Pathogeen of ziekteverwekker is een ziektekiem van biologische origine, met
ander woorden een micro-organisme dat infectieziekten kan veroorzaken.
Obligate of vast-verbonden pathogenen kunnen hun levenscyclus niet voltooien
zonder een gastheer, daar deze hen de mogelijkheid tot leven schenkt.
Facultatieve of niet verbonden of
niet afhankelijke pathogenen, behoren tot de normale microbiologische
huid- en darmflora en veroorzaken problemen bij een verstoring
van het natuurlijk evenwicht, bijvoorbeeld door de inname van antibioticum of
verzwakking van het immuun- of afweersysteem.
We belanden echter op de terreinen
van de Microbiologie die het Microbiologisch leven bestudeert, en van de
Neurologie die de werking en functies van het zenuwstelsel en brein bestudeert.
Om het voor een ruim publiek
begrijpelijk te maken, gaan we dit op een vereenvoudigde wijze voorstellen:
Men kan ervan uitgaan dat de obligatoire
Pathogeen een mispunt en fout is van de natuur, doordat ze ziektes verwekken.
Nochtans blijkt dat deze
natuurlijke afwijking die schadelijk is, een zeer nuttige bijwerking te hebben,
doordat ze het controlecentrum in de hersenen, dat via miljoenen zenuwen, elke functie
van het lichaam en de conditie controleert en bijstelt, confronteert met signalen
die in de normale werking niet thuis te brengen zijn, waardoor het controlecentrum
gaat trachten de vreemde en storende signaalzender uit te schakelen.
Vanaf dit moment gaat ons stuursysteem
in het brein, de functie vervullen van afweer of immuniteit, en spreken we van
een immuunsysteem.
Dit immuunsysteem net zoals de storende
of obligatoire pathogeen gaan dus een strijd aan die echter pas kan gewonnen worden
door de afweer of immuniteit indien de gastheer een gezond wezen op volle
fysieke kracht is.
Hierdoor gaat dit geheel een selectie
maken van levende exemplaren en soorten die kunnen overleven en sterk genoeg
zijn, en zich kunnen voortplanten, waardoor er gezonde en sterke exemplaren de
planeet gaan overheersen, wat we omschrijven als natuurlijke selectie.
Wie dit begrijpt moet ook begrijpen,
dat de medische wereld de bevolking toe kan staan optimaal te functioneren door
gezondheid mee op peil te houden, doch dat deze medische tussenkomsten die
gericht zijn naar het vernietigen van pathogenen, ook en donkere zijde hebben,
doordat men ook de natuurlijk selectie en gezondheid van de soort, door
medische interventies kan afbreken, en de soort dusdanig kan verzwakken,
waardoor ze uiteindelijk niet kan overleven.
Vooral deze obligatoire pathogenen kunnen
door overdadige medische interventies hun selectiviteitsfunctie verliezen,
terwijl onnatuurlijke afweer niet eindeloos is, en niet mee evolueert met de evolutie
en opwaarderingen van de pathogenen, en de soort die beschermd wordt daardoor
verzwakken.
Een obligatoire pathogeen kan niet
meer verwoesten dan er gastheren zijn die te zwak zijn, om het pathogeen te
neutraliseren of te vernietigen.
In de veronderstelling dat en
pathogeen al zijn gastheren kan doden, dan verdwijnt de soort, althans in theorie.
In de praktijk zou het kunnen, doch de kans is wat de mens betreft zeer klein of
onbestaande.
Eerst en vooral zijn mensen te ver
verspreid, en leven soms op haast onbereikbare plaatsen, waardoor het haast onmogelijk
is, dat een dodelijke pathogeen iedereen zou bereiken.
Anderzijds zijn er nog vele die de
medische overconsumptie doelbewust afwijzen, en dus een afweer hebben die constant
mee evolueert.
Ten laatste moet men begrijpen dat
een uitdunning of decimering de mogelijkheden van een virus zullen verkleinen
om een volgende gastheer te bereiken, en het virus dus normaal op een gegeven
ogenblik gedoemd is om uit te sterven, nog voor de laatste mogelijke gastheren
geconsumeerd zijn.