De Oostenrijkse
dirigent Harnoncourt is op 86-jarige leeftijd overleden
Zijn laatste
cd-opname, met de Symfonieën nrs. 4 en 5 van Beethoven met zijn eigen Concentus
Musicus Wien, ligt net in de winkel. Een prachtige, openbarende uitvoering
is het, vol details die je niet eerder hoorde. Zie daar de hand van de
Oostenrijkse dirigent Nikolaus Harnoncourt, die zelfs op zijn 85ste nog in
staat was een partituur ook die van een overbekend werk - steeds als nieuw
ter hand te nemen, tegen het licht te houden en je als nieuw de oren te openen.
Harnoncourt, die
in december al met een handgeschreven brief aan zijn publiek definitief
afscheid nam van het podium, overleed zaterdag op 86-jarige leeftijd, omringd
door zijn familieleden, onder wie echtgenote en violiste Alice. Met haar
richtte hij in 1953 Concentus Musicus Wien op, dat oude muziek speelde op oude instrumenten.
Daarmee sloeg hij de richting in die hem maakte tot wat hij was: de grootste en
origineelste pionier van de authentieke uitvoeringspraktijk, maar ook in
bredere zin een van de meest invloedrijke denkers en uitvoerenden over en van
muziek van zijn tijd.
Harnoncourt werd
op 6 december 1929 als Johann Nicolaus Graf de la Fontaine und
dHarnoncourt-Unverzagt geboren in Berlijn. Zijn naam verraadt zijn afkomst:
van vaderszijde afstammend van verarmde Luxemburgs-Lotharingse adel (Onze
schoolboterhammen waren belegd zonder boter, met alleen jam. Zeer onesthetisch
vond ik dat, hoe die jam zich zo in het brood zoog, zegt hij in de biografie
Vom Denken des Herzens), van moederszijde verwant aan de Habsburgse aartshertog
Johann (1782 -1859).
Hij studeerde
cello en speelde tussen zijn 23ste en 40ste bij de Wiener Symphoniker, tweede
orkest van de stad. Tegelijkertijd verdiepte hij zich in historische
uitvoeringspraktijk. Met Concentus Musicus Wien realiseerde hij vanaf de jaren
vijftig talrijke zeer succesvolle concertseries en plaatopnamen. Icononisch
werd, veel later, ook zijn samenwerking met het Chamber Orchestra of Europe,
dat op moderne instrumenten speelt, maar door Harnoncourts stijlbewustzijn werd
opgestuwd tot baanbrekende uitvoeringen. Van hun Beethoven-opnames werden een
miljoen exemplaren verkocht. Harnoncourt werd onderscheiden met onder andere de
Erasmusprijs, de Polar Music Prize en de Siemensprijs.
Musik als
Klangrede heet, niet toevallig, Harnoncourts handboek over uitvoeringspraktijk
en Töne sind höhere Worte een bundel gesprekken over romantische muziek. Toen
ik zelf nog orkestmusicus was, inspireerden me vooral de dirigenten die
geïnteresseerd waren in de boodschap van de muziek, zei hij daarover in 2012
in een groot interview. ,,Dat waren er zeer weinig. De meesten legden uit wat
mooi was, hoe we moesten spelen, niet wat de muziek vertelde. Zij die daar wel
een mening over hadden, werden mijn leraren. Nee, ik noem geen namen. Ik ben al
oud, zul je net zien dat ik de belangrijkste vergeet.
Harnoncourts
discografie is met een pessimistische schatting van meer dan driehonderd
opnames (optimisten tellen er 500) groter dan die van enig ander levend
musicus. Daarbij zijn alle historische opnames waarmee hij decennia geleden naam
maakte: de Bach-cantates (1971-1989) in samenwerking met Gustav Leonhardt:
verrassend fris, ook nu nog. Operas van Monteverdi in de vroege jaren
zeventig door Harnoncourt herontdekt. Talloze Mozarts, omstreden door snelle
tempi en felle agogiek. En van daaruit verkende hij ook, langzaam en zeer
selectief, de negentiende en twintigste eeuw.
Veel merkte je tot
zeer recent overigens niet van de hoge leeftijd die Harnoncourt bereikte. Hij
werkte dan ook tot eind 2015 door. Aanvankelijk stond voor komende zomer nog
een Beethoven-cyclus gepland voor op zijn zomerfestival Styriarte in Graz. Tot
hij in december bekend maakte dat hij niet meer zou dirigeren. Toen was
duidelijk dat het einde niet ver meer was.het einde nabij was.
https://www.youtube.com/watch?v=tj-BZz9Y8mI
https://www.youtube.com/watch?v=fX60UUZ7E7M
https://www.youtube.com/watch?v=S6gYV7srFMM


|