In de Eenheid van Vier worden
de diversiteiten van het menselijke
instinct beschreven, doch instinct bepaald onze behoefte op sociaal vlak en de
sociaal maatschappelijke noden en orden die we gaan hanteren. Zie: http://kipdrego.wordpress.com/2012/04/07/eenheid-van-vier-2/
Azië en Indonesië
Iedereen zal begrijpen dat daar waar een nestinstinct leden van een gemeenschap stuurt, deze gemeenschap
geen andere bijkomende sturing zal aanvaarden. Hierdoor zien we bij de
menselijke ontwikkeling van nestinstinct ook geen persoonlijk gerichte religie
of geloof in een godheid. Nestinstinct werd sterk ontplooit in Indonesië en
Azië en bepaald er in hoge maten de maatschappij, zij aan zij met het solitaire
instinct van de oost Aziaat.
Het solitaire instinct heeft geen spontane
behoefte aan inmenging van buitenaf, maar iedereen overleeft op zijn eigen
krachten, terwijl samenwerking een logisch voordeel voor elk van hen, het maken
van hun solidariteit met vooral gericht op degenen die een positieve bijdrage kunnen
leveren in de dagelijkse gebeurtenissen. Dit instinct geeft China door het
ontbreken van enige noodzaak voor concurrentie van de rivaliteit de bron voor
hun absolute solidariteit en verbonden technische vooruitgang. Dit instinct zet
zijn stempels op het leven en de ontwikkeling van de Oost Aziatische bevolking
en voornamelijk in het Aziatische binnenland en heeft een dominante invloed op
de Chinese bevolking en de vooruitgang.
Deze twee
ontwikkelingen gaan zich nooit richten tot bijsturingen die van buiten uit
worden aangeboden, waardoor ook voor beiden een godheid slechts een vage waarde
kunnen bieden en geen echte behoefte kan invullen.
Oorspronkelijk blijven de ontwikkelingen van Godsdiensten bij deze
volkeren ook uit, of manifesteren zich tot enkele ceremoniën ter gedachtenis
aan overledenen. Hun goden blijven afzijdig en bemoeien zich niet met de
mensheid doordat hier geen behoefte voor aanwezig is.
Europa en Afrika:
Het individualisme:
De Bijbel en de hieraan verbonden westerse Religies.
De oorspronkelijke Bijbel
is een verzameling van teksten en product van egocentrische Individualisme, en
tekent in al zijn delen duidelijk het extreme egoïsme van zijn auteurs, die
alles omschrijven als door God zelf ingegeven.
Drie grote Bijbelgodsdiensten, Jodendom, christendom en Islam gaan uit
van het alles zalig verklarende eigen gelijk en recht van hun specifieke
volgelingen, en vervloeken hen die de Bijbelteksten een andere verklaring geven
of niet bij hen horen als ketters.
Het Jodendom, waaruit de oorspronkelijke
Bijbel stamt, kreeg de eerste Bijbeltekst van hun leider en auteur Moses, die
dit werk benutte om verwanten te promoveren tot de enige van de planeet, die door
God boven alle andere waren uitverkoren. De Bijbel wordt het geschrift dat als godwoord
zijn volk de spirituele kracht moest geven alle andere te verslaan, om hen zo toe
te laten het beste gebied van het schiereiland te veroveren, als zijnde een
gebied dat god aan hen specifiek had toegezegd. Het is de spirituele kracht van
het geloof dat hen in staat zal stellen geen enkel geweld te ontzien om hun
doel te bereiken, terwijl roof en moord als een dienst aan god en zijn
vermeende doelstelling werd toegeschreven en verheerlijkt.
Het christendom, dat oorspronkelijk door
afscheuring binnen de Joodse gemeenschap tot stand kwam, zal hypocriet het
recht op zelfverdediging en geweld afzweren, doch werd vaak extreem gewelddadig
door westerse kolonisten verspreid. Ook hier geld de regel als zou dit geweld
ten diensten van god worden aangewend.
Maatschappelijke
mensen, gestuurd door het maatschappelijk instinct, vaak als extroverte
aangeduid richten zich tot een religie omwillen van het maatschappelijke en
celebratie die met de religie gepaard gaan en passen in hun behoefte om in de
hen omringende maatschappij op te gaan als deel der maatschappij. Hierdoor
ontpopt de maatschappelijke of extroverte mens zich als een persoon die bij elk
evenement de neiging vertoon het evenement als een viering te beleven. De
extroverte of maatschappelijke heeft dan ook het instinctieve vermogen zich in
elke maatschappij perfect te ontpoppen, wat slechts gehinderd kan worden door
een te lage intelligentie en bijhorend aanpassingsvermogen. Deze ontwikkeling
streeft van nature uit naar een geweldloze omgeving, daar deze de integratie
het best vooruithelpt, waardoor het christendom dan weer de beste mogelijkheden
biedt, terwijl hierdoor het christendom vooral een sterke ontwikkeling kende in
centraal en zuid Afrika.
Het christendom
werd door de Karel de grote en de heersende kaste, de adel, in Europa
verspreid, waardoor de adel de bevolking wist te herleiden tot een gewillige
massa die men onbeperkt kon uitbuiten.
Dit christendom kon desondanks in Oost Azië of Indonesiër nauwelijks of
geen degelijke voet aan grond krijgen, en houdt slechts uitzonderlijk stand op
de sterk verdeelde eilandengroep der Filippijnen.
De Islam, die als tweede grote
Bijbelscheuring mag aanzien worden, past echter perfect bij het gros der
Indonesiërs die door instinctieve behoefte om het nest te beschermen, in het principe
oog om oog en tand om tand, de tegemoetkoming vinden aan de behoefte tot instinctieve
totale en onvoorwaardelijke opoffering en verantwoordelijkheid, om het nest te
verdedigen. In het oorspronkelijke ontwikkelingsgebied zal de Islam zich
geleidelijk ontplooien tot een gewelddadige religie, die het recht op
zelfbehoud zal aan wenden als excuus om dit geweld te gebruiken om het eigen
recht en geloof te vermeerderen en te verspreiden. Dit geweld is echter eigen
aan de heerszucht der Ariërs en niet aan het geloof in god zelf toe te
schrijven. De islam ontplooit zich in Indonesië en onder zwarte Afrikaners echter
meer verdraagzaam naar anderen en ongelovigen, terwijl de vrouw en moeder als
waardevol de waardering krijgt die zij verdient.
Geweld tegen
ongelovigen of tegen hen die geen bedreiging vormen is bij vele islamieten en
vooral in Indonesië uitgesloten, terwijl het geweld tegen christenen echter een
direct gevolg zijn van totale verdraagzaamheid die de christenen tot willoze
slaven van geloof en godsdienst maken, wat hun instinctieve behoefte om het
eigen nest en gezin of gemeenschap te beschermen, bedreigt, waardoor
infiltratie van het christelijke geloof vaak als een ernstige bedreiging wordt
aanzien.
In het algemeen kan men stellen dat elke
geloofsontwikkeling evolueert naar intelligentie of inzichtelijk vermogen van
de gelovigen, waardoor elke geloofsovertuiging hiernaar evolueert en
weerspiegeling biedt naar de ontwikkeling van volk en gebied waarin de volgelingen
verblijven.
|