'Crisis duurt zeker tien jaar' (De Tijd 4/10/12)
Het duurt zeker 10
jaar vanaf het begin van de financiële crisis voordat de wereldeconomie weer in
goede vorm is. Dat zei topeconoom Olivier Blanchard van het IMF woensdag tegen
de Hongaarse nieuwssite Portfolio.hu.
Turbulente tijden en financiële chaos: (E-Mail aan VB Antwerpen 22/10/2008
- 9H36 AM)
De Financiële crash was al lang in
aantocht, en hierdoor niet alleen voorspelbaar, doch is momenteel duidelijk in
een beginfase.
Westerse welstand was destijds een
privilege der edelen en heersers, doch groeide door verenigingen en bundelingen
der gilden en vakverenigingen uit tot een steeds grotere groep in onze westerse
samenleving.
De bronnen van deze welstand, destijds
plundering der bevolking door de adel, later door plundering der kolonies, en
heden door uitbuiting van lage loonlanden, slinken zienderogen.
Door gebruik van arbeid in lage
loonlanden, groeiende modernisatie en automatisering, zal dit leiden tot een
drastische inkrimping der productieve inspanningen (door mankracht) in westerse
landen. De verplaatsing van nuttige productiviteit naar automaten en
derdewereldburgers heeft nochtans tot gevolg dat men verhoudingsgewijs steeds
minder moet uitgeven aan arbeid en westerse werkkrachten, waardoor ondanks dalende
marktprijzen, de afzetmarkt in westerse landen geleidelijk zal krimpen. Een
krimpende afzetmarkt die, als gevolg van de lage lonen in de derde
wereldlanden, daar nauwelijks toeneemt, wat dus geen compensatie biedt.
Ook de voormalige vlucht naar het oosten
leverde de westerse samenleving slechts windeieren, terwijl de hard werkende
oosterlingen hun aandelen zagen stijgen, werd het westerse aandeel steeds
kleiner. De oosterse welstand gaat dan ook snel de hoogte in.
Plunderingen van de eigen bevolking en de derde wereld ondervind steeds meer
weerstand. Wat voor 50 en meer jaren eenvoudig kon, kwam met de radio en vooral
de TV op de helling, de bevolking werd mondig en wetend, doch vooral de PC en
het onbegrensde en webverkeer is het keerpunt in mogelijkheden en communicatie. Voor
iedereen en overal is er communicatie en informatie, en de burgerij van hoog
tot laag is wetend.
Het moet duidelijk zijn dat de
schijnbare welstand in het westen, geleidelijk een holle doos werd, een opbouw
zonder grondvesten en te zwak om overeind te blijven, uitgehold door privileges
en rechten, die slechts in de westerse wereld worden aanvaard, rechten die het
kapitalisme moeten ondersteunen, ten kosten van burgers en consumenten.
Het hoge aanbod van moderne technologie
en amusement voor particulieren, creëerde een groeiende vraag met uitzinnige
winsten voor ondernemers en producenten, terwijl overheden en banken, meer en
meer krediet en waarborgen moesten aanbieden. Ook de stijgende stroom van
derdewereld burgers die met alle geweld in het westen aan de slag willen, en
niet zelden illegaal en onderbetaald aan de slag gaan, boog een steeds grotere
geldstroom om naar de derdewereld, doch in die landen is de behoefte beperkt en
de vraag naar westerse middelen en luxe gering, waardoor dit geld, vaak
verspreid over een grote groep van mensen een zeer verspreide doch beperkte
behoefte dekt, en nauwelijks voor het westen nuttige koopkracht en afzet biedt.
Hoge productiviteit met overproductie,
stuit nochtans op een verzadiging der markten met afname van koopkracht,
versterkt door snel stijgende behoefte aan huisvesting en voedsel. De snelle
klim aan noodzakelijke middelen, waardoor de prijzen waanzinnig snel stijgen
maken dat er steeds minder middelen resten voor luxe.
Bedrijven dreigen geleidelijk door
krimpende vraag en over modernisatie, in overcapaciteit te komen, waardoor deze
bedrijven daarom verlieslatend worden, met een niet te stuiten negatieve
spiraal tot gevolg. Een spiraal met een niet meer te stuiten sneeuwbal effect.
Ook het ontbreken van individualisme, en
de daaraan gekoppelde behoefte aan competitie, bij niet westerse volkeren,
belet hun uitzinnige behoefte en de groei van hun afzetgebied zoals we deze in
het westen kennen.
Stijgend verbruik in westerse landen, zonder
directe productiviteit, en stijgende productiviteit in de derdewereld zonder
toenemende koopkracht, vormt een toenemende geldstroom naar de derdewereld, om
er uitzinnig vele in hun behoefte te voorzien, terwijl deze mensen, naar onze
normen althans, armoedig en onbezorgd verder leven, zal uiteindelijk de doos
van ons kapitalisme verder uitgehold geraken.
Ook de uitzinnige bevolkingsgroei,
kunstmatig verwekt door onverantwoorde en uitzinnige interventies en medische
technologie, hollen uiteindelijk de mogelijkheden en bronnen uit, waardoor
voorraden schaars, doch kosten en inspanningen, steeds duurder worden.
Natuurlijke hulpbronnen worden
kunstmatig opgedreven, terwijl deze vaak uizinnig kostbare ingrepen, niet
alleen voor ontwrichting zorgen, doch ook een beroerd resultaat geven, terwijl
massas kostbaar voedsel van plantaardige of dierlijke aard, perslot uit
noodzaak vernietigd moet worden. Verliezen die zich hierdoor opstapelen, worden
door subsidies aan de producent en ondernemer verheeld.
Doch ook hier zit een adder onder t
gras, daar kosten en verliezen met overheidsinterventies opgevangen worden,
afgewend naar de gemeenschap, terwijl net hierdoor de koopkracht van de massa
verder ondergraven wordt.
Ook de bescherming van spaarders en
speculanten, zal ook nu, naar middeleeuwse gewoonte, op de werkende massa der
belastingbetalers worden afgewend.
Alle inspanningen ten spijt, is er iemand die de rekening dient te vereffenen,
en dit zal niet de kapitalist zijn, doch wel als van oudsher de bevolking en
arbeider, doch de factuur zal blijven oplopen, en plunderingen kennen steeds
een grotere weerstand en kostprijs.
Hendrik Leenders
|