|
Het mag gek klinken doch
de toekomst van een land is veelal een weerspiegeling van het verleden, met
dien verstanden dat er schijnbaar veel in de positieve zin verandert, doch in
feiten alles hetzelfde blijft.
Onze maatschappij is door
de eeuwen heen via de wortels van onze ontwikkeling gevormd tot wat ze nu is,
en gezien deze wortels of fundamentele waarden niet in één klap kunnen
veranderen, kan ook een maatschappij niet uit haar voegen gelicht worden zonder
zijn wortels te vernietigen. De wortels van onze maatschappij zijn wijzelf en
ons doorsnee ontwikkelingsniveau, een niveau dat het resultaat is van eeuwen lange
natuurlijke selectie die ieder van ons drijft naar de gemeenschap waarin we ons
thuis kunnen voelen en kunnen handhaven.
Elke gemeenschap zal
streven naar een vestigingsgebied waar de gemeenschap niet door hoger
ontwikkelden verdrongen wordt en dat men op grond van het ontwikkelingsniveau
kan behouden. Allen die de geschikte ontwikkeling hebben worden in een
gemeenschap aanvaard, anderen worden verdrongen of trekken uit eigen beweging weg,
op zoek naar een gepast milieu, waardoor er een zekere homogeniteit in het
algemene niveau ontstaat, terwijl de uitersten slecht beperkt blijven tot dat
wat de gemeenschap weet te verdragen. Ook ons politiek beeld wordt door deze
algemene waarden mee bepaald. Bij grote volkverhuizingen in de geschiedenis
zalmen merken dat deze telkens resulteren in ofwel het herstel van het
maatschappelijke evenwicht van het gebied of tot een durende destabilisatie van
het gebied. Het is opvallend dat de interne stabiliteit van een gemeenschap
evenredig is aan de leefbaarheid van het gebied dat bewoond wordt, waardoor de
interne vrede de hoogste stabiliteit vertoont in gunstige gebieden op het tropische
vasteland.
We zullen merken dat
ondanks de turbulenties in het middenoosten na de jongste omwentelingen deze
gebieden geleidelijk terug in hun oude plooi zullen vallen, waarna er slechts
beperkte veranderingen stand zullen houden. Overal ter wereld worden we
geconfronteerd met revoltes en omwentelingen, doch uit de as hiervan ontspruit
telkens weer een vernieuwing die nauwelijks van het verwoeste te onderscheiden
is.
Europa en vooral de Belgische
maatschappij liggen echter complexer dan men zou vermoeden, en steunt niet op één
ontwikkeling en natuurlijke selectie doch op twee verscheiden en botsende selecties
en dito ontwikkelingen. Enerzijds hebben we de West Europese ontwikkeling der
kustvolkeren die op grond van betere sociale ontwikkeling, de gunstigste delen
van het Europese vasteland wisten in te palmen en minder ontwikkelden naar het
noorden, noordelijke eilanden en het binnenland verdrongen. De westelijke kustgebieden
werden echter bij de opkomst van de metallurgie en metalen slagwapens door
stammen van het centrale en noordelijke binnenland, bij ons gekend als
Germanen, in het kielzog van Hunnen overrompelt.
De tweede belangrijke en
invloedrijke ontwikkeling is deze der Germaanse overheerser die hun lage
sociale ontwikkeling verdoezelden met normen van vermeent fatsoen, aangedikt
met verfijnde gebruiksnormen of etikettent. Zij zouden gelijdelijk als van een
vermeent betere ontwikkelde en verfijnde klasse, zich tot de adelstand verheffen.
Het zijn aan Ariërs verwante families die de voorouders vormen van de huidige
West Europese adel, en onze gewesten tot heden op basis van extreem
egocentrisme blijven domineren, doch dit via onderdrukking van de burgerij
tegen de belangen van deze burgerij in. De invloed van deze Adel ligt numeriek
beduidend beneden peil, doch houdt stand op grond van plundering van de
onderhorige bevolking en macht die verbonden is aan het geld, terwijl zij het
erfrecht met bijhorende macht en vermogen, uitsluitend aan de oudste van de familie
overdragen om zo macht en vermogen op een sociaal hoogtepunt te handhaven.
Het is opvallend dat vermeende
democratieën die vandaag een monarch aan het hoofd van de maatschappij hebben, vaak
de minste vorderingen op sociaal en economisch vlak kennen en in een verstart
stramien blijven steken. Juist deze landen worden gelijktijdig in hun
internationale positie door snelle vooruitgang van andere ontwikkelingen en
gebieden bedreigd.
De politieke en
economische verlamming in België is een direct gevolg van de verstarring op
politiek vlak die ontstaat door de tweestrijd tussen monarchie en de haaks
hierop staande democratie. Twee machten en bestuurlijke uitgangspunten die een
uiteenlopen of zelfs tegenstrijdig doel beogen. De monarchie heeft in België doch
ook in het Verenigd Koninkrijk blijkbaar het voordeel dat voortvloeit uit de
macht van de positie die versterkt worden door een macht verbonden aan de private
rijkdommen van deze monarchieën.
Men mag niet vergeten dat
de exploitatie van koloniale rijkdommen die werden opgezet voor de WO I door
welgestelde adellijke families met het koningshuis vooraan, en niet door de
arme en uitgebuite burgerij.
De tweestrijd tussen de
twee machtspolen, monarchie en democratie, is ook voeding voor instabiliteit
met de daaraan verbonden nood om zich kost wat kost te handhaven. Deze
tweestrijd voedt zodoende de corruptie, die door beide partijen niet geschuwd
wordt om het laken naar zich te trekken. Corruptie vormt op haar beurt dan weer
de grondslagen voor rechteloosheid en criminaliteit die door deze
rechteloosheid welig kan tieren, doch rechteloosheid is op haar beurt voeding
voor instabiliteit van het land en zijn economie.
De zo geprezen en
zaligmakende oppositie die het land en politiek leven in moeten blazen en door
de leiders de hemel wordt in geprezen, is echter de sleutel der macht van adel
en monarchie die haar macht verzekerd weet door verdeeldheid onder het volk,
een verdeeldheid die per slot de grootste bedreiging vormt voor de welvaart van
dat volk en de toekomst van het land. Er is echter een zeer sterke hand nodig
om een gemeenschap met vele tegenstellingen en ideologieën tot een stabiel geheel
samen te smeden en gezond te laten functioneren, wat slechts kan als de leider
meer oog heeft voor het volk dan voor zijn persoonlijke belangen.
Onze moderne maatschappij
wordt vandaag echter bijkomend beïnvloed door de wijdverspreide en moderne
elektronische communicatie en de snelle media en nieuwsverspreiding via radio,
tv en internet, die de beperkingen en censuur verdringen en de bevolking een
ruimere blik gunnen op wat er zich wereldwijd in werkelijkheid afpeelt.
België noch Vlaanderen kunnen
ondanks alles niet tot eenheid komen en zich niet losrukken uit de
verpletterende grip van het koningshuis door hun interne onenigheid, die vooral
versterkt wordt door de tegenstellingen tussen noord en zuid. Tegenstellingen die
zich aftekent met de taalgrens en door de taalbarrière versterkt worden. Deze
taalgrens houdt echter een onzichtbare grens in zich die bepaald wordt door de
oeroude invloeden die vanuit het zuiden in Europa infiltreerden en zuidelijk
van de taalbarrière bleven steken. De Romeinen kwamen nauwelijks ten noorden
van deze taalbarrière terwijl ook de Hunnen onder gezag van Attila deze
taalbarrière niet doorbraken en de invloed van deze twee dus duidelijk bij deze
taalbarrière bleven steken. Veroveraars zoals de Romeinen en Hunnen waren niet
uit op verovering van de koude en slecht leefbare gebieden ten noorden van de
Europese taalbarrière, stuitte in het westen op de goed sociaal ontwikkelde
volkeren der kustgebieden, doch drukten door vermenging en aanwezigheid hun
stempel op de bevolking der veroverde en bezette gebieden. Het is zelfs in
België merkbaar dat het zuidelijke of Franstalige gebied een grotere interne
samenhang onder haar bevolking kent, waardoor hun dominantie tot op de dag van
vandaag wordt gesteund. Het is trouwen ook duidelijk dat de heersende
monarchieën stammen uit families die uit het vroegere Hunnen gebied, van achter
de Rijn, West Europa binnen drongen..
Het rijk der Hunnen onder Attila werd in het zuiden begrensd
door de Donau, in het oosten door de Oeral rivier in het noorden door de
Baltische Zee, en in het westen door de Rijn.
Vlaanderen schijnt wel
tot besef en eenheid te willen komen doch de Vlaamse machtspolen worden
verdeeld door de onenigheid van hun burgers waarbij een meerderheid zich
gematigd en realistisch opstelt, en het extreme van zich afzet, wat zich
momenteel vertaalt in de opkomst van de Nieuwe Vlaamse Alliantie of kortweg
N-VA enerzijds. Deze strekking blijkt echter niet te beantwoorden aan de
verzuchtingen van hen die zwaar onder de crisis te leiden hebben waardoor het
meer extreem gezinde en radicale Vlaams Belang dat zich hardnekkig tegen
buitenlandse integratie verzet, zijn aanhang weet versterkt, doch hiermee de
realiteit en ontkent en in de beoordeling van migranten tot bot generaliseren
over gaat. De vereniging van deze twee polen zou echter leiden tot een ultieme
en niet te stoppen omwenteling op politiek vlak, op korte termijn mogelijk geen
voordeel biedend. Door de monarchie op en zijspoor te zetten kan men overgaan
tot democratisch regeren zonder verdere en ongewenste inmenging van een
monarch, terwijl een president voor een slecht beleid ter verantwoording kan
geroepen worden en een monarch niet. Dit is uiteindelijk de enige piste naar
interne stabiliteit die de deuren der toekomst open zou zetten, wetten en
wetboeken tot nuttig materiaal zal maken dat op iedereen zonder onderscheid
toepasselijk zal zijn en zowel de rust als stabiliteit van het land en de
burger slechts ten goede zal komen en meer rechtszekerheid zal bieden.
De Belgische omkadering
geeft door de monarchie geen aanvaardbare omkadering aan de democratie, terwijl
de Europese omkadering een onvoldragen foetus is die maar niet tot volwaardige
ontwikkeling weet te komen. De toekomst van Europa is daarmee verder van huis
dan ze ooit geweest is. Vlaanderen kan nu noch in de toekomst steunen op België of Europa zonder de
verwijdering van de Belgische monarchie.
|