Het minste dat men kan vragen is respect voor een filosofie van een
ander, zeker waar deze geen bedreiging of geweld predikt.
De islam is een geloof dat het geweld veroordeeld, doch het feit dat
fanatici een filosofie of godsdienst misbruiken om geweld als vermeende
verdediging aan te voeren mag geen aanleiding zijn voor anderen om de
achterliggende doctrines te besmeuren of bespotten.
In de Islam wordt het geweld als zelfverdediging niet alleen goedgekeurd
doch zelfs aangemoedigd, doch zelfverdediging is eigen aan de natuur en drang
tot overleven. Het is niet omdat de christelijke leer het verzet tegen geweld
afzweert, zoals in de opvatting indien men op je ene wang slaat biedt dan
de andere aan wat de totalitaire verdraagzaamheid weerspiegeld die in de
christelijke doctrine bevat is. Dergelijke doctrine druist echter tegen de
natuur en de schepping in en is slecht goed om van mensen volgzaam slachtvee te
maken, en hen eindeloos te kunnen uitbuiten. Anderzijds is het net de
christelijke wereld die zich onverdraaglijk en gewelddadig naar anderen op
stelt, terwijl hun leden menen namens god te mogen oordelen.
Men mag het feit dat extremisme slechts gevoed wordt door geweld en
onderdrukking niet uit het oog verliezen, nog het feit dat de Westerse
maatschappij van bij het ontstaan van de Islam deze bestreden heeft, door
kruisvaarten, onder mom van noodzaak om het heilige land en specifiek de stad
Jeruzalem, te vrijwaren van islamieten.
Dat met het christendom en de achterliggende filosofieën de draak
gestoken wordt is dan ook niet te verwonderen, doch het is wel opvallend dat
vanuit de Islamitische wereld en nooit aanvallen gericht worden op de filosofie
of doctrines van het christendom. Wij christenen richten echter openlijk onze
pijlen zonder enige terughoudendheid op alles wat niet met onze opvattingen
strookt, en tonen geen respect voor het geloof of overtuiging van anderen.
Men mag trouwens niet uit het oog verliezen dat spotten met mensen, hun
gedrag of overtuiging in feiten het effect geeft van pesterijen, of morele en
psychische mishandeling, wat niet alleen verwerpelijk is doch in verscheidene
westerse landen ook strafbaar. Dergelijke daden tot de uiting van de vrije
mening klasseren is net een brug te ver, gezien dit leidt tot de vrijheid om
iedereen onder alle omstandigheden te bespotten of moreel en psychisch aan te
vallen. Indien dergelijke uitingen niet als pesterij of agressie bedoelt zijn,
zou men op zijn minst zijn verontschuldigingen aan kunnen bieden. Anderzijds is
het ook zo dat extremisten al snel elke blunder der opponenten zullen
aangrijpen om hen te beschuldigen en aan te vallen. Dergelijke aanvallen kan
men best ontkrachten door geen tegenaanval doch een assertieve houding en verontschuldiging,
waardoor men de tegenpartij de kracht van zijn vermeend wapen ontneemt.
De Islam wordt voorgesteld als een godsdienst die de vrouw onderdrukt,
doch dit fenomeen is slecht werkelijkheid in de Arabische wereld,
terwijl dit gebied slechts een minderheid der volgelingen van Mohammed vertegenwoordigd.
Onder de zwarte volkeren in Afrika treffen we Moslim maatschappijen waarin de
vrouw een vooraanstaande plaats inneemt en vaak meer rechten geniet als haar
man.
Men dient te weten dat de meerderheid der islamieten die in onze
maatschappij aanwezig zijn, nauwelijks of niet herkenbaar zijn door
klederdracht of gebruiken in het openbaar. De alom omstreden hoofddoek duikt
slechts massaal op waar men dit gebruik bestrijdt of aanvecht, terwijl er
gelijktijdig vele Islamitische vrouwen dit uiteindelijk uit puur verzet ook
terug in gebruik gaan nemen. Migranten van de eerste generatie zijn altijd weer
al vergroeid met zeden en gewoonten uit het geboorteland en kunnen zich veelal
niet plots in een andere wereld en gebruiken voluit verplaatsen, wat vooral
door hun kleding in het openbaar opvalt. Ook wij kunnen nauwelijks of niet de
kledingsgewoonten en zeden in het openbaar van een gebied waarnaar wij migreren
overnemen.
Goddiensten, geloof en zeden zijn elementen die ontstaan vanuit de
algemene ontwikkeling van een gebied, en dus aansluiten bij de ontwikkeling en
behoefte van de natuur en mens. Vele van de fundamenten van geloof en zeden
dragen we onbewust over op het nageslacht, zelf deels via het DNA.
|