Iemand
die een bestuur wil organiseren begint met het selecteren van medewerkers, deze medewerkers worden gekozen naar
hun intelligentie en bekwaamheid. De beoordeling van de bekwaamheid der
medewerkers wordt echter beoordeeld in verhouding tot het eigen inzicht en
intelligentie van de beoordelaar, met als gevolg dat men de bekwaamheid van de
medewerkers als referentie kan nemen om de beheerders te beoordelen. Wat het
eigen vermogen en intelligentie benaderd wordt goedgekeurd, al wat er ver boven
lig wordt als onbegrijpelijk en dwaas beschouwd, doch al wat er onder ligt
wordt afgekeurd en beschouwd als dom, onbekwaam of ongeschikt.
Het onzichtbare
marteltuig, Pesten!
Pesten
bestaat uit het voortdurend verbaal of fysiek belagen van personen zonder
dwingende reden of noodzaak van zelfverweer. Pesten komt slechts veelvuldig
voor binnen de westerse en individualistische maatschappij, en is slechts een
ziekelijke nijging van personen die zich niet op een sociaal aanvaardbare wijze
kunnen profileren of handhaven. De daders zijn zij die zelf een gebrek aan
sociale intelligentie hebben, en zijn zeer sterk vertegenwoordigt in de
westerse individualistische ontwikkeling.
België
wordt overstelpt door wetten en maatregelen terwijl we als resultaat slechts een
oplopende criminaliteit en wanorde kunnen vaststellen. Pesterijen en geweld
tegen derden werd in een KB van 2002 opgenomen door de Belgische overheid als
een erkende vorm van Psychisch geweld. Het is nochtans duidelijk dat men met de
kraan open dweilt. Het probleem voor België is dat de overheid geen echte
maatregelen kan treffen zonder zelf in het gedrang te komen. De Federale
overheid bezondigt zich massaal aan pesterijen van opposanten, en schuwen geen
enkel middel om opposanten te kortwieken.
In
de tachtigerjaren der vorige eeuw werd de Vlaamse partij, VlaamsBlok als
extreem bestempelt en vervolgens door de regering met steun van Socialisten,
liberalen Christendemocraten en groenen, via een zogeheten Cordon Sanitaire
van politieke inspraak uitgesloten, een actie die slechts uitmondde in een
stijgende populariteit van de partij die slechts een democratische
weerspiegeling was van wat er onder het volk leefde.
De
opkomst van de nieuwe Vlaamse partij, NV-A, die een gematigde weerspiegeling
gaf door minder extreem en meer gestructureerd de Vlaamse verzuchting te
benaderen, en daarmee alle lagen en ideologieën van de Vlaamse bevolking
aansprak. Ook deze partij stuit op een massaal en goed gecoördineerd verzet van
de regering en dezelfde politieke families, om ook deze partij uit te sluiten. Hier
blijkt ditmaal dat de constante factor die de achterliggende coördinatie
verzorgd, buiten de politiek ligt, en terug te vinden is in het Belgische
Koningshuis. Opvallend is wel dat alle instanties verplicht worden hieraan mee
te werken, en men er niet mee zit om openlijk rechters die dwars liggen af te dreigen
of te wreken. Men kan dus gerust de vraag stellen of er nog een verschil is
tussen pesterij of dergelijke onwettige en ondemocratische praktijken.
Het
doel heiligt de middelen, en in deze (Christelijke) optiek lijkt men alles te
rechtvaardigen. Een fervente opposant zijn wettelijke rechten illegaal via
manipulaties ontnemen hoort ook tot een der gebruikte praktijken om mensen persoonlijk
tot het uiterste te pesten. Men deinst er niet voor terug om rechters te
verplichten alle rechten van de slachtoffers te negeren. Het aanstellen van een
tijdelijke en plaatvervangende rechter is een van de middelen om aan een
rechter te komen die naar de pijpen van de overheden danst, tegen de wet en de
stroming in. Illegaliteit en schriftvervalsing zijn schering en inslag bij de
Belgische overheden en iedere nieuwkomer moet nillens willens mee in hetzelfde
gareel wil hij of zij in zijn of haar ambt of mandaat gedoogd worden. Men kan
ook hier de vraag stellen of er nog een verschil is tussen dergelijke
praktijken en bewust pesten.
Het
gevolg van dergelijke praktijken is, dat men niet anders kan dan politiek
benoemen, wil men dergelijk systeem in stand houden. Dergelijke benoemingen
gaan de bekwaamheid van de benoemden voorbij en leiden tot een team dat bij
gebrek aan bekwaamheid naam wil maken met de meest bizarre acties en wetten.
Tot overmaat hollen dergelijke benoemingen de functie der staatsecretariaten,
die door politiek benoemde klungels bezet worden, uit.
Laten
we even een voorbeeld nemen, zoals de veiligheid van motorrijders op de
openbare weg. De motorkleding die verplicht is vanaf september 2011 slaat
nergens op. Deze wet toont niet alleen het feit dat de wet door een leek ter
zaken is uitgewerkt, doch bewijst ook dat de betrokken opsteller niet de moeite
nam of het verstand had om een deskundigen advies te vragen.
Verplichte veiligheidskleding voor motorrijders:
1)
Om de handen te beschermen is het gebruik van
handschoenen verplicht. Er worden geen specifieke eisen gesteld
betreffende de uitvoering of gebruikte materialen.
2)
Om de benen optimaal te beschermen draagt de
motorrijder een lange broek. Hier zijn er quasi nadere omschrijving geen
verdere vragen, doch ook hier geld de vraag uit welke materialen moet dergelijke
broek vervaardigd zijn.
3)
Om voeten en enkels te beschermen moet de
motorrijder bottinnen of schoeisel dat tot over de enkels reikt, dragen. Dezelfde
vraag ook hier, uit welk materiaal moeten deze zijn, en voldoen rubberen
laarzen?
4)
Tot slot is de motorhelm verplicht, een
kwestie die geen twijfel laat.
De
voorgeschreven veiligheidskleding heeft slecht effect bij het gebruik van
sport, super sport of race motoren op een circuit of op een één richtingsbaan
zoals op een autosnelweg, of een sport circuit en alleen indien de kleding uit leder bestaat, daar men met een
lederen kleding bij een valpartij schaafwonden kan voorkomen. Het gevaar voor
motorrijders bestaat uit het botsen op voorwerpen of tegenliggers, doch dan kan
de kleding ook geen bescherming geven. Ongevallen met motoren gebeuren meestal
met snelheids- of sportmotoren, niet met tourmotoren, shoppers of
motorscooters, daar het optrek of acceleratievermogen van snelheidsmotoren
zover opgedreven is dat men gemakkelijk de controle over het motorvoertuig kan
verspelen, met alle gevolgen van dien.
Dezelfde
wet is echter een pest voor de meeste motorliefhebbers die de motor voor hun
vrije tijd gebruiken, wat veelal bestaat uit het toeren op zomer dagen en
weekeinden, vaak in clubverband, doch de motorrijder zit dan wel onbeschermd eventueel
in de volle zon, goed ingepakt naar de nieuwe normen, aan een matige snelheid
te stoven in eigen vet.
Dezelfde
wet laat motorrijders toe om met motoren tot 125cc kinderen vanaf 3 jaar in
beveiligde zit mee te vervoeren waardoor dergelijke gelegenheid vaak ook wordt
gebruikt om op korte afstanden kinderen naar school te brengen en op te halen. Voor
dergelijke korte rit die doorgaans gaat via binnenwegen en in een bebouwd
centra, waar men hooguit 30 à 50 km/h mag rijden, moet de kleine wel ingepakt
worden volgen de nieuwe kledingsnormen, hoge schoenen of bottinnen incluis, ook
bij meer dan 25° Celsius schaduwtemperatuur en snelheden tot max. 30, 50 of
70km/uur
Dezelfde wet vereist
van de motorrijder dus het gebruik van hoog schoeisel of bottinnen ter
bescherming van de enkels en lange broek ter bescherming van de benen, doch dit
geld ook voor motorscooters, terwijl de gebruiker hiervan met de voeten en
benen binnen de omkadering van het voertuig zit, en aan de onderste ledematen
nauwelijks kwetsbaar is.
Hadden we het al over
pesten, of val dit er niet onder?
Opvallend
is wel dat de wetgever geen onderscheid maakt tussen diverse types van motoren,
en toermotors, shoppers, motorscooters, sportmotoren, supersportmotoren en
racemotoren gelijk stelt en aan dezelfde normen koppelt.
Eveneens
merkwaardig is het feit dat ook het bereden terrein of weg niet leidt tot enig
onderscheid en men dezelfde eisen stelt voor stadsverkeer en kleine binnenwegen
met maximum 30 tot 70km/uur als voor baan- en snelwegverkeer met hogere
snelheidsfaciliteiten.
De veiligheid van
motoren kan men opvoeren door een snelheidsbeperking op de openbare weg te
verplichten voor sport, supersport en race motoren of door de toegelaten
cilinderinhoud te verlagen, doch ook door tourmotoren en shoppers vanaf 100cc
te verplichten om valbaren te monteren, uitgezonderd scooters uiteraard.
Valbaren hebben het voordeel dat bij een valpartij de motorrijder niet met de
benen of voeten gekneld wordt onder het eigen voertuig terwijl hij of zij
nauwelijks of geen schaafwonden oploopt. De bevoegde staatssecretaris is
blijkbaar niet verstandig genoeg om in te zien dat een deskundig vooronderzoek
met inspraak van betrokken partijen als Motorrijders, fabrikanten en
instructeurs een aanvaarbaar en verantwoord resultaat zou geboden hebben, in
plaats van een wet die van geen kanten de veiligheid in het verkeer voor
motorrijders of andere weggebruikers verbeterd, doch voor de gebruikers slechts
als hinderlijk en nutteloos worden ervaren.
Hadden we het al over
pesten? En wat dacht men hiervan?
Dank
zij onvoorwaardelijke collegialiteit binnen de kring van mandatarissen der
opeenvolgende regeringen en hun aanhang, worden wantoestanden, blunders en
vuile zaken of louche praktijken der mandatarissen of hun ondergeschikten
collectief onder de mat geveegd, ongeacht de gevolgen of weerslag op de
maatschappij of het individu. Collegialiteit die stand houdt over de
legislaturen heen kan men slechts garanderen, indien er een achterliggende
coördinatie is die niet politiek gebonden en niet onderworpen is aan de invloed
of inspraak van het volk, doch desondanks een macht op het hoogste niveau heeft
of deze kan beïnvloeden. Door dit laatste blijft er voor België slechts keuze
tussen maffia of monarchie.
De
absoluut ondemocratische koers van de opeenvolgende regeringen is slechts
mogelijk door een achterliggende invloed op nationaal vlak die niet politiek
gebonden is. Wantoestanden die op nationaal en federaal bestuurlijk niveau bij
elke regeringswissel stand houden, terwijl niemand daadwerkelijk tot ernstige onderzoeken
naar de achterliggende oorzaken weet te komen, leidt ons naar de vraag of men
onderzoeken en maatregelen mag of kan treffen, zonder eigen betrokkenheid vrij
te geven. Mogen er geen grondige onderzoeken plaatsvinden naar achterliggende
oorzaken van de bende activiteiten of in dossiers rond de bende van Nijvel, vooraleer
alle sporen gewist zijn? Ook eventuele onderzoeken naar een achterliggende
organisatie van de acties van Marc Dutroux zullen of mogen blijkbaar nooit te
gronde gevoerd worden.
Wantoestanden
in het asielbeleid en het vermoedelijk opzettelijke knoeiwerk van gewezen
verantwoordelijken zoals Annemie Turtelboom (Open VLD), Melchior Wathelet jr
(cdH). en Maggie De Block (Open VLD), en de diensten voor migratie en asiel, ondersteund
door desinformatie, valsheid in geschrift en verklaringen enz. met
mensonwaardige gevolgen voor slachtoffers, kunnen niet aangeklaagd worden, daar
aangesproken parketten niet optreden en slechts rechters betrokken worden die
bereid zijn om mee te heulen met de wolven in het bos. Verzet van slachtoffers
leidt slechts tot een spel van kat en muis, en de slachtoffers stuurt men zoals
in de Dutroux zaak, van het kastje naar de muur.
De
grondige wijze waarop gruweldaden en uitvoerders worden afgeschermd, bewijst
indirect een achterliggende organisatie wat veronderstelt dat deze organisatie
veelvuldig aangesproken wordt. Degelijke organisatie en bescherming van
wanpraktijken dient niet voor eenmalig gebruik, waardoor we mogen aannemen dat
het een veel voorkomend doch goed verborgen kwaal betreft, die de democratie en
gemeenschap in België aantast, en geen uitzonderingsgeval is.
Hadden we het niet over
pesterijen en wat gaat de overheid nu ondernemen tegen de eigen
beestachtigheden, monsterlijke praktijken en de bescherming van daders die
verantwoordelijk zijn voor gruweldaden, verkrachtingen en seriemoorden? Ik dacht
van niet, gezien ernstige acties van de overheden op hun eigen hoofd terecht
zou kunnen komen. Grondige aanpak van pesterijen mag dus niet te grondig zijn
en de overheden moeten gevrijwaard blijven. Maatregelen te gronde komen er dus
zeker niet, doch zullen eerst op de lange baan komen om later te worden
vergeten.
Het probleem is niet alleen
dat we meer knoeiers dan ministers in de Belgische federale regering tellen,
doch politieke benoemingen zorgen er voor dat hun entourage en achterliggende
steun via hun staatssecretariaten, ook bemand zijn met politieke vrienden van een
vergelijkbaar allooi en niveau als hun bazen.
|