Is “watervalsysteem” de doodsteek voor de Vlaamse ontwikkeling en vooruitgang

Met watervalsysteem bedoelt men dat een leerling vanaf het secundair onderwijs start in een moeilijkere onderwijsvorm en of studierichting en na één of meer mislukkingen herkiest voor een makkelijkere, praktischer studie.

Dit systeem werkt demotivatie in de hand, wat echter moeilijk tegen te gaan is omwille van:

1)      Soms onrealistisch hoge verwachtingen van de ouders, die aan ASO/vwo ook een meerwaarde toedichten.

2)      De vrijheid van studiekeuze.

3)      De dubbele invulling van de groep leerlingen waar het om gaat:

a)      Zij die ten onrechte te hoog zijn gestart, en dus niet aan de eisen kunnen voldoen

b)      Zij die wel de capaciteiten hebben voor een theoretische studie, maar er de inspanning niet voor opbrengen, en dus ten onrechte "afstromen".

4)      Dit systeem wordt in België verplicht toegepast vaardoor leerlingen in de lagere school al het risico lopen om gedeclasseerd te worden en verwezen naar een beroepsopleiding, afgaande op psychotechnische testen

(P.S. Jongeren, vooral in het basisonderwijs, begrijpen onvoldoende de belangen van studie en studieresultaten voor hun toekomst, en bekommeren zich dus niet, terwijl blijkt dat eens zij de belangen hiervan inzien, het wel voorkomt dat zij zich via avondscholing opwerken. Het moderne watervalsysteem dat in België wordt gebruikt werk echter te veel demotiverend en laat heel wat talenten verloren gaan, door voorsortering en beperkingen in te lassen vanaf het basisonderwijs. Vooral Nederlandse taal is een struikelblok voor kinderen uit migratiegezinnen.)

Remming in het gebruik en opleiding van bekwame mensen en leidinggevenden.

Vooral technische beroepen steunen op technisch en praktisch inzicht wat veelal ten top reikt waar er een ruime praktische intelligentie voor handen is. In de praktijk blijkt meer dan eens dat mensen men een sterke praktische intelligentie, hun mentale capaciteit in hoge maten hierop toespitsen, waardoor hun verwerkingsvermogen nagenoeg volzet wordt, en er slecht geringe ruimte overblijft voor verwerking van andere dat deze praktische kennis en ervaringen.

Het waterval systeem echter remt niet alleen dergelijke mensen in hun ontplooiing, doch gaat hen in vele gevallen bannen uit het hogere opleidingsaanbod, terwijl hier vaak de beste organisatoren te vinden zijn, gezien organisatie steunt op praktisch en grondig inzicht op het terrein, werk en technische situatie.

Bedrijven die vandaag geleid worden door uitsluitend hoger opgeleide burgerlijke ingenieurs, stuiten hier in hun bestuurskaders op het gemis van bestuurlijke en praktische steun en ervaringen van mensen wiens opleiding vooral praktisch is opgevoerd en die gelijktijdig ook een meer praktische aanleg hebben voor technische vakken en beroepen.

Het watervalsysteem verhinderd ook de specifieke opleiding der middenklasse in technische beroepen voor mensen met een specifieke vakbekwaamheid en aanleg voor praktische ontplooiing, waardoor bedrijven zich veelal moeten steunen op ervaren ploegbazen die wel de ervaring hebben doch daarom nog niet bekwaam zijn voor het leiden en organiseren van werkteams.

Groeiende achterstand op het vlak van goed geschoold en bekwame werkkrachten.

België en Vlaanderen gaan met grote stappen achteruit als het op scholingsniveau en bekwaamheid aan komt. Bedrijven hebben het steeds moeilijker om vakbekwame mensen en goed opgeleide krachten op de Belgische arbeidsmarkt te vinden.

De algemene vorming wordt door betutteling van regelgeving door overheden gehinderd, terwijl het lager onderwijs in Vlaanderen zich teveel toespitst op taalkennis der Nederlandse taal, een taal die wel is waar basis is voor de integratie en algemene omgang, doch internationaal geen enkel perspectief biedt.

Onvoldoende kennis of vorderingen op het vlak van het correcte Nederlands leidt echter tot een te lage score terwijl de inspanningen die men doet om deze achterstand bij te werken te veel energie en tijd opslorpen en andere vakken hierdoor mogelijk inboeten. De complexiteit van het Nederlands vormt hiermee een ernstige doch ook haast zinloze handicap gezien deze taal te veel beperkingen op internationaal vlak biedt. De lage scores van studenten op taal gebied remmen echter de gehele opleiding terwijl de eisen op taalgebied te hoog zijn.

Om het allemaal nog wat complexer te maken gaan onze taal deskundigen om de haverklap hun persoonlijke stempel drukken op onze taal door deze zogenaamd te verbeteren, terwijl men 70 jaar geleden de taal schreef zoals ze werd uitgesproken, waardoor boten als “booten” werd geschreven en schepen als “scheepen” terwijl men vandaag in het eerste leerjaar bijna een half jaar worstelt met het aanleren van het onderscheid in open en gesloten lettergrepen, een onderscheid dat pas duidelijk wordt nadat men de betrokken begrippen correct heeft leren uitspreken en spellen. Het Nederlands is door vermeende verbeteringen zo complex geworden dat menigeen er kop noch staart aan kan krijgen, terwijl de taal intussen doorweven werd met vreemde termen die naar de normen van andere talen worden geschreven en uitgesproken. De taal handicap is daarmee een blok aan het been van de leerlingen uit het lager en middelbare onderwijs, waardoor de accenten in technische beroepen onvoldoende kunnen gelegd worden daar waar zij nodig zijn, en technische vorming hiermee vaak in de mist gaat.  

Men mag niet uit het oog verliezen dat ook nationaal de Nederlandse taal nauwelijks een toekomst te wachten staat en geleidelijk op de achtergrond terecht komt. De pogingen om de tweetaligheid, Frans en Nederlands op te waarderen zijn een grove vergissing, daar de tweetaligheid aan beide zijden van de taalgrens zou moeten bestaan uit de eigen taal en een ver doorgedreven kennis van het Engels, waardoor de communicatie over de taalgrenzen heen, zal verbeteren en bevolking meer mogelijkheden en toekomst zal bieden.

Zowel in het middelbaar als hoger onderwijs blijken vandaag de kennis van Engels een belangrijke stap vooruit in opvolging van nieuws en nieuwigheden betreffende elke materie, gezien verspreidingen van informatie vooral gedaan wordt in het Engels.

De communicatie in de handel en het bedrijfsleven kunnen nauwelijks beperkt worden tot Frans of Nederlands, terwijl ook hier de kennis van het Engels een haast onontbeerlijk feit is, doch het onderwijs is in België nog niet ingesteld op deze nieuwe evolutie en focust nog steeds op de tweede landstaal terwijl men met zekerheid mag stellen dat de kennis van het Engels aan beide zijde van de taalgrens het probleem van communicatie optimaal zal opvangen, gelijk met de behoefte tot internationale, technische en wetenschappelijke communicatie.

Psychotechnische selecties en begeleiding voor bedrijven wordt onderwaardeert.

Een belangrijke stap in het herstelproces van de westerse economie moet men gaan zoeken in de organisatie van onze bedrijven. Organisatie betekent het correct opdelen van verantwoordelijkheden met wel bevoegdheden. Elk bedrijf moet zijn activiteiten richten naar de balans van vraag en aanbod, terwijl concurrentie kracht moet geput worden uit de rendabiliteit van der bedrijfsactiviteiten. Organisatie kan pas wanneer men geschikte bedrijfsleiders heeft aangeworven, doch hier knelt vaak het schoentje.

Meer en meer industriëlen lijken dit al begrepen te hebben en schakelen hiervoor de Psychotechnische selectie in, terwijl men kandidaten vaak voorselecteert op basis van de bereikte scholing en opgedane ervaringen.

Schoolniveau en studieresultaten zijn referentie doch garanderen geen bekwaamheid, doch versterken slechts de eventuele bekwaamheid. Het achterwegenlaten van voorselectie en de eigenlijke selectie in de handen geven van een Psychotechnische selectiedienst kan bedrijven en hun organisatie sneller verder helpen en opwaarderen.

Psychotechnische selecties die niet gelimiteerd worden doch uitgaan ven de reële mogelijkheden der kandidaten in het kader van de vooropgezette en in te vullen taken, kunnen leiden naar de werving van arbeidskrachten en kaderleden die wel bekwaam zijn doch niet de vooropgestelde scholing bezitten. Voor elk bedrijf geld de bekwaamheid van al de kaderleden van hoog tot laag om een optimale werking en rendabiliteit te verzekeren.

Indien men met bekwame mensen werk zullen er sneller initiatieven naar voor geschoven worden die het bedrijf verbeteringen leveren waardoor de rendabiliteit en toekomst van het bedrijf een grotere zekerheid tegemoet gaat.

Organisatie betekent ook het grondig opvolgen van de markt en de economische evolutie en politiek die bepalend zijn om overzicht vooral op internationaal vlak verkrijgen, en verdere evolutiemogelijkheden vooraf in te schatten.

Koude Oorlog der industrieën en gebrek aan marktanalyse en opvolging.

Concurrentie met de opkomende industrielanden heeft voor het westen een ware Koude oorlog ontketend, waarbij politici van onder druk van hun imago en kiezers zich in alle bochten gingen wringen om bedrijven te lokken en te behouden om door werkgelegenheid de massa gunstig te stemmen voor hen en hun aandeel in de goede evolutie.

Interventies onder mom van humanitaire hulp en militaire interventies om vermeende democratieën te steunen in voormalige kolonies moest de stroom van rijkdommen uit deze kolonies op gang houden en gunstig gezinde regeringen in betrokken gebieden ondersteunen. Onder deze omstandigheden was stroom van goederen en informatie en technologieën van en naar de voormalige kolonies en derdewereld een onvermijdelijke en blijkbaar goede ontwikkeling voor deze gebieden en haar bevolking, doch bracht in deze gebieden ook de wetenschap dat slechts de westerse wereld de vruchten wist te plukken, terwijl hun aandeel slechts een aalmoes was. Verzet uit deze derdewereld was daarmee ook de uitkomst en monde uit in weerstand die zich als een kanker verspreide en kosten van goederen en grondsstoffen uit die landen geleidelijk bleven opdrijven. Uiteindelijk zullen de interventies door westerse overheden in voormalige kolonies opgezet, door aanslepend verzet en oppositie het prijskaartje blijven opdrijven waardoor de kosten voor afgewerkte producten blijven stijgen. Europa dat nagenoeg geen eigen minerale bronnen heeft is daarmee ten dode opgeschreven tenzij men op een menswaardige wijze tot degelijke akkoorden weet te komen, wat echter betekend dat superwinsten voor Europese aandeelhouders verledentijd zijn.

De getroffen industriële sectoren moeten er zich echter van bewust zijn, dat terugkeer naar de periode van voor de crisis een “fata morgana” is, en men het moet zien te redden zonder de goedkope bronnen en diensten of goederen uit de derdewereld. Grondig markt onderzoek werd vroeger nooit gekoppeld aan de internationale politiek en evolutie van de derdewereld, een fout waarvoor men nu de prijs betaalt. Het opbouwen van een wegwerpmaatschappij op grond van de goedhope producties door plundering van de derdewereld was een fout en heeft tot grote verspillingen geleidt terwijl de grondstoffen veelal geschik zijn voor hergebruik wat een grotere onafhankelijkheid van Europa kan betekenen.

Overheidssteun aan onrendabele bedrijven of zinloze projecten en instellingen.

Overheidssteun en subsidies werden gul verstrekt om de tewerkstelling op peil te houden, een systeem dat echter onrendabele en niet concurrentiele bedrijven creëerde en instant hielt, waardoor deze bedrijven vaak verder bleven draaien, deels op kosten van de bevolking die via de belastingen de rekening te betalen kreeg. Uiteindelijk werden via allerlei subsidies, tegemoetkomingen, OCMW’s, extreem hoge vergoedingen en uitstappremies voor mandatarissen, luxe en imagoprojecten massa’s schijnbaar te verwaarlozen sommen verspild waardoor er putten in de budgetten en reserves ontstonden terwijl niemand van de bevoorrechte bereid is zijn overvloedig deel in te perken of in te leveren, zeker de bestuurlijke mandatarissen niet. Overal om ons heen zien en horen wij de roep voor inlevering en beperking, doch het leeuwendeel wordt bij lage en middelgrote inkomens gezocht, niet bij de rijkste van de maatschappij, waardoor de koopkracht en de omzet van lokale bedrijven snel blijft dalen.