Witte vogels cirkelden boven het vlakke witte landschap. Boven de besneeuwde velden. Afgedwaalde meeuwen op zoek naar voedsel in een koud winterlandschap. De winter duurde lang dit jaar. Weglopen had geen zin, er waren nu eenmaal seizoenen in een mensenleven. Hij bleef staren naar de witte sierlijke dansers daarboven. Met zijn dikke winterjas aan en warme muts op zijn hoofd stond hij buiten. In zijn hoofd nam hij fotos. Beelden opgeslagen voor altijd. Af en toe doorbladerde hij in zijn hoofd zijn gedachten afgebeeld in duizenden fotos.
Sommigen als afgebleekte polaroïdfotos, anderen gekrast, dan weer haarscherp.
Witte vlokjes dwarrelden naar beneden opgejaagd door de wind. Hij ging terug naar binnen, naar de warmte van zijn houtkachel. En de vragen kwamen weer tevoorschijn. Over zijn onzekerheid, over beslissingen nemen die de rest van je leven beïnvloeden. Over keuzes maken, de juiste keuzes of net niet. Ergens ver weg in je jeugd heb je een weg gekozen en wat als dit nu niet de juist blijkt? Twijfelt niet ieder mens ooit eens in zijn leven? En kom je dan op een punt dat er geen weg terug blijkt. Misschien waren het de winterblues die hem parten begonnen te spelen, zijn lijf in een tijdelijke vermoeidheid stak, een winter stressgevoel gaf.
Het houtvuur knetterde en deden hem terugkeren uit de gedachten. Doorheen het venster gleed een witte sluier, de lucht was grijs. Een impressionistisch landschap met vage contouren en donkere silhouetten van kale bomen. En hij nam nog een foto in zijn hoofd. De witte vogels waren verdwenen.
12-02-2010 om 08:50
geschreven door stefi 
|