Gitta Deutsch : Een dag in februari: Gedichten
Alle gedichten uit: Gita Deutsch, An einem Tag im Februar. Gedichte. Salzburger edition, Band 9, Eerste Auflage, s.d., werden door Piet Thomas vertaald.
1.
Op zo’n dag
in februari
al haast lente
heb je mij toch
heb je mij
toch altijd
had je mij
toch zeker
al de eerste
blauwe hyacint
gebracht
-----------------------------
2.
Jouw hand
aarzelend
eerst even
op mijn hand
jouw hand
rustig
en dan stevig
op mijn hand
jouw hand
oneindig
zacht
op mijn
hand
jouw hand plots
niet meer
op mijn hand
jouw hand
nooit meer
opnieuw
op mijn hand
-------------------
3.
Als ik ontwaak
staat de leegte
te midden
van de kamer
wacht op mij
verwacht van mij
en heeft tijd
zij zal
ook morgen
er nog staan
de dag daarna
en in de lente
in de zomer en
en volgend jaar
en in tien jaar
zal de leegte
er staan te midden van de kamer
----------------------
4.
Keizerin
Maria Theresia
heeft ’s nachts
de seconden geteld
de minuten en uren
de dagen en weken
de maanden en de jaren
van haar
alleen zijn
of het tellen
haar troostte
of het de nacht
voor haar verkort had
of het neerschrijven
van getallen
haar tegen de morgen
weer inslapen liet –
ook ik telde
de seconden en de minuten
telde de uren en de dagen
de weken en de maanden
en zal
de jaren tellen
doorhalen de tijd
die verdween --
-----------------
5.
want iedere
fractie
van een seconde
brengt mij
een fractie
van een seconde
dichter bij jou
---------------------
6.
Als kind
heb ik vaak
van een zaal
gedroomd
die was groot
en grijs
en leeg
en ik
trad er binnen
alleen
ze werd
bij elke stap
langer
en breder
breder
en hoger
eindeloos
en grijs
en leeg
-----------------------
7.
De afstand
tussen
jou en mij
groeit
onophoudelijk
zoals een trein
uit een station
vertrekt --
eerst langzaam
dan sneller
zoals twee mensen
elkaars hand
vasthouden
tot de vingers
elkaar aarzelend
loslaten
zoals dan de ene
nog wenkt
een paar passen
tracht mee te lopen
blijft staan
zich omdraait
langzaam terugloopt
en nu alleen is
-------------------------
8.
In niets
geloven
is troostend
niet in God
geloven
heet
hem niet te moeten
haten
want de nijd
van de oude
goden
zou veel
makkelijker
te vatten zijn
dan de
moedwilligheid
van de ene
almachtige
goedaardige
God
die onverschillig
achter de wolken woont
--------------------------
9.
Een jaar
heet het
moet voorbijgaan
aleer het
dragelijker
wordt
eerst als
de dagen
opnieuw
en koeler
worden
eerst als
de gele
en rode
bladeren
vallen
eerst als
de nevelslierten
weer
wit de bomen
inpakken
---------------------------
10.
pas dan
begint
het tweede
jaar
pas dan –
kunnen
de eerste nerven
ontstaan
pas dan –
en altijd
op voorwaarde
dat de pijn
van gisteren
de eenzaamheid
van vandaag
en de leegte
van morgen
tot dan toe
te verdragen
waren
-----------------------------
11.
En altijd opnieuw
gehaast en angstig
richt ik mij
een stenen
muur op
als bescherming
tegen alle
gedachten
aan jou
en altijd opnieuw
sijpelen ze
eerst slechts
druppelsgewijs
door het gesteente
dan een in stoten
en eindelijk als
een golvende massa
die neerstort
tot vertwijfeling
mij op de bodem
werpt
tot over mij heen
de golven
dichtslaan.
------------------------
12.
Nu is er
slechts nog
die ene weg
nog de weg
van mij naar jou
hoe zal ik
weten
wanneer ik hem
mag opgaan
zonder verwijt
en zonder angst
te vroeg te zijn.
--------------------------
13.
Elke verstreken dag
pleit me vrij
van de schuld
dat ik het mij
te gemakkelijk
gemaakt zou hebben
elke vestreken dag
was een gevecht
tegen de grote
verzoeking --
elke verstreken dag
brengt ons
een dag dichter
bij elkaar
ons die
beiden
niet in de eeuwigheid
geloven
--------------------------
Jij bent toch
altijd nog
van overal
naar mij
teruggekomen
dit keer blijf je
langer weg
dat alles
weet ik
juist omdat
ik besef
dat het nu
anders is
want
dit anders
wil ik echt
niet weten
-----------------------------
Jouw dood
lieverd
wat veruit
het zwaarste
niet
veel
pijnlijker
lieverd
is de tijd
om jou
te overleven
---------------------------
Hoe kan ik
--voor wie en hoe ook –
verduidelijken
dat alleen zijn
niet
hetzelfde is
als eenzaamheid
dat eenzaamheid
nog lang
niet
hetzelfde is
als
zonder jou
zijn
-----------------------------
Iets diep
te ervaren
iets
daarover
te zeggen
willen
dat juist
schijnt
en het jou
niet meer
te kunnen
vragen
mij nooit meer
op jouw wijsheid
verlaten
nooit meer
op jouw goedheid
beroepen
je nooit meer
iets te kunnen
vragen – slechts vragen
----------------------------
Het jaar
is voorbij
nadat
– zoals men zei --
alles
makkelijker werd
het jaar
van bezorgdheid
mag nu
als vergleden
gelden
het jaar
–zoals men zei –
van de rouwtijd
is nu voorbij
het jaar
van de nieuwe
gedachten
het jaar
van de aanpassing
moet toch
begonnen
zijn
------------------------------
het is
het jaar
van het drijfzand
dat lichtjes
wegglijdt
onder de voeten –
het jaar
dat jullie
mij niet meer
horen roepen
---------------------------
Te mogen spreken
van jou
met wie
jou kenden
van jou hielden
over jou
te kunnen spreken
zoals je was
jou te herbeleven
in woorden
slechts een paar
uren lang
en dan inslapen
voor het naaste
alleen zijn
dat toch
onontwijkbaar
wacht
-----------------------------
De wereld
is arm
geworden
sinds
jij
er niet meer
bent
grauw
hangt
de hemel
over witte velden
en in de
deemstering
druipt
de sneeuw
en de
hartstocht
lichtjes
over de
lege
vlakke
hand
------------------
Weer een dag
die de zin
van het leven
in vraag stelt
Weer een dag
zonder jou
weer een dag
die steenhard
en leeg
eindigt
maar ook
weer een dag
minder
weer een dag
om door te halen
in de kalender
van mijn ongeduld
------------------------------
ondraaglijk
de blik
van onze ogen
de jouwe in beeld
die nog altijd
met mij spreekt
de mijne in de spiegel
die jou
nog altijd
zoekt
----------------------------
Jij hebt
zo genoten
van het Donau - landschap
dat het wellicht
ook aangewezen was
er in te sterven
te midden van een gele herfst
de oktoberzon
nog warm
op de vergrijsde
gouden regen
toen ik
’s anderendaags
ter plaatse kwam
heb ik
getwist
met God
in wie ik niet geloof –
niet met jou
----------------------
In de winter dan
van het volgend jaar
was ik zo dicht bij jou
toen mijn weg
mij opnieuw
nar het weiland leidde
daaronder
bij de rivier –
naar jouwe
en onze
geliefde weiden.
---------------------------
In het derde jaar
-- zo blijkt –
treedt geleidelijk
de verlamming op
ongetrooste tranen
worden zeldzamer
gezien
en de celstraf
van gedachten
begint –
vreugdeloos leven
wordt plichtvak
alleen het verlangen
naar jouw onmogelijke terugkeer
is niet veranderd
fris en levendig
gebleven
in al zijn redeloosheid
Categorie:Work in Progress
|