Hij staarde maar naar het niets en dacht over zoveel. Over zijn lichaam die ouderdomsverschijnselen vertoonde. Over uitdunnende grijze haren op zijn hoofd. En de angst om kaal te worden. Over rimpels en groeven in zijn gezicht. Over een beginnend buikje die niet meer te verbergen was. Over zijn ogen die het moeilijk kregen om te lezen.
Hij dacht over de voorbije jaren van zijn leven. Over het nooit jong geweest zijn of toch niet dat hij herinnerde. Het was allemaal al lang geleden. Over dingen die hij vergat. Ouderdomsverschijnselen.
Hij wachtte nog steeds op de perfecte foto en bleef jaloers kijken naar al die mooie beelden die anderen gemaakt hadden. Hij zag het niet en staarde maar naar de wereld rondom hem. Maar de beelden kon hij niet te pakken krijgen. Hij zuchtte uit het diepste van zijn lijf. De fotografische verwondering van weleer was verdwenen. Het jeugdige enthousiasme ook. Het fototoestel bleef thuis liggen of hij had het wel mee maar het bleef in zijn tas.
Het licht keek naar hem, bracht schaduwen over hem heen en ergens anders weer lichtvlekken. Een steeds over en weergaand spel van donker en licht met grijze tinten er tussen. Maar hij kreeg het niet meer te pakken.
En dan waren er die nietszeggende gesprekken over zinloze dingen of diepzinnige onderwerpen die je als student in de late uurtjes al dan niet in bedronken toestand orakelde maar nu volslagen nutteloos leek.
Mag ik je iets vragen?
Wat dan?
Geloof je er nog in? In het leven. In mijn leven
Wat bedoel je daarmee?
Ik vind het allemaal zo zinloos dat ik doe. Ik heb het gevoel dat ik meespeel in een toneelstuk, een bijrolletje of is het een monoloog met niemand in de zaal.
Ik begin me zorgen te maken om jou.
Dat hoeft niet, ik hou heus wel van het leven. Alleen is het nu een beetje triest.
Zon en wolken, regen en mist, hij wou de kleine wereld ontdekken rondom zich en de dromen waarmaken die hem de laatste jaren blijven achtervolgen.
Hij zat daar weer aan zijn tafeltje voor het raam met de zon die hem terug koesterde en wat warmte gaf, een kopje espresso dampend voor zich. Meer had hij niet nodig om zich behaaglijk te voelen. Zijn gedachten echter waren weer op reis. Wat moet hij nog vertellen, alles was reeds gezegd. Hij nam zijn kleine zwarte moleskine boekje terug, altijd maar dezelfde rituelen die hij nodig had in zijn leven, en begon wat te schrijven. Het waren ook altijd dezelfde eindeloze verhalen en verzuchtingen die allang niemand meer las.
Gegroet copain, ik schrijf je nog eens een briefje die je waarschijnlijk nooit zal lezen. Ik wil niet langer zo doelloos leven, ik wil zo graag terug zin geven aan mijn leven. Nu ik ouder word ben ik tot de conclusie gekomen dat ik niets van het leven afweet. Dat heb je met het ouder worden, je weet steeds minder van het leven.
Hij dronk zijn espressootje op en ging een eindje wandelen in de zon. Zijn hoofd had verse lucht nodig na al dat zwartgallig denken. Het werd tijd om iets anders te doen.
02-10-2009 om 11:41
geschreven door stefi 
|