuten afleggen in het najaar.
Uitdroging
In de winter kan het voorkomen dat als de grond bevroren is en de zon schijnt, deze teveel vocht bij de struik via de takken onttrekt. Het gevolg daarvan zijn geribbelde of bruine uitgedroogde scheuten. Om dit te verkomen kunt u het beste tijdens vorstvrije dagen af en toe ietwat water geven. De grond bij (huis)muren is vaak behoorlijk droog, zorg ervoor dat de grond wat water vast houdt. Dit doet u doormiddel van compost, stalmest of humus.
Botanische naam : Aconitum carmichaelii 'Arendsii' Nederlandse naam : Monnikskap Herkomst : Bijzonderheden : hommels, stevige stengels Grondsoort : alle, veen Vochtbehoefte : normaal Licht : half schaduw, zon Wind : ongevoelig, weinig gevoelig Gebruik : groepen/vakken, solitair, borders, snijbloem, giftig Hoogte : 0.60-0.80 m Bloeikleur/vorm : paars, tros Bloeitijd : augustus, september, oktober Blad : donkergroen
Standplaats: Zij groeien in elke cultuurgrond die voldoende vochtig is maar goed doorlatend. Ze houden van zon maar prefereert bij voorkeur een licht beschaduwde plek met morgenzon. Vooral in de winterperiode moet het grondwater en regenwater snel en afdoende afgevoerd worden.
Kenmerken: Aconitum carmichaelii 'Arendsii' is een van de meeste populaire monnikskapsoorten geworden door zijn fluweelachtig bloemen en late bloeiperiode die zich tot oktober uitstrekt, vandaar genomineerd tot topkeuze. Ideaal ook voor een najaarskleur in de border. De bladeren zijn donkergroen, dik en diep generfd.
Bloemen : De bloemen ontlenen hun kleur en vorm aan de vijf kelkblaadjes en niet aan de kroonbladen. Vier van de kelkblaadjes zijn klein en staan naar voor gericht. Het bovenste is sterk uitgegroeid en helmvormig. De twee kroonbladen hebben de vorm van een hoorntje en zitten verborgen in de helm. De Nederlandse naam verwijst naar de vorm van de bloem. Bloeitijd is afhankelijk van de soort maar loopt van juni tot augustus/september.
Planten : Aconitum zijn zéér mooie borderplanten die bloeien met lange trossen van 5-tallige bloemen. Ze worden veel toegepast in natuurtuinen en bostuinen. Ook in de vaste planten border leveren zij altijd een meerwaarde. Ze zijn mooi in combinatie met Astilbe, Cimicifuga, Anemone (Japanse en herfstanenmonen), Digitalis en Monarda.
Eigenschappen: - plant (of delen ervan) zijn giftig - geschikt voor gebruik in de vasteplanten border - deze plant is aantrekkelijk voor bijen (lokt bijen) - deze plant is zijn onaantrekkelijk voor konijnen, zijn min of meer veilig voor konijnenvraat
Vermeerderen : kan vaak door zaaien maar is veel makkelijker door het delen van de knolvormige wortelstokken in het najaar of het vroege voorjaar. Regelmatig scheuren en verjongen (in het voorjaar)bevordert de groei en gezondheid van deze planten.
ZAAIEN: in het najaar in potten of bakjes zaaien en deze in de koude bak plaatsen. Je kan ze ook een 8-12-tal weken in de koelkast zetten en daarna in een ruimte plaatsen bij 15°C. De jonge plantjes zullen pas het tweede jaar bloeien.
Soorten : - Aconitum lamarckii: geelbloeiende soort. 1.3m - Aconitum vulparia: Witachtig tot donkergele bloemen.30-80cm Bloeit in juni-juli. - Aconitum lycoctonum: bleekgele bloemen. 50-120cm - Aconitum carmichaelii: komt uit China. 1m
Aconitum carmichaelii 'Arendsii': diepblauwe bloemen Ontwikkeld door de Duitse kweker Georg Arends. 120C
Aconitum carmichaelii 'Wilsonii Group': laatbloeiende soorten. tot 1.8m hoog. Purperblauwe bloemen in trossen.
- Aconitum napellus: uit deze soorten zijn verschillende cultivars ontwikkeld: -- 'Newry Blue': marineblauw- 1.5m -- 'Blue Scepter': blauw/wit- 60cm -- 'Bressingham Spire': violtblauw- 90cm -- 'Album': wit- 100cm -- 'Carneum': vuilroze- 100cm -- 'Gletschereis': wit- 120cm
- 'Aconitum x cammarum 'Bicolor': blauw/wit- 100cm - 'Aconitum x cammarum 'Franz Marc': donkerblauw-120cm
Weetjes :
Giftigheid: Alle delen van de monnikskap plant zijn giftig, dwz. zowel de bladeren, bloemen, stengels als de wortels. Vandaar zijn ze ook veilig voor konijnenvraat.