Zijn bevende handen brengen zijn vol glas bier aan zijn lippen. Luid slurpend neemt hij een slok en verslikt zich bijna. Traag en heel voorzichtig zet hij zijn glas terug op tafel. Zijn rechterhand blijft beven. Er loopt een straaltje speeksel zijn mond naar beneden en hij staart voor zich uit. In het niets, naar het niets, een bruine muur van een bruine kroeg.
Aan een ander tafeltje voor het venster zit zij in een straal van zonlicht waar ontelbare stofdeeltjes in rond dwalen. Een kopje koffie voor zich, espresso, echte koffie, geen filterkoffie waar men een geut lauw water ingiet die dan overloopt en heel je schoteltje nat maakt. Zij roert rondjes in haar kopje en kijkt door het venster naar buiten.
Ik zit in mijn hoekje en kijk naar mensen. Ik kijk en neem geen deel aan het gebeuren. Ik zit gewoon stil in een hoekje aan een tafel. Onopvallend. In mijn hoofd neem ik fotos. Stillevens van mensen. Zij neemt haar kopje koffie vast en neemt een klein slokje, haar gezicht verscholen in de warme damp in tegenlicht. Haar blonde haren vormen een verlichtend aureool rond haar hoofd. Een engel in een bruine kroeg.
Op de achtergrond zingt Edith Piaf: non, rien de rien, non, je ne regrette rien, ni le bien qu'on m'a fait, ni le mal. Maar ik geloof haar niet. De oude man staat recht om te vertrekken, traag stappend gaat hij naar de voordeur. Zijn blik kruist even de mijne maar ik weet niet wat hij denkt. Misschien gelooft hij Piaf ook niet. Met zijn hoofd naar beneden zie ik hem voorbij het venster passeren, behoedzaam stappen, een beetje stijf. Ik verschuil mij terug achter mijn krant. Het leven zit vol gemiste kansen. Ook als een stukje hemel zich bevindt in een bruine kroeg.
22-08-2008 om 09:33
geschreven door stefi 
|