Het egocentrisme en egoïsme zijn degradaties van individualisme
en Communisme, en vullen de massa van verschoppelingen uit tropische landen,
die koude gebieden bezetten. Deze
degradaties creëren buitensporige en asociale verlangens, die men persoonlijk
niet op een sociale wijze kan verwerven, en onder druk van het eigen ego, dat
het maatschappelijke overstijgt wil bekomen.
Het eigen ego eist plaats in de maatschappij naar behoefte, wat
sociaal niet verantwoord en nauwelijks of niet bereikbaar is, te verwerven en
te verzekeren, kosten wat het kosten wil, maar wel ten kosten van anderen, die
men daarvoor met list of geweld onderwerpt.
Het eigen ego en de voldoening daaraan, zijn voor deze
ontwikkelingen het uitgangspunt van opbouw van henzelf verheerlijkende
monumenten, gebouwen, macht en rijkdommen, en het onderwerpen tot slaven van de
hen omringende bevolking.
Het zijn de ontwikkelingen van monumentale bouwwerken en
kunsten, die het egoïsme en egocentrisme weerspiegelen in hun leefgebieden, en
hun aanwezigheid tot ver buiten hun Indo-Europese ontwikkelingsgebied herkenbaar
maken, als enig tegenover andere volkeren en ontwikkelingen die geen individuele
zelfverheerlijking kennen of aantonen.
Hun taal ontwikkeling en hiërarchie in taal en
maatschappelijke structuren, geven ons een beeld van de niets aflatende machtslust
en individuele verwaandheid, die grenst op rand van waanzin.
De Ariër:
Arische ontwikkeling of deze van de volkeren die zich Ariã (Sanskriet
voor Rein) wanen als toppunt van zelfverheerlijking van deze degradatie, die de
waanzin zelf vertegenwoordigd in een Psychopathische machtswellust die ik al in
1996 omschreef als Arische ziekte, heeft al ver voor onze tijdrekening door
oorlogen en geweld een spoor getrokken, tot ver over de grenzen van hun Indo-Europees
ontwikkelingsgebied. Hun monumenten prijken van voor de westerse tijdrekening in
Centraal Amerika, Noord-Afrika tot in Oost Azië.
Goden het hersenspinsel der Ariërs:
Goden, hun zijn of niet zijn, is een persoonlijke visie en
geloof, en komt hier niet in vraag.
De Arische ontwikkeling gaat gepaard met het creëren van
goden, een hersenspinsel dat behoefte om hun daden te rechtvaardigen, hun positie
versterken door goden die hen bijstaan, hun legers aanvoeren en steunen,
omwikkeld met allerlei religieuze en magische rituelen, die het geheel meer indruk,
kracht en geloofwaardigheid moet geven.
Goden of god die vooral hun onderdanen moet doen buigen, voor
hun door god gemachtigde heersers, terwijl religie een dwang wordt, die de
eliminatie en executie van tegenstanders of zogenaamde ketters, rechtvaardigt.
In vele van de oude godsdiensten zien we dan ook een
duidelijk onderscheid van deze die de heersende kaste macht geeft en waarborgt,
en godsdiensten en hun goden, die slecht de scheppende krachten van het
bovennatuurlijke vertegenwoordigen, en zich niet met hun schepsels inlaten.
Sociale degradatie tekent zich duidelijk af in de egoïstische
ontwikkeling en koppeling aan hun godsdiensten, om het sociaal leven naar de
hand van de heersende kasten te vormen en onderwerpen, terwijl hun god
opperrechter en scherprechter wordt.
Wat met een hersenspinsel van gedegradeerde en sociale
verschoppelingen begon, zal de wereld veroveren, doch in anderen ontwikkelingen
een zacht en meer neutrale betekenis krijgen, waarbij de nadruk zal gaan naar
het maatschappelijk gebeuren, en sociaal binden van de gelovigen, terwijl het
een sociaal treffen en verenigen zal stimuleren.
Hier wordt het Arisch hersenspinsel en hun god, een doeltreffend
sociaal bindmiddel van de maatschappij en spil in gemeenschapsleven en ontspanning.
|