België heeft de afgelopen decennia een beleid gevoerd dat vooral voordelig lag voor de ondernemers, doch ten koste van het netto inkomen van de werknemer, waardoor laaggeschoolden een tweede gezinsinkomen nodig hadden om te overleven. Deze strategie bracht in plaats van windeieren een hoge gemiddelde levensstandaard op, doch vereiste van laaggeschoolden een hoge inzet of tweede inkomen. Dit hoge gemiddelde levensstandaard staat echter in schril contrast met de schrijnende armoede in arbeidsgezinnen die met slechts één inkomen rond moeten komen, en hierdoor vaak van degelijke gezondheidszorg en maatschappelijke aansluiting verstoken blijven.
In een industriële maatschappij is de laaggeschoolde kracht vaak ook de alom aanwezige werkkracht en motor der economie, en ondank automatisering een onontbeerlijk element in de industriële exploitatie. Laaggeschoolden vormen de grote massa van werkkrachten in de industrie en hun inkomen houdt de industrie ook in leven, zij vertegenwoordigen een massa die door arbeid het recht hebben en ook wil consumeren. Arbeidsmilieus verteren gemiddeld meer dan 25% van het inkomen aan louter luxueuze artikelen en ontspanning, en vormen een massaal voedingssupplement der industrie en belangrijke schakel in de economische kringloop, doch de groeiende criminaliteit gooit roet in het eten en druk de welstand der eerbare arbeiders en werknemers, of de massa zeg maar. De West-Europese landen werden tot aan de tweede wereldoorlog gedomineerd door de Liberalen die vooral de middenstand vertegenwoordigde en de Christelijke die voor het volk opkwamen doch geniepig knielde voor kerk en adel of noem het maar de macht en het geld. De invloed van het NAZI regime scheen hierin verandering te brengen en forceerde de doorbraak van het socialisme, dat voortaan een derde speler in het politieke spel zou vertegenwoordigen. Sinds 1945 en het einde van de oorlog zijn het deze drie die de koek delen en om beurten mee aan de politieke dis zitten. Merkwaardig genoeg veranderde er in België fundamenteel niets aan de politieke strategie, en houden liberalen en christenen de touwtjes strak in handen, waarop de socialisten stapsgewijs hun strategie en koers aanpassen om mee in te kunnen stijgen. Een ding is duidelijk, de strategie die gevoerd wordt is net zoals vroeger gericht op de belangen van de adel en het kapitaal, terwijl de sociale dienstverlening die door het Nazi regime ontplooit werden geleidelijk worden ontmanteld en waar mogelijk geëlimineerd. Terwijl er onder en onmiddellijk na de Duitse bezetting van België, nauwelijks of geen criminaliteit op te merken viel, leidde de periode na 1950 de ene golf na de andere aan kleine straatcriminaliteit in. Groeiende criminaliteit wordt slechts gevoed door laks juridisch optreden, doch dit kan slecht waar de wetgever tekort schiet en waardoor de criminaliteit vrij spel krijgt. Criminaliteit holt echter de welstand uit, een fenomeen waar de massa met lage inkomens uiterst gevoelig aan is, en hun animo niet alleen bederft, doch op de koop toe een kettingreactie teweeg brengt en de arbeider verplicht van op zijn beurt te graaien waar hij kan. Hier is het ook weer de gebrekkige wetgeving die de graaicultuur aanwakkert, en de welstand van de actieve en eerlijke burger op de helling plaatst. De Belgische criminaliteit is uitgegroeid tot markleiding op het terrein van de Europese illegale trafiek en handel in drugs, wapens en diamanten doch ook een markt voor illegale tewerkstelling, met als gevolg een groeiende ontevredenheid van uitgesloten legale werkkrachten, terwijl de ene regering na de andere er niet in slaagt om de gang van zaken een halt toe te roepen. Groei op het terrein der criminaliteit is slechts te verklaren indien criminaliteit door de overheid (bewust) wordt onderhouden, of wanneer de overheid geen maatregelen wil of kan nemen om mogelijk alsnog het eigen aandeel in de criminaliteit niet in het gedrang te brengen. Ook bij overheden lopen heel wat zaken in het illegaal spoor, doch in België wordt in regeringskringen de openbaring van dit euvel, alle lekken en reacties tenietgedaan door collegialiteit, manipulatie van de rechtspraak en beïnvloeding van de parketten. Dergelijk systeem is zo goed ingeburgerd dat de criminaliteit sinds de periode na 1980 explosief is toegenomen met als hoogtepunten de Bende van Nijvel (1982, 1983 en 1985), moord op overheidsambtenaar, Karel Van Noppen (20 februari 1995) op rijkswachter Peter De Vleeschauwer (14 november 1996) en op Minister André Cools (18 juli 1991), om vervolgd te worden door de affaire Dutroux en slierten pedofiele en dito netwerken tot in de kerkelijke organisatie, met als kroon op het werk de vervroegde vrijlatingen van medeplichtigen van de pedofiel en massa moordenaar Dutroux. Ongenoegen bij de bevolking is slechts de druppel op de hete plaat en dus te verwaarlozen, dat dacht men blijkbaar toch, doch in de loop der jaren zijn er teveel druppels gevallen waardoor uiteindelijk de plaat te sterk en te snel afkoelt werd en dus dreigt te barsten. Groeiende criminaliteit heeft een financieel plaatje, terwijl het gestolen goed door de eigenaar vaak uit noodzaak vervangen wordt, wat de producent, handelaar en verzekeraar geen windeieren opbrengt, en goed lijkt voor de industrie, doch een gat levert in het budget van de verbruiker en de overheid verplicht tot acties en bestrijding via de dienaren der wet, rechtbanken, magistraten, juristen en gevangenissen, waarbij tot overmaat mensenrechtenorganisaties oogluikend toezien dat de rechten der gedetineerden niet geschonden worden, terwijl er nauwelijks aandacht is voor de rechten der slachtoffers. ook deze bestrijding met nazorg draagt een zwaar prijskaartje dat door de gemeenschap moet worden gedragen. Dergelijke kostenpiramides zijn mee verantwoordelijk voor de vraag naar krediet, met schuldenbergen bij particulieren en overheden, en de daaruit vloeiende kredietcrisis die we kennen als de bankencrisis van 2008/2009 die het startsein bleek van een te voorziene kettingreactie met sneeuwbaleffect, en minsten goed voor 10 jaar, wat nog als een optimistische schatting mag aanzien worden. Zie ook: http://vlaamseuropsetoekomstmyblog.wordpress.com/2012/10/04/crisis-duurt-zeker-tien-jaar/ Naast de criminaliteit heeft ook corruptie, belangenvermengingen en wanbeheer op politiek niveau de crisis aangewakkerd. Belgische politici lijken wel intellectuele mooipraters die veelal te weinig praktisch inzicht hebben, om maarschappelijke organisatie op poten te zetten en het land te besturen, doch het kan ook hierop lijken, terwijl de heren druk doende hun persoonlijke belangen behartigen op kosten van de gemeenschap. Met het opzetten van de Europese Unie en haar onoverzichtelijke grootschaligheid werd deze plaag slechts versterkt en naar de Unie overgedragen met verspreiding als een uitgezaaide kanker.
|