Criminaliteit
kan slechts tot ontwikkeling komen en standhouden indien er een onvoorwaardelijke
collegialiteit onder de leden van een maatschappij van kracht is.
Een
gezonde instelling daar en tegen, steunt op voorwaardelijke collegialiteit,
met als absolute voorwaarde het correct functioneren van de instelling naar het
doel der instelling.
Een
regering moet dus correct functioneren naar de belangen en de toekomst van het onderhorige
volk. Elke nieuwe informatie in het kader van een te nemen beslissing, die de eerdere
afspraken in vraag stellen, moet er dus toe leiden dat men de afspraken te gronde
herziet en eventueel aanpast, en dit in het belang van de functie en verantwoordelijkheid
van goed en correct regeren.
De
jongeste ontwikkelingen in de handel en wandel van de Vlaamse regering toonde
ons dat deze aan de normen van een criminele organisatie voldoet en de onvoorwaardelijke
collegialiteit doorbreken op het veto van de voltallige regeringsopponenten
stuit. De vanzelfsprekendheid die hierbij blijkt wijst er op dat een niet
alleen een Vlaamse zaak is doch een Belgisch gebruik en gewoonte op regeringsvlak.
Onze regeringen voldoen hierbij dus niet aan het absolute minimum vereiste
normen voor een goede regering.
België wordt hierdoor niet
geregeerd op grond van rede of logica!
Op
31 mei 2012 en na onderzoek van alle betreffende adviezen en het Project-MER
heeft Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege
(DC&V) in beroep beslist om de NV Uplace een milieuvergunning te
verlenen voor de exploitatie van een gebouwencomplex in Machelen.
Merkwaardig
in dit besluit is dat op middenlange en lange termijn er geen directe
bedreiging is in tewerkstelling, terwijl er eerder een extra tewerkstelling kan
ontstaan door de nood aan extra vervoer, infrastructuurwerken.
Waarmee
geen rekening mee is gehouden is de dringende nood tot inkrimping van individueel
persoonsvervoer, waarbij de crisis en afbouw van onze industriële capaciteiten,
die momenteel te hoog liggen, ook de overdadige koopkracht van de massa der
middenklasse zal aantasten, met alle gevolgen van dien.
Naar
de toekomst toe zou het wenselijk zijn dat men middelgrote winkelcentra of
winkelgaanderijen zou plannen in steden en gemeenten in een autoluwe omgeving
met bijhorende parking, en gelegen in de directe woonomgeving van de bevolking.
Men dient er mee te rekenen dat gezien de jongste ontwikkelingen op economisch vlak,
de mobiliteit van de massa in de naaste toekomst zal krimpen, en de nood aan
buurtwinkels of kleinere supermarkten zal toenemen. Ook veroudering van de
bevolking en hogere leeftijden zullen de nood aan plaatselijke voorziening van huishoudelijk
materiaal en levensmiddelen, doch ook verzorging doen toenemen bij een
bevolking die mindervalide is.
Opvallend
hierin is ook de reactie van de voltallige regering op de commentaren van sp.a vice-minister-president
Ingrid Lieten en sp.a voorzitter Bruno Tobback, en de tegenwerpingen die zij nu
maken op het Uplace project. Het verzet tegen hen is duidelijk niet verbonden
aan de logica doch aan de onvoorwaardelijke collegialiteit, waardoor nu
ook de Vlaamse regering zich verlaagt tot het niveau van de georganiseerde criminaliteit.
Niet het belang der burgers is hier ter sprake gebracht, wel vereiste om aan
een onvoorwaardelijke collegialiteit te voldoen en het feit dat enkelen hier
niet verder aan mee willen doen.
Zelfs
het kleinste kind zal begrijpen dat elke ondernemer er een behoorlijke som voor
over heeft, om een dergelijk project in de wacht te slepen, en men moet een
volslagen idioot zijn om aan te nemen dat dit hier niet het geval is. Laten we
even veronderstellen dat men de onvoorwaardelijke collegialiteit laat
varen, dat riskeert elke minister die een project wil steunen met mogelijkheden
om de extra fooien te incasseren, op het verzet van hen te stuiten die niet mee
mogen snoepen. In dit kader is het begrijpelijk dat men binnen een regering
afspraken maakt om de extra en illegale inkomsten van de leden der regering via
collegialiteit te vrijwaren. Men heeft zich kandidaat gesteld om als
vertegenwoordiger zijn zakken rijkelijk te vullen, of is er iemand in het land
die gelooft dat men in de politiek als idealist enige kans heeft of ver komt?
Als
gevolg van voorgaande rijst de vraag of men zich moet verwonderen over feiten
of gebreken op zulk bestuurlijk vlak. Laten we maar een kijken naar de affaires
van de Roze Balletten, Dutroux, de bendes van Nijvel, de moord op Patrick
Haemers, Van Noppen, Vleesschauwer, André Cools en de zovele onopgeloste
moorden, om van de vloed van seksschandalen en kindermisbruiken maar te zwijgen.
Of gaan we het hebben over de schandelijke uitkeringen van vergoedingen voor
hen die aan de wieg stonden van fraudezaken en faillissementen. Ook de duidelijke en
onbetwistbare betrokkenheid van België en de belangen in de slachtingen der
laatste decennia in Centraal Afrika werden collectief verwezen naar het conflict
tussen twee etnische gemeenschappen die niet bestaan, en vóór honderden jaren
via vermenging tot een volk versmolten.
In
het Uplace conflict is één ding duidelijk tot uiting gekomen, onze
politici met zovele er momenteel aan bod zijn, vergrijpen zich aan principes
die bij een maffia organisatie thuishoren, niet bij volkgericht en democratisch
bestuur.
Besluit:
Wie
zich niet aan de regels der onvoorwaardelijke collegialiteit onderwerpt moet
het niet trachten op te nemen voor het volk, hij of zij kan beter weg blijven
uit de politiek. In deze context is dan ook begrijpelijk dat Maggie De Block,
arts zijnde doch mogelijk gedwongen, het negeren van de rechten van een weeskind
door haar ondergeschikte diensten, terzijde schuift en net zo min ingrijpt bij het
toekennen van verblijfsvergunning aan criminelen. Totaal foutieve besluiten
moeten namelijk volgens hun principe door een voltallige regering herzien
worden, terwijl het belang van het volk slechts bijzaak is. Ook Maggie De Block
mag op basis van dergelijke regels vroegere beslissingen en fraudes of
vervalsingen en geknoei niet terugschroeven. Dat de belangen van hoog geplaatste
op criminele wijze worden behartigd in de federale regering moet de bevolking
al lang duidelijk zijn, doch het jongste voorval in de Vlaamse regering toont
ons hetzelfde euvel en maakt de gehele politiek nog ongeloofwaardiger dan zij
al was.
Met
andere woorden zetelen er in België geen regeringen maar gedegen maffiaorganisaties
die het land regeren, en dit zoals de laatste decennia bleek, onder het
waakzame oog van GODFATHER Albert II.
Hoeveel slachtoffers moeten
er nog vallen voor dat het volk dit begrepen heeft?
|