Wiplinger III
Uit de bundel: Herzschläge
© Vert.: Piet Thomas
als we
van mekaar houden
staat de tijd
voor ons stil
wij horen slechts
onze hartslagen
en vragen ons af
ben jij dat
of ben ik
het
________________________________
gewond
leg ik
mijn gezicht
in jouw handen
_____________________________
jij bent
het tegenwicht
van mijn angst
____________________________
ik hoor
jouw stem
ik zie
je gelaat
ik merk
je hand
__________________________
de gordijnen
zijn dicht
we liggen neer
en zwijgen
alleen een kaars
brandt stil
_________________________
je bent
ver weg
deze verte
schenkt ons nabijheid
_________________________
als wij elkaar
naderen
naderen we
de grens
die ons scheidt
_______________________
ik open
mijn handen
voor jou
_______________________
Bruggen
Bouwen
van jou
naar mij
binnen
in het licht
_____________________
Ik breng je
mijn stem
de schijn
van mijn lamp
het spoor
van de herinnering
de speeltuigen
van mijn leven
de hoop
het dorre loof
de lucht
die ik inadem
de vleugslag
van mijn vrijheid
________________________
ik schenk je
mijn schaduw
het niemandsland
dat mij omringt
________________________________
neem
deze uren
de vrije ruimte
die je nodig hebt
ik wil niets eisen
slechts geven
wilalleen
de aarde zijn
waarop je
staat
___________________________
wat ik je
geven kan
is de bitterheid
van salie en klaproos
het licht van de dag
de stilte van de nacht
het trillen
van mijn handen
________________________________
Ik breng je
Mijn stem
mijn vrijheid
________________________________
ik zeg tot
de aarde
dat ik
je liefheb
ik zeg tot
de hemel
dat ik
je liefheb
ik zeg tot
de zon
dat ik
je liefheb
_______________________________
ik woon
in een
vreemde
stad
gisteren
heb ik
een licht
voor jou
aangestoken
in het donker
_______________________________
de deur
gaat open
en jij
bent daar
een tijdje
later
de muziek
en onze
hete
lijven
________________________________
jouw lachen
mijn leven
aanraking
der handen
een adem
met zijn twee
_______________________________
de hemel
hoog en blauw
de papegaai hangt
zwaar in de maanveren
aan het water staan
de flamingo’s te slapen
en wij huiveren
als wij elkaar aanraken
______________________________
de zon rood
en aan de muur
de schaduw
van jouw stem
nog steeds
wij gaan
opnieuw
dezelfde wegen
_______________________________
wij gingen
over de brug
een regenboog
omspande
ons beiden
in het licht
______________________________
het mos
op de stenen
zegt het water
van de hemel
beneden.
in de aarde
staan wij
hand in hand
in de regen
en zwijgen
_______________________________
brandend fel
de smart
de beelden
der herinnering
de angst
in het donker
als de avond
komt en wij
slechts wachten
op de nacht
_______________________________
dit avondrood
in jouw ogen
tot de beelden
helder verbranden
de schaduwen
van de nacht
snijden
het donker stuk
_______________________________
schreeuwde
een uil
luid in de wind
vond ik
een dood kind
in je schoot
nu heb ik geen
sprookjes meer nodig
het kind is dood
de wieg leeg
______________________________
in brailleschrift
teken ik
in het zand
dat ik je liefheb
elke vleugelslag
van een nachtvlinder
moet het je zeggen
een dode vis
zal je als teken
van afscheid vinden
_________________________________
om je weer te vinden
ben ik vele wegen
gegaan
om je weer te vinden
heb ik vele dagen
verbrand
om je weer te vinden
heb ik vele nachten
gewacht
jij echter hebt
mij niet ontmoet
__________________________________
ik beloof je
dat ik je
niet zal zoeken
ik beloof je
dat ik aan jou
niet zal denken
ik beloof je
dat ik om jou
niet zal treuren
ik beloof je
ik zal me je
niet meer herinneren
___________________________________
zijdezacht
je haar
sneeuwwit
de jonge huid
de eerste blikken
lente
in donkere nissen
loert nu jouw lijf
een beetje later
met het eerste blad
valt je liefde
valt je angst
valt je droefheid
dan op jou en mij
_________________________________
de klaproos bloeit
rood op de velden
jouw huid licht
wit door het groen
de schepen varen
met zwarte zeilen
en stranden
in het licht
__________________________________
geen woord
geen blik
in het donker
de omarming
laat ’s nachts
nog woorden
die breken
als we elkaar aanraken
________________________________
mijn mond
zoekt
de sporen
der woorden
het zwijgen
smaakt bitter
________________________________
spoorloos
de woorden
het zwijgen
sijpelt weg
geluidloos
in de ruimte
de omarming
is slechts
vertwijfeling.
en angst
________________________
uit de leugen
van de omarming
de uitweg vinden
naar de vrijheid
___________________________
dit donker
is niet het licht
jij bent niet jij
ik ben niet ik
wij gaan slechts
over bruggen
______________________________
met schaduwen gevlekt
jouw gezicht
veraf liggen
de dagen
van de liefde
van het geluk
______________________________
tussen jou en mij
ligt niemandsland
tussen jou en mij
is zwijgen
tussen jou en mij
is niets dan droefheid
breek binnen
in het niets
____________________________
ogenblikken
van ontmoeting
geen woord verhult
de werkelijkheid
geen vuile truc
die heel en al leugen is
______________________________
diep de blik
uit jouw ogen
de mond zegt
zonder woorden
de halsslagader
verraadt opwinding
de handen trillen
als je drinkt
_____________________________
belangrijk is
deze dag
belangrijk is
dit woord
belangrijk is
deze blik.
Belangrijk ben
Je voor mij
______________________________
alles kan ik
mij voorstellen
alleen je
sterven niet
je dood
______________________________
zolang de bladeren groen worden
ben ik niet dood
zolang de hemel straalt
word ik niet blind
zolang jij er nog bent
kan mij niets gebeuren
_______________________________
de droefheid
in jouw haar geschreven
de woorden
in de hand verborgen
een glimlach
die me huiveren doet
je aanwezigheid
als was je weggegaan
en een spoor
van liefde angst en dood
______________________________
woordeloos
schuif je
het wijnglas
naar me toe
ik rook
en ik geef je vuur
onze handen
raken elkaar
maar wij zien
aan elkaar voorbij
elk van ons
leeft al lang
voor zichzelf alleen
in zijn eigen wereld
_____________________________
wij zitten daar
ik man jij vrouw
door vele jaren slechts
verwond en vernield
er is niet meer
dat ons nog bindt
_______________________________
moe ben ik
van de woorden
het zwijgen
doet zeer
droefheid
maakt eenzaam
elk van ons
is alleen
er is niets meer
dat ons nog bindt
______________________________
wij beiden
verwond
aan het eind
van de jaren
de hoop
verloren
de liefde
verbruikt
wat blijft
is het moe zijn
de droefheid
in ons
______________________________
wij hebben
de woorden
verloren
de ogen
de handen
de blik
maar
ik merk
alles
raakt ons
het licht
treft iedereen
de aarde
draagt ons
______________________________
We hebben
Vuurwerk
ontstoken
onze handen
met as
gedroogd
zout in
de zee
gestrooid
______________________________
jij was
mijn hartsslag
lange tijd
dan was je
stille rouw
schaduwspoor
nu ben je
slechts herinnering
© Vert.: Piet Thomas
Categorie:Work in Progress
|