En hij liep daar weer in dat verdomde kleine stadje, dat klein provincienest waar hij al zijn hele leven woonde. Gelegen in het nergens, in het niets. Zoals steeds leek het uitgestorven, geen slenterende of kuierende mensen op straat of in het park. Niets voelde hij voor deze plek, enkel onverschilligheid. Hij werd er niet koud of warm van.
Hier kon hij niet dwalen zonder te verdwalen. Hier kon hij niets meer ontdekken, geen fotogenieke plekjes meer die hij nog niet had vastgelegd. Weinig bezienswaardigheden waar toeristen op afkomen, al vond hij dat nu toch ook weer niet zo erg. Massatoerisme was een even verschrikking als een uitgestorven stad. Je had aan beiden niets. En hier kwam een sporadische bus met een lading toeristen die altijd hetzelfde kwamen bezoeken. Ze hadden geen andere keus want er was niets anders. Zelf geen stromende rivier waar je aan de oevers kon dromen en verlangen. Nee, er was in de wijde omgeving geen enkele rivier te zien, enkel maar een beekje die bij hevige regen voor problemen zorgde door steeds over te lopen. Een beek verdomme die men nog niet kon bedwingen. Misschien maar best dat er geen rivier was.
En zelfs kleine stadjes willen groot doen met winkelplazas, uitgestrekte pleinen en nieuwbouw appartementen maar de ziel ontbrak. Op deze doodgewone weekdag als al de stenen gebouwen onder een grijze wolkenlaag vol miezerige regen verscholen zat voelde je het. Je voelde namelijk niets. Een stad zonder ziel die hem onverschillig liet. En hij slenterde verder in de hoop dat al die stenen hem verhalen zou kunnen vertellen, verhalen van vroeger, van heel lang geleden. Maar hij hoorde niets. Geen rijk verleden zoals bij grote steden. Altijd al een beetje ingedommeld geweest. Een klein nestje in een put.
Niets is eenzamer dan in hartje zomer met stralende zonneschijn helemaal alleen in de straten rond te lopen omdat iedereen de stad ontvlucht is omdat er niets te doen is. Hij wou zo graag toerist zijn in eigen stad en zich laten verdwalen en verwonderen maar de magie is verdwenen. Geen flanerende mensen in een bruisende stad in de vakantie.
En zo slenterde hij voort, dit kakkerneststadje had groter moeten zijn. Hij werd een beetje triest. Het bleef zijn stad verdomme.
26-11-2007 om 16:06
geschreven door stefi 
|