De passie in mijn leven is verdwenen. De passie, een hartstochtelijke liefhebberij, zoals Van Dale het zo mooi uitdrukt. Maar ook de passie in het leven zelf. Het leven hartstochtelijk liefhebben of iemand liefhebben. De passie in je werk. Alles is verdwenen. Met jaloezie kijk ik naar diegene die gepassioneerd bezig is met iets in zijn leven.
Ik sta op het strand met mijn voeten aan de waterlijn en mijn schoenen worden nat als de zee zich een weg baant tussen de zandkorrels. Het geluid van de ruisende zee, een kind met een schelp tegen zijn oor. Daar sta ik dan, in mijn leven geen eb en vloed meer, alleen maar eb. Het wegvloeien van het water zoals mijn passie. Daar sta ik dan als een idioot met natte voeten. Mijn schoenen zijn er waarschijnlijk aan. Aangetast door het zoutwater. Een man zonder passie, zonder liefde. Zelfs geen passioneel verleden, alleen maar een verleden die niemand zich herinnert. Alleen met de zee.
Het zeewater maakt me koud. Een kille tocht doorheen mijn lichaam die mijn haartjes op de armen doet rechtkomen en mij rillingen geeft. En met mijn natte voeten ga ik terug omhoog, het strand op. Geen herinneringen aan een passie in mijn leven. Zonde om zo te leven. In de herfst van mijn leven gaat het een beetje bergaf met mij. Het zal zo moeten zijn, ik kies mijn leven niet, het leven kiest mij. Ik klaag niet, het lot is mij al goed gezind geweest.
Van op de dijk kijk ik naar de grijze zee die geen grijze zee is. Ze heeft zilveren tinten en witte en bruine vlekken. En lichtblauwe strepen met schuimende witte koppen. Of zie ik dat alleen maar met mijn kinderlijke fantasie. De zee is enkel grijs en heeft geen passie voor mij. Het maakt me droef.
Ik kruip in mijn auto met de verwarming hoog aan om me te verwarmen, om mijn schoenen te drogen. En met de autoradio aan zijn de gedachten ver weg. Ik wil me tegen jouw aanschurken, je warme zachtheid voelen. Mijn hoofd op je schouder leggen en een subtiel vleugje parfum ruiken. Het zijn maar passionele gedachten die me langzaam doden. Geen mens die het zal begrijpen dat dit aan mij knaagt. Jij ook niet omdat ik het jouw nooit zal vertellen. Omdat ik niemand heb om het tegen te vertellen. Alleen zijn met de gedachten.
Ik steek mijn moleskine boekje en mijn vulpen weer weg, na nog eens een laatste keer de woorden te hebben gelezen die ik heb neergeschreven. Ik start mijn auto en met de muziek van Preisner in de cdspeler rijd ik terug naar huis.
03-04-2009 om 00:00
geschreven door stefi 
|