Ik had
beloofd even op een rijtje te zetten waar er dit jaar interessante uitvoeringen
zijn van de Mattheuspassie van Johan Sebastian Bach. Hier gaan we dan:
Brugge
20 maart om 16.00 uur in het Concertgebouw: de Chorale o.l.v. Paul Dinneweth
m.m.v. In Dulci Jubilo, Thomas Blondel, Hilde Coppé, Rob Cuppens, Joris Derder,
Annelies Meskens en Matthew Zadow.
Antwerpen
22 maart om 20.00 uur in de Singel: zelfde uitvoerders
Antwerpen
24 maart om 20.00 uur in de Singel: zelfde uitvoerders
Leuven
20 maart om 15.00 uur in de Sint Geertruikerk: La Petite Bande o.l.v. Sigiswald
Kuijken
Lier
23 maart om 19.45 uur in het Cultuurcentrum: La Passione en Helicon o.l.v.
Geert Hendrix
Lier
25 maart om 19.45 uur in het Cultuurcentrum: La Passione en Helicon o.l.v.
Geert Hendrix
Brugge
20 maart om 20.00 uur in het Concertgebouw: Collegium Vocale Gent o.l.v.
Philippe Herreweghe m.m.v. Maximilian Schmitt, tenor-evangelist, Florian
Boesch, bas, Christus, Dorothée Miels en Hana Blasikova, sopranen, Damien
Guillon en Robin Blaze, contratenoren, Thomas Hobbs en Sebastian Kohlhepp,
tenoren, Peter Kooij en Stephan MacLeod, bassen.
Gent
13 maart om 15.30 uur in de Heilig Kruiskerk : Altra Voce, Kalliope en The
Baroque Players o.l.v. Sabine Haenebalcke
Brussel
23 maart om 20.00 uur in het Paleis voor Schone kunsten: het Monteverdi Choir en
The English Baroque Soloists o.l.v. John Eliot Gardiner
Als ik het
voor het kiezen had, dan ging ik naar Philippe Herreweghe en/of John Eliot
Gardiner.
Op Goede
Vrijdag 11 april 1727 weerklonk tijdens de vesperdienst in de Thomaskirche in
Leipzig voor het eerst Johan Sebastian Bachs Matthäus-Passion. Dat ook de
componist besefte dat hij met dit werk de muziekgeschiedenis een nooit geziene
wending zou geven, is zonneklaar. Zowel de sterke innerlijke samenhang van de
tekst, de enorme bezetting van drie koren en twee orkesten, de ongelooflijk
rijke variatie aan gangbare stijlen, als de dimensies van dit drie uur durende
muzikale lijdensverhaal waren ongehoord. De emotionele impact van dit
meesterwerk is er na al die tijd niets minder op geworden!
De Choralies
sturen nog maar eens een aankondiging. Ik ben er al vast bij, samen met vier
andere enthousiaste zangers. Heb je ook zin? Laat het mij snel weten!
The Choralies festival will surprise you!
Vaison-la-Romaine
| France | August 3-11 2016
Over 6000
singers will meet in Vaison-la-Romaine, France and sing from morning till
evening.
For the 22nd edition, we are pleased to present choirs and artists from 18
different countries.
More than 2500 participants have already registered in one of the 33 ateliers.
Some are already full, so don´t wait to register!
Wat ik moet missen (koorrepetitie) ,
maar misschien niet een liefhebber van verfijnde kamermuziek:
Het Alfamakwartet dat vandaag
(vrijdag 11/3 om 20.00 uur) in de O.L.Vrouwkerk in Waasmunster een
benefietconcert speelt.
Het Alfama Kwartet
werd tien jaar geleden in Brussel opgericht en is een van de toonaangevende
ensembles van vandaag. Het zet zijn muzikaal parcours verder met repertoire
gaande van klassiek tot hedendaags. Het kwartet volgde masterclasses bij Walter
Levin van het LaSalle Quartet, Rainer Schmidt van het Hagen Quartett, Heime
Muller en Natalia Prischepenko van het Artemis Quartett, Eberhard Feltz en de
leden van het Quatuor Danel. Het Alfama Kwartet treedt op in grote concertzalen
en op diverse festivalpodia: Bozar, Philharmonie Luxembourg, Festival
dAmbronay, Cité de La Musique, Flagey, Musée dOrsay, Festival de Stavelot,
Opéra de Bordeaux, Opéra de Dijon, Festival dAlcobaça, Espinho
Naast de concerten
in kwartetvorm werkt het Alfama Kwartet regelmatig samen met partners als de
celliste Camille Thomas, de pianisten Guillaume Coppola en Nathanaël Gouin, de
klarinetist Florent Heau, de sopraan Jodie Devos en de mezzo-sopraan Albane
Carrère.
John Eliot Gardiner beschreef de introductie van de
Johannespassie als volgt: Het zaallicht
dooft, de dirigent verschijnt, het orkest zit klaar. Er heerst die unieke sfeer
van gespannen afwachting die je alleen aantreft in een duistere theaterzaal, helemaal
aan het begin van een opera, voordat de muziek haar magische web begint te
weven en het drama zich gaat ontspinnen.
Het Klarafestival
kondigt een nieuwe productie zo aan:
In deze nieuwe muziektheaterproductie plaatst
regisseur Pierre Audi Bachs Johannespassiein een sobere scenografie
gebaseerd op beelden van kunstenaar Wim Delvoye. Bachs integrale passie levert
de vertelstof voor een eigentijdse reflectie over de rol van religie en haar
strijdende waarheidsclaims, over identiteit en de daaruit voortvloeiende
conflicten en ten slotte ook over lijden en mede-lijden. Beeldenstormer Delvoye
kijkt in zijn Via
Crucis met röntgenstralen door alles heen en reduceert
religieuze waarheid tot niet meer dan een schamel hoopje botten van niet meer
dan muizen. De Israëlisch-Palestijnse componist Samir Odeh-Tamimi biedt in de
hedendaagse context van polarisering een welkom geluid van verzoening: in zijn
muziek dansen westerse avant-garde en eeuwenoude soefi-klanken om elkaar heen
als in een dubbele helix. Annelies Van Parys, huiscomponist van
Muziektheater Transparant, voorziet de Johannespassie van
een proloog en epiloog. Ze laat Bachs passie ontstaan vanuit stilte,
die ook na de laatste noot oorverdovend nazindert.
Vrijdag 11/3 om 20.30 uur in het Kaaitheater in
Brussel.
Op het
programma van het Sint Janskoor hebben wij van Thomas Tallis zijn If ye love
me gezet.
Thomas Tallis (ook: Tallys) (Kent of Leicestershire,
1505 (?) Greenwich, 23 november 1585), was een Engels componist en organist over
wiens vroegere jaren zeer weinig bekend is. Hij wordt beschouwd als de
grondlegger van de Engelse, anglicaanse kathedraalmuziek. Hoewel hij katholiek
gebleven was, genoot hij een grote waardering aan het hof.
Aanvankelijk was
hij organist aan de Waltham Abbey in Essex. In 1540 werd hij als organist
verbonden aan de kathedraal van Canterbury. Vanaf 1543 was hij in dienst als Gentleman
of the Chapel bij Queen Mary, vanaf 1572 samen met zijn leerling
William Byrd. Queen Mary schonk hem in 1557 het huis Minster in Thanet. Na
haar korte regering ging hij over naar de dienst van koningin Elisabeth die hem
in 1575 tesamen met Byrd het alleenrecht gaf voor het drukken van muziek en
handel in muziekpapier voor een periode van 21 jaar. Als eerste werk brachten
Byrd en Tallis een verzameling Latijnse motetten uit, waarin 16 werken van
Tallis staan. Omdat de verkoop tegenviel, verzochten beide componisten twee
jaar later in plaats daarvan een jaarlijkse toelage, die hun werd gegeven. De
twee Masters waren toen gezamenlijk organist van de Chapel
Royal.
De overgrote
meerderheid van Tallis' werk is in het Latijn, en zijn Engelse
anthems stammen uit de perioden waarin het Anglicaanse beleid Engels
als taal voor kerkzangen oplegde. Tallis is een van de eerste meesters die
Engelse teksten op muziek zetten voor kerkelijk gebruik. Twee van zijn
beroemdste werken zijn de hymnen If ye Love me en Hear
the Voice and Prayer, die in zekere zin in het collectieve geheugen
van de gemiddelde Engelsman gedrukt staan. Een compact en buitengewoon
weldoordacht pareltje uit Tallis' Engelse repertoire is Blessed
are they that be Undefiled, waarin zijn typische strakke,
harmonische eenvoud aan de oppervlakte komt. Daarnaast putte Tallis zich echter
graag uit in het overdonderen met grote koren; het bekendste voorbeeld hiervan
is Spem in alium, een motet voor niet minder dan veertig
stemmen, dat vermoedelijk ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van
Elizabeth gecomponeerd werd.
Tallis wordt ook herdacht om
zijn bekende toonzetting van de Lamentationes
van Jeremias.
Al maanden worden we overspoeld met de
schrijnende verhalen van vluchtelingen: Afrika beweegt, Syrië staat in brand,
Irak op zoek naar veiligheid, Afghanistan vergeten land van de terreur. Op de
duur geraak je afgestompt door het zoveelste beeld van een kamp in de modder,
van de zoveelste gekapseisde boot, van de schreiende baby.
En dan opeens bij het bijwerken van
mijn stamboom (één van mijn hobbys) bedenk je :
In 1940 gingen mijn vader en moeder op
de vlucht voor de aanstormende Duitsers en vonden in West-Vlaanderen een opvang
bij de familie De Baeremaeker.
In 1914 vluchtte de grootmoeder van
mijn vrouw naar Nederland, waar ze in een kamp zou bevallen.
In de jaren vijftig kwam er jaar na
jaar een jongetje op vakantie uit een Poolse familie die naar Duitsland
gevlucht was voor de Russische pletwals.
En nooit hebben wij ons afgevraagd of
er geen muren moesten gebouwd worden. Maar ja, het ging dan ook over onszelf.
De Oostenrijkse
dirigent Harnoncourt is op 86-jarige leeftijd overleden
Zijn laatste
cd-opname, met de Symfonieën nrs. 4 en 5 van Beethoven met zijn eigen Concentus
Musicus Wien, ligt net in de winkel. Een prachtige, openbarende uitvoering
is het, vol details die je niet eerder hoorde. Zie daar de hand van de
Oostenrijkse dirigent Nikolaus Harnoncourt, die zelfs op zijn 85ste nog in
staat was een partituur ook die van een overbekend werk - steeds als nieuw
ter hand te nemen, tegen het licht te houden en je als nieuw de oren te openen.
Harnoncourt, die
in december al met een handgeschreven brief aan zijn publiek definitief
afscheid nam van het podium, overleed zaterdag op 86-jarige leeftijd, omringd
door zijn familieleden, onder wie echtgenote en violiste Alice. Met haar
richtte hij in 1953 Concentus Musicus Wien op, dat oude muziek speelde op oude instrumenten.
Daarmee sloeg hij de richting in die hem maakte tot wat hij was: de grootste en
origineelste pionier van de authentieke uitvoeringspraktijk, maar ook in
bredere zin een van de meest invloedrijke denkers en uitvoerenden over en van
muziek van zijn tijd.
Harnoncourt werd
op 6 december 1929 als Johann Nicolaus Graf de la Fontaine und
dHarnoncourt-Unverzagt geboren in Berlijn. Zijn naam verraadt zijn afkomst:
van vaderszijde afstammend van verarmde Luxemburgs-Lotharingse adel (Onze
schoolboterhammen waren belegd zonder boter, met alleen jam. Zeer onesthetisch
vond ik dat, hoe die jam zich zo in het brood zoog, zegt hij in de biografie
Vom Denken des Herzens), van moederszijde verwant aan de Habsburgse aartshertog
Johann (1782 -1859).
Hij studeerde
cello en speelde tussen zijn 23ste en 40ste bij de Wiener Symphoniker, tweede
orkest van de stad. Tegelijkertijd verdiepte hij zich in historische
uitvoeringspraktijk. Met Concentus Musicus Wien realiseerde hij vanaf de jaren
vijftig talrijke zeer succesvolle concertseries en plaatopnamen. Icononisch
werd, veel later, ook zijn samenwerking met het Chamber Orchestra of Europe,
dat op moderne instrumenten speelt, maar door Harnoncourts stijlbewustzijn werd
opgestuwd tot baanbrekende uitvoeringen. Van hun Beethoven-opnames werden een
miljoen exemplaren verkocht. Harnoncourt werd onderscheiden met onder andere de
Erasmusprijs, de Polar Music Prize en de Siemensprijs.
Musik als
Klangrede heet, niet toevallig, Harnoncourts handboek over uitvoeringspraktijk
en Töne sind höhere Worte een bundel gesprekken over romantische muziek. Toen
ik zelf nog orkestmusicus was, inspireerden me vooral de dirigenten die
geïnteresseerd waren in de boodschap van de muziek, zei hij daarover in 2012
in een groot interview. ,,Dat waren er zeer weinig. De meesten legden uit wat
mooi was, hoe we moesten spelen, niet wat de muziek vertelde. Zij die daar wel
een mening over hadden, werden mijn leraren. Nee, ik noem geen namen. Ik ben al
oud, zul je net zien dat ik de belangrijkste vergeet.
Harnoncourts
discografie is met een pessimistische schatting van meer dan driehonderd
opnames (optimisten tellen er 500) groter dan die van enig ander levend
musicus. Daarbij zijn alle historische opnames waarmee hij decennia geleden naam
maakte: de Bach-cantates (1971-1989) in samenwerking met Gustav Leonhardt:
verrassend fris, ook nu nog. Operas van Monteverdi in de vroege jaren
zeventig door Harnoncourt herontdekt. Talloze Mozarts, omstreden door snelle
tempi en felle agogiek. En van daaruit verkende hij ook, langzaam en zeer
selectief, de negentiende en twintigste eeuw.
Veel merkte je tot
zeer recent overigens niet van de hoge leeftijd die Harnoncourt bereikte. Hij
werkte dan ook tot eind 2015 door. Aanvankelijk stond voor komende zomer nog
een Beethoven-cyclus gepland voor op zijn zomerfestival Styriarte in Graz. Tot
hij in december bekend maakte dat hij niet meer zou dirigeren. Toen was
duidelijk dat het einde niet ver meer was.het einde nabij was.
Kerstmis en
de passietijd: twee momenten waarop het concertleven hoogtij viert. Tik even
het woord Mattheüspassie in op Google en de pret kan niet op. Selectiviteit
is dus aan te raden.
Van het
Collegium de Dunis (Brugge) kreeg ik een hoogst interessante uitnodiging
toegestuurd, een concert dat alleszins het overwegen waard is:
Op de avond voor Palmzondag brengt Collegium de Dunis een sfeervol
passieconcert dat een meditatie is op het lijdensverhaal. Driemaal weerklinkt
een bede om vrede in zettingen van H. Howells, A. Pärt en F. Mendelssohn.
Lamentaties uit het Oude Testament, waarin God zijn beklag doet over het volk
dat hem ontrouw is, brengen de luisteraar naar het kruisgebeuren. Dit wordt
geëvoceerd in het 8-stemmige Crucifixus van A. Lotti. Het wondermooie en
indrukwekkende Song for Athene van J. Tavener (gezongen op de uitvaart van
prinses Diana in 1997) vertolkt het verlangen naar eeuwige vrede na het
aardse leven.
Uitvoerders zijn Collegium de Dunis o.l.v. Ignace Thevelein en
Ignace Michiels aan het orgel
Tickets kosten 15 in voorverkoop, 18 aan de deur.
Van Umberto
Eco, de onlangs overleden, professor semioloog, romanschrijver en essayist
verscheen enkele jaren geleden een boek : De schoonheid van lijstjes. Ondertussen krioelt het internet iedere dag
van allerlei lijstjes die je bij de zaak moeten houden (of brengen): 7 dingen
die een man nooit zegt. De 10 gevaarlijkste luchthavens van de wereld. 10 dingen
die je jong houden De onlinekrant
Express Business publiceert er regelmatig. Vandaag hebben ze het over het
verschil tussen interessante en saaie mensen.
Interessante mensen houden van
communicatie, saaie mensen gaan conversatie uit de weg.
Saaie mensen houden te veel van comfort
Saaie mensen hebben één passie,
interessante mensen hebben passies
Interessante mensen zijn op de hoogte
Saaie mensen blijven waar ze zijn,
interessante mensen gaan op verkenning
Interessante mensen houden van het leven
Verandering is spannend
Interessante mensen zijn gedreven,
saaie mensen zijn mietjes
Interessante mensen hebben grote dromen
Interessant
zijn is gemakkelijk als je het zelf wil
Hét
ideaalbeeld wat iedere koordirigent voor ogen zweeft is een koor met een mix
van ervaren goed klinkende stemmen en jeugdige frisheid. Wanneer die dirigenten
de keuze hebben, doen ze ieder jaar een stemtest bij de 60+ en zijn streng
genoeg om er daar van een flink deel te bedanken voor bewezen diensten.
Wellicht komt dit de sound en de kwaliteit in het algemeen ten goede, maar
maakt het heel wat ouderen ongelukkig.
Gelukkig zie
ik ook een andere tendens opduiken. Ik geef twee voorbeelden die mij troffen
bij het rondneuzen op internet, op zoek naar mogelijke zangweken.
A
Coeur Joie (de Franse koorfederatie) organiseert van 24/9 tot 2/10 een zangweek
met gerenommeerde dirigenten in Ronce-les-Bains
met een rijke diversiteit aan polyfonie. Het doelpubliek : 55+
http://www.choralies.org/activite/automnales-0
Heel
interessant lijkt me ook de serie Baroquelive: een reeks concerten die
voorbereid worden gedurende enkele dagen. Zij vinden plaats in Opper-Oostenrijk
en het Oosten van Beieren. De ondertitel van hun boeiende website is : Sing
along concerts for seniors, baroque concerts and culinary experience (njammie).
Chopin werd geboren in het
dorp Żelazowa Wola in het Hertogdom Warschau, als
zoon van een Poolse moeder en een uitgeweken Franse vader. In zijn vroege
levensjaren stond hij bekend als wonderkind op de piano. In november 1830,
twintig jaar oud, vertrok hij naar het buitenland. Als gevolg van de
onderdrukking ten gevolge van de Novemberopstand in Polen (1830-1831) was hij een van de vele
uitgewekenen tijdens de 'Grote
Emigratie'.
In Parijs leefde Chopin een gerieflijk leven als componist en
pianoleraar. Hij gaf weinig concerten. In Frankrijk gebruikte hij de Franse versies van zijn naam en nam
uiteindelijk het Frans staatsburgerschap aan om te voorkomen dat hij
afhankelijk zou zijn van documenten van het Russisch Keizerrijk. Na
een aantal mislukte romantische avonturen met Poolse vrouwen, had hij tussen
1837 en 1847 een stormachtige relatie met de Franse schrijfster George Sand (Aurore Dudevant). Chopins toch al slechte
gezondheid verslechterde uiteindelijk en in 1849 stierf hij in Parijs 39 jaar
oud aan tuberculose.
Zijn oeuvre bestaat bijna
geheel uit composities voor solopiano. Hoewel vele daarvan technisch zeer
veeleisend zijn, karakteriseert zijn stijl zich door het benadrukken van
subtiele nuance en expressieve diepte. Chopin bouwde diverse muzikale vormen
verder uit zoals de ballade en het scherzo en was verantwoordelijk voor diverse innovaties in
vormen zoals de pianosonate, wals, nocturne, etude,
impromptu en prelude. Zijn
composities worden gerekend tot staalkaart van de Romantiek.
Eén keer in
de vier jaar is er een schrikkeljaar. Het jaar telt dan 366 dagen in plaats van
365 dagen. Dit is gedaan omdat anders de seizoenen niet meer kloppen. De lente
zou dan steeds vroeger beginnen. Eens in de vier jaar is er iets bijzonders aan
de hand: na 28 februari komt niet zoals in andere jaren 1 maart, maar 29
februari. Het jaar telt dan geen 365 maar 366 dagen.
Onze
huidige, Gregoriaanse kalender is in 1582 tot stand gekomen, maar is in feite
een bijgestelde versie van de veel oudere, door Julius Caesar ingevoerde
Juliaanse kalender, gebaseerd op de stand van de zon en de maan. Het is een
ingewikkeld rekensommetje: het 'Gregoriaanse jaar' duurt 365,2425 dagen, 26
seconden langer dan de kalender zou zijn als je alleen naar de stand van de zon
en de maan kijkt. Dat zijn 86.400 seconden teveel in 3333 jaar, en dat scheelt
precies een dag. Daarom is het schrikkeljaar ingevoerd. Elk jaartal dat
deelbaar is door 4, duidt een schrikkeljaar van 366 dagen aan. Toch klopt dit
sommetje ook niet helemaal. Per 400 jaar zouden er drie dagen teveel zijn. Hier
hebben ze ook iets slims op bedacht. Alleen de eeuwjaren die je kunt delen door
400 (zoals het jaar 2000) zijn schrikkeljaren en de andere eeuwjaren niet.
Leuk weetje:
In Amerika is er een speciale club waarvan je alleen lid kunt worden als je op
29 februari jarig bent: de Honor Society of Leap Year Day Babies (Eregenootschap
van Schrikkeldag Babys).
Dat ik
zeker qua koormuziek een anglofiel ben, zal ondertussen voor de meeste van
mijn koorleden bekend zijn. Daarom is het voor het paastriduüm hinken op twee
gedachten. De plicht roept op Goede Vrijdag en Paasdag, maar dat belet niet dat
ik in gedachten die dagen in Londen ben in de kerk van Saint Martin in the
Fields.
Vrijdag 25 maart om 19.30 uur : de
Johannespassie van J.S. Bach
Zaterdag 26 maart om 18.30 uur:
Miserere van Allegri, Requiem van da Vittoria en Lamentationes van Tallis
Maandag 28 maart: de Messiah van Händel
Waar vind je nog zo een rijkdom
geconcentreerd in drie dagen?
In de sport bestaan er internationale
organisaties die wereldwijde competities organiseren. Denk maar aan de FIFA
(aiai, Sepp Blatter) met hun wereldkampioenschap voetbal, of het IOC (met een
schitterende voormalige voorzitter Rogge) dat instaat voor de Olympische
Spelen.
In de koorwereld bestaat iets
dergelijks: INTERKULTUR organiseert o.l.v. Günther Titsch dit jaar zijn 9e
World Choir Games in Sochi (Rusland). En zoals in het voetbal (België op nummer
1 in de FIFA-ranking) hebben zij ook een worldranking voor koren in
verschillende categorieën: kinder- en jeugdkoren, dameskoren, gemengde koren, mannenkoren,
vocale ensembles en kamerkoren, gewijde muziek, pop, jazz en barbershopkoren,
en folklore. Belgische koren zie ik voorlopig niet op de lijst van toppers
verschijnen: allicht zitten zij niet in het circuit waar de punten verzameld
worden. 100 landen zijn wel vertegenwoordigd.
Zowel in
Musica ad Nives als in Korile hebben wij een paar gezangen ingestudeerd die
afkomstig zijn uit de Russisch-Orthodoxe liturgie. Hoe ze echter ingebed zijn
in de misviering is voor de leek een mysterie. En zelfs als we de moeite doen
om in zo een (onwaarschijnlijk lange) dienst deel te nemen, is de symboliek
niet duidelijk. Als voorbereiding op onze geplande trip naar Sint Petersburg
volgt hier de uitleg.
Het
eigenlijke begin van de misliturgie is het moment, waarop het evangelieboek
wordt binnengedragen, maar zowel in het Oosten als in het Westen vinden we
telkens weer een voorbereiding op wat reeds een voorbereiding is. Dat is een
religieus verschijnsel; men wil zich tevoren nog zuiveren.
Tegenwoordig vangt de plechtigheid aan, als de priester op een zijtafel de
offergaven klaarmaakt: de proskomidie. Uit het midden van het ongedesemde, met
een kruis bestempelde brood snijdt hij een groot sink in de vorm van een
vierkant. Dit wordt `Lam' genoemd (`Als een lam wordt Hij ter slachtbank
geleid', Jes. 53). Dit stuk wordt neergelegd op een gouden schaaltje (pateen of
discos genoemd). Vervolgens snijdt hij kleinere stukjes ter gedachtenis aan de
Moeder Gods, Johannes de Doper en aan de engelen, de martelaren en andere
heiligen alsmede de levenden en de overledenen. Deze handeling symboliseert de
ene liturgische gemeenschap rond Christus. Tenslotte worden de gaven
bewierookt. Vervolgens gaan priester en diaken naar het altaar. De diaken
bewierookt - vergelijk de keizercultus - het heiligdom, de ikonen, de hele
kerkruimte, waar het goddelijke aanwezig is en ook bewierookt hij - anders dan
in het westen gebruikelijk is - de gelovigen, want in de mens leeft immers iets
van God! Nu zingen priester, diaken en koor de grote vredeslitanie `In vrede
laat ons tot de Heer bidden' en daarna volgen enkele kleinere litanieën. De
opbouw van hetgeen daarna komt, is ongeveer hetzelfde als die in het Westen. De
kleine intocht van het evangelieboek - hier begon vroeger pas de liturgie -
moet gezien worden als het binnenkomen van Jezus Christus zelf, van De Wijsheid.
Ook hier weer valt op het denken in symbolen. Daarna volgen de troparia en
kondakia: de wisselende gezangen, die betrekking hebben op het mysterie, dat
herdacht wordt of de heilige, wiens feest gevierd wordt. Er bestaan hiervan in
de byzantijnse ritus acht `tonen', iets afwijkend van de Westerse.
Dan volgt het `Swjati Bozje' (Heilige God), dat nog uit de vierde eeuw stamt en
waarschijnlijk uit Syrie afkomstig is, waarna het prokimen, enkele psalmverzen,
gezongen wordt.
De lezingen van epistel en evangelie, waartussen een drievoudig Alleluia
klinkt, worden niet gevolgd door een preek; als er al gepreekt wordt, dan
gebeurt dat na de communie.
Vervolgens kunnen worden aangeheven de dringende litanie, de litanie van de
geloofsleerlingen, de litanie van de overledenen en twee litanieën van de
gelovigen, maar meestal beperkt men zich tot de dringende litanie en die van de
gelovigen. (De Russen hebben er meer, de Grieken daarentegen geen).
Na afloop hiervan volgt de grote intocht met de gaven. De gehele kerk en vooral
het altaar (de goddelijke troon) worden opnieuw door de diaken bewierookt. In
processie brengen priester en diaken de gaven van de zijtafel over naar liet
altaar. Midden in de kerk blijft men even stilstaan: hiermee wordt het feit van
de gemeenschap benadrukt en dat is een mooi gebruik. Men zie het beeld:
Christus, omringd door de engelen, door al de gelovigen (men denke aan al die
kleine stukjes brood) trekt op naar het altaar.
Een bijzonder accent krijgt de aanwezigheid van de cherubijnen. Het koor laat
de cherubijnenzang `Izje Cheruwimy' horen: Laat ons, die op geheimnisvolle
wijze het beeld zijn van de cherubijnen, aan de levengevende Drievuldigheid het
driemaal `Heilig' toezingen en nu alle aardse zorgen terzijde stellen. Hierna
zet de priester de pateen en de kelk op het altaar, bedekt ze met het
velum(doekje) als aanduiding van de graflegging.
Dan roept hij de Heilige Geest aan door het doekje heen en weer te bewegen: De
Geest waaie en neme bezit van de gaven. Dit gebaar had vroeger alleen tot doel
insecten weg te jagen, maar het heeft later in de eredienst deze geestelijke
betekenis gekregen.
Het proces van de vergoddelijking is de grondgedachte van de Byzantijnse
liturgie: al het aardse is immers geroepen om vergoddelijkt te worden. De grootste
intensiteit in dit proces wordt bereikt als in de epiklese de Heilige Geest
over de gaven van brood en wijn wordt afgeroepen. Het is de diepe overtuiging
van de christenen van het oosten, dat deze dan worden veranderd in het Lichaam
en Bloed van Christus. Maar,Jezus Christus is nooit alleen en daarom worden in
het eucharistisch gebed allen genoemd, die delen in Zijn leven, allereerst de
heilige Maagd en Moeder Gods, Maria. Ter ere van haar wordt een heerlijke
lofzang aangeheven `Dostojno jest' (Het is passend om U in waarheid gelukkig te
prijzen, Moeder Gods).
Daarna
worden ook alle heiligen herdacht alsmede de overledenen, de leiders van de
Kerken en alle gelovigen.
Aansluitend aan het eucharistisch gebed of anaphora volgt de litanie van
voorbereiding op de communie, die uitmondt in het Otsche Nasj (het Onze Vader)
en
vervolgens komt het gebed van de hoofdbuiging, waarin opnieuw Jezus' Godheid
beleden wordt en gevraagd wordt, dat het ontvangen van Zijn kostbare gaven voor
de gelovigen tot genezing en zegen moge strekken. `Sfjataia sfjatim' (Het Heilige
voor de heiligen) klinkt dan de roep van de priester. Het is het begin van de
communie-ritus. Nadat de priester zelf aan de Gaven heeft deelgenomen, worden
ook de gelovigen uitgenodigd met geloof en vreze Gods te naderen tot de tafel
van de Heer. Naar goed gebruik ontvangen zij de communie onder twee gedaanten.
Dit is de hoogste graad van vergoddelijking, die een mens ten deel kan vallen;
een vergoddelijking, die echter de opdracht inhoudt om voor elkaar te bestaan
als leden van een lichaam. In twee gezangen `Videchom' (Wij hebben het ware
Licht gezien) en `Da ispolnjatsja' (Moge onze mond vervuld zijn van lof) wordt
het bestaan van de mens in Christus bezongen.
Dan volgt het einde van de Goddelijke liturgie, bestaande uit de slotlitanie,
het gebed tot Christus (het gebed achter de ambo), de zegen en de wegzending.
Op zondag begint het gebed van de wegzending veelal met de woorden `Dat
Christus, die uit de doden is opgestaan,... Zich over ons moge ontfermen en ons
moge redden, want Hij is goed en een Vriend van de mensen'. Dat is het
wezenlijke punt in de liturgie: het gaat om Hem, die
Ik hoopte
dat we er muzikaal en mentaal klaar voor zouden zijn met Korile, maar dat was
dus een misrekening. De pruillippen en sombere blikken bij het Hooglied van
Ludo Geloen en de denigrerende opmerkingen over de Banquet Fugue van John
Rutter hebben wij weeral een stuk wijzer gemaakt over de mentaliteit. Echt blij
word ik er niet van, vooral ook omdat de Provinciale Zangtornooien door de
Vlaamse regering op de helling worden gezet. Wat mogelijk de laatste editie is,
kan je gaan bekijken en beluisteren:
Provinciaal
Zangtornooi Antwerpen: 6 en 13 maart, zowel voor- als namiddag in de Stedelijke
Academie voor Woord en Kunst, Ferd. Pauwelsstraat 102, Ekeren. Als je maar één
dagdeel wil kiezen, dan zou ik suggereren 6 maart vanaf 14.30 uur.
Zing uit volle borst mee tijdens de klinkende
zangsessies en feestelijke concerten van het Singing Brussels
Celebration Weekend. Twee dagen lang kan je je stem trainen
tijdens creatieve workshops en non-stop luisteren naar muziek. Dertig koren
brengen de mooiste meerstemmige muziek, terwijl vijfhonderd leerlingen van
Brusselse basisscholen het muziekproject Cantania afsluiten
met zelfgemaakte kostuums, attributen en een choreografie.
Bovendien krijg je voor het eerst de nieuwe compositie te horen die de
Belgische componist en violist Baudouin de Jaer speciaal voor de inwoners van
Brussel schreef.
Zing samen met ons de pannen van het dak en
laat Brussel op zijn muzikale grondvesten daveren. Het Singing Brussels
Celebration Weekend maakt deel uit van Singing Brussels, een zanginitiatief dat
heel Brussel aan het zingen wil krijgen en houden.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.