Geen reden tot paniek. Natte slierten, regendruppels op de autoruit. Een vertroebelde wereld, onscherp, wazig, kleurenvlakken. Zijn auto staat op de parking. De radio speelt zacht. Hij luistert er niet naar. Moedeloos, vermoeid. Opgebrand. Zenuwen doen zijn maag samentrekken, zure oprispingen. Alle symptomen van stress. Hij staat op de parking van zijn werk maar wilt niet meer naar binnen gaan. Zijn ogen zijn gesloten, hij kan het niet meer. Zijn werk is zijn leven, nee, was zijn leven. Nu wilt hij niet meer naar binnen gaan. Zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd, hij heeft het warm, veel te warm, benauwd. Hij opent zijn autoruit op een kiertje en snuift de frisse lucht diep in. Zijn bonzend hart en luidruchtige, onregelmatige ademhaling komen tot rust. Nog eventjes blijven zitten met gesloten ogen. De jaren beginnen te wegen, al die jaren vol trouwe inzet voor zijn werkgever. Nu is de motivatie verdwenen, weggesleten met de jaren. Nu is er de angst voor te falen. Angst voor de terugkerende saaie nutteloosheid.
Langzaam stapt hij uit zijn wagen en met zijn aktetas in zijn handen slentert hij met zijn schouders naar beneden verder. De plicht roept, hij moet werken. Nog veel te jong om te stoppen, al veel te oud om te veranderen. Zijn omhoog getrokken schouders vormen een bochel, zijn nek lijkt te kort, zijn linkervoet sleept. Weeral een dag verloren. Er is geen reden tot paniek, hij heeft nog steeds zijn werk. Nog enkele aarzelende stappen en hij is terug op zijn dagelijkse werkplek. Donkere glansloze ogen. Lange traag kruipende dagen.
Schrijven op een blog is iets merkwaardigs. Na bijna twee jaar hier zon beetje van alles te hebben neergeschreven en een hele resem fotos te hebben gepresenteerd kan ik wel zeggen dat bloggen een eigenaardig fenomeen is. Ik schrijf in hoofdzaak voor mezelf want voor amper twintig bezoekers per dag (t zijn precies wel trouwe bezoekers !) moet je het niet voor de roem doen. Je wordt er zeker niet bekend mee en niemand zal mijn blog missen als ik ermee stop. (Ik ben Menck ofzapnimf niet !). Ik doe dus maar mijn eigen ding verder om een beetje de gedachten te ordenen of een beeldje te laten zien. Niets hoogstaands, geen literaire teksten, geen echt dagboek, ik ben nogal terughoudend om mijn persoonlijke leefwereld zomaar te kijk te zetten. Maar ik vind het wel leuk. Commentaar krijg ik zelden, tenzij van die trouwe bezoekers die, ik weet niet waarom, toch maar terugkomen al schrijf ik zelden iets bij hen. Want dat is eigen aan het fenomeen bloggen, als je zelf niets schrijft bij een ander dan komen ze zelden terug bij jou. Een ongeschreven wet in de blogwereld. Of je moet regelmatig iets in het gastenboek zetten. Al irriteren al die flikkerende dingskes en grote fotos me ontzettenddie ze daar opzetten.
Ik ben dus een passieve bloglezer die geniet van al dat talent die hier aanwezig is: zapnimf en chocolatemoose (nu in één adem genoemd), Menck (is nog steeds een talent maar heb ik een beetje te laat ontdekt om zijn blog volledig te lezen), nathan, wenz (die ik nog maar pas ontdekte en die me fascineert), elseliza (die ik het boekenmeisje noem), an (de donkere kamer) die ik in een ander leven als model leerde kennen en nu zelf een gepassioneerde fotografe is, ncumisa (wiens blog nu beveiligd is en waar ik nog het wachtwoord niet van ken omdat ik het haar niet durf te vragen), DDfotografie en al die anderen die ik via jullie ontdek en regelmatig bezoek.
Alleen de wind vergezelde mij. Mijn enige lotgenoot, mijn troost om de dagen die kwamen door te komen. Onhoorbaar strelen, mijn haren verward, mijn wangen verkleurd. Elke keer dat de twijfel kwam een reden om te vluchten in mijn innerlijkheid. Twijfelen over de reden van mijn bestaan, over mijn dagelijkse bezigheden die niets inhielden wat er zich in mijn dromen afspeelden. Verwarde gedachten en saaie werkelijkheid. Alleen de wind begreep mij en speelde verder met mijn, nu al, spaarzame haren. Vergrijsd.
Als de duisternis begint te vallen wil ik binnen zijn. In een veilige cocon. En terug naar buiten kijken doorheen het vensterraam naar al die flikkerende lichtjes en rode en gele streeptrekkende autos. Altijd maar hetzelfde ritueel. Ik blijf in het donker zitten en vanuit mijn hoogte beweegt de wereld verder. Mijn wereld is stilgestaan.
Vijf uur in de morgen op een zomerdag. Ik sta op vooraleer de dag begint. Een vage oranjekleurige lichtstreep in de verte doorheen de wegdrijvende donkere wolken. Zo vroeg in de morgen voel ik me rustig in de stilte van de opkomende dag. Een echte ochtendmens ben ik nochtans niet. Met een kopje hete koffie in mijn handen kijk ik door het raam naar het verwachte licht. Een rustmoment, even bezinnen over mijn leven. Een constante in mijn denkbeeldig leven. Op de achtergrond speelt de radio, Klara, zachtjes, bijna onhoorbaar. Muziek mag mijn stilte niet overheersen, enkel maar ondersteunen als in een filmmoment.
De kronkelstraatjes leken me bekend, glinsterende klinkertjes na een regenbui. Ze nodigden me uit om hen te ontdekken, te volgen. Ongehaast en behoedzaam stapte ik verder. Alleen met mezelf maar met jou in mijn hoofd. Terugkerende beelden van weleer. De straatjes nodigden me uit om te verdwalen. Een dwaaltocht naar mijn voorbije leven. Van verkeerde keuzes. Verdwalen in deze wirwar en chaos van kleine straten en steegjes, al leken ze me bekend. Een gevoel van teleurstelling over wat voorbij is en nooit meer zal terugkomen. Ik ben een half leven kwijt door hier te slenteren of wat zou er gebeurt zijn mocht ik je toen gevolgd hebben. Twijfels en vragen en de wind die doorheen mijn haren streelt.
Acht uur in de avond op een herfstdag. De duisternis is reeds gevallen. Een oranjegloed van verspreide muurlampen verlichten deze sfeervolle kroeg. Tristesse en weemoed zijn mij gevolgd. Mijn hete koffie staat voor mij op de tafel en ik kijk naar de mensen die aanwezig zijn. Onopgemerkt beelden maken opgeslagen in mijn hoofd. Nooit gemaakte fotos en nooit uitgevoerde plannen, zoveel in mijn leven. Rondjes draaien met een lepeltje in mijn zwarte koffie. Dit is nog zon ouderwetse kroeg, houten lambriseringen, zachte zetels tegen de muur; fin de siècle sfeertje. De schaduwen hebben er hun plaats. Voorbije tijden.
Ik roep het dienstertje om af te rekenen. Het is een mooi, fragiel, jong meisje met kort zwart haar maar ze heeft groene ogen. Ogen die je aanstaren zonder je te zien. Ogen die dwars door je heen kijken. Treurige ogen. Bonjour tristesse, je bent veel te jong en te mooi om verdrietig te zijn.
Ik sluit de deur, het neonlicht van een lichtreclame weerspiegeld rood en blauw op de natte kasseien en ga terug naar mijn veilige cocon. Alleen de wind vergezelt mij.
Grijs, alle tinten grijs. De hemel gesluierd met verduisteringsgordijnen. Het is pas halfdrie in de namiddag. Ik suf in, vol met overpeinzingen, dagdromen, vermoeid. Zijn mijn ogen even dichtgevallen of niet ? Ik betrap me erop dat ik weer door het venster staar. Een altijd weerkerend gebeuren, kijken naar, observeren van, nooit deelnemen aan Ik wil aan de rand staan en stil genieten, dat is genoeg voor mij.
Het grijs is nu donkergrijs en laat een spoor van nattigheid achter, glinsterend in het licht van autolampen. Of roodstrepende sporen achterlaten. Lichtschilderijen die oplossen in het water. Mensen haasten zich verder verscholen achter paraplus, weggeborgen. Schijnbaar veilig, tot het opspattende water van een voorbijrijdende auto hun toch nat maakt.
Vanachter mijn venster ben ik eveneens geborgen, schijnbaar veilig, in mijn rustig leventje. Zonder risicos, stil blijven genieten, stille genieter. Is dat genoeg voor mij ?
Zomerzon, winterzon, t is eender wanneer de zon schijnt, ik blijf een bleekscheetmet sproeten. Niet op mijn gezicht maar op mijn armen en handen komen ze tevoorschijn. Nooit geen bruin kleurtje voor mij, teveel blootgesteld zijn aan het zonlicht is gegarandeerd rode huid of sproeten. Het langdurig blootstellen van mijn vel aan de zon vermijd ik dus. De sproeten overleven zelf de winter. Het is dus een fabeltje dat alle zwartharige bruinen.
Laat mijn lijf dan maar wit blijven. Was een bruine huid vroeger niet alleen voorbestemd voor de werkende klasse. Ik zal dan maar opvallen tussen jullie bruinverbrande lichamen.
De sterrenplukker en veel andere beelden bevinden zich te Kluisbergen te midden de Vlaamse Ardennen. "Sculptour" is een openluchttentoonstelling met als thema 'Degrees', wat met zich meebrengt dat ofwel de beelden op zich iets met graden te maken hebben, ofwel dat de beelden zodanig zijn opgesteld dat zij de typische glooiingen van het Vlaamse Ardennen landschap benadrukken en assimileren in hun composities. Nog tot 16 september op het domein Beukenhof: www.beukenhof.com
De Fnac binnengaan is altijd gevaarlijk voor mij. De verleiding is groot en ik kom zeker altijd met iets naar buiten. Deze maal zat ik een beetje in mijn Poolse periode. Wat kocht ik allemaal: "Einde en begin". Verzamelde gedichten van Wislawa Szymborska. poolse dichteres die in 1996 de Nobelprijs voor literatuur kreeg. Geen boek om in één ruk uit te lezen maar af en toe iets van te lezen. "Suspendend Night". Een cd van Tomasz Stanko Quartet, een Poolse jazz trompettist. "Prisma miniwoordenboek". Pools Nederlands / Nederlands Pools. En uiteindelijk een DVD "War Photographer". Over de beroemde oorlogsfotograag James Nachtwey. Zou dit koopgedrag een compensatie zijn voor iets anders. Omdat ik me (tijdelijk) beter zou voelen in mijn vel.