Want ja, hij flikkert, en nog geen beetje. 's Nachts wel te verstaan, anders zou je het natuurlijk niet kunnen zien. Alsof Parijs een gigantische taart zou zijn, en de Eiffeltoren het vuurwerkstokje, wordt hier een paar keer per nacht de verjaardag van godweetwie gevierd. De persoon in kwestie heeft zijn/haar naam nooit bekend gemaakt (een vorm van prudentie bij zo'n megalomaan vertoon?), maar tant pis: ik noem hem Toerisme...
Ik vind hem nochtans wel leuk, de Eiffeltoren. Niet meteen mooi, maar wel leuk. Zoals het Atomium leuk is. En groot, dat maak de beide ook zo rustgevend, zo zen. Als ik 's avonds op het platform van Trocadero sta, kijk ik er dus graag eens naar. Ik sta er vaak, want bij Trocadero, in het Palais Chaillot, is er een uitstekende architectuurbibliotheek gevestigd, in welke ik regelmatig ga "thesissen". Na een namiddagje lezen maak ik dan nog een klein rondje langs het plein, en kijk ik naar de Eiffeltoren.
's Nachts is hij hel verlicht, in een gouden kleurtje. Af en toe steekt men ook het zoeklicht op de top aan; Tour Eiffel houdt Parijs wel op de koers naar een prachtige toekomst als "Monument National"... Aan de basis zie je af en toe blauwe lichtjes omhoogschieten en terug naar de aarde dwarrelen. Het is het laatste speeltje van de straatventers, ik zie er vooral een noodsignaal in...
Parijs en het toerisme: het is een moeilijk evenwicht. Dit weekend was ik weer even toerist. Voor alle duidelijkheid: het was een zeer aangenaam weekend, en in ongelooflijk goed gezelschap. Maar je beseft pas als je ergens "woont", als je plots even weggaat, en er eigenlijk nog bent. Dan probeer je te tonen wat Parijs is, voor jou is, en merk je dat dat toch wel moeilijk is. Mijn broer, altijd op zijn best in de korte pointe, vatte het mooi: "Ik moet eens in de week terugkeren."
Ze zouden de lichten moeten doven, 's nachts, op de Eiffeltoren. Je zou weten dat hij er is, maar hem toch niet zien. Een grote horde toeristen zou verweesd staan zoeken tussen zijn poten, blauwe prutsen afschieten in de hoop toch een glimpje op te vangen van zijn onderste bogen... Vanaf Trocadero zou ik dat dan smalend aanschouwen, en nog steeds naar de Eiffeltoren kijken, ook al zie ik hem niet. Het zou mooi zijn, een pikzwarte massa tegen een al even zwarte nacht. Dan mogen ze nog even zijn zoeklicht aansteken, om een kleine hint te geven, en misschien zelfs eens flikkeren, als een eenmalige verschijning, kwestie van de toeristen toch enige troost te bieden. Maar voor de rest van de nacht blijft hij dan onzichtbaar, zoals Tour Montparnasse, de kantoortoren, die vanaf mijn standpunt er net links naast staat.
Die is ook zwart, op een paar verdiepen aan overuren na, een klein gedichtje van licht aan de hemel van Parijs...