Hanteert
de Belgische overheid een vreselijk psychologisch wapen door het pesten van
tegenstanders, en worden politie en justitie gemanipuleerd tegen de bevolking
en ingezet om opposanten klein te krijgen?
Het zal
voor vele ongelooflijk klinken, doch de overheid kan haar verantwoordelijken en
vertegenwoordigers in de onderscheidenlijke diensten voor recht en
ordehandhaving, gemakkelijk manipuleren of onder druk zetten. Het wapen van al
of niet gepromoveerd te worden, chantage met anderen woorden, wordt hier
duidelijk en veelvuldig toegepast, waardoor ook in het verleden knoeiers in
overheidsopdracht weg werden gepromoveerd, een fenomeen waar de bevolking al
decennia lang getuigen van was.
Etienne Schouppe (CD&V) was van 1987 tot 2002 gedelegeerd
bestuurder van de NMBS.
Schouppe
was nog een jaar lang voorzitter van de dochterfirma ABX (tot november 2003).
Bij zijn vertrek kreeg hij bovenop zijn jaarloon van 750.000 plus een gouden handdruk van 2 miljoen .
Na zijn
vertrek liet hij de NMBS achter met een
schuldenput van 1.8 miljard euro.
Op 20 mrt 2008 werd Schouppe
staatssecretaris voor Mobiliteit in de regering-Leterme I.
Bij de
verkiezingen op 13 juni 2010 raakte Schouppe niet verkozen.
Eind 2012
keerde hij echter terug naar het nationale niveau: hij werd aangesteld als
gecoöpteerd senator nadat Peter Van Rompuy naar het Vlaamse Parlement
verhuisde.
Dergelijke
politieke avonturen en uitspattingen zijn schering en inslag, en kleuren de
Belgische politiek bont, op kosten van de werkende bevolking wel te verstaan.
Zullen we
het over op zijn Vilvoordse mesthoop kraaiende J. L. Dehaene hebben, die met
zakken vol geld, schaamteloos Dexia met een failliet aan de bevolking naliet.
Criminaliteit in opdracht van de
overheid:
Het
fenomeen van de Bende van Nijvel of de affaire Dutroux om maar te zwijgen
van de Roze Balletten of de dood van Rijkswachter Peter De Vleesschauwer
laten te veel vragen open, terwijl betrokkenheid van de overheid of
vooraanstaanden niet alleen overduidelijk doch ook niet kan geloochend worden,
nog het veelvuldig falen van ons rechtssysteem.
Het is
echter duidelijk en onmiskenbaar dat velen binnen dit systeem te goede trouw
handelen en de integriteit hoog in het vaandel voeren, terwijl anderen zich
onderdruk laten zetten en, al of niet vrijwillig en bewust, laten misbruiken.
Ook
vandaag is het inroepen van de verjaring der feiten en van procedure fouten, om
zware criminelen van vervolging of straf te vrijwaren, een doorn in het oog van
Jan publiek, en terecht.
Ordediensten en de politie uw vriend
of uw vijand?
1ste geval: Op 28
september 2011 rond 18:00;
Te
Mechelen is de buitentemperatuur 25° à 26°Celsius en wordt de bestuurder van
een 125 cc Motorscooter ter hoogte van kruispunt Guido Gezellenlaan en Oscar
Van Kesbeeckstraat, komende van de Edgard Tinellaan, klaar om af te slaan naar
de G. Gezellenlaan, voor het rode licht door een motor agent aangesproken en er
op attent gemaakt dat er een nieuwe wet sinds 1 september in voege is
betreffende de kleding van motorrijders. De aangesproken bestuurder heeft gezien
de hitte, namelijk een T shirt aan, lage schoenen en geen handschoenen, die
echter volgens de nieuwe richtlijnen verplicht zijn. De bestuurder heeft wel
een lange broek aan gezien zijn twee benen in postoperationele steunkousen
zitten, als gevolg van een operatie die enkele maanden voordien aan zijn benen
werd uitgevoerd, en de welke hij tot twee jaar na de ingreep moest blijven
dragen om Phlebitis of aderontsteking te voorkomen.
De
motoragent bleek begrip te hebben en zou dit voor één keer zo laten, doch
waarschuwde de bewuste bestuurder dat hij voortaan zijn kleding naar de nieuwe
voorschriften moest dragen.
Enkele
weken later kwam er echter een PV met boete en vordering van 50 met letterlijke
vermelding als volgt:
Mechelen: Datum der feiten 28
september 2011.
Als bestuurder of als passagier van een motorfiets op de openbare weg geen handschoenen, jas met
lange mouwen, lange broek of een
overall gedragen te hebben, alsook geen laarzen of bottines die de enkels
beschermen (art. 36 al 4 van het KB van 1 december 1975; art 29 par. 2 van de
wet betreffende de politie over het wegverkeer KB tot coördinatie van 16
maart 1968)
Voormelde opgave in
het PV was correct uitgezonderd de vermelding van geen lange broek.
Hier zal
zelfs de meest simpele van geest begrijpen dat betrokken politieagent op de
vingers werd getikt en de opdracht kreeg alsnog een PV op te stellen, terwijl
de brave man er geen erg op had dat betrokken bestuurder wel degelijk een lange broek droeg, ondanks dat het onnoemelijk heet was, zeker op een
motorscooter met bijhorend omhulsel en verhoogd windscherm vooraan, zittende uit
de wind of enige koeling.
Door het
verzet van de betrokken bestuurder van de motorscooter, werd door de
politierechter de boete herleid tot 10 + gerechtskosten, een aanvaardbaar
compromis doordat de bestuurder het verdere gebrek van zijn kleding, als gevolg
van de hitte en hoge temperatuur, spontaan toegaf.
2de geval: betreffende
dezelfde Motard als hierboven.
Op 11 maart 2013 om 15:50;
Karin Liekens, Agent van politie te PZ Mechelen stelt vast dat aan de Groenstraat 30 te
2800 Mechelen de bestuurder van een Motorfiets XXXXXXX 125cc met nummerplaat
enz.
Bijkomende
inlichtingen:
Tijdens het schooleinde reed de
bestuurder van voornoemde motorfiets met zijn voertuig over het trottoir in
plaats van over de rijbaan. Het trottoir was duidelijk zichtbaar en regelmatig
naar vorm afgescheiden van de rijbaan. Op deze manier haalde de bestuurder een
traag rijdende file in.
Na
ontvangst van het PV zendt de betrokken bestuurder, een volgend antwoord van
verzet:
PV nr ME.89.I.l.418969/2013 dat werd opgesteld door Karin
Liekens, agente van de politie te PZ Mechelen stelden op 11/03/2013 om 15:50
uur vast dat aan de Groenstraat 30 te Mechelen de bestuurder van
Motorfiets ******* met nummerplaat ********* enzovoort
De
vaststelling werd gedaan in de groenstraat aan nr 30 nabij de in- en uitgangen
van kleuter en basisschool te Mechelen. De vermelde motorfiets staat dagelijks
bij het schooleinde op de rand van het voetpad recht voor nr 30 geparkeerd,
ofwel met medeweten en akkoord van de bewoonster voor de poort van nr 34, om
een kind van de school af te halen.
De
bestuurder van betrokken motorfiets werd zogenaamd betrapt bij het zich
verplaatsen over het voetpad terwijl de motorrijder de wachtende wagens van
ouders die hun kinderen ophalen voorbij stak.
Tussen het tijdstip van het schooleinde om 15:35 als de eerste poort die wordt
geopend en 15:45 waarop de derde poort wordt geopend tot aan 16:00 is de
Groenstraat als gevolg hiervan vrij druk tot uiteindelijk geblokkeerd, en
schuift de rij met wachtende auto telkens een plaats vooruit als de voorste
auto kinderen heeft opgeladen en doorrijd. Vermis er vele ouders dagelijks op
hetzelfde tijdstip hun kinderen daar ophalen en dus voor de poort staan
wachten, zijn er voldoende getuigen, incluis omwonende, om te bevestigen dat de
vermelde motorfiets daar dagelijks bij het schooleinde voor de nummers 30 of 34
geparkeerd wordt.
In het Proces
Verbaal dat werd opgesteld staat echter:
"Tijdens
het schooleinde reed de bestuurder van voornoemde
motorfiets met zijn voertuig over het trottoir in de plaats van over
de rijbaa. Het trottoir was duidelijk zichtbaar en regelmatig naar
vorm afgescheiden van de rijbaan. Op deze manier haalde de
bestuurder een traag rijdende file in.
In het PV
wordt er slechts één bepaalde agent vermeld, die echter door de
motorrijder niet opgemerkt werd. De betrokken agent sprak de motorrijder niet
aan? Deze agent schijnt niet gezien te hebben dat de motorrijder zijn voertuig daar
stationeerde? Hoe kan dat als de betrokken opsteller ter plaatsen was?
De agent
weet blijkbaar niet dat deze file meer stil staat dan traag rijdt.
De betrokken agent zou moeten gezien hebben dat als het voetpad vrij is, alle
tweewielers verplicht zijn ofwel te wachten, ofwel het risico lopen om her en
der over korte afstand over het voetpad te rijden, wat gezien er gelijktijdig
kinderen langs de uitgang van het middelbaar onderwijs in de Sint Jacobstraat
via de groenstraat passeert, haast niet anders kan, tenzij men de chaos en
opstopping wil vergroten. Deze zijn dan ook verplicht om deels over het voetpad
te rijden, net zowel met fietsen als met lichte motorfietsen.
Hoe
kunnen al deze detailles ontgaan zijn indien de agente persoonlijk ter
plaatsen was?
(tot daar het verzet van de betrokken
bestuurder)
Nadere
verduidelijking:
De voormelde verklaring van verzet werd door
het parket genegeerd.
De reële omstandigheden,
de Groenstraat te Mechelen.
Volgens de rijrichting is de straat tot aan
nummer 32 nagenoeg 6,5m breed en heeft een parkeerstrook van 1.5m terwijl
verder de straat versmald tot 5m breedte terwijl de rijstrook over de volle
lengte 3m breedte heeft. De
rijstrook wordt na het schooleinde voor 25 à 30 minuten door de stroom
passerende ouders, kinderen, twee- , drie- en vierwielers of autos gebruikt,
waardoor dit tot aan de laatste schoolpoort op nummer 22 slechts stapsgewijs
kan.
Toestand
rechter zijde van de Groenstraat te Mechelen (enkele richting).
Terwijl het duidelijk is dat fietsers zowel
als kleinen motorfietsen die passeren niet anders kunnen dan her en der, een
kort stuk zelfs op de rand van het rechter voetpad rijden. Zowel voetgangers
als anderen moeten zich hierbij een weg banen op een traject dat deels op het
voetpad en deels op de rechterrijstrook van het wegdek verloopt, daar het
rechter voetpad slechts een meter breed is en gebruikt wordt door ouders die
hun fiets of bakfiets er stationeren bij gebrek aan alternatief bij het ophalen
van kinderen. Het is dus uitgesloten dat een motorscooter die 75cm breedte
beslaat zich hier op het voetpad door zou kunnen worstelen. Dergelijke Motard
zou geparkeerde fietsen net als ouders en kinderen raken en accidenten
veroorzaken. Dit terwijl deze Motard zeker niet op het voetpad, maar hooguit
zich op scheiding van voetpad en rijweg zou kunnen verplaatsen, waarbij de
motor al half over het voetpad komt en er slechts een krappe of onvoldoende ruimte
rest voor voetgangers en geparkeerde fietsen of brommers, doch zou volledig
verhinderd zijn door driewielers of bakfietsen. Het daadwerkelijk benutten van
dit voetpad door een Motard op dergelijk tijdstip is dus onmogelijk. Het is
zelfs absurd indien de straat of het voetpad leeg zou zijn, daar het voetpad te
smal is en men dus gevaarlijk kort langst huizen en huisdeuren zou passeren.
Linker
zijde van de groenstraat te Mechelen. (Enkele richting)
Het is echter zo dat ter hoogte van het
nummer 30, en links van de rijweg, er geen fiets of motorfiets op het voetpad
kan rijden, zeker niet tot aan nummer 32, daar het voetpad mee gebruikt wordt
als parking voor bewoner of bezoekers. Het voetpad is er 2.5m breed en heeft
hooguit maximum 1m vrije doorgang voor voetganger en schoolverlaters, tussen
geparkeerde wagens en de huizen. Deze vrije doorgang van hooguit 1m is
theoretisch beschikbaar als de geparkeerde autos er nipt langst de rand van
het voetpad staan, en dit zonder rekening houdend met spiegels van geparkeerde
autos of vensterbanken van de huizen. Dit maakt dat de werkelijke vrije ruimte
minder dan 80cm is. Een Motor driver zou zelfs op een ander tijdstip niet kunnen passeren. Het is dan ook
duidelijk dat niemand met een tweewieler, fiets of motor, vrij tussen de huizen
en de geparkeerde voertuigen door tot aan het nummer 30 kan rijden om een file
te ontwijken. Dit dan nog buiten het feit dat op dit traject, kinderen die de
kleuterschool verlaten, hetzelfde traject kruisen of gebruiken, net zoals
kinderen van de middelbare of lagere school die de straat uit moeten in de
richting van de Van Benedenlaan. Tussen de rij wachtende autos en de
geparkeerde autos rest onvoldoende ruimte om een motorscooter te laten
passeren, doch zou inhouden dat de betrokken Motard naast de geparkeerde autos
op de rijweg zou gereden hebben, wat bij plaatsgebrek uitgesloten was, en door
niemand tenzij voetgangers gedaan wordt. Vanaf het nummer dertig blijft er een
beperkte ruimte op het voetpad tussen paaltjes die moeten verhinderen dat
direct nabij de schoolpoort er autos zouden geparkeerd worden, terwijl deze
ruimte door de betrokken Motard dagelijks gebruikt wordt om zijn voertuig te
stationeren op de rand van het voetpad, bij het ophalen van een kind van de lagere
school. Door omstandigheden kan de genoemde motorrijder de plaats niet verlaten
voordat alle wachtende ouders met voertuig hun kinderen hebben opgeladen en straat
aan de schoolpoort vrij is.
Het
betrokken PV werd dus opgesteld voor een onbekende reden zonder dat er een dergelijke
overtreding was of kon zijn, waardoor de vraag rijst, waarom?
Verrassend is dat dit de tweede maal is dat
er een PV wordt opgesteld tegen de betrokken Motorrijder, waarbij naast de
onregelmatigheid van het eerste geval in het tweede dit gebeurde zonder enige
overtreding of rechtvaardiging. Daarbij komt dat in het tweede geval er zelfs
geen politie agent de motorrijder had aangesproken. De verbaliserende Agente Mv.
Karin Lieten scheen ook niet te weten dat de betrokken Motard daar dagelijks,
en ook die bewuste, dag rond 15:40 voor het huisnummer 30 zijn voertuig stationeert
en wel op alle dagen dat de lagere school om 15:45 eindigt.
Hier is
de vraag ruim gerechtvaardigd of dit een illegale reactie is op het feit dat
betrokken Motard die een fervente tegenstander is van de regeringscoalitie en
het vorstenhuis, doch ook als vrije onderzoeker en columnist op het terrein van
Filosofie, Psychologie, Criminologie en Politiek, regelmatig in het vaarwater
van de federale overheid en de monarchie komt.
Anderzijds is het aan de bevolking om meer begrip te tonen
voor degenen die hun taak ernstig en correct uitvoeren, zeker wat de diensten
voor recht en orde betreft, daar zij nooit een bedreiging voor eerlijke en
correcte burger zullen vormen. Dit wil zeggen dat commentaar om onbenullige
zaken of zogeheten fouten vooral wat politie betreft, beter achterwegen worden
gelaten waar deze niemand schaden.
Dat politie een slecht voorbeeld zou geven
bij het fout parkeren, heeft vaak als oorzaak dat ze het voertuig achter moeten
laten in de directe nabijheid waar ze moeten zijn, hetzij om persoonlijke of
officiële reden, daar zij bij een eventuele oproep zo snel mogelijk terug bij
hun voertuig moeten zijn, en waardoor dergelijke zogenaamde slechte voorbeelden
ruim verantwoord zijn.
Daar waar overheidsverantwoordelijken
opzettelijk en onverantwoord, of door onkundigheid falen, is het logisch dat
hun slachtoffers hierop publiekelijk reageren gezien het duidelijk is dat men
in België al snel binnen overheidsdiensten tegen onverantwoorde en
onvoorwaardelijke collegialiteit stuit.
Het is aan de overheid zelf om op te treden,
wat, indien dit niet gebeurd het voor de bevolking een bewijs is van wanbestuur
of misdadig opzet, en betrokkenheid van de overheden of verantwoordelijken zelf
mee gemoeid is.
|