Je zal me vast voor een gek verklaren. Maar neem het toch maar van me aan: rond 7u in de ochtend toont de Maison des Belges zich van zijn meest muzikale kant. De resonerende stilte van zijn gangen, de gedempte wekkers achter zijn deuren. Het gekrijs van tramwielen dat zich een weg doorheen raamkaders schuurt. Het zachte ruisen van douchewater. Een kort vleugje percussie; een paar dameshakken etaleren hun eigenaar's storende zelfvertrouwen op die o zo harde tegelvloeren. Misschien hier en daar een portie ochtendradio, en achter één enkele deur het pruttelen van een koffiemachine (als je verslaafd bent, moet je het goed doen!).
Eens buiten, een geheel andere compositie: Parijs in zijn claxonerend ochtendhumeur. Maar dit slechts als kleinzielige intro op diens ware ouverture; het wagneriaans geraas van de RER B. Je moet een Parijzenaar om het te kunnen appreciëren. Probeer het maar: in de metro herken je zo makkelijk toeristen omdat het diegene zijn die niet zwijgen. Geen rollercoaster die aan het monstreus gerommel van de Parijse sous-terrain kan tippen, en al evenmin aan diens tegenhanger; het takkende gehaast doorheen de lange staptunnels. Het geschal van koperblaas en staalgeraas, en daartegenover het trappelen van Afrikaanse ritmehakken.
De RATP zou er eigenlijk een CD van moeten maken, van dit muzikale wonder. En vervolgens gratis aanbieden aan al die cultuurhatende I-Phonegebruikers wiens paden de mijne kruisen. Nu, toegegeven, gezien het vroege uur van ons kruisen heb ik meestal ook geen oren voor dit gratis concert. Moest de school me niet dwingen, ik zou eerder genieten van de stilte van mijn dodo doux.
Dus maar een geluk dat de school er is. En ook de Maison, met zijn ochtendlijke radio en avondlijke concerten. Want dat gebeurt hier ook; spreek maar gerust van een overdosis. Gisteren passeerde bijvoorbeeld een of andere gitaartroubadour toevallig langs onze deur. Muzikaal ingesteld als we zijn, haalden we de Waal/Luxemburger (nooit gedacht dat er zoveel mensen in die streek woonden) snel naar binnen. Bleek nog deftig gitaar te kunnen spelen ook, maar zoals hij zelf al zei: trop de notes, ça c'est pas bon.
We vonden er een typisch Belgische oplossing voor: snel wat applaudiseren, en er dan al zwijgend er eentje op gaan drinken. Het stille geparel van een glaasje Stella na een lange, luide dag: dàt is de Maison des Belges op zijn muzikaalst.